Gedram in de polder De Zes van Rilland PZC reportage ZATERDAG 7 MAART 1992 De Zes van Rilland worden ze genoemd; zes boeren die al jarenlang de Koninklijke VanderHave Groep B. V. met schadeclaims en bezwaarschriften op de hielen zitten. Tot ergernis van veel collega-landbouwers. Tot irritatie vooral van de Zaadkoning zelf. De Zes van Rilland; strijders voor een rechtvaardige zaak, öf een clubje rancuneuze dwarsliggers? Boer Boonman: „Ze zijn ons beu. Ze zijn ons zó beu - alle officiële instan ties beschouwen ons zo langzamerhand als een stelletje querulanten. En waarom? Alleen maar omdat we de euvele moed hebben onze mond open te trekken." VanderHave-directeur Geling: „Het zijn drammers. En hun gedram begint ver schrikkelijk ergerlijk te worden." Zes boeren contra een zaadgigant. „Van derHave is zó machtig: ze kunnen van een biet een aardappel maken en vreedzame boeren in Razende Rooiers veranderen." Een gevecht in de polder. Een verhaal over een miljoenclaim en getover met plantjes. De wind waaide uit het westen en voerde de beruchte bladluis met zich mee. Tien tallen bietenpercelen in het oostelijk deel van Zuid-Beveland en in West-Brabant raakten zo'n vijf jaar geleden met de ge vreesde vergelingsziekte besmet. De bron van alle kwaad: de bietenzaadkassen van VanderHave. De bedrijfsleiding boog dee moedig het hoofd en trof met zo'n zestig gedupeerde boeren een compensatierege ling. Het bedrijf keerde in totaal ongeveer 250.000 gulden schadevergoeding uit; sommige boeren moesten - afhankelijk van de graad van besmetting - genoegen nemen met een paar honderd piek, ande ren kregen enkele tienduizenden guldens. Slechts een klein groepje weigerde op het aanbod in te gaan. Want VanderHave speelde volgens hen een duister spelletje. En het Landbouwschap en het onderzoek sinstituut IRS (Instituut voor Rationele Suikerproductie) speelde al even vrolijk onder hetzelfde hoedje mee. Zeggen de Zes. Rancune Tot op de dag van vandaag vechten ze hardnekkig voor een schadevergoeding die in hun ogen wèl acceptabel is; één mil joen gulden, of in elk geval een bedrag in die orde van grootte. Maar VanderHave weigert met dezelfde hardnekkigheid op die eis in te gaan. Omdat de Zes er uitslui tend op uit zijn het zaadbedrijf een poot uit te draaien? „Laten we het er maar op houden", formuleert directiesecretaris S. G. Quast voorzichtigjes, „dat het bij hen een kwestie van geld èn rancune is." „Het is een kwestie van rechtvaardig heid." Landbouwer Marien Boonman, de 'spreekbuis' van de Zes, weet het zeker: de gebeurtenissen in '87 waren niet zo maar een incident; de magere opbrengsten van z'n bietenpercelen zijn volledig te wijten aan een reeks onzorgvuldigheden, door VanderHave begaan. En hij is er nóg meer van overtuigd, dat de boeren die vijf jaar geleden een horde bladluizen op hun bie- tenloof zagen neerstrijken, met niet meer dan een fooi werden afgescheept. De manier waarop de schadebedragen destijds werden vastgesteld; dat was toch een lachertje? Van een onafhankelijke ta xatie was geen sprake, zegt Boonman. Het Landbouwschap was er bij betrokken, het Instituut voor Rationele Suikerproductie vervulde bij de vaststelling van het uitein delijke schadebedrag een doorslaggeven de rol. Is dat eerlijk, als je weet dat Van derHave, het Landbouwschap en het IRS lekker knus tegen elkaar aan liggen te schurken in hetzelfde comfortabele bed? „Het zijn allemaal vazallen van de Suiker Unie." De lijntjes zijn makkelijk te trekken, meent Boonman. „VanderHave is een vol le dochter van de Suiker Unie. Het IRS wordt voor een groot deel door diezelfde Suiker Unie gefinancierd. En het Land bouwschap laat z'n oren doorgaans han gen naar de grotere groene machten, waartoe ook de Suiker Unie behoort." Handje-klap Bij VanderHave wordt die handje-klap- theorie wat schouderophalend ('het zijn voor de hand liggende opmerkingen') maar gedecideerd weggewuifd. Directie voorzitter ir K. B. Geling: „Het IRS is de grootste expert op het gebied van de sui kerbietenteelt en alles wat daarmee sa menhangt. Er is géén ander instituut dat zoveel kennis op dit terrein in huis heeft. Het was dus een logische keus." Wél een keus die op z'n minst enige schijn kan wekken. Het laboratorium van VanderHave:...getover met plantjes- Microscopisch onderzoek is een belangrijk onderdeel van de biotechnologie. Foto's Lex de Meester Geling: „Wanneer iemand met wie je niet tot overeenstemming kunt komen, het zo uit wil leggen, dan ben ik dat met u eens. Maar we moeten niet vergeten, dat we met de andere vijftig of zestig boeren wèl een akkoord hebben bereikt." Directiesecre taris Quast: „En wat we ook niet mogen vergeten: het Landbouwschap keek héél kritisch over de schouder mee. Als het Landbouwschap ook maar even de indruk zou hebben gehad, dat er iets niet in de haak was, had het natuurlijk wel ingegre pen." Maar de Zes hebben van dat Landbouw schap evenmin een hoge pet op. „Ach", wimpelt Geling dat bezwaar losjes weg, „ze zijn gewoon teleurgesteld in het Landbouwschap, omdat het niet altijd hun opvattingen deelde." Wantrouwen De bladluis die vijf jaar geleden uit de kweekkassen van VanderHave ontsnap te, bracht niet alleen de vergelingsziekte, maar deed in de polders rond Rilland ook wantrouwen wortelschieten; wantrouwen over de mogelijke gevolgen van de bio- technologische experimenten die Vander Have er verricht. Dezelfde zes boeren die al jaren een aanzienlijke schadevergoe ding van de zaadgigant proberen los te peuteren, achtervolgen het bedrijf met een reeks aan bezwaarschriften tegen de proefnemingen. Uit rancune of oprechte bezorgdheid? „Wij zijn niet", zegt Boonman, „per se te gen biotechnologie. Waar ze bij Vander Have naar streven (het ziekteresistent maken van planten - WvD). daar kun je als boer in principe alleen maar tevreden over zijn. Ik wil niet beweren, dat ik er verstand van heb. Daarom zijn we er misschien wel zo bang voor. Maar als je met mensen praat die er wèl verstand van hebben, hoor je van diverse kanten dat er gevaren aan zitten. Ik heb laatst aan één van die mensen gevraagd: stél, dat VanderHave een tarwe kweekt waar geen insecten meer op komen; als die tarwe in mijn brood wordt verwerkt, raak ik dan ook van m'n hoofdluis af? Nou, zei-ie. als ik jou was, zou ik die boterham nog maar even laten staan. Dat soort dingen zet mij wel aan het denken." Toch een beetje merkwaardig, dat het verzet tegen de proeven uitgerekend uit de hoek komt van een kleine club, die meent nog een aanzienlijke som gelds van VanderHave tegoed te hebben. De rest van de boeren in de omgeving roert zich niet. Ach, doet Boonman minachtend, „dat zijn allemaal schijterds. Die denken daar niet eens over na. Ze zitten allemaal als bange vogeltjes te kijken van: wat gebeurt er nu? Ik wil geen dingen suggeren die er misschien helemaal niet zijn. Maar Van derHave, het Landbouwschap en de Sui ker Unie kunnen het hen wèl moeilijk ma ken. En daar zijn ze bang voor. Bovendien: VanderHave huurt bij tientallen boeren in de omgeving grond om er proefveldjes aan te leggen en betaalt daar vette prijzen voor. Dus ze houden liever hun mond." VanderHave wappert met flappen om de boeren koest te houden? „Ho. ho", steekt drs C. Noome, hoofd van de afdeling on derzoek en ontwikkeling van het zaadve- redelingsbedrijf protesterend de wijsvin ger op. „da's flauwekul. Wat er wèl even bij verteld moet worden is. dat ze aan zeer ho ge eisen moeten voldoen. Je pakt altijd de boer met de beste grond en we vragen hem allerlei extra werk te doen. Daar mag een redelijke vergoeding tegenover staan." Getover De Zes van Rilland grijpen elke juridische mogelijkheid aan om de experimenten bij het zaadkweekbedrijf te dwarsbomen. Mede door hun acties werden recent in de Eerste en Tweede Kamer vragen gesteld over de risico's die verbonden zijn aan het getover met plantjes. Dat moet voor het bedrijf op z'n minst lastig zijn. Loopt nogal los, zegt directievoorzitter Geling laconiek. Door al die bezwaar schriften en -procedures komen de ver gunningen weliswaar trager binnen, maar daarmee hebben ze bij VanderHave leren leven. En als Geling het van een andere kant beziet: de Zes bewijzen z'n onderne ming met al hun protesten - geheel onge wild en onbewust - misschien zelfs een dienst. Geling: „Hun gedram kan een voordeel zijn. De biotechnologie is een lange ter mijn geschiedenis die ons veel geld kost. Als er problemen zijn met de publieke ac ceptatie, wil ik dat liever vandaag dan morgen weten. Want dan houden we er mee op. Wij hebben er alle belang bij, dat die discussie zo sfiel mogelijk op gang komt. Ik vergelijk het altijd met het eind van de jaren vijftig en het begin van de ja ren zestig; toen leek voedselbestraling als conserveringsmethodiek een geweldige