Italië zit vast in eigen geschiedenis De commercie slaat toe in Moskou Een bokkig land reportage zaterdag 22 februari 1992 29 President Cossiga. Het geloof in de democratie blijkt ook uit het feit dat de PCI samen met de PSI en de christendemocratische DC een nationale regering vormde die de nieuwe grondwet moest voorbereiden. In 1946 werd door een referendum de monarchie ingeruild voor een republiek en behaalden de com munisten bij de gelijktijdige verkiezingen bijna 20 procent van de stemmen. De PSI had een even grote electorale aanhang als de PCI, maar wist nooit de massa aan zich te binden en haar stempel op de politiek te drukken. De partij bleef echter tot 1956 een trouwe partner van de PCI. De DC haalde 35 procent van de stemmen en werd de grootste partij van het land. Italië was al direct na de oorlog verdeeld in twee blokken: een christendemocra tisch en een communistisch-socialistisch. De 'overwinnaars' ontworpen een grond wet die de basis vormde voor de 'Eerste Republiek'. Belangrijk was dat zowel de DC als de PCI een voorkeur hadden voor een zwakke regering. De DC omdat ze nog steeds de staat wantrouwde en meer waarde hechtte aan de ontwikkeling van (katholieke) maatschappelijke organisa ties. die al onder het fascisme tot bloei wa ren gekomen. De communisten deelden deze voorkeur en wilden bovenal een sterk parlement, omdat ze voorzagen dat rege ringsdeelname niet snel te realiseren zou zijn. Koude Oorlog Zo ontwikkelden zich twee parallelle cul turen in de ruimste zin van het woord. Elk had een eigen netwerk van organisaties en belangengroepen. De DC. ondanks de ge spannen relatie met het kapitalisme en haar streven de katholieke massa's aan zich te binden, werd door het ontbreken van een (sterke) liberale of conservatieve partij ook de partij van de werkgevers. In de periode van de wederopbouw werd de DC eigenlijk vanzelfsprekend de leidende Mussolini. politieke groepering. De Koude Oorlog bezegelde dit 'lot'. De Amerikanen kozen de DC als partner in wat gezien werd als een 'verhoogd-risico-land'. Italië werd aan de ideologische ketting gelegd. Het uitbreken van de Koude Oorlog beze gelde ook het lot van de communistische partij. Ze werd al in 1947 uit de grondwet- makende regering gezet en zou, ondanks dat ze de tweede partij van het land zou blijven, nooit meer in een nationale rege ring terugkeren. Deze omstandigheid Aldo Moro. heeft van Italië een - zoal Cossiga het uit drukt - 'niet normaal' land gemaakt. De PCI was tegen de Navo en de Marshall hulp en bleef lange tijd georiënteerd op de Sovjetunie. Het vasthouden door Togliat- ti aan het stalinisme was voor de PCI een enorme handicap. De PCI bleef hopen op een socialistisch paradijs, maar de erva ringen uit de Tweede Wereldoorlog en het feit dat ze volop had meegewerkt aan de vorming van de republiek en haar grond wet. maakten dat de PCI niet de 'anti-sys- teem-partij' was waarvoor de Amerikanen en de DC haar graag versleten De DC, een bonte verzameling van belan gengroepen en stromingen, regeerde onaf gebroken het land, maar altijd samen met kleinere partijen. Ze presenteerde zich als de partij van het centrum die welvaart, rust en stabiliteit garandeerde. Haar poli tiek was gericht op een belangrijk doel: voorkomen dat de PCI een dominante po sitie verovert in het politieke systeem. Zelfs katholieke historici zijn het erover eens dat de PCI voor de DC van vitaal be lang was: als ze niet had bestaan, zou de DC haar hebben uitgevonden, zegt Baget Bozzo. Machtscentra De DC wist haar doel te bereiken dankzij het feit dat zij in zekere zin de staat was. Door het het geven van subsidies, aanbe stedingen en andere gunsten werden gro te