Zuidelijke landen maken bloeitijd door Een jaar om te overleven PZC sport Beste Belgen en Fransen trekken naar buitenland en ondermijnen sponsoring in eigen land VRIJDAG 28 FEBRUARI 1992 *\~J Erik Breukink krijgt di t jaar de steun van de Duitser Mario Kummer. i door Robert Millar. foto Cor Vos Europa zonder grenzen, geldt zeker voor het profwielrennen. De eerste 25 ploegen in het FICP-klassement heb ben alle een internationale bezetting. Niet één ploeg in de top van het prof wielrennen telt louter renners uit het 'moederland'. Ploegen van één nationa liteit zijn uit de tijd, of het moeten de kleinere, typische nationale formaties zijn, die het nog doen met budgetten van twee, maximaal drie miljoen gul den. Wie wil meetellen, sportief en com mercieel huurt talent van ver over de landsgrenzen. De beste Belgen en Fransen trekken naar buitenland en ondermijnen spon soring in eigen land. Spanje en Italië zijn tegenwoordig financieel veruit de meest draagkrachtige wielerwerkgevers: elf ploegen in Spanje, tien in Italië. Het wa ren ook de sponsors uit die twee landen, die het drukst met de geldbuidel ram melden, voorbije herfst en winter. De transfers per land nog eens op een rij tje. Nederland Vijf ploegen, waarvan vier internatio naal: Buckler, PDM, Panasonic, TVM; Elro is voor de criteriums. De enige echt grote transfer realiseerde TVM: Cees Priem trok Robert Millar aan om Gert- Jan Theunisse door de cols te loodsen. Een koppel, zoals dat elders ook door menige andere kopman is nagestreefd. Breukink kreeg bij PDM hulp van de Duitser Mario Kummer (ex-Bugno), in de hoop dat die Sean Kelly kan verge ten. De Nederlandse profwielersport staat voor een belangrijk jaar: Buckler en PDM verdwijnen, voor Panasonic wel licht ook een ander, TVM zoekt een co- sponsor en André Boskamp is bezig met een nieuwe ploeg. Met z'n allen op zoek naar 30 miljoen gulden. Een paar snelle voorjaarssuccessen van bijvoorbeeld Rooks/Maassen/Nijdam, van Talen/Cordes/Breukink, en een defi nitieve doorbraak van Fondriest, zou wonderen kunnen doen. Pas dan zullen kandidaat-sponsors bereid zijn over de Intralipid-affaire (PDM uit de Tour) heen te stappen. Duitsland Hennie Kuiper kreeg vorige jaren in Duitsland fiancieel te weinig ruimte. Walter Godefroot mocht nu wèl investe ren: er kwam geld vrij voor een potentië le Duitse topploeg. Een voortzetting van Telekom, „hoewel," zegt de ploegleider, „ik heb alles nieuw ingebracht, alleen de sponsor bestond." Godefroot had al die jaren niet zo'n ge lukkige hand: IJsboerke stopte door een lastige Thurau, Capri Sonne verdween voor het echt meetelde, bij Kwantum was Godefroot uitzendkracht, vier jaar Lotto brachten niet wat VandenBrouc- ke er later mee deed, Domex was even snel opgebruikt als toiletpapier en Weinmann was ook niet zo'n hoogvlie ger. Belgen bij de eerste 20 in de eindklasse menten van de drie grote ronden. Een Belg die kan fietsen, trekt naar het verleidelijke buitenland: één op vier koerst er. Van de 15 Belgen bij de FICP top-100 staan er 11 onder buitenlands contract. Zo raakte Lotto ook Bruyneel aan het Spaanse ONCE kwijt en besloot Dirk de Wolf zijn benen te verkopen aan Bugno. Om niet in de problemen te komen voor een Tourticket moest de 'nationale lote rij' voor één keer van haar geloof: er werd een Fransman binnen de puur Bel gische Lotto-ploeg gehaald, Martial Gayant, goed voor 368 FICP-punten. Want vanaf mei tellen de punten van Criquielion (gestopt) en Bruyneel niet meer mee. Johan Museeuw draagt de ploeg, die in ieder geval doorgaat tot en met 1994. Budget 4,5 miljoen gulden. Tulip (Van der Poel/Roosen) versterkte zich met wat Histor-restanten: Holm, Lilholt en Frison, die in het voorjaar al de directie gunstig moeten zien te stem men in verband met voortzetting. Bud get: f 5 miljoen. Willy