De geschiedenis van de
familie Van Hanegem
Negen Zeeuwen van Oranje
PZC
VRIJDAG 15 MEI 1992
sport
¥7illem van Hanegem wordt in
ff Breskens geboren op 20
februari 1944. Hij is het zevende kind
van Jacobus 'Lo' van Hanegem en
Anna van Grol. Bijna zeven maanden
na Willems geboorte wordt het gezin
in rouw gedompeld. De Van
Hanegems behoren op 11 september
1944 tot de zwaarst getroffen families
als Britse en Nederlandse
bommenwerpers hun dodelijke
lading op Breskens lossen. De opzet
van de geallieerden is het naar
Vlissingen overstekende vijftiende
leger te ontregelen en op die manier
een hergroepering van de vijand te
voorkomen. In de praktijk leiden de
twee helse aanvallen binnen enkele
minuten echter ook tot de dood van
199 Bressiaanders. In de weken
iiadien stijgt bij nieuwe aanvallen
het totaal aantal slachtoffers in het
vissersdorp tot 225; bijna tien
procent van de bevolking. Velen van
hen liggen op het kerkhof van
Breskens in een massagraf begraven.
Onder de slachtoffers van het eerste
bombardement bevinden zich acht
Van Hanegems: Willems tienjarig broertje
Izaak, zijn vader Lo, diens zussen Piete en
Dientje en broer Piet, voorts opa Hendrik,
wiens broer Bram, een schipper op 13 ok
tober 1944 bij Duits mitrailleurvuur in de
buurt van Oud-Beijerland ook nog om het
leven komt. De twee andere Van Hane
gems die het bombardement niet overle
ven zijn Hendrik Willem en Elisabeth, een
achterneef en -nicht van de tak van Wil
lem. Ook in de familie van Willems moe
der zijn veel doden te betreuren. Alleen al
in het gezin van een zus van Anne van
Grol, de familie Quaars, komen beide ou
ders en twee van de drie kinderen om het
leven.
Een oom van Willems vader, Ko van Ha
negem, heeft de gruwelijke gebeurtenis
sen in de hefst van 1944 in een dagboek
beschreven. Hij onderscheidt zich in en
kele opzichten van de familie. De Van Ha
negems - bijna zonder uitzondering arme
gamalenvissers - zijn buitenkerkelijk. In
het overwegend protestant-christelijke
Breskens zijn zij min of meer buitenbeen
tjes. Kerkgangers spreken de Van Hane
gems nog wel eens aan op hun a-religieuze
manier van leven. Die houding van de bui
tenwacht zorgt er op den duur voor een
zelfs vijandige opstelling tegenover kerk
en kerkgangers.
Ko van Hanegem werkt zich op tot wet
houder en loco-burgemeester van het
dorp. Die politieke functies vervult hij on
der de vlag van de Christelijk Historische
Unie; in het milieu van de Van Hanegems
bepaald geen gebruikelijk politiek onder
komen. In zijn schuilkelder beleeft Ko van
Hanegem het bombardement in de vreze
en de hoop des Heren:
„Wanneer ik als laatste de schuilkelder in
ga, vallen de stukken van het dak al op
mij: de eerste bommen zijn gevallen. Nu
volgen er verschrikkelijke ogenblikken.
Ongeveer zestig bommenwerpers storten
him vernietigende ladingen over ons dorp
uit. De aarde beeft, zelfs de wanden van de
schuilkelder gaan heen en weer en het dak
wordt opgelicht. Angstige ogenblikken!
Muren en daken storten in, geweldige bo
minslagen, veraf en dichtbij. Het is of alle
helse machten zijn losgebroken. Waar is
Elsje? Waar is Corrie? Waar is Bram? O
God, bewaar hen en ons! Gelukkig dat we
bidden geleerd hebben. God zegt: Roep
mij aan in de dag der benauwdheid en Ik
zal u helpen! Dat hebben wij gedaan en
God heeft Zijn Woord waar gemaakt. Na
een minuut of vijf is de eerste golf voorbij.
Het is een vreselijke aanblik als we uit de
schuilkelder komen. Alles is vernield.
