-pzc ^0 De ommezwaai van Labour Neil Kinnock HQ reportage 29 NöTl NO 33 r ZATERDAG 4 APRIL 1992 nder leiding van Neil Kinnock maakte de Labour Partij de afgelopen negen jaar een lange mars naar het politieke midden. Voor het eerst sinds 1979 zijn de socialisten bij de erkiezingen van 9 april niet bij voorbaat kansloos. In het Lagerhuis spreken de hoogmogenden elkaar nog aan in kroegtaai, maar eenmaal in het stemhokje zal de kiezer zich afvragen: is er eigenlijk nog wel verschil tussen Labour en de Conservatieven? Neil Kinnock, ooit gezien als de militante zoon van een mijnwerker, heeft sinds hij aan de leiding van Labour staat de meeste van zijn radicale opvattingen herzien en is ver naar rechts opgeschoven in een poging het premierschap binnen te halen. Neil Kinnock. Voor premier Major is hij gewoon „ongeschikt om te regeren". Zijn technieken, zo verklaarde minister Waldegrave, „zouden in Nazi-Duitsland niet hebben misstaan". Voorzitter Patten van de Conservatieven dacht: „Hij be weert alles wat in zijn kraam van pas komt, leest elk papier voor dat ze hem in z'n handen stoppen, is tot alles bereid om z'n voet tussen de deur te krijgen". Dat Kinnock niet bemind wordt door zijn vijanden, zal hem geen zorgen baren. Maar het volk draagt hem evenmin op handen. „Als Neil morgen door een bus wordt overreden, zouden we op 9 april op onze sloffen winnen", fluisterde een van zijn medewerkers vorige week. En inder daad: de opiniepeilingen duiden erop dat de partij populairder is dan haar leider. Onder bijvoorbeeld John Smith, de hui dige 'tweede man', zou Labour het Lager huis stormenderhand veroveren. Dus wat is er fout aan de leider? „Kinnock"? vroeg een politiek redacteur van de Times. „Oh, een aardige vent, dat zweer ik je, en een briljante partijleider. Maar geen premier." Zijn collega van de linkse Guardian deelde die mening. „Van iemand die aan het University College in Cardiff is afgestudeerd kan niet veel ver wacht worden", schreef hij. En de London Review of Book meende: „Kinnock kan geen premier worden, omdat hij in Oxford noch Cambridge heeft gestudeerd". De Independent on Sunday deed al hele maal geen poging haar dédain te verber gen. „Is hij slim genoeg"? vroeg de zons- dagskrant zich onbeschaamd af. Het was een vraag die nimmer is opgeworpen met betrekking tot John Major, die ooit een baan als busconducteur aan zijn neus zag voorbijgaan omdat hij niet door de reken- proef heen kon komen. Pers De pers is anti-Kinnock. In september vo rig jaar verplaatsten de media hun cam pagne zelfs van de opinie- naar de voorpa gina's. 'Labour getroffen door Kinnock- crisis' kopte de Daily Express boven een verhaal naar aanleiding van een opinie peiling. Kinnock was uiteraard gedwon gen om te ontkennen dat er een crisis was, zodat enkele uren later de Londense avondkrant Evening Standard kon mel den: 'Kapitein Kinnock: Ik ga niet weg'. Zelfs de BBC huilde mee met de wolven in het bos: 'Labour-leider verwerpt verzoe ken om op te stappen'. Verbijsterde medewerkers van Kinnock protesteerden bij de staatsomroep. ..Wie heeft Kinnock eigenlijk gevraagd om op te stappen"? wilden zij weten. De BBC moest het antwoord schuldig blijven. Niet een Lagerhuislid van Labour had een der gelijk verzoek gedaan. Neil Kinnock irriteert. De schrijfster Ger- maine Greer omschreef hem als een „on handige. vervelende, ongedisciplineerde aap die er maar niet in slaagt die dwaze grijns van zijn gezicht te krijgen". Ande ren zeiden dat Kinnock een probleem heeft met bijvoeglijke naamwoorden zo als sommige politici een probleem hebben met whisky: hij kan er niet van afblijven. Kinnock is zo breedsprakig, verklaarden zij, dat een vergadering onder zijn leiding driemaal zo lang duurt als onder voorzit terschap