Teirlinek (ex-Histor) kan toch nog ploegleider spelen, zij het op lager ni veau: Collstrop, hier en daar actiefin het buitenland, dank zij o.a. Jean-Marie Wampers (ontslagen bij Post). Een ploeg van 23 renners, budget 1,5 miljoen gul den, in de kelder van de 'tweede divisie' dus. Collstrop wordt bestuurd door ASS, een sportpromotieburo van Noël de Meule- naere, burgemeester van Wielsbeke en directeur van tapijtfabriek Beaulieu. Die ook nog de nieuwe Assur-ploeg de weg opstuurt (Jan Bogaert) en de Belgi sche inbreng bij GB-MG Boys regelt. Hoezo belangenvërstrengeling? Zwitserland Een ploeg die meetelt: Helvetia. Ploeg leider Paul Köchli gokt op het talent Laurent Dufaux, op zijn neo-prof Beat Zberg en op Gilles Dèlion. Ruè ging te rug naar Castorama, Richard en Gianet- ti trokken naar Lotus; oudgedienden Maechler en Müller kwamen in hun plaats. Frankrijk In 1984 waren er 7 Franse profploegen; in 1992, evenals in '91, zijn het er nog maar vier. Toshiba leerde niet van de ou de fouten en hield ondanks de successen van Rominger en Jalabert op. Het gaf ruimte aan een nieuwe ploeg met de pu blicitair onmogelijke naam 'Chazal Va nille et Mure, Vetta', die evenwel nog niet tot kniehoogte reikt (budget f 2 mil joen). Drie 'grote' ploegen dus nog maar. De crisis tiert welig verder. Roger Zannier heeft inmiddels genoeg naamsbekendheid voor zijn kinderkle ding en gaat in '93 de jaarlijkse f 12 mil joen anders besteden. Met Greg Le- Mond tracht hij nog wel de maximale publiciteit te halen door Lemonds po ging het 51.151 meter werelduurrecord voor twee jaar vastlegde. Echavarri: „Voor dat geld had ik drie andere top pers kunnen pakken. Eén ding: Indu- rain is kopman." Bij Clas vertrokken Cabestany en Emonds naar Italië, maar voegde Tony Rominger zich bij Echave/Inaki Gaston. Seur heeft de amateur wereldkampioen 1991 Vikor Rjaksinki gecontracteerd. Amaya - vorig jaar ten onrechte tot de Tour toegelaten - krimpt in van 21 naar 18, en heeft een Colombiaanse kopman. Oscar Vargas. Verenigde Staten Het profwielrennen komt in Amerika steeds meer van de grond. Motorola is er de topploeg, maar ook Subaru en Coors Light mogen er zijn. De nieuwe 'over zee'-kalender, met extra FICP-pnten, geeft wellichy nog meer impulsen. Zeker voor de vijf kleinere formaties, die er ver der nog rijden. Hennie Kuiper, ongelukkig weg bij Tele kom, is blij verrast door Motorola. Al is het afwachten of de redelijk strakke Kuiper de 'losbandigheid' van de Ameri kaanse profrenners begrijpt. Naast An derson, Bauer en Hampsten, dragen dit jaar ook Zanoli, Dernies, Schur. Scian- dri en de Belgische zegekoning bij de amateurs, Greg Moens (50x eerste in '91), de blauw-rode tricots. Subaru (Roux, Kuum, Carter) heeft een meerjarenplan, met internationale aspi raties; Coors Light, met Phinney en Gre- wal, blijft (te) Amerikaans. Columbia Het zag er in Colombia even naar uit dat alleen Postobon er profs op zou nahou den; Pony Malta had geen geld meer, en de lage koffieprijs op de wereldmarkt liet een terugkeer van Café de Colombia niet toe. Het had er ook van weg, dat Luis Herrera niet meer zou koersen, Maar zie... Drie ploegen toch; Postobon met Herre ra. die geen Tour meer rijdt, zijn opvol ger Mejia en liefst acht Litouwers (onder wie Oemaras). Kelme, de Spaanse sport schoenen-fabrikant, week met ploeglei der Alvaro Pino uit naar Colombia, met 10 Spanjaarden en 9 Colombianen (Far- fan, Rincon). Verder is er Gaseosa Gla cial, met het Trio Wilches (Pablo, Gusta vo en Marcos). De rest Verder zijn er nog profploegen in Portu gal, Engeland, Australië, Zuid-Afrika zelfs en ook weer één in Rusland. Ook die renners winnen wedstrijden, maar de topkoersen van seizoen 1992 zullen worden beheerst door coureurs, begena digd met het echte talent. Nu misschien beter; 13 Duitsers, 