delen van het electoraat aan de partij gebonden. Dit 'clientèle-systeem' groeide buitenproportioneel naarmate de staat belangrijker werd in de economie. Talloze machtscentra ontwikkelden zich zo rond christendemocratische politici. De partijen die in een regeringscoalitie met de DC belandden, kregen op hun beurt een stuk van de taart en werden op permachtig. Dit geldt bij uitstek voor de socialistische PSI, die in 1963 in de rege ring kwam. Zij ontwikkelde zich tot een kleinere copie van de DC. De PCI, ondanks de geleidelijke verwijde ring van Moskou en de ontwikkeling van het Eurocommunisme van partijsecreta ris Berlinguer, bleef aan de zijlijn staan. Wel kwam het steeds vaker voor dat wet ten werden aangenomen met steun van de PCI. In 1978 - de PCI was electoraal de DC gevaarlijk dicht genaderd - zou de eerste regering worden gevormd die de steun had van de PCI (maar geen communisti sche ministers bevatte). De partij had zich van haar goede kant laten zien door zich voor het Navo-lidmaatschap uit te spre ken en een 'hard' standpunt in te nemen ten opzichte van het terrorisme. De moord door de Rode Brigades op de architect van dit 'historisch compromis', de chris tendemocratische partijleider Aldo Moro, maakte echter aan deze 'opening naar links' voortijdig een einde. Het terrorisme en een economische crisis die gepaard ging met grote arbeidsonlusten, vertroe belden de politiek. De DC ging door met het vormen van regeringen met de kleine partijen en de PCI bleef de oppositieban- ken bezetten. Failliet Italië zou waarschijnlijk tot in het einde der dagen door zijn gegaan op de ingesla gen weg als niet Gorbatsjov had besloten tot zijn hervormingsprogramma. De PCI raakte in een identiteitscrisis toen het communisme in het Oostblok failliet werd verklaard. Partijleider Occhetto besloot met tranen in de ogen tot de 'grote om wenteling' en vorig jaar zwoer de PCI het communisme af en transformeerde zich zelf in de PDS (Democratische Partij van Links). Maar met de val van de Berlijnse muur kwam ook het hele Italiaanse sys teem ter discussie. Zonder PCI was de heerschappij van christendemo-craten en socialisten immers niet meer legitiem te noemen. Italië is nu in een situatie terechtgekomen waarin het - misschien wel voor het eerst in zijn geschiedenis - zelf zijn politieke lot moet bepalen. Men discussieert over een nieuwe staatsvorm, maar maakt ook de balans op van 45 jaar koude oorlog. De le den van de Italiaanse 'nomenklatoura' zijn in de beklaagdenbank terechtgeko men. Het binnenlandse communistische 'gevaar' is bezworen, maar tegen welke prijs Het 'partitocratische systeem' heeft in al die jaren een eindeloze rij schandalen geproduceerd en een hoop geld gekost waardoor Italië opgezadeld zit met een staatsschuld van meer dan 2 biljoen gulden. De maffia, die tenslotte de meest perverse consequentie is van het clientèle-systeem, floreert als nooit tevo ren. Maar de vraag is ook met welke middelen de DC haar machtspositie'heeft verde digd. Het is bekend dat Italië aan de lei band heeft gelopen van de Verenigde Sta ten en dat de CIA zich even makkelijk in Italië bewoog als in het eigen land. Wat is de rol geweest van de inlichtingendien sten en anti-communistische organisaties als de P2 en Gladio Hebben zij de hand gehad in terroristische aanslagen die het land uit evenwicht moesten brengen Of hebben zij een rol gespeeld in de ontvoe ring van Aldo Moro Er zijn duizenden vragen die al jaren om een antwoord vra gen. Beerput Maar in tegenstelling tot het voormalige Oostblok blijft de Italiaanse beerput keu rig gesloten. Documenten uit de archie ven van KGB komen vrij en terecht krijgt men meer zicht op het handelen