Schreeuwende mensen zoeken hun kinde
ren. Een vrouw komt met loshangend
haar en verwilderd gezicht door de garage
gelopen, waanzinnig van schrik. Kinderen
huilen, mannen roepen. 'Daar komen de
vliegtuigen, ze komen terug!' Ik heb juist
een koffer met waardepapieren uit de
slaapkamer gehaald als de tweede golf
aankomt. Weer naar de schuilkelder. Een
man van omstreeks tachtig jaar zit voor
de ingang. Hij wil er niet in en er ook niet
uit. Met geweld moeten we ons toegang
verschaffen en weer zitten we te wachten
wat de Heer over ons beschikken zal. We
zijn nu met zijn vieren: moeder. Ad, Els en
ik, dan die oude man en zijn dochter, Piet
van Melle en een meisje. De kelder is nu
een bidkapel. Allen roepen tot God. Het
kleine kind, dat katholiek is, roept maar:
„Lieve Heer, we zijn allen braaf ge
weest...." Weer worden we allen gespaard,
ofschoon er een bom neerkomt op tien me
ter van onze schuilplaats. Het is inmiddels
duister van stof en rook. Els en Ad roepen
dat ze stikken zullen als het nog langer zal
duren. Eindelijk is het voorbij. Bang dat
ze nog weer terug zullen komen, verlaten
we angstig onze schuilplaats. De verwoes
ting is nu volkomen. Om ons heen is er
niets anders dan glas, puin en draden. Een
geweldige brand is inmiddels in het ha
venkwartier uitgebroken. Dikke rookwol
ken bedekken de lucht, zodat de zon lijkt
op een maanschijf. Links en rechts zien we
ingestorte huizen, vernielde voertuigen,
verminkte lichamen van mensen en lijken
van dieren. We struikelen over het boven
lichaam van een soldaat, het onderli
chaam is weggescheurd".
Terwijl Ko van Hanegem en de zijnen in
Willem van Hanegem (rechts) samen met Jan Peters in het Zeister bos. Beide ex-internationals volgden in het KNVB-centrum de versnelde cursus coach betaald
voetbal. foto Cor Mulder ANP
Matty Verkamman uit Goes, sportjournalist van het dagblad
Trouw, heeft twee jaar gewerkt aan het boek 'Negen Zeeuwen van
Oranje'. De titel geeft het al aan: in het boek zijn alle Zeeuwse
voetballers geportretteerd, die ooit in het Nederlands elftal heb
ben gespeeld. Verkamman werd in zijn speurtocht geassisteerd
door de journalisten Chris van Nijnatten en Henri van der Steen.
Het boek wordt gepresenteerd op vrijdag 22 mei aanstaande om
12.00 uur in de Walcherse uitspanning De Bockenborgh bij Nieuw
en Sint Joosland. Een deel van de presentatie wordt verzorgd
door Freek de Jonge.
Het hoofdstuk over Willem van Hanegem en de geschiedenis van
zijn familie in Breskens is indrukwekkend. Op deze pagina is een
deel van dit hoofdstuk te lezen.
de schuilkelder zitten te bidden, komen
Lo van Hanegem en diens zoon Izaak om
het leven. De vader en broer van Willem
worden op korte afstand van hun huis
door bommen verrast. Die woning staat
tot 11 september 1944 pal achter de dijk,
vlak bij het voornaamste doelwit van de
bommenwerpers, het havengebied. Het
adres van Willems geboortehuis is Papen-
drecht 9. Binnen enkele seconden is er van
de hele straat vrijwel niets meer over. De
oostzijde van de haven krijgt de volle laag
en precies in die buurt is Papendrecht ge
situeerd.
Aijaan 'Koante' van Hanegem, de zes jaar
jongere, nu tachtig jaar oude broer van Lo.
en diens echtgenote Cornelia Monjé, heb
ben ooit eens gehoord dat Willems vader
kort voor zijn dood het leven van een jon
gen heeft gered. Lo zou met zijn lichaam
dat van deze jongen hebben bedekt.
„Maar wie die jongen is geweest, is niet be
kend".
