Renaissance in de wijnbouw PZC Toscane Het zaaien kan beginnen E-nummers van dierlijke herkomst H; Barbecue van harde baksteen weerstaat hoge temperaturen vrije tijd Riblap met Zeeuws spek en Brabantse Quadrupel oi ZATERDAG 22 FEBRUARI 199? 37 et Italiaanse woord fiasco .heeft twee betekenissen: mandfles en mislukking. Beide zijn jarenlang van toepassing geweest op Chianti, de bekendste wijn uit het gewest Toscane. De bolle, met stro omwikkelde fles, die leeg de obligate decoratie van Italiaanse restaurants vormt, is kenmerk en tegelijk karikatuur van deze wijn. De matige kwaliteit heeft Chianti zijn ongunstige imago bezorgd. I-Iuib Brand: „Wijn is voor veel Italianen iets vanzelfsprekends, waarvan de kwaliteit niet interessanter is dan die van verschillende merken benzine." foto Fotopersbureau Jos van Leeuwen In het gebied Chianti Classico, het tussen Florence en Siena ge legen hart van Toscane, is in de ja ren 70 een tweede renaissance be gonnen. Het heuvelland dat in de vijftiende eeuw de bakermat was van de vernieuwing in denken en kunstzinnig handelen die het ein de markeerde van de middeleeu wen in Zuid- en West-Europa, be leeft nu de wedergeboorte van de wijnbouw. Uit Chianti Classico - en ook uit andere delen van Tosca ne - komen sinds enkele jaren wij nen die de vergelijking met de be tere uit Bordeaux en Bourgondiè glansrijk kunnen doorstaan. Wijnschrijver en -importeur Huib Brand heeft meer dan tweehon derd wijnbedrijven in Toscane be zocht en ruim vierhonderd wijnen geproefd. In zijn boek 'De wijnen van Toscane' doet hij verslag van zijn bevindingen. Hij geeft toe dat zijn speurtochten door wat hij 'het mooiste wijngebied ter wereld' noemt en de glazen die hij daarbij heeft genuttigd, zijn smaak waar schijnlijk wel hebben beïnvloed. Brands stelling dat de beste Tos- caanse wijnen tot de beste ter we reld behoren, dient dan ook met die wetenschap te worden ver staan. Wie zijn neus in een glas Chianti Classico Isola e Olena steekt of een hoge Brunello di Montalcine drinkt, moet evenwel toegeven dat de schrijver niet al te zeer overdrijft. Briefjes Brand (50) is afkomstig uit Oostka- pelle. Na zijn examen aan het gym nasium in Middelburg ging hij Frans en algemene taalweten schap studeren in Leiden en daar is hij gebleven. In zijn vrije tijd - hij is vijftien jaar docent taalbeheer sing aan een lerarenopleiding ge weest - begon hij wat te liefhebbe ren in wijn. „Ach, hoe gaat zoiets", vertelt hij, je leest een paar boekjes en op vakantie koop je wat wijn. Dat be gon in Bourgondiè. Daar kon je aan het begin van de jaren zeven tig voor redelijke prijzen nog heel goede wijn kopen. Ik importeerde toen wat dozen witte Bourgogne. Het was de bedoeling dat een fami lielid die een slijterij had, de wijn zou verkopen. Maar dat lukte niet. Voor zijn klanten was die Bourgog ne te hoog gegrepen. Ik moest er toch vanaf. Daarom ben ik briefjes gaan rondsturen aan vrienden en bekenden. Zo ben ik doorgegaan: wijn importeren en door middel van mailings verkopen." Via-via kwamen Brands rond- schrijvens bij de redactie van NRC/Handelsblad terecht. Schrijf stijl en informatief karakter waren aanleiding hem te vragen een tweewekelijkse rubriek over drank te vullen. Brand: „Van het een kwam het ander. Dankzij die stuk jes kreeg ik uitnodigingen om deel te nemen aan wijnproeverijen en - reizen. Ik kon me er zo steeds meer in verdiepen." Die reizen voerden Brand steeds vaker naar Toscane en een jaar of zes geleden besloot hij gegevens te gaan verzamelen voor een