Ook Zeeuwen houden van theater Jan de la Mar reportage zaterdag 4 april 1992 25 foto Wim Riemens Hij mag graag koken, liefst exotisch. Maar in het openbare leven is hij in de eerste plaats smaakmaker van podiumbeleid. Vijftien jaar nu al wordt-ie voortgedreven door de ambitie het publiek in het Zeeuwse een volwaardig theaterprogramma voor te schotelen. Het spektakel zat vaker in de financiële huzarenstukjes die hij ervoor moest uithalen, dan in hetgeen hij op het podium kon neerzetten. Want de politiek liet hem liever als een Don Quichotte z'n gang gaan, dan hem de benodigde centen te verstrekken. En toch joeg hij het aantal theatervoorstellingen met grote sprongen de hoogte in. Voor Jan de la Mar (62), directeur van Uit in Zeeland, konden de crises zo diep niet zijn, of hij zag nieuw perspectief. Hij kreeg het met het Zeeuws 'regentendom' aan de stok omdat hij 'niet gezapig wilde zijn'. Plaatste de Middelburgse gemeenteraad voor het blok 'om een doorbraak te forceren'. En bracht vaderlands theaterwereldje in rep en roer omdat hij de kunst verstond de tonelisten keer op keer voor hun eigen voorstellingen te laten betalen. Jan de la Mar en zijn strijd voor het theater. „Zowel je hersens als je handen komen eraan te pas. Maar het moet in de eerste plaatsje hart hebben." Wat bewoog hem er destijds. 46 jaar oud. toe om naar Zeeland te komen? ..Na zo'n vijfjaar bij de Noorder Compagnie, had ik het gevoel dat ik er was vastgelopen Te weinig invloed op het artistiek beleid. Toen kreeg ik die advertentie in handen. Ze zochten een nieuwe directeur voor de Stichting Cultuurspreiding Zeeland. Ik kende Zeeland niet. Maarjhet idee sprak me wel aan: alles vanuit één punt sprei den. Ik dacht: Zeeland kan hiermee wel eens voorop gaan lopen Er waren welis waar veel te weinig voorstellingen Maar ik mag graag bouwen, het voortouw ne men Jeetje, dacht ik. hier valt nog wat te doen. Ik breid het wel uit." Dat ging min der gemakkelijk dan hij dacht. Hij trof een zeer ingewikkelde structuur aan. de Stichting Cultuurspreiding Zee land. kortweg SZC. was een doorgeefluik voor stichtingen, verenigingen, departe menten en plaatselijke werkgroepen. „Een onwerkbare situatie We vergader den ons rot. maar er werd nooit een echte visie ontwikkeld. Er werd gewerkt met al lerlei kassen, soms bij vrijwilligers thuis. We konden niet eens een goedkeurende accountantsverklaring krijgen. Als ze het over onbeheersbaarheid hebben, toen was het onbeheersbaar. Ik zei: er moet visie komen: ik zwem." Uiteindelijk, na vijf jaar. besloot Terneu- zen een eigen weg in te slaan De SCZ klapte uit elkaar. De la Mar verloor Zeeuwsch-Vlaanderen en moest met een fors afgeslankt apparaat verder. „Toen", zegt hij. „kon ik Terneuzen wel schieten. Nu prijs ik ze de hemel in Ze hebben in Terneuzen heel goede besluiten genomen, fors geld in een eigen organisatie gesto ken. de schouwburg vrij beschikbaar ge steld en een goede neus getoond voor het aantrekken van de juiste mensen." Blasé Voor De la Mar bleef het behelpen. „Watje probeert, is een doorsnee geven van het aanbod. Een beetje sturen. Zorgen dat je geen shit krijgt. Maar dat wordt er lande lijk al wel zo'n beetje uitgezeefd. Ik zou lie ver spannender programmeren; ook de kleine, nieuwe dingen. Vaak. als ik ergens in het land een voorstelling bezoek denk ik: jeetje, wat moet ik hier? Misschien komt het omdat ik blasé geworden ben. maar zo'n stuk met drie bedrijven, ik kan dat niet meer aanzien Het gewone mu seumtheater. voorspelbaar. Wat Gert Jan Reinders deed bij het Zuidelijk Toneel en wat hij nu doet in Amsterdam; produkties die niet eerst in het lab van Philips zijn uitgeprobeerd Dat heeft m'n hart. Ik hou ook van hedendaagse mime. beweging, nieuwe dansvormen. En van Brecht, zeker met Weil Wat Orkater doet vind ik ook fantastisch; muziektheater met veel eigen inbreng. Dat mislukt dan wel eens Nou èn, zeg ik dan. Frans Steijaart met z'n groep Art Pro. Ook heel goed Hij weet klassieke stukken op een heel eigen ma nier te bewerken, met