3 Bel gen, 2 Fransen - een hele verantwoorde lijkeheid naar de Duitse wielermarkt toe. Ampler, Kappes, De Wilde en Mark Madiot zijn de blikvangers. België Er is geen groot geld meer in de Belgi sche profwielrennerij. Vijf ploegen, waarvan één eigenlijk Nederland (Tu lip), drie voor de kermiskoersen (La Wil liam, Collstrop en Assur), en eentje op redelijk internationaal niveau (Lottoi, Histor stopte na zes jaar, evenals SEFB, Weinmann zette er na vier seizoenen een streep onder, Tonton Tapis loste na één jaar op in de combinatie met Italiaanse licentie GB-MG Boys. Het ging België wel voor de wind in de eendaagsen van 1991: 5 van de 12 WB- overwinningen. Maai- in de grote ronden stellen de Belgen nog steeds niks voor: 0 ritzeges in Vuelta en Giro, 1 in de Tour, 0 van Moser te verbeteren. Gepland tus sen Tour en WK. Millar en Forest ver trokken: Claveyrolat, Bezault. Lance en Collotti zijn nieuw. Bij RMO, dat vorig seizoen toch best scoorde met Touretappes en Parijs- Roubaix, is ook minder geld: van 19 naar 16 renners. Voor Claveyrolat, Mare en Yvon Madiot, Bouvatier en Brun kreeg kopman Charley Mottet slechts Pensee (na een mislukt Spaans avon tuur) en Vichot terug. Dezelfde vraagtekens, die achter het voortbestaan van RMO in 1993 worden geplaatst, kunnen achter Castorama. Ook ploegmanager Cyrille Guimard kan wel eens op zoek moeten naar nieuw kapitaal. Nu Laurent Fignon is wegge pest, Pascal Simon gestopt en hij ook niet meer beschikt over Riis, Garde en Vichot, kan Guimard zich volledig con centreren op Luc Leblanc. die Ruè, Bou vatier en Le Clerc als nieuwe ploeg maats verwelkomt. Niet alleen de beste Belgen, maar ook de beste Fransen fietsen elders: de Ma- die na vijfjaar zwerven in Frankrijk en België terug is bij ploegleider Boifava. Flavio Giupponi vertrok naar Marcato- ne, dat ook Emonds en Leali op de loon lijst plaatste. Ook Roger de Vlaeminck is terug in zijn tweede vaderland. Na Tonton vindt hij wellicht meer rust, inspiratie en talent in de Italo-Belga-mix van Chioccioli, Ballerini en Cipollini met Bomans, Goessens en Van Itterbeeck. MG-GB Boys biedt tevens onderdak aan twee Polen: hardijder Zenon Jaskula en de van hartklachten bevrijde ex-amateur regenboogtrui ('89) Joachim Halupczok. Spanje Spanje is het rijkste wielerland van het ogenblik. Het peloton van de onbegrens de mogelijkheden. Zes ploegen bij de top-25, vijf renners in de top-25, elf ploe gen totaal, totaalbudget 60 miljoen gul den, zo'n 200 profs, op Lemond (f3.3 mil joen per jaar) na de best betaalden (In- durain en Delgado, ieder f 2,3 miljoen per jaar). diots, Fignon, Jalabert, Bernard, Gayant, Roux, Louviot, De las Cuevas. Moreau, Philippot, een kwart van het aantal licentiehouders, 7 van de 17 Fran sen in de FICP top-100. Italië Italië telt vier grote Europese ploegen: Gatorade, Carrera. Ariostea, MG Boys- GB en zes kleinere voor de thuismarkt. Het driftigst roerde zich Gatorade, de sportlimonade van de jaren negentig. Aan geld geen gebrek. Van een super- coureur (Gianni Bugno) wellicht ook naar een superploeg. Twee Duitsers (Schur en Kummer) verdwenen, Italia nen als Giovannetii. Fidanza en Volpi bleven en er kwam heel wat bij: Laurent Fignon, Abelardo Rondon en Pello Ruiz-Cabestany (om Bugno naar een Tourzege te stuwen), Dirk de Wolf, Rudy Verdonck en Wim van Eynde (om ook in de klassiekers mee te spelen). Ook Carrera besloot kopman Claudio Chiappucci een 'luxe knecht' te schen ken: Stephan Roche, de onrustige Ier, Van de vijf internationaal opererende ploegen roerde Lotus Festina zich het meest. Deze ploeg (Hermans/Suyker- buyk) legde Kelly vast, alsmede Ri chard, Gianetti en Wegmller. Lotus is als een van de weinige topploegen van plan de drie grote ronden te gaan rijden. Ook ONCE, met Vuelta-winnaar Mel- chior Mauri, was actief. Het