Vast staat dat de dood van Lo en Izaak
van Hanegem zeer tragisch is geweest. In
tegenstelling tot de meeste Bressiaan
ders, hebben Lo en zijn vrouw Anna de
waarschuwing dat het levensgevaarlijk is
om in het dorp te blijven, wel serieus geno
men. Het gezin vindt tijdelijk onderdak in
een boerderij aan de Platteweg, vlakbij
het enkele kilometers van Breskens gele
gen Groede. In dit betrekkelijk veilige ge
bied genieten de kinderen Henk 'Pink'
(geboren in 1932), Izaak (1933), Dien (1937),
Ko (1941), Jan (1942) en Willem (1944) met
hun ouders gastvrijheid. (Het vierde kind.
Sara Maria, is in het voorjaar van 1940,
vier maanden oud, overleden). Vanuit hun
min of meer veilige schuilplaats aan de
Platteweg, besluit vader Lo op een dag
van het bombardement nog enig huisraad
in Breskens op te halen. Hij neemt de
twaalf jaar oude Henk en de tienjarige
Izaak mee. Voor Lo en zijn tweede kind
wordt het de laatste tocht.
In de Engelse plaats Brightlingsea (Essex)
woont Willems oudste broer, Henk. Hij is
zeeman in ruste. Als kustvaart-kapitein
heeft hij in zijn branche goed geboerd. Als
Henk 'Pink' met de datum 11 september
1944 wordt geconfronteerd, weet hij zich
de dramatische film te herinneren 'tot op
het moment waarop bij mij het licht uit
ging'. Hij verliest het bewustzijn in de
straat waar hij woont, Papendrecht. „Mijn
vader, Izaak en ik, waren met een handkar
naar het dorp gelopen. Ik meen dat er de
kens opgehaald moesten worden. Net
toen we in de straat waren aangekomen,
begrepen we dat het mis ging. We hoorden
de vliegtuigen komen. Het moment waar
op het bombardement begon, waren we
aan het begin van de straat, bij het hotel
van Anton Roest. Daar ben ik met veel an
dere mensen de garage ingedoken. Mijn
vader en Izaak waren er ook vlak bij. Het
laatste beeld dat ik heb, was dat ze daar
met die handkar liepen. Even later spron
gen de deuren en de ramen uit het hotel.
Dat is het laatste wat ik bewust heb mee
gemaakt. Later heb ik gehoord dat mijn
vader nog iemand heeft gered, maar dat
heb ik zelf niet gezien".
Volgens Willems zus Dien Spekman-Van
Hanegem zijn het Duitsers geweest die
Henk in bewusteloze toestand naar het
ziekenhuis in Oostburg hebben vervoerd.
„Zelf zagen we vanuit onze schuilplaats
het dorp branden. Mijn moeder schoot op
de weg iedereen aan en vroeg of men mijn
vader, Izaak of Henk had gezien". Henk
was dus de enige van de drie die het er le
vend van afbracht. „Toen ik wakker werd,
zat ik helemaal onder het bloed. Ik had ga
ten in een knie en in mijn rug. Mijn kin
hing er half bij.".
Een speurtocht van vele weken in
Zeeuwsch-Vlaanderen en Brabant leidt
op 6 januari 1992 tot het spoor naar een
vrouw die de dood van Lo van Hanegem
van dichtbij heeft meegemaakt. Het is
Ludwina de Pauw-Van Weijnsbergen, nu
72 jaar en wonend in het Oostbrabantse
Deurne. Zij zegt zonder omwegen: „Lo van
Hanegem heeft het leven van ons toen ne
gen maande oude zoontje Bennie gered".
Mevrouw De Pauw ziet de tragedie ook nu
nog van moment tot moment voor zich:
„Toen het bombardement begon was mijn
man in Biervliet, ik was thuis met Bennie.
We woonden aan de Steenoven nummer
twee. Onze tuin grensde aan de tuin van
de Van Hanegems in de De Hullustraat.