toekomst te hebben. In Wageningen werd daar een prachtig onderzoeksinstituut voor gebouwd, d'r werd een groot team on derzoekers ingezet. Technisch was het geen probleem. Toch is het nooit wat ge worden omdat het publiek het niet accep teerde. Mijn redenering is: als de markt iets niet wil, moet je het ook niet maken. Je kunt het publiek niet iets de strot indu wen. Indien het publiek de biotechnologie afwijst, hoor ik dat graag zo snel mogelijk. Dat bespaart ons een hoop geld en moeite. Daarom hebben wij er alle belang bij, dat de maatschappelijke discussie goed wordt gevoerd. En Boonman c.s. helpen mee die discussie aan te zwengelen." De financiële belangen voor VanderHave zijn groot. In het buitenland - waar de re gels vaak wat minder strak zijn - wordt im mers ook driftig geëxperimenteerd. En wil het bedrijf de concurrentie op z'n minst kunnen bijsloffen, is een voortgang van de proefnemingen pure noodzaak. Geling: „Indien wij in Nederland geen biotechno logie meer zouden mogen toepassen, lo pen we een groot risico, dat we in de toe komst een aanzienlijk deel van van onze zaaizaad- en plantenexport verliezen. Een bedrijf als het onze kan op de lange ter mijn alleen overleven, als wij toegang tot die technologie krijgen. Zo simpel ligt dat." Tsjernobyl Simpel of niet, feit blijft dat de huiver voor het gegoochel met eigenschappen van planten groot is. Luister naar boer Boon man: „Wie weet wat er allemaal kan ge beuren als het stuifmeel van een gemani puleerde plant ontsnapt en zich over de hele wereld verspreidt? Eén van de des kundigen heeft eens tegen me gezegd: het Tsjernobyl in de plantenwereld staat voor de deur." Niet overdrijven, sust Noome. „Ik kan niet voor de volle honderd procent garanderen dat er niks zal gebeuren. Maar we zijn er zo langzamerhand voor negenennegentig procent van overuigd, dat er geen risico's aan verbonden zijn. En waar praten we in dit geval over? Wij zijn mogelijkerwijs in staat door middel van genetische modifi catie planterassen te ontwikkelen die be stand zijn tegen bepaalde ziekten. Dat be tekent, dat het gebruik van gewasbe schermingsmiddelen belangrijk kan wor den teruggedrongen De vraag is dus: waar kiezen we voor? Voor genetisch ge modificeerde ziektebestendige rassen, öf voor de traditionele rassen en blijven spuiten met allerlei bestrijdingsmidde len? Natuurlijk: als je een ziekteresisten tie inbouwt, kan het gebeuren dat zo'n ziekte uitsterft. En wanneer je een plant insectenresistent maakt, kunnen bepaal de insecten uitsterven. Als dat muggen zijn, zullen we dat niet zo heel erg vinden. Als het om bijen gaat, komt de zaak an ders te liggen. Daarom moet je heel goed overwegen: wat zijn de consequenties." En hoe luiden die consequeyities in het ernstigste geval? Noome: „Je hebt twee mogelijkheden die relatief reëel zouden kunnen zijn. Eén daarvan is, dat iemand zó gek is, dat-ie gif tige stoffen inbouwt in een plant die ook door de mens wordt gegeten. De tweede mogelijkheid is. dat een zwaar onkruid ontstaat, dat niet meer onder controle kan worden gehouden. Maar de kans dat dat soort dingen gebeurt, is niet zo heel groot." Waar houden de mogelijkheden op: is het - om maar igts geks te noemen - denkbaar dat dank zij genetische manipulatie in de woestijn ooit eetbare cactussen zullen groeien „Die vraag is", zegt directiesecretaris Quast, „helemaal zo gek nog niet." Cactus in blik, zover zal het vermoedelijk nooit komen. „Maar op den duur kunnen we misschien wel eigenschappen. die«er voor zorgen dat cactussen in de woestijn over leven. in tarwe inbouwen, zodat die tarwe onder zeer droge omstandigheden kan worden geteeld. Met de traditionele zaad- veredelingstechnieken zal dat nooit luk ken. Met biotechnologie bereiken we dat misschien wèl." Vorig jaar zomer vernielde de actiegroep De Razende Rooiers in de Zimmerman- polder een proefveldje met genetisch ge manipuleerde mais als protest tegen de experimenten bij VanderHave. De identi teit van de daders is nooit achterhaald, maar in Rilland was een grap geboren: VanderHave is zó machtig; ze kunnen van een biet een aardappel maken en vreedza me boeren in Razende Rooiers verande ren. Weet Boonman misschienBrede grijns: „Het zijn mijn methoden niet, maar om te zeggen dat ik het erg vond, nou nee..." Willem van Dam

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1992 | | pagina 51