Lofzang op
het platteland
Regels in de corrida
PZC
Wie zijn grond
niet kent...
reportage
ZATERDAG 7 MAART 1992 27
Willem Dijkhuis (bijna 50) is wat je noemt een intellectueel manusje
van alles. De Tukker, die veelal werkt in Amsterdam en woont in
het Westfriese polderlandschap van Anna Paulowna, is van oorsprong
experimenteel natuurkundige. Daarom weet hij als geen ander dat de
positie van voortbewegen iets te maken heeft met datgene wat je
waarneemt. Maar dit ter zijde. Tegenwoordig geeft Dijkhuis colleges
aan de Erasmusuniversiteit in Rotterdam. Hoofdmoten zijn de
informerende en communicerende processen. Eerder maakte Dijkhuis
zich verdienstelijk als directeur van de stichting moderne media,
bestierde hij een wetenschappelijke uitgeverij en zwalkte hij rond in de
internationale computerij. Tevens kloppen vermoeide 'tob'ambtenaren
van verscheidene ministeries aan zijn deur. Op zoek naar een
oorspronkelijk advies over het volgende, o zo knellende probleem.
Vorig jaar maakte Dijkhuis na enig aar
zelen een stevige tippel, slechts on
dersteund door twee kompassen, een
knapzak met versnaperingen en een parti
tuur van Schuberts 'Winterreise'. De voet
tocht ging van zijn geboorteplaats Haaks
bergen naar Anna Paulowna. Weinig li
neair, wel doelbewust. Een wandeling met
verstrekkende gevolgen, zo bleek later.
Want tijdens het lopen werd de kiem ge
legd voor de nationale conferentie over de
toekomst van niet-verstedelijkt Neder
land, ofwel het platteland. Plaats van han
deling is 20 maart van dit jaar 'Het Drou-
wenerzand', een congres en uitgaanscen
trum in het Drentse Drouwen.
Het organisatiecomité van de 'De Rand
stad Voorbij', met Dijkhuis als bezielende
dagvoorzitter, heeft sprekers van naam en
faam weten te strikken. Achtereenvol
gens nemen achter het spreekgestoelte
plaats een historisch geograaf, een hoog
leraar telecommunicatie en een platte
lands geograaf. Ook cultuursocioloog Pe
ter Hofstede is van de partij. Een voor
proefje uit diens stellingen: 'Hoe eerder de
waarheid omtrent het platteland wordt
geopenbaard en de politiek overschakelt
op een radicale beleidsdifferentiatie, des
te omvangrijker de reserve aan onder
huidse spankracht zal blijken te zijn. Op
deze aardgasbel van vitaliteit zal Neder
land naast de ontplooiing van allochtone
energie in de Randstad in de 21ste eeuw
aangewezen zijn.' Komen de zegeningen
dan toch van het bijna op sterven liggende
platteland?
Belbus
Voor een landelijk verschijnend dagblad
hield Dijkhuis een dagboek bij over zijn
eerder aangehaalde voettocht, Een citaat:
'Voor het dichtstbevolkte land ter wereld
is Nederland opvallend leeg. Er bewegen
zich nau,welijks mensen door de ruimte,
hooguit omhuld door blik.'
Toen de stappartij voltooid was, kwamen
in zijn kennissenkring de reacties los. Of
hij ook een belbus had gezien? En hoe ging
dat? Stadse mensen, van die dingen. Van
lieverlee sukkelde Dijkhuis in een lande
lijk probleem. Van maximale orde, vindt
hij zelf. Die nationale conferentie in Drou
wen moet de ogen openen. Weg met het
oude tegenovergestelde en pittoreske
denken: van die boerenknurften in het
buitengebied, en die lamlendige WAO-
trekkende niksnutten van een verdorven
en vervuilde stad aan de andere kant. Die
hullie-zullie-beelden. Die zijn volgens
Dijkhuis zo slecht, dat we daar op geen en
kele manier mee verder kunnen.