van de PCI direct na de oorlog, maar alle opwin ding er omheen lijkt vooral verband te houden met de verkiezingen van 5 april. Deze zijn nu al bestempeld als de eerste vnje verkiezingen' en staan in het teken van de hervorming van het vastgelopen Italiaanse systeem. Cossiga pleit voor de vorming van een 'Tweede Republiek'. Als hij zegt: „Ik her haal wat alle partijen tegen mij verteld hebben, namelijk dat de grondwet te ver beteren is en de politieke spelregels moe ten veranderen", dan heeft hij geen onge lijk. Alle politici pleiten voor staatkundi ge hervormingen, maar houden ze in de praktijk tegen uit angst hun machtsposi tie te verliezen. Op de manier waarop Cos siga de dingen zegt, is kritiek uit te oefe nen en ook zijn er vraagtekens te zetten bij zijn motivatie. Maar een ding lijkt zeker: Cossiga heeft begrepen dat de Koude Oor log is afgelopen en dat ook Italië zijn muur moet afbreken. De vraag is wie daarvoor het lef heeft. Eelco van der Linden Italië praat over zijn verleden, zoals het dat eigenlijk altijd gedaan heeft. Aan het einde van de vorige en het begin van deze eeuw werd de politieke discussie overheerst door de vraag wie zich de erfge namen mochten noemen van degenen die met veel pijn en moeite, in 1860, de lappen deken van staatjes hadden weten om te vormen tot een nationale staat. Italië, eeuwenlang de speelbal van de gro te Europese mogendheden en gehandi capt doordat eenzesde van zijn territo rium bestond uit de pauselijke staat, zocht naar een identiteit. Een gevleugelde en meer dan ware uitspraak was: 'Italië is gemaakt, nu de Italianen nog'. Dit proces is nog steeds gaande, ook al mag het niet hardop worden gezegd: een eindexame nopdracht getiteld 'Het Italiaanse volk bestaat niet' leidde onlangs tot verbolgen heid bij de minister van onderwijs en werd geschrapt. De enige serieuze poging het land op een nationalistisch spoor te zetten, is van Mussolini. Met vertoon van macht en inti midatie weliswaar-. Het fascisme was het antwoord op een sinds de onafhankelijk heid voortdurende politieke instabiliteit. Zwak leiderschap, corruptie en sociale on rust kenmerkten de eerste decennia van de constitutionele monarchie. Belangrijk ste fenomeen was het politiek 'ontwaken' van de massa's en de snelle groei, vooral na de Eerste Wereldoorlog, van een mili tant socialisme. Mussolini, tot 1Ö14 zelf socialist, gebruikte Italië's optreden in de Eerste Wereldoor log en eenmaal aan de macht het roemrij ke Romeinse verleden om een identiteit te verschaffen aan de bokkige natie. Bokkig vooral omdat ze bestond uit katholieken en socialisten, die beiden weinig met de nieuwe staat ophadden. De socialisten ke ken na de Russische revolutie van 1917 steeds meer richting Moskou en predikten de proletarische revolutie. Mussolini wist uiteindelijk de macht te grijpen dankzij de steun van de oude liberale partijen, het koningshuis en de Katholieke Kerk, die alle in het socialisme een groter gevaar za gen dan in het fascisme. Spook Angst voor het socialisme en het commu nisme loopt als een rode draad door de Ita liaanse geschiedenis. Het bepaalde voor een belangrijk deel de machtsovername van Mussolini, maar zou ook na de Twee de Wereldoorlog de politiek blijven beïn vloeden. Dat Italië nog steeds worstelt met het 'communistische spook' blijkt ook uit de discussie die nu gaande is over Palmiro Togliatti, een van de 'historische' leiders van de PCI die een groot deel van zijn ballingschap (1926-1944) in Moskou doorbracht. Uit de Russische archieven is een brief uit 1943 tevoorschijn gekomen waarin Togliatti antwoordt op een ver zoek van een partijgenoot iets te doen voor de duizenden Italiaanse soldaten die bij