De goldrush duurt voort Werkt Abu Nidal voor Israël PZC Zoeken in de blubber reportage Winkelen ZATERDAG 22 FEBRUARI 1992 2 7 De eeuw van de grote goldrushes ligt ver achter ons. Maar de goudvelden die ooit tienduizenden avonturiers aantrokken, zijn er nog. Over de hele wereld verspreid. Op enkele wordt nog altijd op kleine schaal goud gewonnen. En vrijwel allemaal trekken ze nog gelukzoekers die hopen dat er wat over het hoofd is gezien. Onder de rook van Rotterdam troffen we een Nederlands stel met een passie voor het goudzoeken. Stoere mannen in versleten jeans, fysieke ontberingen, lynch- en knokpartijen: als er één wereldje hard en wetteloos is ge weest, dan is het wel dat van de goudzoekers. De eerste goldrush mag alweer bijna anderhalve eeuw voorbij zijn, het ruige image zijn de goudzoekers nooit meer kwijtge raakt. De huidige generatie be staat uit een gezelschap avontu riers dat de wereld rondreist op zoek naar het edele metaal. Ze kamperen veelal in de wildernis, hebben nog steeds een dolk op zak om zich de beren van het lijf te hou den en maken kampvuurtjes tegen de muggen. Eén ding hebben ze ge meen: wie eenmaal een klompje vindt, raakt gegarandeerd in de ban van het goud. Koos Schoenmaker en Herma de Kreek uit Klaaswaal zijn voor zover ze weten, Nederlands enige twee goüdzoekers. Sinds zes jaar spitten ze her en der rivieren na. Tot dusver tweemaal Oostenrijk, Canada, Finland, Zweden, Frank rijk en Duitsland. Dit jaar reizen ze af naar de Schotse Hooglanden. „Je raakt eraan verslingerd. Elke vakantie gaan we op zoek", zeggen Hun belangstelling werd gewekt, toen ze zes jaar geleden een adver tentie zagen waarin melding werd gemaakt van de wereldkampioen schappen goudwassen in Oosten rijk. „We waren op zoek naar iets leuks voor onze vakantie en dit leek ons wel wat", leggen ze uit. Nu, zes jaar later, doen ze jaarlijks mee aan de kampioenschappen, die ditmaal begin september zul len worden gehouden in het Schot se Leadhills en Wanlockhead. „Wij zijn meestal de enige Nederlanders die meedoen", zeggen Herma en Koos. „Er zijn soms wat gelegen heidswassers die het eens willen proberen maar daarmee houdt de Nederlandse deelname wel op." Verknocht Het eerste jaar deed alleen Koos mee, een jaar later besloot ook Herma zich aan te melden. Inmid dels zijn ze verknocht aan het goud. Goudwassen doen ze voor de lol, goudzoeken is een ander ver haal. Zodra de twee Klaaswalers bij een daarvoor geschikte rivier arriveren, gaan ze zoeken. „Het is een sport, het hoort erbij. Zoals an deren meteen gaan vissen of een bergwandeling maken, zo gaan wij op zoek naar goud. We weten waar we moeten zoeken. Je hebt kennis van de geologie van een bepaald gebied. En echt, overal is goud te vinden. Mits je weet hoe de rivier oorspronkelijk heeft gestroomd, want daar ligt het goud. Als je dat niet weet, zit je eigenlijk altijd maar een beetje te tobben in wat bagger en andere troep en het eni ge dat je uiteindelijk vindt, is wat stofgoud." De twee Nederlanders hebben in de loop der jaren al aardig wat goud bijeen gesprokkeld. De goud deeltjes worden thuis bewaard in stofvrije buisjes. Veelal minuscule klompjes maar ook bonkjes die groot genoeg zijn om aan een ket ting te hangen. „Je hebt zo voor een paar duizend gulden goud in je handen", zegt Koos. Veel daarvan is overigens te dan ken aan de kampioenschappen, waarbij het de kunst is om in zo weinig mogelijk tijd zoveel moge lijk goud te vinden. „Je krijgt twin tig minuten de tijd om een emmer blubber uit te wassen van een kilo of tien tot twintig. Die zit vol met stenen en een paar hele kleine klompjes goud, ongeveer zo groot als een ballpointpunt. Met een spe ciale techniek van wassen moet- je die stukjes eruitzien te halen. Voor elk stukje dat je verliest, krijg je strafminuten. Maar alles dat je vindt, mag je na de wedstrijd mee naar huis nemen." Eldorado Echte goudzoekers trekken ook nu nog naar het Canadese en Ameri kaanse landschap, waar in 1848 een stormloop werd ontketend toen in Californië goud was ont dekt. De jaren daarna trokken ruim een kwart miljoen mannen naar dit 'Eldorado', waar ze voor maar liefst tweehonderd miljoen dollar aan goud opdolven. Ook Au stralië heeft goldrushes gekend op gebieden waar in de vorige eeuw rijke vondsten zijn