De verwevenheid met het regionale in de
mens is wijd en zijd vertakt. Dat is heus
geen Anton Pieck op het platteland. Het is
een taaie laag van werkelijkheid in onze
cultuur. Kijk naar minister-president
Lubbers en diens familie. Daarin spreekt
volgens Dijkhuis een regionaal segment
mee, een streekgebondenheid. Luister
naar het gespierde jargon: 'De klus kla
ren; de schouders eronder.' De havenba
ronnen vinden in die kreten hun natuurlij
ke stem.
Regionale gebieden gaan Dijkhuis aan
het hart. De diversiteit vindt hij een groot
goed. Hij haalt de Franse filosoof Michel
Serres aan. Die zei het in een sombere bui
zo: 'De belangrijkste ontwikkeling van de
20e eeuw is niet de atoombom, is niet de
computer, of het voeren van twee wereld
oorlogen. De belangrijkste ontwikkeling
van de 20e eeuw is, wereldwijd, de ontvol
king van het platteland.' Als we niet op
passen rest straks een gecastreerd, muse
aal gevalletje. Een krater, gelijk een
maanlandschap. En als we het platteland
oplappen met meer van hetzelfde en met
de middelen van gisteren, dan zadelen we
onze kinderen op met een schier onoplos
baar probleem. Daarom is de conferentie
nodig, niet om het gelijk te halen. Nee. de
bijeenkomst in Drouwen moet inspiratie
bieden aan nieuwe, sprankelende gedach
ten en het liefst een handvol spraakma
kende initiatieven.
Revolutie
Met een plotse aanval van lichte woede
vervolgt Dijkhuis. We hebben als natie
een enorme erflast aan de Overijsselaars
en de Geldersen. Of je ze Thorbecke
noemt. Potgieter of Schimmelpenninck,
het kan Dijkhuis niet schelen. De erflast
blijft aantoonbaar. Op de conferentie zal
Peter Hofstede laten zien dat elke belang
rijke maatschappelijke vernieuwing van
na de Franse Revolutie altijd van het plat
teland is gekomen. Zelfs onze staatsvorm!
De grote ontdekking van de Nieuwe
Steentijd was het dorp. Die vondst was als
het ware een sociaal-culturele revolutie.
Het dorp bestaat al tienduizenden jaren.
Lang voordat er een glimp van een stad
was te zien. En dat dorp is de zwijgende
onderkant van ieders bestaan, dat heel
diep stoelt op oudere lagen. Dijkhuis
graaft nog verder en staat pas weer stil bij
het begin van al het economisch hande
len. Verantwoordelijk daarvoor was de
landbouw. En landbouw is van meet af
aan van twee typen geweest. Je had de zo
genaamde irrigatie-economie en de bere-
geningseconomie. Bij die eerste vorm was
een sterk centraal gezag nodig. Zie de fa
rao's van Egypte, die, dank zij de Nijl en
een ijzeren hand, zegenend werk hebben
verricht. De beregeningseconomie had
daarentegen een sterk gedecentraliseerd
karakter. Nederland floreerde door een sa-
.P - -
grof**
Professor Willem Dijkhuis: aandacht voor onze wortels.
mensmelting van die twee typen. Die va
riëteit is later breed in kader gebracht. Bij
voorbeeld door het instellen van polder
besturen. De stedebouwkundige uitbrei
ding van Amsterdam aan het eind van de
16e eeuw was een perfect gepland proces.
Maar alle kennis putte men uit de polder
besturen. Die regeerden bekwaam. De fy
sieke glorie en prachtige infrastructuur
van Amsterdam komen volgens Dijkhuis
daar uit voort. Het platteland wel degelijk
als bron van stormachtige ontwikkeling.
Deiktisch bewijs
Maar waarom gaan al die uitgelezen men
sen. die van heinde en verre moeten ko
men. straks in Drouwen confereren? Som
migen komen met de trein in Emmen aan.
waar tot grote schrik het stootblok de
voortgang van de rit ruw verstoord. Een
bustocht van een uur in het verschiet.