heel weinig midde len grote emoties op te roepen en heel her kenbare menselijke situaties neer te zet ten. Cabaret, ook interessant. Veel jonge mensen zijn daar goed mee bezig. Jammer dat dat dan soms veel te snel de grote za len in moet." Bedrijfsleven Ook De la Mar ondekte de afgelopen jaren het bedrijfsleven als nieuwe klant. Als de 'upper ten' graag wat meer betaalt voor een speciale voorkeursbehandeling, dan wil hij daar graag aan tegemoet komen. „Het brengt geld op waar je iets extra's mee kunt doen. Je moet er iets mee aan je programma kunnen toevoegen." Dat kan ook wel eens faliekant mis gaan Zoals twee jaar terug, toen De la Mar zich door het provinciebestuur liet verleiden tot deelname aan de September Cultuur- maand. het jaarlijks festival dat in de eer ste plaats tot doel heeft het toeristensei zoen te verlengen. „Laat maar bruisen", riep hij. „De centjes komen uit de recrea- tiepot. niet uit de cultuurpot. Dan zeg ik: dank je wel." En hij zette een achtdaags Belgisch theaterfestival neer: zestig eve nementen. verdeeld over twintig accom modaties in diverse gemeenten. Het werd een flop waarvan de volle financiéle om vang pas de afgelopen maanden in het daglicht kwam: een tekort van ruim 122 000 gulden. Hij erkent het grif: „Dat was de grootste misser van m'n leven.' Erekwestie De la Mar beschouwt het als een 'erekwes tie' dat Uit in Zeeland een groot deel van dat tekort zelf inloopt. Het betekent onder meer dat de prijs van de kaartjes voor sommige voorstellingen wat omhoog moet. „Zo ^ïjn de schouwburgbezoekers de dupe van een uit de hand gelopen festi val". mopperde een gemeenteraadslid van Groen Links. De la Mar reageert als door de hond gebeten. ..Hypocriet, noem ik dat. Als er iemand is die zich al die jaren om de schouwburgbezoekers heeft be kommerd. dan ben ik het wel." De theaterdirecteur is nu bijna aan het einde van z'n race Uit in Zeeland ver dwijnt omdat de provinciale premie van drie ton per jaar, die fungeerde als het ce ment waarmee de intergemeentelijke or ganisatie bij elkaar werd gehouden, over anderhalf jaar vervalt. Het ziet er naar uit dat de vier deelnemende gemeenten dan ieder hun eigen weg zullen gaan. De la Mar. dan bijna 64, gaat dan met pensioen Maar vooralsnog eist vooral de Middel burgse schouwburg alle aandacht op. „Ik blijf me erover opwinden. Ik moet de tent kunnen overdragen aan een nieuwe man of vrouw die niet meer de strijd hoeft aan te gaan voor dat wat elders al lang nor maal is." Henk Postma Douwes hem nog op te beuren. Maar De la Mar deed geen oog dicht. Zelfs slaappillen wilden niet helpen. „Steeds opnieuw, die nacht, zag ik het hele kaartenhuis in el kaar storten." 's Ochtends liet hij meteen z'n afspraak met het Theater van het Oos ten afzeggen. „Ik was geblokkeerd. Het idee dat je met die mensen zit te praten zonder iets in je handen: ik kon het niet meer." Ook de afspraak voor dit verhaal kon wat De la Mar betreft op de helling. „Vergeet het maar", waarschuwde hij per telefoon. „Als ze me terugfluiten is mijn motivatie weg. Dan dien ik m'n ontslag in Ik verdom het. Dit is zo cruciaal. Hiermee staat of valt het theateraanbod in Middel burg." Reden te meer. brachten we daar tegenin, om onze afspraak juist wel door te laten gaan. Finale Dus bestegen we enkele dagen later de trap in de Middelburgse Schouwburg, die naar de burelen van Uit in Zeeland leidt. Jan de la Mar kwam ons met kwieke tred tegemoet. Geen spoor van wanhoop te be kennen. De politici, dacht hij, zouden uit eindelijk wel weer inbinden. Hij had de voorronde verloren. Maar. voorspelde hij grimmig, de finale zou hij winnen. De la Mar laat zich graag door emotie op sleeptouw nemen. Maar als die emotie hem de baas wordt, herstelt hij zich door gaans snel. „Ik ben van nature optimis tisch. Dan loop je wel eens met je kop te gen de muur Ja, in de kleine uurtjes kan ik wel eens janken." Zoals vijfjaar terug in Goes, toen hij daar z'n Solofestival moest inleveren voor uitbouw van de reguliere theaterprogrammering „Daar zou