Voor de Steenoven lag een sloot. Met mijn
man had ik afgesproken dat we in geval
van een bombardement in die sloot zou
den gaan liggen. Onder een bruggetje dat
over die sloot naar de Steenoven lag. ben
ik met Bennie gaan zitten. De eerste golf
bommen was al gevallen, toen Lo van Ha
negem kwam aanrennen. Hij zei dat het
levensgevaarlijk was om onder dat brug
getje te blijven zitten. Hij pakte Bennie en
zei dat ik onmiddellijk met hem mee
moest gaan naar het pakhuis van Keijmel
aan de Steenoven 5. Ik weet zeker dat Lo
toen alleen was, zijn zoontje Izawas er niet
bij. In dat pakhuis heeft Lo mij gezegd dat
ik achter hem moest gaan zitten. Voor
over gebogen, met zijn ellebogen steu
nend op de grond, ging hij over Bennie lig
gen. Dat is de redding voor ons kind ge
weest. Na de eerste golf bommen hoorde
ik Bennie huilen. Hij lag onder Lo. die
door een bomscherf was geraakt, ernstig
verminkt was en op slag dood moet zijn
geweest. Dat beeld van zo'n dode over je
kind, vergeet je als moeder je hele leven
niet meer. In dat pakhuis lagen nog tien
andere doden. Het was een wonder, maar
toen Bennie onder Lo vandaan was ge
haald, bleek hij niet meer dan enkele
schrammetjes op zijn gezichtje te hebben.
Zelf was ik met een voet in een putje van
de waterleiding terecht gekomen, mijn
been stond bijna omgekeerd. Ik zat ook
onder het bloed, maar ik wist dat het niet
mijn bloed was. Ik kon alleen niet lopen.
Bennie is weggehaald, zelf bleef ik alleen
in dat pakhuis achter. Bennie is door ie
mand zo maar in het gras aan het Molen
water gelegd. Daar is hij gevonden door
mevrouw Ghysels van de speelgoedwin
kel in de Emmastraat. Zij heeft Bennie
twee kilometer buiten het dorp in het huis
van De Looze in veiligheid gebracht". Het
bruggetje waaronder Ludwina de Pauw
met haar baby aanvankelijk dekking
zocht, werd door een voltreffer geraakt.
Bennie de Pauw mankeerde dus niéts. Hij
is thans 48 jaar oud en als kankerspecia
list aan het Radbad-ziekenhuis in Nijme
gen verbonden. Van Izaak van Hanegem
is nooit meer een spoor teruggevonden.
In de chaos van die dagen heeft de familie
De Pauw nooit meer contact gehad met de
Van Hanegems. Jan de Pauw vertrok als
leraar naar Tubbergen en later naar Til
burg. Met zijn gezin keerde hij in de jaren
vijftig nog eens voor enkele jaren terug
naar Breskens, maar toen was Anna van
Hanegem-Van Grol met haar kinderen al
lang naar Utrecht vertrokken. Jan de
Pauw. hij zat als kind in een klas met An
na van Grols broer Gerrit. benadrukt met
zijn vrouw dat Lo van Hanegem het leven
van hun eerste kind heeft gered. „Uit de
beschrijving van mijn vrouw heb ik van
begin af aan begrepen dat Lo dat ook heel
bewust heeft gedaan".
De traumatische ervaring die het bombar
dement op Breskens is geweest, staat ook
bijna 48 jaar later anderen die het hebben
meegemaakt nog op het netvlies. Eén van
hen is Bram Vergouwe. Op die elfde sep
tember 1944 is hij een jongen van dertien
jaar: „Wat ik ook nooit zal vergeten is de
paniek bij de dieren. In al die kleine
straatjes achter de dijk renden op hol ge
slagen paarden, een heel onwezenlijk
beeld".
Wortels
Bram Vergouwe heeft zich jaren na de oor
log toegelegd op de heemkundige aspec
ten van het gebied waar hij geboren en ge
togen is. Hij heeft diverse stambomen van
Zeeuws-Vlaamse families uitgezocht. Zo
ook van de familie Van Hanegem. De
stamboom maakt duidelijk dat de wortels
van de Van Haneg(h)ems in Retranche-
ment-Terhofstede liggen, een buurtschap
in het uiterste zuidwesten van Zeeuwsch-
Vlaanderen. Het is, rekenend vanaf Wil
lem, vijf vaders terug dat Hendrijck van
Hanegem in 1811 niemand minder dan
Napoleon Bonaparte in zijn veerhuis ont
vangt. De Heemkundige Kring West
Zeewsch-Vlaanderen heeft er onlangs als
volgt verslag van gedaan:
„Napoleon moest indertijd, op 23 septem
ber 1811, het Zwin oversteken op zijn
tocht van Frankrijk naar Nederland, van
Knokke-Hazegras naar Retranchement-
Terhofstede. Het water van het Zwin was
bij de overtocht wild geweest en allen op
de vissersboot waren nogal nat geworden.