van plaatsvervanger Roy Hat- tersley. cratie aan een zwanezang bezig lijkt, is Kinnock erin geslaagd Labour weer res pectabel te maken. Zó respectabel dat de uiterst rechtse Sun vorige week reeds en kele 'Kinnock-vrije zones' beschreef, waar de lezer een vijftal jaren zou kunnen schui len. Een daarvan was Timbuktu, de oase- stad van Sjors en Sjimmie die „een lange vlucht en een 42-daagse kameeltocht van Kinnock verwijderd ligt". In het hoofdkwartier van de Britse Con servatieve Partij hing negen jaar geleden een citaat aan de muur, zorgvuldig inge lijst en van ontspiegelend glas voorzien. Het was van Pat Wall, destijds Labour- kandidaat voor een Lagerhuiszetel. Het citaat luidde: „Een marxistische Labour- regering zal een socialistische verande ring van de maatschappij doorvoeren. Dat betekent de afschaffing van monar chie en Hogerhuis alsmede het ontslag van generaals, admiraals, luchtmacht- maarschalken. hoge ambtenaren, politie chefs en in het bijzonder van rechters. Als dat niet zou gebeuren, zouden we in Enge land rekening moeten houden met de mo gelijkheid van een burgeroorlog die dood en verderf zaait". Kernwapens Opvliegend Voorts wordt hij gebrandmerkt als „zó op vliegend dat zijn vinger maar beter niet te dicht bij de atoomknop kan liggen". In 1986 verkocht hij. naar verluidt twee jon gelieden een muilpeer nadat dezen hem met een krant op het hoofd hadden gesla gen. En in 1988 zou hij in een Afrikaans land een diplomatieke rel hebben veroor zaakt door „wilde en obscene gebaren" te maken naar soldaten die hem bij vergis sing hadden opgepakt. Nog diezelfde dag verbouwereerde hij. opnieuw volgens de overlevering, bovendien de mede-passa giers van zijn vliegtuig door luidkeels en kele liederen aan te heffen. Neil Kinnock irriteert, maar de voor naamste reden daarvoor is zijn succes. Terwijl elders in Europa de sociaal-demo- Sinds 1983 zijn er een paar dingen veran derd in de Labour Partij. De geest van Trotski is de partij uitgedreven en als La bour straks de verkiezingen wint, kunnen de admiraals rustig gaan slapen. Neil Kin nock heeft de badge van de CND (de Brit se vredesbeweging) van zijn revers verwij derd en onder zijn bezielende leiding zal het land kernwapens behouden „zolang er een ander land is met kernwapens". De so cialistische verandering van de maat schappij zal ophouden bij een hogere kin derbijslag en een waardevaste AOW. Michael Foot was in 1983 een gemakkelij ke schietschijf voor de Conservatieven. Hij droeg foute jassen, van het soort dat vooral geschikt was voor langdurige de monstraties in de regen. En daarnaast was hij voor nationalisatie van particu liere bedrijven, tegen de Europese Ge meenschap en tegen kernwapens. Het ver kiezingsmanifest waarmee hij de ongelij ke strijd aanging, werd door de meer ge matigde Labour-politicus Gerald Kauf- mann omschreven als „de langste zelf moord-brief in de geschiedenis van de mensheid". Oudgediende Conservatieven denken de zer dagen met heimwee terug aan Michael Foot. Neil Kinnock hult zich in donker blauwe pakken en heeft de partij zo ver mogelijk naar het politieke midden ge troond. De Tony Benns en Ken Livingsto nes ter linkerzijde morren, maar erkennen dat het politieke gesternte onder Kinnock gunstiger is dan ooit. „Kinnock weet dat hij geen stemmen kan verliezen aan links", zei Livingstone. „Ter linkerzijde van de Labour Partij is er namelijk niets. Hij kan straffeloos naar rechts opschuiven en het politieke midden voor zich win nen". Voor een deel was de transformatie van de Labour Party cosmetisch. Zoals Frangois Mitterrand de verkiezingen won nadat hij de hoektanden had laten afslijpen die hem te zeer op Dracüla deden gelijken, zo heeft Kinnock zijn haar gekortwiekt. Hij begon zich waardiger te