gelei delijk meer geld voor komen. Maar ook dat bleef na de eerste fase al hangen." Het rumoer in de Middelburgse gemeente raad liep inderdaad met een sisser af. De raad ging 'heel erg tegenstribbelend', maar uiteindelijk alleen met de gebruike lijke reformatorische stemmen tegen, ak koord met dekking van het tekort. Ook al kondigde wethouder Douwes („Hij toont een heel grote betrokkenheid bij ons werk") alvast aan dat ook 1991 een. zij het lager, tekort zou laten zien. Maar dit jaar. zo beloofde hij. zal Uit in Zeeland netjes binnen de beschikbare bedragen blijven Effect Had Jan de la Mar eieren voor z'n geld ge kozen? Wis en waarachtig niet. „Je kunt zo'n stunt niet twee keer uithalen. Het gaat om het effect. En effect heeft het ge had. Ze hebben me niet teruggefloten." Sterker nog. afgelopen week kon De la Mar melden dat burgemeester en wethou ders van plan zijn de subsidie met 50 000 gulden te verhogen. „Daarmee wordt het beleid dat ik in 1990 hem neergezet voor de toekomst veilig gesteld. Ik heb juist heel goed op de winkel gepast. De kosten zijn zo beheersbaar als wat. Ik heb ze al leen laten zien wat er kan. Maar wat echt nodig is - een goed geoutilleerde schouw burg. vrij beschikbaar - is hiermee nog niet gerealiseerd Zolang je per voorstel ling huur voor de schouwburg moet beta len en technici moet inhuren, kun je niet normaal werken. Dan kost me per voor stelling gemiddeld 1.700 gulden. Praatje over honderd voorstellingen, dan moet er dus 170.000 gulden bij. Als de politiek zegt dat hebben we ons onvoldoende ge realiseerd. dan zeg ik: jullie zijn een stel letje stommerikken. Het is ze voorgere kend. Ze weten hoe het elders gaat Maar men wil het niet weten. Ze moeten kleur bekennen met dit gebouw Anders kun nen ze er beter een feesttent van maken „Heb je de schouwburg vrij. dan kun je het hele. op brede publieksgroepen gerichte theateraanbod kostendekkend in huis ha len. De wet van vraag en aanbod maakt dan wel uit hoeveel voorstellingen dat op levert. Dat kunnen er netzogoed 60 als 200 zijn. Het publiek maakt dat dan zelf wel uit En dat publiek, dat heb ik aange toond. dat is er Dit seizoen zal Youp van 't Hek in Middel burg drie keer op de planken staan Meer zit er in de huidige omstandigheden met in. „Had ik de schouwburg vrij dan zou ik hem hier drie weken neer kunnen zetten, zonder dat het ten koste van de andere programma's gaat. Niet dat hij hier zelf nu meteen drie weken zou willen optreden, maar ik kan dan wel aan zulke dingen gaan werken Je zou hier dan een man als Paul van Vliet kunnen laten repeteren, amateurgroepen laten werken aan een produktie eens een eigen produktie neer kunnen zetten. Zoiets bevordert de vak kennis van de technici. Die moet je ook eens de gelegenheid geven creatief te werken." Risico's Heeft De la Mar de schouwburg vrij be schikbaar. dan heeft-ie alleen nog maar een programmabudget nodig om de ver nieuwende, meestal kleinere produkties („Die maken het spannend.") in huis te kunnen halen. „Want daar liggen de risi co's Neem je Toon Hermans, dan weetje wat je in huis haalt. Daar komen de men sen vanzelf op af. Maar je moet de mensen, en vooral de jongeren, ook de gelegenheid geven voor weinig geld uit te zoeken waar ze zich lekker bij voelen. Zeg je daar 'nee' tegen dan krijg je verschraling De Mid delburgse politiek heeft er 'ja' tegen ge zegd. Maar het beleid van diezelfde poli tiek dwingt me juist, dat soort voorstellin gen terug te draaien." Niettemin prijst Jan de la Mar zich geluk kig dat hij door de jaren heen steeds meer verschillende publieksgroepen in huis heeft gekregen. Toen hij vijftien jaar gele den naar Zeeland kwam om zich op de di- rectiestoel van de toenmalige Stichting Cultuurspreiding Zeeland (SZC) te neste len, had het 'regentendom' de touwtjes nog stevig in handen. „In Middelburg von den ze veertien voorstellingen per jaar al genoeg Méér hoefde niet. Er zou toch geen publiek op af komen. Een bestuurslid zei me eens: 'Zelfs ik bezoek ze niet allemaal' Dat gaf precies aan