boek over de wijnen van dit gewest. Hij dacht dat er wel een markt voor zou bestaan. Toscane is immers voor veel Nederlanders een popu laire vakantiebestemming en er worden volop interessante wijnen geproduceerd. Duur Italiaanse wijn van een behoorlijk niveau is - Brand geeft het toe - niet goedkoop. Dat heeft een paar oorzaken. Italië is nu eenmaal een duur land en bovendien beginnen Italianen zelf anders tegen wijn aan te kijken. Brand: „In Italië wordt veel aandacht besteed aan de kwaliteit van de ingrediënten waaruit een maaltijd bestaat. Wijn is voor veel Italianen echter iets vanzelfsprekends, waarvan de kwaliteit niet interessanter is dan die van verschillende merken ben zine. Dat is aan het veranderen. Ook al omdat Italianen zo langza merhand anders wijn beginnen te drinken. Ze waren gewend bij de middagmaaltijd een of twee liter lichte wijn te drinken en namen daarna uitgebreid de tijd om daar van te bekomen. Maar zo kun je als onderneming of overheidsinstel ling die op Europees niveau con tacten heeft niet werken. Buiten Italië wordt er geen genoegen mee genomen dat een bedrijf of een mi nisterie een groot deel van de mid dag niet bereikbaar is. Dus je ziet een verschuiving. De avondmaal tijd wordt belangrijker en daar wordt dan vaak een goede fles wijn bij gedronken." Zakelijk Brand is niet het type wijnschrij ver dat in vervoering raakt bij het proeven van hoge wijnen. Hij ge waagt niet van een verrukkelijk viooltjesboeket of de sensatie van bosaardbeitjes. Brand stelt nuch ter vast dat geur en smaak kruidig, fruitig of aards is. Even zakelijk is de informatie over de wijnbedrij ven: ligging, oppervlakte en sa menstelling van de aanplant. Brand heeft, soms uitvoerig, met de wijnboeren en bedrijfsleiders van grotere wijnfabrieken gepraat, zodat hij goed op de hoogte is van de produktietechnieken en de ma nier waarop de wijnbouwers zelf de toekomst van hun bedrijvenzien. Dat maakt 'De wijnen van Tosca ne' tot een boeiend boek en van zelfsprekend tot een verplichte gids voor wie in Toscane op de wijntoer gaat. Ben Jansen Hmb Brand: De wijnen van Toscane: uitgeverij Tutein Nolthenius, Amster dam: f 39,95. Niet alleen kinderen stoken graag een vuurtje, volwasse nen doen dat met even veel plezier. Als in de tuin een stookplaats ge maakt wordt waarop voedsel be reid kan worden, noemen we dat een barbecue. Dit is een term die van de Indianen afkomstig is: een rooster boven een houtvuur noe men zij 'barbacoa'. Het is in feite niets anders dan een in de buitenlucht opgestelde braadvoorziening. Je kunt er het best een plaats in de directe omge ving van het terras of de zitkuil voor kiezen, zodat je niet steeds een eind hoeft te lopen om je hapje op te halen. Metsel een barbecue liefst van harde baksteen; die kan zowel hoge temperaturen als weersomstandigheden trotseren. Afmetingen De afmetingen kunnen naar eigen inzicht bepaald worden, maar met een aantal dingen moet toch reke ning gehouden worden. Belangrijk is bijvoorbeeld de plaatsing van het ijzeren braadrooster. Een roos- terformaat van ca. 60 x 60 cm blijkt in de praktijk goed te voldoen. Bij grotere afmetingen kan een roos ter doorbuigen. Dan is het beter om twee kleine barbecues naast el kaar te metselen. Zowel houtskool als hout branden het best op een gesloten, vlakke bodem. Het is dan ook verstandig de barbecue tijdens de bouw met een te voorzien van een brander plaat: een plaat van gewapend be ton, minimaal 5 cm dik. De plaat ligt ongeveer 10 cm onder het af neembare braadrooster. Wanneer