gedragen en viel ook niet meer in zee. zoals op een van zijn eerste congressen als partijleider. Hij introduceerde het 'designer socialis me' en maakte aanschouwelijk dat La bour het stoomtijdperk was ontgroeid. Op de partijcongressen was de overheersende kleur tussen de plastic kuipstoeltjes de af gelopen jaren het zachte roze van de Fi nancial Times. Heilige koeien Maar voor het allergrootste deel was de verandering beleidsmatig. In zeven jaar tijds slachtte Kinnock alle heilige koeien van links. Behalve de eenzijdige ontwape ning werden ook de anti-EG politiek en het Keynesiaanse economische beleid op het altaar van de modernisering geof ferd. In 1983 wilde Michael Foot het land zo snel als mogelijk uit de Europese Ge- De vakbonden, met die van de staal- en mijnwerkers als voornaamste exponenten, hebben de laatste jaren flink aan invloed inge boet en ook met Labour aan de macht zal de oude situatie niet meer terugkeren. meenschap terughalen en de veilige wate ren van de 'splendid isolation' binnen loodsen. Op een enkele, verwarde ziel na was de hele Labour-beweging tegen het 'Europa van de multinationals'. Parle mentariër Frank Dobson oefende toen de volgende milde kritiek: „Die Eurofanaten, die spreken over Europa als de cockpit van beschaving, zitten er niet alleen histo risch naast maar hebben ook oogkleppen voor als het gaat om Nazi-Duitsland. De EG heeft een hele klasse van lieden voort gebracht die op andermans kosten in Eu ropa rondvliegen, en ik betwijfel zeer of ie mand daar iets beter van wordt buiten de eigenaren van hotels en luchtvaartmaat schappijen. Al die klootzakken met hun verdomde Gucci-koffertjes." Nu is Frank Dobson. inmiddels opge klommen tot Kinnocks woordvoerder voor energiezaken, gegrepen door het Eu ropese gedachtengoed. Geruggesteund door Dobson en andere leden van zijn schaduwkabinet, veegde Kinnock in de cember de vloer aan met het onderhande lingsresultaat dat Major in Maastricht voor de poorten van de hel had wegge sleept. Hij. Neil Kinnock, zou zonder voor behoud het sociale hoofdstuk hebben on dertekend en zich hebben vastgelegd op een enkele Europese munt Het antwoord van premier Major op de aanval van Kinnock had de transformatie van Labour niet beter kunnen kunnen schetsen: „U bent bereid om alles te teke nen wat er maar uit Brussel komt". Perestrojka Ook op sociaal en economisch gebied heeft Kinnock een kleine „perestrojka", zoals hij het zelf noemt, volbracht. „Onze plannen betekenen dat we aanzienlijk meer zullen uitgeven", sprak Michael Foot in 1983 nog. „Daartoe zullen we geld lenen." Maar anno 1992 hangt de rode vlag er geheel anders bij Labour zal het belas tingtarief voor de hoogste inkomens (bo ven 75.000 gulden) van 40 naar 50 procent optrekken, maar het monetaire beleid van de huidige regering voortzetten. Dat bete kent: geen hogere staatsschulden, geen devaluaties van het pond'sterling. Het enige verschil met de Conservatieven is dat Labour mordicus tegen belasting verlaging is en dat geld wil besteden aan onderwijs, openbaar vervoer en gezond heidszorg. Maar verdwenen zijn de plan nen om de geprivatiseerde industrieën weer te nationaliseren, voorgoed verdwe nen is ook de aloude macht van de vak bonden. Als Kinnock in Downing Street huist, hoe ven de vakbondsbonzen daar niet meer op „thee en een dubbele boterham" te reke nen zoals in de dagen van Callaghan en Wilson. Vakbonden die willen staken, zul len een geheime stemming onder hun le den moeten houden en het lidmaatschap ervan is niet langer verplicht. De 'closed shop', door Thatcher in het museum van oudheden gezet, is voltooid verleden tijd. Alle heilige koeien van links zijn geslacht, maar het opmerkelijkst was dat deze koeien nauwelijks weerstand boden. De rede