dat een kleine boven laag louter voor zichzelf programmeerde. Het gaat me niet eens zo om de domme cijfers. Het gaat erom datje verschillende publieksgroepen bereikt. Elke voorstel ling weer een ander publiek. Je ziet het aan de kleding, aan de fietsen die voor de schouwburg staan. Het is gedemocrati seerd. Echt, er wordt nu in de kantine van Vroom Dreesman over geproken. En echt niet alleen over het genre 'Goede Tij den. Slechte Tijden'. Al kun je natuurlijk nooit tevreden zijn. Uiteindelijk blijf je werken voor een bovenlaag. Alleen is die laag door de jaren heen wel veel dikker ge worden Zijn loopbaan begon in de jaren vijftig in Kampen. Hij was er bankemployé. Zat er als doorbraakman van CHU-afkomst voor de PvdA in de gemeenteraad en richtte er zowel een Kunstkring op als een eigen amateur-toneelgezelschap. Toen hij de kans kreeg z'n hogere bankopleiding te combineren met z'n passie voor theater, greep hij die met beide handen aan. ook al betekende dat een stapje terug op de maatschappelijke ladder. Hij werd admi nistrateur bij het Toneel en Televisiege zelschap Ensemble, trad wat later in een zelfde functie bij het Eindhovens toneel gezelschap Globe en trok vervolgens naar Friesland om er zakelijk leider te worden van de Noorder Compagnie. Afgelopen seizoen zette hij één keer Youp van 't Hek in de Middelburgse schouwburg. Dat doet hij dus niet meer. Want éen keer Van 't Hek: „Dat gaat tegen je werken." Hij moest 7.100 mensen teleurstellen. „Stel je voor: veertien zalen vol." En dan heeft-ie het alleen nog maar over de abonnementhouders die graag een plaatsje hadden willen reserveren. Jan de la Mar, directeur van het intergemeentelijk theaterbureau Uit in Zeeland, wil er maar mee zeggen dat Zeeuwen 'niet anders zijn'. „Ook Zeeuwen eten, drinken, vrijen, kijken tv en lezen de krant. Ook Zeeuwen hebben een hart. En houden dus van theater. Er is weldegelijk publiek. Dat heb ik laten zien." Vijftien jaar nu al bokst hij op tegen te gen het aloude verhaal als zouden de bewoners van dit dunbevolkt gewest de schouwburg niet zijn in te branden. Hij vindt die drogreden nu zo langzamerhand wel genoeg ontzenuwd. Zonder dat het de gemeenten navenant meer geld kostte, joeg hij het theateraanbod met grote sprongen de hoogte en de breedte in. De kleur en het avontuur zaten 'm daarbij va ker in de financiéle huzarenstukjes die hij uithaalde, dan in de aard van z'n program ma's. Maar wat wil je. „Ze hebben me", zegt hij, „als een Don Quichotte m'n gang laten gaan. En ik had niet eens een knecht." Sinds hij, vijftien jaar geleden uit het hoge noorden naar Zeeland kwam, wordt hij door één grote ambitie voortgedreven; de gemeenten in dit gewest aan een volwaar dig theaterprogramma helpen. Maar die ambitie was en is, althans naar het oor deel van de gemeentelijke politici, wat al te hoog gegrepen. Zij verwachtten en ver wachten van hem in de eerste plaats een grote mate van zuinigheid. Dus restte Jan de la Mar („Ik ben een doener. Ik wil het laten zien") niet veel anders dan eigenwijs z'n kop in de wind te gooien. De eerste vijfjaar, toen hij voor heel Zee land werkte, verdubbelde het aantal voor stellingen. De laatste tien jaar - sinds hij z'n activiteiten moest beperken tot de ge meenten Middelburg, Goes, Vlissingen en Zierikzee - schreef hij een verviervoudi ging op z'n naam. En z'n publiek groeide mee. Afgelopen seizoen passeerden in Middelburg 31.000 mensen de kassa, in Goes 11.000. Lauwerkransen leverde het hem tot dus ver niet op. Integendeel. Bang voor al te royaal financieel spektakel, trapten ge meenteraden diverse keren foeterend op de rem. Maar na elke crisis zag de theater directeur. die tot voor enkele maanden niet eens een 'eigen' schouwburg had, weer een nieuw perspectief. „Ik had nooit verwacht dat ik zo lang in Zeeland zou blijven hangen. Maar er waren steeds uit dagingen. Echt. ik ben van deze provincie gaan houden." Zijn grootste frustratie? „Dat ik bij elke voorstelling huur moet betalen voor het gebruik van schouwburg of