moest Mauri het viervoudige gaan betalen, maar er konden toch ook nog aardige vergoedin gen af voor Johan Bruyneel en Laurent Jalabert, de nummer twee in de WB- eindstand en dit jaar zeker toe aan de grote zege. Marino Lejarreta zegt aan zijn laatste seizoen te beginnen. Chozas vertrok naar Artiach (met Nijboer en Al fonso Gutierrez). Banesto-ploegleider Echavarri had het niet erg gevonden als Pedro Delgado zijn nadagen elders was gaan slijten: Mi guel Indurain heeft geen 24 karaats li vrei-knecht meer nodig. Maar de spon sor/bankdirecteur kan het zo goed vin den met 'Perico', dat hij hem nog grif Hennie Kuiper werd tot zijn verrassing ploegleider in Amerika. foto Cor Vos Facelift profwielersport geslaagd, maar de basis wankelt De profwielersport staat voor een van de meest cruciale seizoenen in de geschiedenis. Dit wordt een jaar om te overleven, vooral de 'klassieke' april maand belooft straks meedogenloos te zijn. In Nederland moet worden gezocht naar 30 miljoen nieuw wielerkapitaal, in Frankrijk bestaat behoefte aan 25 miljoen en in België moet voor 10 mil joen gulden (of meer) worden geïnves teerd, omdat er sponsors stoppen en ploegen verdwijnen. Kortom: de reno vatie van Hein Verbruggen, voorzitter van de internationale wielerorganisa tie, is nog lang niet voltooid. Mondialisering werd vijfjaar geleden hét modewoord, de FICP-ranglijsten en de wedstrijden-cyclus om de wereldbekers waren handige middelen om te werken aan de noodzakelijke face-lift van kalen der en peloton. Maar met die bijstelling alleen ben je er nog niet. Er wordt tegenwoordig meer 'om den brode' gekoerst dan ooit: in 1980 waren er nog maar 700 profs uit 15 landen, vorig jaar werden er 1064 licenties uitgegeven aan renners met 31 verschillende natio naliteiten. Dit jaar staan er meer dan 1100 renners als prof geregistreerd. In zoverre is de mondialisering geslaagd. Al geldt de kanttekening dat een groot deel van het succes is toe te schrijven aan het opengooien van de oostblokgrenzen: zo'n 70 renners uit de voormalige Sovjet- Unie. Polen en DDR zijn tegenwoordig beroeps. Ook de FICP-lijsten en het WB-klasse- ment zijn inmiddels ingeburgerd. Nie mand zal ooit begrijpen hoe de punten telling tot stand komt. maar het is aardig te weten dat Breukink op de wereldrang lijst nu 13e staat én Krajicek op de we reldranglijst tennis 24e. Een persoonlijke financiële waardemeter is de wereld ranglijst in ieder geval. En voor individu en sponsor is het altijd leuk als je aan het eind van het seizoen tot beste van het sei zoen kunt worden gekroond. Hoe nu verder?! Profwielersport bestaat, net als een aan tal andere takken van profsport-amuse- ment, bij de gratie van sponsoring. Het 'cyclisme' nog het meest van al, want daar wordt geen cent terugverdiend aan entreegelden. Een sponsor investeert, al dan niet via een meerjarenplan, krijgt daar niets concreets voor terug, kan al leen constateren of zijn naamsbekend heid stijgt. De respons valt in de praktijk overigens niet tegen: voor wie het goed doet, legt de wielersponsoring geen windeieren. Z- baas Roger Zannier zingt alle lof, ex-His- tor-sponsor Paul de Smedt is lyrisch over zes jaar sponsoring, bij Buckler zeggen ze midden in de roos te hebben gescho ten. Wielersport lijkt duur, maar is in ver houding een goedkope vorm van recla me, tenzij er grove tegenwerking is van de moderne media. De sponsors kunnen, kortom, tevreden zijn. Toch staan ze niet in de rij om de fakkel verder te dragen. En dat is voor menig werknemer in die (sport)bedrijf- stak een onrustige gedachte. Ook al is de profwielersport vanaf de jaren vijftig al vaker het doodsbed opgepraat. Er is een aantal redenen aan te voeren voor de knellende sponsormarkt in, met name de traditionele wielerlanden als Nederland. België en Frankrijk. Alleen in Italië en Spanje groeien de bomen nog tot in de hemel, net als in het voetbal. De oorzaken: 1. de wereldeconomie staat er niet te best voor, er wordt wereldwijd (even?) minder geld uitgegeven aan reclame. 