waarmee Kinnock in oktober 1991 het partijcongres aan zijn voeten kreeg, zou hem een decennium eerder het partij- lidmaatschap hebben gekost. Maar de goeroes van links zijn rechts geworden of gewoon weggezuiverd, en overgebleven is een applausmachine. „Volgend jaar krij gen we van de partijleiding zeker gebeds matjes zodat we voor Kinnock kunnen knielen", knarste een dissidente congres ganger. Zuiveringen Bijna tien jaar geleden heette het nog dat Labour aanzienlijk meer geld voor onder meer huisvesting zou uittrekken; anno 1992, met Kinnock als partijleider, is weinig meer over van die plannen. De oogst van het zuiveringsjaar 1991 was weer rijk. Tony Banks werd wegens verzet tegen de Golfoorlog uit het schaduwkabi net gezet en enkele maanden later zag een tweetal Lagerhuisleden wegens andere linkse dwalingen zich zelfs geroyeerd. Hetzelfde lot ondergingen ook enkele ge meenteraadsleden die tijdens de Golfoor log hadden geroepen: 'Laten we Israël bombarderen'! Tony Benn en Ken Livingstone tronen de fakkel van links nog van demonstratie naar demonstratie, maar dreigen een folk loristische attractie te worden. Terwijl hun linkse Campaign Group vijfjaar gele den nog 63 Lagerhuisleden telde, trekken haar vergaderingen dezer dagen nog hooguit een handjevol bevlogen socialis ten. Even laaide vorig jaar het verzet tegen Kinnocks perestrojka op, nadat Lager huislid Eric Heffer was overleden. Heffer was een der laatste der Mohikanen, een rechtgeaarde socialist van het oude stem pel die Kinnock in zijn politieke testa ment met Mussolini had vergeleken. La bour had als plaatsvervanger voor Heffer een trouwe volgeling van Kinnock aange wezen. zeer tot ongenoegen van enkele plaatselijke partijleden die liever een 'hef- feriaan' hadden gezien. Zij maakten zich los van de Labour Partij en kwamen bij de tussentijdse verkiezingen met een eigen kandidaat, die echter in de pan werd ge hakt - ook de gewone kiezer moest niets meer van links hebben. Militant De transformatie van de Labour Party is ook de transformatie van Kinnock zelf ge weest. Toen Kinnock in 1983 het roer over nam van de excentrieke Michael Foot, gold hij nog als een exponent van links Hij stond bekend als de tamelijk militante zoon van een mijnwerker uit Wales die ooit had gezegd: „Ik ben het eerste man nelijke lid van mijn familie in drie genera ties dat er enigszins vertrouwen in kan hebben deze Aarde te zullen verlaten met het zelfde aantal vingers, handen, tenen en ogen als bij de geboorte". Toen hij in het Lagerhuis (in 1970i het Conservatieve onderwijs- en sociaal beleid laakte, sprak hij' „Ze verminken eerst onze kinderen en straffen hen dan voor het feit dat ze lam zijn". Zijn studietijd aan Cardiff University ge bruikte hij om tegen Zuid-Afrika in het al gemeen en bloedsinaasappels in het bij zonder te betogen. Zelden werd de jeug dige Kinnock gebogen over zijn studie boeken aangetroffen, en toen hij zijn graad in de politieke en economische we tenschappen haalde, was hij zelf het meest verbaasd. Maar eenmaal op de troon van de Labour Partij, begon hij zijn radicale opvattingen te herzien. Standpunten die hij zijn halve leven met veel verve had verkondigd, wer den achteloos ingeleverd. Zo ver schoof hij op naar rechts, dat de vraag zich begon op te dringen of er aan opportunisme niet een prijskaartje hangt. Kan een politicus die zijn eigen principes verkwanselt, daar voor beloond worden met een plaats on der de zon? Zelf maakt Kinnock zich daarover niet al te veel zorgen. Toen hij in 1984 na een auto -ongeluk uit zijn tot schroot verworden Ford Sierra stapte, wees hij naar de hemel en sprak: „In elk geval is er iemand die me mag" Cees van Zweeden

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1992 | | pagina 29