de inval in Rusland gevangen waren genomen en bij bosjes stierven in de ge vangenkampen van Stalin. Togliatti wei gert dit en schrijft dat de strijd tegen het nazisme en het fascisme belangrijker is dan het lot van de soldaten. Voor de regeringspartijen, de door hen be heerste media en met name president Cossiga was dit aanleiding om Togliatti als een cynische moordenaar en verrader af te schilderen. Het was echter zonne klaar dat deze reactie diende om de voor malige PCI (nu PDS) vlak voor de verkie zingen in diskrediet te brengen. Het defi nitieve bewijs hiervoor kwam toen bleek dat de brief op talloze punten was veran derd teneinde Togliatti wreder en onmen selijker te doen overkomen. De schrijver en ex-partizaan (maar anti-communist) Giorgio Bocca hekelde het opportunisme van de huidige politieke klasse en onder streepte dat uiteindelijk Mussolini 200.000 Italianen naar het Oostfront stuurde en niet Togliatti. Erfgenamen De kiem van deze gespannen relatie tus sen de verschillende politieke partijen ligt overigens juist in wat er in die oorlog en de eerste jaren daarna in Italië gebeurde. Vanaf de herfst van 1943 vocht een uiterst gemengde verzetsbeweging tegen de Duitse troepen en de Italiaanse fascisten. Het verzet werd georganiseerd door de po litieke partijen: de commnistische PCI; de socialistische PSI en de christende-mo- crat.ische DC. Na een burgeroorlog van twintig maanden personificeerden deze partijen het democratische Italië. Na 20 jaar fascisme en 85 jaar na de Italiaanse eenwording, werden zij bestempeld als de echte erfgenamen van de Risorgimento (eenwordingsproces). Italië wilde met een schone lei beginnen, maar de grote ver schillen tussen de overwinnaars en het feit dat de vroeger zo verafschuwde commu nisten de helden van het verzet waren, tor pedeerden dit streven snel. De PCI was in 1921 ontstaan uit de groep die zich had afgescheiden van de PSI en stond onder leiding van Antonio Gramsci en Palmiro Togliatti. De PCI werd echter door het fascistische regime verboden, Gramsci belandde in de gevangenis (waar hij in 1937 zou sterven) en Togliatti week uit naar het buitenland en werd 'de facto' de leider van de PCI. De partij veranderde door de oorlog en haar leidende rol in het verzet van een kleine clandestiene bewe ging van samenzweerders in een moderne massapartij. Compromissen Togliatti was de onbetwiste architect van deze transformatie. Hij genoot groot aan zien en profiteerde van de overwinnaar- status van de Sovjetunie. Zonder te bre ken met het stalinisme, sloeg hij de weg in die Gramsci had uitgedacht: een geleide lijke en eigen Italiaanse weg naar het so cialisme, die te bereiken was door com promissen te sluiten binnnen een nieuw democratisch Italië. Aan het einde van 1945 telde de PCI al 2 miljoen leden. Italië leeft in het verleden. In geen ander Westeuropees land drukt de geschiedenis zo'n zwaar stempel op de politiek. Dezer dagen gaan de belangrijkste discussies over de Tweede Wereldoorlog, de communistische leider Togliatti, de Koude Oorlog en de nooit opgehelderde terroristische aanslagen. President Cossiga is de grote animator. Tegen zijn zin, want hij wil juist dat Italië eindelijk het verleden van zich afschudt en het oog op morgen richt. De president wil dat er een einde komt aan wat hij een 'Breznjeviaanse stagnatie' noemt. Cossiga zegt ook: „Ik speel de zot omdat het land daar behoefte aan heeft. Ik geef toe dat als een president in een normaal land zou doen wat ik doe, ze hem al lang de laan hadden uitgestuurd." Waarom is Italië geen normaal land Waarom zit het verstrikt in zijn ëigen geschiedenis Het monument van koning Victor Emanuel II, symbool van de