Welzeker, ook over de wat moeilijk bereik
bare locatie is ernstig nagedacht. Het zo
genaamde deiktisch bewijs ligt daaraan
ten grondslag. Docerend verhaalt Dijk
huis over Afrika. Wanneer je daar aan ie
mand vraagt wie een goed mens is, wijst
men vlot en zonder schroom iemand aan.
'Dat is een goed mens', klinkt het dan. Wat
je zegt ben jezelf. Dezelfde vraag in Neder
land gesteld, levert een preek van drie
kwartier op en geen antwoord. Kijk, met
een zaaltje in een of ander Hilton tast je de
portee, de missie aan. Je moet zo'n confe
rentie ook belichamen. Een discussie over
de Rotterdamse haven in, Maastricht is
zinloos. Daarom dus Het Drouwenerzand.
Dat is deiktisch.
Dijkhuis bezweert dat veel van het den
ken over het niet-verstedelijkt deel van
Nederland zich afspeelt in de wat muffe,
door academici beheerste specialismen
en blokken. Het is hoogst zelden dat een
historicus om gedegen uitleg wordt ge
vraagd. Het Drouwenerzand breekt met
die traditie. Kunnen beleidsmakers en on
dernemers eindelijk eens zien en horen
welk scala aan steekhoudende argumen
ten en standpunten er sluimeren. En bo
vendien beschikken de geachte sprekers
over informatie en kennis, waar je met de
gebruikelijke wijze van elektronische
bronbemaling nooit aan toe komt. Die is
gewoon te mager.
Fleboloog
Dijkhuis is er heilig van overtuigd dat het
platteland nieuwe functies krijgt. Hij
haalt de fleboloog uit Empe aan. een pret
tig gehucht nabij Zutphen. Die spatader-
deskundige verliet het koortsachtige Am
sterdam. Een plaats waar je. ondanks al je
opspelende spataderen, de auto niet kwijt
kunt. Daar hoeft de fleboloog dus niet te
zijn. Hij zocht een plek waar hij z'n patiën
ten op een rustige en persoonlijke manier
kan ontmoeten. Het werd Empe. pareltje
op het platteland. Soortgelijke verlopen
spelen zich af in dorpen als Leermens en
Doodstil. Plekken waar de boerenknecht
is weggeautomatiseerd. Anderen uit de
maatschappelijke waaier komen daar
voor in de plaats. Een proces dat zich
doorlopend afspeelt. En zoiets is niet door
gecentraliseerde beleidsmakers opgezet.
Die venten slechts met achterhaald mate-
foto Maurice
riaal. Zeker, de toekomst van het platte
land is ongewis. Maar die onzekerheid
moet je niet zien als een handicap. Die is
eerder motor, aandrijver van vernieu
wing.
Onverdroten zet hij vanuit de Amster
damse grachtengordel de lofzang voort.
Het fundamenteel anders zijn, zo filoso
feert Dijkhuis verder, is misschien wel het
grootste belang van het platteland. Iets is
pas uniek door het met iets anders te ver
gelijken. Het eigen karakter van het plat
teland is de manier om er doorheen te ko
men. Dat kan pas wanneer je niet gelijkge
schakeld bent.
Niettemin moet de grootte van het ver
schil tussen stad en platteland, naar el
kaar toe kruipen. Niet louter door toeris
me of een onverschillig dagtochtje. Je
moet het platteland op een andere manier
bezoeken. Dieper. Zodat het als een spie
gel functioneert. En omgekeerd. Vrolijk
trekt hij tot besluit een blik vooroordelen
open. Hij hoopt vurig dat die Groningers
even houterig zijn of hortsikken blijven,
als ze altijd al waren. En dat de Tukkers
het achterbakse blijven koesteren en dat
de Limburger tot in de eeuwigheid te lui is
om te werken. Het zijn allemaal mensen
die hun knoken in die vette, regionale aar
de hebben. Een heel ander slag dan het
volk dat z'n eigen grond niet kent.