2. 1992 is een jaar van grote tot zeer grote sportevenementen: Olympische Winter en Zomerspelen. pré-Olympische toer nooien. EK voetbal, alle aandacht voor Grand Slam-tennis; naar die absolute publiekstrekkers gaan momenteel de miljoenen. 3. wie uit reclame-oogpunt wil scoren moet de besten hebben, en die zijn er niet te veel. Zodat het beperkte aanbod de hoge prijs dikteert; de schaarse toppers kunnen salarissen vragen van 2 tot 3 mil joen gulden, bedragen die (bijna) alleen nog door Zuideuropese ploegen zijn op te brengen. Met name om die laatste reden ontstaat vanzelf de door Verbruggen c.s. zo gepro pageerde 'elite-kaste', de eredivisie met ploegen en renners, die garant staan voor spektakel, uitstraling en heroïek. Ploegen van tien mijoen gulden en meer. Gatorade, Banesto en ONCE - het AC Mi lan. Barcelona en Real Madrid van de wielersport- De focus op de topploegen. maar ook op de top-organisaties. De drie grote ronden en de twaalf wereldbekerwedstrijden, met als absolute uitschieters de Tour en het WK. Bij dat soort grote wedstrijden valt al het andere in het niet. Maar of dat nou helemaal de bedoeling is? Er is wel eens gezegd, dat de profwieler sport makkelijk zou kunnen volstaan met 200 coureurs, Dat de rest eigenlijk maar ballast is. Zoals de eerste divisie, de 'tweede nationale', in het voetbal ook minder serieus wordt genomen, er maar een beetje bijhangt. Iedere toeschou wer/organisator wil Bugno aan de start; Luca Gelfi interesseert hem niet. Kan zijn. maar de profwielersport is vooral ook gebaat bij continuteit. Want als er straks geen kleine ploegen meer zijn voor kleine renners, dan heeft de moeder van alle wielerveldslagen haar eigen kinderen opgegeten. Dan is de toch al steeds moeilijker overstap van ama teurs naar profs helemaal onmogelijk ge worden. Als 200 renners aan de top genoeg is, dient er, ondanks die superliga, ook werk te zijn voor de andere 900 modale prof coureurs. Als 10 miljoen gulden te veel is voor kandidaat-sponsor X, dan zal er op nationaal/regionaal niveau speelruimte moeten worden geschapen voor spon sors van 2 tot 5 miljoen. De kweekvijver van jonge profs, van nieuwe vedetten. van kampioenen in spé, mag niet achte loos worden gedempt. Daar ligt de grootste taak voor de UCI/ FICP in de laatste jaren van deze eeuw: de kar is in beweging gezet, maar nu is het zaak de gang er in te houden. Wie zijn basis verloochent geeft zijn eigen voort bestaan uit handen. De wielersport kan aiet zonder zijn helden, maar zonder ver liezers geen winnaars. Ook niet op de cri teriums en kermiskoersen, waar de volkssport zijn wortels vindt. Wellicht beleven we dit jaar de absolute wisseling van de wacht: een rol op het tweede plan voor Delgado/Fignon/Le- Mond/Roche. en overheersing op alle ge bied van Indurain/Bugno/Chiappucci/ Breukink. Maar ook dt kwartet zal nog deze eeuw vragen om nieuwe uitdagers. En die wor den niet klaargestoomd zonder de 'scho ling', zoals die tot voor kort nog bestond. Als er dit jaar in Nederland, België en Frankrijk 15 neo-profs emplooi hebben gevonden, is het veel. Grote ploegen vin den ze amper interessant (geen FICP- punten). kleine ploegen dreigen te ver dwijnen. Aandacht dus voor de kleine ploegen, in teressant genoeg voor 'tweede divisie'- renners, supporters en media, en dus nog steeds voor sponsors. Hein Verbruggen heeft de 'mondialisering' gebracht, maar aan hem én zijn opvolger bij de FICP, Werner Ghner, de schone taak daar nu ook nog een stuk 'regionalisering' in te rug te brengen.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1992 | | pagina 17