Italiaanse eenheid. Aan het slot van ons gesprek vraagt Joeri Rostov wat ik van het programma vind. Ik aarzel geen moment. Jullie praten veel te snel. Ook Russische kijkers klagen dat ze dit tempo niet kunnen volgen. Rostov legt uit dat hij en zijn mede presentatoren van het Russische tv-journaal Vjesti (Nieuws) een snel programma willen. Net als CNN, zegt hij. Ik werp tegen dat het afraffelen van zinnen geen vaart, maar onverstaanbaarheid in het programma brengt. Een paar weken later praten ze bij Vjes ti weer 'gewoon'. Ook de eigen com mentaren, waarmee de presentatoren de beelden aan elkaar lassen, zijn terug. „Erg hë, kijkers, geen melk te krijgen in Briansk. Ook heel erg is, dat in Voronezj een partijfunctionaris...", etc. etc. Zo weet ik dat nieuwslezeres Sorokina kinderen heeft. En dat Rostov vindt dat hij met amateurs moet samenwerken (commentaartje als voor de zoveelste keer beeld en gesproken tekst niet met elkaar overeenstemmen Maar het is allemaal weer prima te volgen. Zou Vjesti vanwege mijn collegiale advies van de 'CNN-formule' zijn afgestapt? Ik heb het nooit nagevraagd bij Rostov. Mis schien had dat moeten gebeuren, bedenk ik me nu. Waarom? Omdat de 'vrije markt' ook in de informatie-industrie genadeloos heeft toegeslagen. Voor wat, hoort wat. Of het nu om een advies, een telefoonnummer of een interview gaat. De kerngeleerde van een gerenommeerd instituut vraagt 300 dollar voor een foto en 1000 dollar per uit te zenden minuut tv-reportage. Zegt hij. Het geld moet vier weken na datum op een Zwitserse bankrekening worden gestort. Een staflid van een ander, niet minder ge renommeerd instituut, verzekert dat zijn 'uitstekende contacten' de hermetisch ge sloten poorten van het kernwapencen trum Arzamas 16 voor enig journalistiek onderzoek op een kier kunnen krijgen. „Dat kost u slechts honderdduizend dol lar", zegt hij bescheiden. Vjatjeslav Polo sin, priester, lid van de parlementaire on derzoekscommissie naar de KGB en de geheime partij-archieven, is niet te be roerd om informatie te geven over de KGB-mollen in de orthodoxe kerk. „Oh. wacht even, dit document heb ik al een Italiaanse krant beloofd. Ik kan ook wel iets over Nederland voor u vinden", zegt hij tegen een collega. De eerwaarde stopt, na terloops te hebben geïnformeerd naar het honorarium voor een eigenhandig ge schreven artikel, de enveloppe met 175 dollar ongezien in de zak. Een collega ver trekt met een pak kopieën. De bekende econoom Pavel Boenitsj beantwoordt mijn verzoek om een interview met 'hoe veel'. In roebels of in harde valuta, is de tegenvraag. Roebels die betaal ik, als u me met rust laat, luidt de repliek. Neem het onze Russische bronnen kwa lijk Ze worden bestookt door, zeker naar hun maatstaven, van het geld bulkende primeurjagers. Het resultaat is wel. dat het maken van een interview-afspraak zo langzamerhand tot kunst is verheven. Vandaar misschien dat het onafhankelij ke persagentschap Interfax aanbiedt om, tegen betaling uiteraard, te bemiddelen. Wat kost Roetskoi me, vraag ik de econo misch directeur. Tweeduizend dollar, zegt hij, inclusief de tolk en het uittypen van de geluidsband. Ik heb alleen de bemidde ling nodig. Hij: „Dat maakt niet uit. Zon der tolk en typwerk kost het ook tweedui zend dollar." Interfax verzekert dat de geïnterviewde niet wordt betaald. De vice-president moet echter in prijs zijn gestegen. Een half jaar geleden wist een televisiecollega hem nog te strikken voor een doos echt Hol landse jenever. Hans Geleijnse Standbeeld van Marcus Aurelius in het midden van het Capitool Plein in Rome. Triomfboog van Septimius Severus.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1992 | | pagina 29