Om zich en de zijnen wat te verwarmen,
gebood de keizer aan de bewoner van het
veerhuis, tevens herberg, gelegen aan de
hoek van de Terhofstedekil achter de Kil-
ledijk, een vuur aan te leggen van hout en
takkebossen met stro. De baas van de her
berg, die Van Hanegem heette, voldeed
aan het verzoek en allen konden zich ge
durende enige uren verwarmen en drogen.
Daarna trok men verder oostwaarts rich
ting Breskens.".
Eerst tegen het eind evan de negentiende
eeuw trekken de eerste Van Hanegems
naar Breskens. Rond de eeuwwisseling is
het Vlaamse deel van Zeeland er in econo
misch opzicht beroerd aan toe. Velen zien
geen perspectief meer en wagen de gok
van emigratie naar de Verenigde Staten.
Tot die groep behoren ook Izaak van Grol
en Dina de Groote, Willems grootouders
van moeders kant. Sommigen slagen in de
nieuwe wereld, andere keren als spijtop
tanten terug. De Van Grols rooien het
niet. Zij varen terug nadat Willems moe
der Anna in Rochester is geboren. Willem
is met die Amerikaanse achtergrond van
zijn moeder nog eens geconfronteerd in de
tijd dat hij bij Chicago Sting onder con
tract stond. „We moesten toen in Canada
spelen, in Toronto. Ik was zonder proble
men het land binnengekomen. Toen ik er
weer uit wilde, draaide ineens een kopie
van het geboortebewijs van mijn moeder
uit een computer. Ik mocht het land niet
meer uit. Waarom dat niet mocht begreep
ik niet, maar ik weet nog wel dat ik een
dag lang problemen heb gehad met dat
Amerikaanse staatsburgerschap van
mijn moeder".
Tweede vader
Wim van Hanegem heeft maar twee jaar
en drie maanden in Zeeland gewoond, Op
26 mei 1946, als Breskens weer enigszins is
hersteld, vertrekt het gezin naar Utrecht.
Gerrit Lubbers heeft als werknemer van
het aannemingsbedrijf Panagro aan de
opbouw van Breskens meegewerkt. In die
eerste na-oorlogse periode maakt hij ken
nis met Anna van Hanegem-Van Grol. Er
ontstaat een relatie. Een huwelijk is altijd
uitgebleven, maar dat neemt niet weg dat
Gerrit Lubbers een echte tweede vader in
het gezin is geworden. „Die man heeft zich
voor ons een slag in de rondte gewerkt",
zegt Willem. Uit respect wordt de eerste
zon van Willem naar zijn tweede vader ge
noemd: Gert van Hanegem; hij heeft nog
enige tijd bij FC Utrecht onder contract
gestaan.
Willem van Hanegem heeft pas op latere
leeftijd gehoord dat zijn werkelijke vader
in het bombardement van Breskens is ge
bleven. „Ik weet niet waarom, maar over
die tijd is in ons gezin niet veel gepraat. Ik
denk dat ik al een jaar of twintig was toen
ik van mijn moeder hoorde wat zich in
1944 heeft afgespeeld. Van myn moeder
ken ik ook het verhaal dat mijn vader
eerst dat jongetje heeft gered voor hij zelf
omkwam".
Eenmaal in Utrecht, in de volksbuurt.