gedaan. Herma en Koos zijn tot nu toe tweemaal naar Canada gegaan, waai- ze in de Klondike-rivier hun geluk beproefden. „In Canada kun je als buitenlander een claim ne men. kostje tien dollar. Het lands- bureau wijst je vervolgens een nummer en een stuk gebied toe. Je zetje nummer in de grond, je doet zes passen naar links en zes naar rechts en alles dat loodrecht op dat nummer staat, is van jou. Dat kan een gebied zijn zo lang als Neder land maar zo breed als zes maal dertig centimeter. Dat is jouw claim en zo kun je er tien of hon derd naast elkaar hebben. Elk jaar betaal je voor iedere claim die je hebt-, tien dollar plus een soort mi lieubelasting van zestig dollar voor het gebruik van het natuur- water." „Vervolgens haal je met een bull dozer alle bomen weg op dat ter rein en probeer je erachter te ko men hoe de rivier oorspronkelijk heeft gestroomd, want dat is de plek waai- het goud ligt. En nog be hoorlijk veel ook." In de jaren twintig werd hier dank zij enorme machines gemiddeld per dag 21 kilo aan goud gevonden, maar door de machine werd even zo veel weer teruggegooid in de steenhopen: „Daar vind je ook nu nog de grote bonken, want die gin gen per ongeluk mee met de grote stnen. De grootste die ooit in Cana da is gevonden, weegt 21,8 kilo. In Normandië is ooit een klomp ge vonden van ruim een kilo. Dan ben je wel meteen binnen." Spierballen Kennis van de geologie, laarzen en een speciale goudwasserspan. Dat is alles datje volgens Koos en Her ma nodig hebt, „En spierballen om de grote stenen in de rivier te ver wijderen." Elk land zweert trou wens bij zijn eigen pan. De Fransen bij voorbeeld gebruiken er een in de vorm van een Chinese hoed, Ita- De oogst van een inspannende werkdag. lianen en Oostenrijkers hebben veelal een diepe pan of een van hout. Koos: „Maar het gaat na tuurlijk om de techniek. En toch zijn het vaak de beginners en 'de dommen'. die het goud vinden. Hoe vakbekwamer je te werk gaat. hoe meer goud je verliest tijdens het wassen. Je wilt het te goed doen, je bent gespannen en dat is eigenlijk niet goed. Je zou in feite heel nonchalant te werk moeten gaan." In Canada zijn volgens Koos nog steeds echte bonken te vinden. „Als je genoeg geduld hebt. kom je automatisch goud te gen. In Finland heb je dat ook, maar daar ligt het meer verspreid. Het vinden is trouwens toch vaak een kwestie van geluk." De haat en nijd uit de tijd van de goldrushes bestaat nog steeds. Niemand verraadt z'n plekje. Ie dereen is als de dood dat een ander 'm voor is. „Alle goudzoekers dra gen messen en dolken bij zich. Na tuurlijk, die heb je in de Canadese wildernis nodig, maar daarnaast moet je je nog steeds bewapenen tegen overvallen. Het komt geluk kig niet zo vaak voor maar het ge beurt wel." Koos en Herma zeggen hun eigen weg te zoeken. Ze voelen er niets voor op plekken in de rivier te gaan wroeten waar ook anderen zitten. „En dan heb je natuurlijk allerlei slimme figuren die anderen gebrui ken om goud op te sporen. In Cana da wees iemand bij voorbeeld een van zijn claims aan, hoog in de heu vels. Mochten we allemaal gratis gaan wassen. Daar trappen we niet in. Zodra iemand iets vindt, gaat de eigenaar zelf verder. Daarvoor laten we ons niet gebruiken." De klomp van hun leven hebben ze nog niet gevonden en het is ook maar de vraag of dat ooit zal ge beuren. „Iedere goudzoeker hoopt ooit een geweldige vondst te doen. Daar gaat het tenslotte om. De kick die dat moet geven, is met geen pen te beschrijven." Evelien Baks Abu Nidal, 's werelds beruchtste terrorist, het brein achter een lange reeks gewelddadige vliegtuigkapingen en bloedige aanslagen die honderden onschuldige slachtoffers eisten, is mogelijk een agent van de Mossad, de Israëlische geheime dienst. Deze conclusie trekt de Britse auteur en Midden- Oostendeskundige Patrick Seale in zijn boek Met bloed geschreven. De geschiedenis van Abu Nidal, is wereldwijd ingeslagen als een bom. Ongeloof overheerst. Echter de stapel bewijzen die Seale heeft verzameld na tientallen gesprekken met onder anderen overlopers van Nidals terreurorganisatie en PLO-kopstukken, maken de opzienbarende suggestie van Seale op z'n minst aannemelijk. De Britse auteur, jarenlang cor respondent voor The Obser ver in het Midden-Oosten en schrijver van onder