het rooster weggehaald wordt ont staat als vanzelf een soort open haard waarin, als het op een zo meravond wat fris wordt, een ge zellig houtvuur gestookt kan wor den. Maak het rooster na gebruik schoon en berg het ergens binnen op. Martien Hoogendijk Het zaaien van groente kan, zij het met enige zorg, nu al gebeuren; het snoeien van de druif mag echter niet te lang meer achterwege blijven. In de laatste dagen van fe bruari kun je als eigenaar van een moes/fruittuin (een rijk be zit) al weer de handen uit de mouwen steken. Er zijn zelfs smakelijke gewassen die je bin nenshuis al op de vensterbank kunt 'voortrekken', In de tuin moetje wel een platte bak met glasramen hebben om al zo vroeg in de tijd te gaan zaaien. Houd ook een aantal rietmatten achter de hand om de bak tegen toch nog plotseling invallende (nacht)vorst te be schermen. Dek daarmee ook de verticale kanten van de bak- (ken) af om de door de prille zon beschenen grond pp tempera tuur te houden. Meng die grond tevoren met ruige stalmest. Wie ergens in de buurt een boer kent, die boft: verse stalmest is een uitstekend mengsel om een lekker broeiende grond te ver krijgen, waarin de eerste sla- plantjes het goed zullen doen. Er kan ook nog compost door heen, maar die mag niet bevro ren zijn. In de koude kas zaaien stelt eveneens de eis van een goed voorbereide grond. Eind februa ri kan er, mits bij afwezigheid van vorst, al spinazie gezaaid worden. En ook het radijszaad kan de grond in. Zaai spinazie in rijen met een onderlinge afstand van ca. 15 cm: dit vergemakke lijkt het wieden van snel opko mend onkruid en het snijden van de eerste oogsten geeft dan ook minder problemen. Eind deze maand kan sla onder glas geplant of gezaaid worden. Vroeg groenten kweken kan ook onder plastic-tunnels. De folie wordt over beugels gespannen. Die beugels maakt een slimme dhz-tuinierder van goedkoop verkrijgbare elektriciteitsbuis, die je makkelijk halfrond kunt buigen. Zit het weer een beetje mee. de middagzon schijnt vriendelijk, laat de plantjes dan even luch ten (glas of plastic een tijdje open zetten). Daardoor wordt het jonge gewas ook een beetje 'gehard'. Vraag in het tuincentrum wel naar rassen die geschikt zijn voor deze vroege teelt. Wortel tjes en uien zaaien: met zaad dat- behandeld is met middelen te gen wortel-, resp. uienvlieg. An ders zijn de maden van deze in- sekten je vóór bij de consump tie. Op lichte grond met veel zon is het 't proberen waard spinazie te zaaien. Daar kun je, afhanke lijk van de winterse weergrillen, ook wel sterrekers of tuinkers aan de groei krijgen. Tuinbonen Tuinbonen kunnen best enkele graden vorst verdragen en tegen het eind van deze maand kun nen ze dan ook op lichte grond gezaaid worden. Dan houd je. als alles goed gaat, vroeg uit te zetten plantjes over. Hetzelfde geldt voor doperwtjes. Maar als je de nawinter niet zo vertrouwt, kweek dan eetbare gewassen op de vensterbank. Yoghurtbeker- tjes zijn daarvoor heel geschikt. Vul ze met goede grond. Stop in elk bekertje twee tuinbonen, zo'n 5 cm diep. Laat de uitgroeiende plantjes niet te ver doorschieten. Zet ze in een koel, maar licht vertrek, waar ze afharden. Eind maart of in die buurt kun je dan buiten uitplanten. Spreid bij het zaaien of planten de oogstperiode, zo dat je niet dagen achtereen de zelfde kost hoeft te eten. Met een diepvrieskist, die iedereen, en zeker een tuinierder, in huis be hoort te hebben, kun je overi gens de zelf geoogste groenten en fruitjes over perioden van da gen en zelfs weken