Oudwijk, worden de banden met Bres
kens niet verbroken. Het is vooral met de
familie Van Grol dat de contacten worden
gehandhaafd. Willem: „Als kleine jongen
vond ik het altijd prachtige reizen. Het
staat mij bij dat we dan met een heleboel
andere mensen met de trein naar Vlissin
gen reisden en vervolgens met de pont
naar Breskens. Contact met de Van Hane
gems hadden we daar niet echt. Ik hoor nu
pas over twee nog in leven zijnde broers
van mijn vader (Willem 'Siek' van 1907 en
Aijaan 'Koante' van 1911). Wij gingen
meestal naar oom Gerrit van Grol. Die
Van Grols waren mooie mensen, vrolijk
van aard. Het waren mensen, waar, laat ik
zeggen, alles op en aan zat. Wat mij tijdens
die vakanties in Breskens altijd weer op
viel was de drinkgewoonte van die men
sen. Ze zaten dan op dat dorpsplein alle
maal bij elkaar. Wat konden die gasten
bier drinken. Ze klitten ook allemaal aan
elkaar. Wat dat betreft was het bij ons in
Utrecht niet anders. Daar stond de deur
ook altijd open. Als de politie achter ie
mand aan zat, gebeurde het wel dat soms
drie mensen bij ons binnen renden en on
der een bed kropen".
Het beeld van vergaande gezelligheid en
een min of meer extreme goedgeefsheid,
past volgens degenen die hem hebben ge
kend, ook bij Willems vader. Lo's broer Ar-
jaan zegt: „Hij was een gezelligheidsmens.
Lo lustte heel graag een biertje, iedereen
bij ons trouwens. Als er een dubbeltje was
verdiend, gaf Lo voor vijftien centen weg
in het café".
Geconfronteerd met de karakterschetsen
die van zijn vader worden gemaakt, schiet
de vijfde Zeeuw van Oranje in de lach.
„Dat gemakkelijk weggeven heb ik dan
zeker van mijn vader...". Voor Willem van
Hanegem heeft ook zijn Utrechtse accent
nooit kunnen voorkomen dat hij 'iets' met
Zeeland bleef houden.
Talenten
Zijn huidige woonplaats Haarlem verhin
dert Willem tegenwoordig de contacten
met Zeeland te koesteren. „Mijn zus Dien
heeft meer met Zeeuwsch-Vlaanderen.
Met haar man woont zij nog altijd in
Utrecht, maar ze schijnen nu van plan te
zijn terug te keren naar Zeeland". Voor
zich zelf en zijn tweede gezin zag Willem
dat niet zitten, ook niet nadat Zeeland als
laatste provincie een betaald voetbalor
ganisatie kreeg. „Vlak voor Vlissingen in
de eerste divisie begon, ben ik in Zierikzee
nog eens uitgenodigd voor een sympo
sium over betaald voetbal in Zeeland.
Toen al was duidelijk dat het helemaal
verkeerd werd aangepakt. Men begon met
jongens als Harry van de Ham en Carlo
van Tour. Die spelers kregen veel geld.
Men had jaren tevoren al moeten werken
aan een goede start met talenten uit de
provincie. Die talenten moeten er toch
zijn. Jan Poortvliet heeft het vervolgens
wel op die manier geprobeerd, maar toen
was het al te laat".
Jan Poortvliet is de enige Zeeuw met wie
Willem van Hanegem nog even op het
hoogste niveau heeft samengespeeld.
Poortvliet maakte op 20 mei 1978 in We
nen zijn debuut voor Oranje tegen Oos
tenrijk. Het was de generale repetitie voor
de WK-eindronde in Argentinië. Voor dat
toernooi leek een hoofdrol voor Van Hane
gem weggelegd. Toen puntje bij paaltje
kwam, oordeelde gelegenheids-bonds-
coach Ernst Happel echter de tijd geko
men de beste voetballer die Zeeland heeft
voortgebracht, te shockeren. Uitgerekend
Ernst Happel, de coach die in de toptijd
van Feyenoord weg liep met Willem. Op
de leeftijd van 34 jaar kreeg Willem het ge
voel dat coach en andere topspelers. voor
al Ruud Krol, hem als een baksteen lieten
vallen. In een interview met Kees Jansma,
een gesprek dat op het gebied van televi
sie-sportjournalistiek nog altijd een hoog
tepunt mag worden genoemd, liet Willem
op het laatste moment weten dat hij be
dankte voor Argentinië '78. Toen hij dat
voor het oog van de camera bekendmaak
te. stonden hem de tranen in de ogen.
Matty Verkamman