concertzaal. Dat blokkeert een goede programme ring." Elders in het land stellen de ge meenten hun schouwburgen, inclusief technici, niet beschikbaar. Niet in Middel burg. Wat het gemeentebestuur hem gul aan cultuur-geld geeft, graait het in de vorm van huurpenningen ongezien weer terug. „Middelburg", schampert hij. „sub sidieert zichzelf." Voor Goes geldt hetzelf de. zij het dat de gemeente daar niet zelf de subsidie terugpakt, maar in de zak van een particuliere schouwburg-exploitant terecht laat komen. A-sociaal Maar de politiek is soms brutaal. Tijdens de Zeeuwse Culturele Dag. in 1988. dichtte Middelburgs toenmalige cultuur-wethou der Gerrit Schoenmakers zijn stad een 'bijna bovenmenselijke' bijdrage toe aan het cultureel niveau in deze provincie. „Als Middelburg het hoofd in de schoot zou leggen", pochte hij. „is Zeeland inder daad een gat." De la Mar voelde z'n bloed koken. Hij herinnerde zich één van z'n be rekeningen. waaruit naar voren kwam dat zelfs een kleine gemeente als Zierikzee op de keper beschouwd bijna drie keer zoveel geld aan theaterprogramma's spendeerde als Zeelands zogenaamde 'cultuurstad- nummer-één'. „Middelburg", brieste hij de zaal in. „dwingt mij niet eens commer cieel te programmeren, maar gewoonweg a-sociaal." De la Mar kan zich z'n woede- uitbarsting nog levendig herinneren. „Dat Middelburg op cultureel gebied met zelf een gat is geworden, is dankzij bijdragen van de provincie. En omdat niemand an ders het zegt: ook dankzij mij." Steeds opnieuw wist hij de theaterprodu centen en -gezelschappen in den lande er toe over te halen zelf de risico's en verlie zen op hun voorstellingen in het Midden- Zeeuwse te nemen. Hij verkocht het de theatergroepen als een investering voor later: „Wacht nou maar af. Er komt een moment dat de gemeenten meer geld op tafel leggen." Maar er gebeurde niets. Tot. in 1987. de theaterwereld met een boycot dreigde en de Nederlandse schouwburgdi recteuren eisten dat het afgelopen moest zijn met al dat 'oneigenlijk' gecontracteer. „Ik heb momenten", verzuchtte De la Mar destijds, „dat ik denk: waar ben ik bij God mee bezig? Ik kan dat niet. Ik schaam me voor zo'n beleid." De gemeenten stelden geschrokken wat meer geld beschikbaar, maar echt veel helpen deed dat niet. Tweeënhalf jaar terug („Ik ben meer een man van de evolutie, dan van de revolutie. Maar dit keer had het me de kop mogen kosten besloot hij 'hoog spel' te spelen. Er moest en zou. oordeelde hij. in Middel burg een doorbraak worden geforceerd: een sprong van 80 naar 110 grote voorstel lingen per seizoen, ook al was daar mis schien onvoldoende geld voor. Het ge meentebestuur liet De la Mar begaan en benoemde hem zelfs tot directeur van de nieuwe hoofdstedelijke Stichting Stads schouwburg en Concertzalen, waarmee hij voor het eerst, sinds veertien jaar zelf het beheer van de accommodaties in han den kreeg. Hij kreeg de opdracht mee om 'frequentie (er werd een getal genoemd van 115 reguliere voorstellingen per jaar) en variatie in podiumkunstvoorstellingen tenminste te continueren' Maar men kneep de ogen dicht voor de financiële consequenties. Tekort Tot de Middelburgse gemeenteraad begin dit jaar de rekening op tafel kreeg. De gro te sprong voorwaarts had. in 1990. een fors tekort opgeleverd. Of de gemeenteraad maar even 110.000 gulden wilde bijpassen Zoniet, dan restte weinig anders dan het theaterprogramma te halveren. Het was alsof in het stadhuis een bom ontplofte. Het CDA toonde zich 'geweldig geschrok kenEn de PvdA sprak strengDit is niet de methode om duidelijk te maken dat er structureel te weinig geld is." De la Mar had 'financieel beter op de winkel moeten passen' Cultuur-wethouder Jos Douwes. die de nattigheid op z'n vestje kreeg, sprak berouwvol over een 'uiterst afkeu renswaardig incident'. De gemeenteraadscommissie, die de kwestie op het bordje kreeg, spuide louter vernietigende kritiek. „Ik hoop datje van nacht goed slaapt", probeerde wethouder

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1992 | | pagina 25