Gerard de Kleine
/In de PZC van dinsdag 3 maart hield prof dr
Jens C. Ambak een pleidooi voor de verbetering
van de telecommunicatie op het platteland. Hij
noemde daarbij Jutland als voorbeeld i
Ruim voor het begin van het stierevechten-
seizoen heeft de minister van
zaken, Jose Luis Corcuera, zijn
ang verwachte wet op de 'lidia' (het gevecht)
loor de ministerraad weten te krijgen. Omdat
socialistische partij van minister Corcuera
een ruime meerderheid in het parlement
'eschikt, houdt dat in dat de Spaanse stieren
>*anaf 10 maart volgens deze nieuwe Ley
een bloedige, maar volgens de
eervolle dood zullen sterven.
Ruim drie jaar heeft Corcuera, die als
de grootste fan van het stierevechten
in de ministerraad geldt, er over gedaan
om zijn wet; aangenomen te krijgen. In die
periode is nagenoeg iedereen die de corri
da een warm hart toedraagt - en dat zijn
bijna alle Spanjaarden - over hem heen ge
vallen. Al in het voorjaar van 1990 liet Cor
cuera weten, dat de nieuwe wet nog dat
zelfde jaar van kracht zou worden, maar
dat is hem niet gelukt. Want hoe belang
rijk het stierevechten is in Spanje, de mi
nister had het ook druk met andere zaken,
zoals het voorbereiden van een minstens
zo omstreden wet op de openbare orde.
Toevallig of niet. maar zo kon het gebeu
ren, dat in een en dezelfde week twee 'wet
ten Corcuera' in de staatscourant ver
schenen: één die probeert frauduleuze
handelingen met stieren, vlak voordat ze
de arena in worden gejaagd, aan banden
te leggen. En één die het voortaan aan ie
dereen verplicht om een legitimatie bij
zich te dragen.
Met zijn Ley Taurina heeft Corcuera een
heel klein beetje geprobeerd een aantal
negatieve aspecten van het nationale
feest te beperken. Zo zal er scherper ge
controleerd worden of de horens van de
stieren zijn doorgezaagd. Het komt name
lijk nogal eens voor dat de horens van stie
ren ingezaagd worden, zodat de torero wat
minder kans loopt om tijdens een corrida
levensgevaarlijk gewond te raken. Ook
wordt de scherpe punt van de lans van de
picador korter gemaakt en mag er nog
maar twee keer toegestoken worden in
plaats van drie keer. Verder krijgt het
paard van de picador een betere bescher
ming en zijn er beperkingen opgelegd aan
het gewicht van de edele viervoeter.
Misschien is het belangrijkste van de, ove
rigens in veel opzichten nog altijd vage
wet op het stierevechten, dat de 'toro bra
vo' een betere kans wordt geboden om een
corrida levend te beéindigen. Stieren wer
den tot nu toe hoe dan ook gedood, met
uitzondering van die schaarse corrida's,
waar de dapperheid van de stier een opge
stoken duim tot gevolg had. Hoewel de
wet op het stierevechten van Corcuera op
dit punt niet uitblinkt door duidelijkheid,
zullen voortaan veel meer stieren door een
speciale arena-commissie gespaard kun
nen worden als hun optreden daar rede
nen toe geeft. Zo'n stier mag dan zijn won
den likken buiten de arena, maar zal ver
volgens toch in een abattoir belanden,
vrees ik.
Voor de Ley Taurina heeft Corcuera nage
noeg met iedereen die iets betekent in de
stierenvechtwereld gesproken, wat ook de
verklaring is waarom de uiteindelijke wet
geving zo lang op zich heeft laten wach
ten. Het spreekt haast voor zich dat het
door Corcuera geformuleerde wettelijke
compromis voor bijna niemand aanvaard
baar is. En al helemaal niet voor de rest
van Europa, dat stierevechten dierenmis
handeling vindt, waartegen maar op één
manier kan worden opgetreden: door een
wet die het verbiedt.
Ruud de Wit
Todesstreifen
D onn en Berlijn, de oude
X5 en de toekomstige rege
ringszetel: het blijft tobben.