verdelen. Zaaigoed zoals marjolein, Oost- Indische kers en dergelijke kun je ook binnenshuis, in het licht opkweken. Met tomaten kun je beter nog even wachten. Ze ne men in de tuin trouwens veel ruimte in beslag. Bij droog en windstil weer kun nen fruitbomen met vrucht- boomcarbolineum bespoten worden. Maar combineer die be handeling liever niet met de wintersnoei, want de spuitvloei- stof kan schade veroorzaken aan de snoeiwonden. Vormsnoei is deze maand ook uitvoerbaar, evenals het verede len van steenvruchtbomen, waarbij de saptoevoer eerder op gang komt dan bij bomen die pitvruchten opbrengen. Frans Wegman Een Zeeuws-Brabantse culinaire creatie met het nieuwste bier van de Paters Trappisten van Tilburg. foto Rien van Reems Slagers. vishandelaren, groentelieden en restau ranthouders merken allemaal dat de belangstelling voor eten en drinken de laatste tijd sterk is toegenomen. De consument toont niet alleen interesse in de vele vormen waarin voedsel wordt aangeboden maar blijkt ook in toenemende mate te let ten op kwaliteit. De organisatie van toprestau rants Relais Chateaux sig naleert zelfs het begin van een echte eetcultuur in Nederland. At vroeger het gros van onze landgenoten louter om in leven te blijven zonder zich iets gele gen te laten liggen aan smaak en presentatie, nu zien we de groep mensen die de tijd neemt om van het eten te genieten ge staag groter worden. De producenten en restaura teurs spelen in op deze ten dens. Rond eten en drinken worden in toenemende mate. gezellige en leerzame evene menten georganiseerd. Kook scholen rijzen als paddestoelen uit de grond, restaurants pre senteren arrangementen met vaak educatieve aspecten, amateurkookclubs zijn in en winkelbedrijven organiseren demonstraties waarbij zij zo wel amateurs als professionele koks inschakelen. Bier Deze ontwikkeling lpopt paral lel met de ontwikkeling van de Nederlandse biercultuur. De tijd dat bier voor iedereen het zelfde was als een pilsje ligt al lang achter ons. Ook de grote brouwerijen zien in dat de mo nocultuur van de pils verleden tijd is en komen met speciaal- bierep die vragen om met aan dacht te worden gedegusteerd. Deze bijzondere bieren staan op gelijk niveau met wijn en we zien dat nu ook in Nederland gerenommeerde restaurants bier in de keuken verwerken. Het volgende recept is er een voorbeeld van dat bier en gast ronomie goed samengaan. Het getuigt bovendien van de har monieuze samensmelting van regionale eet- en drinkculturen die we met grote tevredenheid signaleren, want Zeeuws spek en Brabants bier doen het heel goed samen. Wie het nieuwe Quadrupel van de paters Trap pisten van Tilburg niet kan krijgen, kan als vervanging een Trappist Rochefort van tien graden of een Abt van Westvle- teren pakken. Riblap met Zeeuws spek en Brabantse Quadrupel Ingrediënten: 600 gram riblap, 3 grote uien, 3 winterwortels, 2 struiken bleekselderij. 3 teen tjes knoflook. 1 glas cognac, 2 flesjes Quadrupel, 200 gram Zeeuws spek. 1 doosje cham pignons. een snufje tijm, 60 gram boter en 60 gram bloem, peper, zout en wat olie en boter om te braden. Bereiding: Snij het Zeeuws spek, de wortels, uien, de teen tjes knoflook en bleekselderij in heel kleine stukjes. Doe de stukjes spek in een braadpan en laat ze op een laag pitje uit hakken. Schep de spekjes uit de pan en houd ze apart. Doe wat boter en olie bij het vet, laat het mengsel weer heet wor den en braad dan de riblappen nadat u ze hebt gekruid met pe per en zout aan beide kanten bruin. Blus af met de cognac en