In Bonn ivordt verder ge
bouwd alsof er nooit een
parlementsbesluit over de
verhuizing naar Berlijn is
genomen en in de hoofdstad
wordt slechts geruzied over
de bouwplannen.
En dat niet alleen als het
gaat om het nieuwe rege
ringscentrum. Nee, ook de
plannen voor de commer
ciële bebouwing van het be
faamde Potsdammer Plein,
eens het hart van de stad.
hebben door alle tramme
lant het stadium van de te
kentafel nog niet eens be
reikt. De stad en de grote in
vesteerders ruziën over het
concept. Hoe bekrompen
het daarbij soms toegaat,
beleefden we deze iveek.
Mercedes-Benz wil con-
cemcentrale bouwen op dit
braakliggende stuk vroege
re 'Todesstreifen'. Het be
drijf lag in de clinch met het
stadsbestuur over het aan
tal parkeerplaatsen dat er
moest komen. U leest het
goed. parkeerplaatsen. Uit
eindelijk bereikten Eber-
hard Diep gen. de burge
meester van Duitslands
grootste stad en Edzard
Reuter, de topman van het
grootste Duitse concern, m
een persoonlijk gesprek
een compromis. Hoe dat
luidt, doet hier niet veel ter
zake. Veel schrijnender is
het dat twee toppers uit po
litiek en economie zich
urenlang over een paar
honderd parkeerplaatsen
moesten buigen, want zo
groot ivas het verschil tus
sen beide opvattingen. Als
of de heren niets beters te
doen hebben.
Trouwens over verkeer ge
sproken. Berlijn dreigt te-
stikken in de auto's en het
stadsbestimr probeert op
alle mogelijke manieren de
mensen ertoe te brengen
hun auto thuis te laten en
van het, overigens zeer goe
de. openbaar verkeer ge
bruik te maken of op de fiets
te stappen. Een nobel stre
ven op een juist moment.
Per slot van rekening wa
ren de Berlijners na de val
van de Muur weer massaal
op hun tweewieler gestapt.
Ze trapten er elk weekeinde
lustig op los op die smalle
asfaltwegen van de vroege
re Todesstreifen. Waar eens
de Vopo's in hun Traban-
tjes zogenaamde Repu
bliekvluchtelingen moesten
vangen, peddelden nu dui
zenden gezinnen. Een idea
le fiets- en wandelring van
zeker 100 kilometer rond en
door de stad. Vooral op zon
nige dagen een scoiaal ge
beuren van de eerste orde
met overal kleine mobiele
eet- en drinktentjes langs
het pad. Maar xvat schetste
de verbazing van de fietsers
die deze week hun kilome
ters over het asfalt wilden
afleggen? Grote graafma
chines van het vroegere
Oostduitse leger sloopten
hun pad. Woede alom.
Overal lijsten zvaarop pro
testhandtekeningen kon
den worden gezet, spon
taan gevormde burgerco-
mités die wel eens wilden
weten wie dit onzinnige be
vel had gegeven. Maar dat
wqs makkelijker gezegd
dan gedaan. Het Oostduit
se sloopbedrijf zei in op
dracht van het Duitse leger
te handelen, maar daar
verklaarde men opdracht
van de omliggende gemeen
tes te hebben gekregen.
Doch waar de boze burgers
ook informeerden, geen en
kele gemeente wilde de ver
antwoordelijkheid op zich
nemen.
Nog is 75 procent van dit
historische asfalt niet on
der de slopershamer geval
len en als het aan de Berlij
ners ligt blijft dat ook zo.
Sterker nog, zij eisen dat de
ring weer wordt gesloten.
Terecht, ivant het is toch
volstrekt belachelijk dat
een stad en de omliggende
dorpen, waar zo graag en
zo veel over het milieu
wordt gepraat, nu simpel-
weg dit unieke pad slopen.
En dat terwijl men absoluut
geen idee heeft wat ervoor
in de plaats moet komen en
niemand weet van wie de
grond nu eigenlijk is.