steek de cognac aan met een lu cifer (flamberen). Giet het bier bij het vlees en strooi de blok jes groente er overheen, doe een deksel op de pan en laat het gerecht zachtjes sudderen. Snijd de met keukenpapier schoongewreven champignons in vieren en doe ze na een uur bij het vlees en strooi er ook de spekjes over. Prak de bloem door de boter en roer die door de saus van het vlees, strooi een snufje tijm over het gerecht en laat alles nog een half uur zachtjes sud deren. Serveer het vlees met gekookte aardappelen en ge mengde salade en schenk er een glas Trappist bij. Rien van Reems Steeds vaker wordt het Voorlichtingsbureau voor de Voeding benaderd door mensen, die willen weten in welke produkten hulpstoffen van dierlijke herkomst zijn verwerkt. De belangstelling voor het gebruik van dierlijke ingrediënten in produkten kan voortkomen uit het goede streven naar verstandig eten, maar heeft soms ook te maken met het volgen van een dieet of eventueel religie. )f in een produkt een hulpstof van dierlijke herkomst is ge bruikt, is in een enkel geval af te leiden uit de ingrediëntendeclara tie. Op de verpakking wordt bij voorbeeld aangegeven dat var kensvlees of dierlijke vetten als in grediënt zijn gebruikt. In dat geval weet de consument meteen waar hij aan toe is. De herkomst van een produkt is* voor de gebruiker moeilijker te achterhalen als hulpstoffen of E- nummers worden vermeld. E-num mers (van Europese Gemeen schap) worden toegekend aan hulpstoffen of additieven die ge toetst zijn op onschadelijkheid en die in alle EG-landen zijn toege staan. We kennen onder meer de volgen de soorten hulpstoffen: Kleurstoffen worden gebruikt voor het kleuren van levensmid delen. Emulgatoren maken het moge lijk vet en water te vermengen tot één geheel. Stabilisatoren zorgen ervoor dat gemengde stoffen gemengd blij ven. Smaakversterkers doen de smaak beter uitkomen. Verdikkingsmiddelen maken een produkt steviger (een soort bindmiddel). Een aantal hulpstoffen is zeker van dierlijke herkomst. Andere hulp stoffen zijn meestal niet van dierlij ke afkomst. Van een gedeelte is echter niet uit te sluiten dat ze ge deeltelijk uit dierlijke grondstof fen zijn bereid. De volgende hulp stoffen kunnen van dierlijke her komst zijn: E 101 ribovlavine (vitamine B2); komt van nature veel voor in gist, melk, eieren, lever en blad groenten. Wordt ook synthetisch bereid. E 101 een kleurstof. E 120 cochenille; afkomstig uit vrouwelijke cochenille schildlui zen, wordt gebruikt als kleurstof. E 322 lechithine is afkomstig uit sojazaden en soms uit eidooiers en is een emulgator/stabilisator. E 422 glycerol, een verdikkings middel/zoetstof E 470 t/m E 475, E 477. E481 t/mE 483. Deze worden gebruikt als emulgatoren/stabilisatoren. E 485 gelatine. Procedure Er zijn ook hulpstoffen die al wel in een of meer EG-landen zijn toege staan. maar waarvoor de toela tingsprocedure nog niet is afge rond. Aan deze produkten is nog geen E-nummer toegekend. Num mers die van dierlijke herkomst kunnen zijn: 430. 431. 435,436. 442.476.478.491 t/m 495. Zij worden als emulgato ren gebruikt. 542 beendermeelfosfaat en 570 t/m 573 die als anti-klonter middelen worden gebruikt. 630 t/m 633 zijn smaakverster kers uit vlees. 904 schellak wordt als glansmid del en coating gebruikt. 921 is een meel verbeteraar, die zorgt voor een gelijkmatiger kruim in brood. Patricia Schutte De auteur is als diëtiste verbonden aan het Voorlichtingsbureau Voeding

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1992 | | pagina 37