meer een standaardwerk over de Syrische president Assad, is zelf de eerste om toe te geven dat hij niet met honderd procent zekerheid kan zeggen dat Abu Nidal een agent is van de Mossad of in ieder geval ja renlang door de Israëliërs is ge manipuleerd. Dat siert hem. Toch legt hij in de reeks aansla gen, gepleegd door Abu Nidal van af begin jaren zeventig, een pa troon bloot waaruit duidelijk blijkt dat met name Israel baat heeft gehad bij de gevolgen van de veelal op het eerste gezicht zinlo ze bloedige acties. Vooral omdat de Palestijnse bevrijdingsorgani satie van Yasser Arafat, de PLO, er keer op keer door in een kwaad daglicht werd gesteld. De PLO werd door de publieke opinie vaak op een lijn gesteld met de or ganisatie van Abu Nidal. vaak op geheime plaatsen, is hij er steeds op bedacht het risico te lo pen te worden gebruikt door zijn gesprekspartners. Deze kans is groot, omdat het Middenoosten een groot politiek wespennest is, waar haat en achterdocht de ver houdingen bepalen. Afpersing Ongeloof Al langer deden er geruchten de ronde dat achter sommige terreur acties van Nidal de hand van de Mossad stak. Maar in de politieke slangenkuil die het Midden-Oos ten, met zijn talloze rivaliserende strijdgroepen, nu eenmaal is. viel dit niet hard te maken. Toen Seale voor de- eerste keer rechtstreeks hoorde van Abu Iyad. één van de PLO-leiders, dat deze ervan over tuigd was dat Nidal werkte voor de Mossad, was zijn reactie er een van ongeloof. Hij kon zich niet voorstellen dat de Mossad betrokken was bij de ter reur van Nidal. Dit ongeloof werd gevoed doordat Nidal verantwoor delijk is voor een aantal aanslagen op joodse doelen. Zo werd de we reld eind 1985 opgeschrikt door de bloedige aanslagen op de El Alba- lies op de vliegvelden van Rome en Wenen, waarbij 18 mensen werden gedood en 110 gewond. In septem ber 1986 sloeg Nidal opnieuw toe in een synagoge in Istanbul waar een dienst werd gehouden voor de sab bath. Er vielen 21 doden. Seale achtte het ondenkbaar dat Israël in zou kunnen stemmen met aanslagen op eigen mensen. Hoe wel de Mossad tot veel in staat is vond Seale een dergelijke logica te 'cynisch'. Maandenlang spitwerk (hebben hem echter aan het twijfe len gebracht, Meest opvallend noemt Seale het dat Israël nooit daadwerkelijk pogingen heeft on dernomen de aanslagen op de El Albalies en de synagoge te vergel den. Dit is opmerkelijk omdat van Israël bekend is dat terreuracties altijd met groot machtsvertoon worden gewroken. Ook heeft Israël duidelijk gemaakt niet terug te schrikken voor vergel dingsacties in andere landen, ge tuige de aanval in 1988 op het PLO-hoofdkwartier in Tunis waar bij de tweede man en hoogste mili tair van de PLO, Abu Jihad. werd gedood. Israël had dus. als het dat had gewild, makkelijk Nidal terug kunnen slaan. Dit is niet gebeurd, betoogt hij. Haviken Politiek gezien waren de 'haviken' in Israël niet ongelukkig met de aanslagen. In 1974 zwoor Arafat publiekelijk het gebruik van ter reur af en toonde zich bereid om met Israël om de onderhandelings tafel te gaan zitten en een definitie ve oplossing te zoeken voor de zwervende Palestijnen. De Israë liërs waren hier niet blij mee, om dat onderhandelen in hun ogen on herroepelijk zou leiden tot het inle veren van land en een einde aan de drom tot de realisering van 'Eretz Israël', een groot Israel. De herhaalde terreuracties van Ni dal, waaronder die ih Wenen, Ro me en Istanbul, dwarsboomden steeds opnieuw het streven van Arafat en de PLO te komen tot een vreedzame oplossing. De geloof waardigheid van de PLO was in het geding en de woorden van Ara fat om afstand te doen van terreur werden algemeen beschouwd als loze woorden. Vooral de aanslagen in Rome en Wenen waren een har de klap voor de PLO. Het waren juist Italië en Oostenrijk die ver woede pogingen in het werk stel den om een Euro-Palestijnse dia loog op gang te zetten teneinde het vredesproces te stimuleren. Hier aan kwam abrupt een einde. Het systematisch uitmoorden van de 'duiven' binnen de PLO, de ge matigde leiders die steeds meer aan invloed wonnen, was in bijna alle gevallen het werk van Nidal. Ook hierin ziet Seale de mogelijke invloed van de Mossad, omdat ver der eigenlijk niemand aantoon baar voordeel had bij het verlies van deze PLO'ers die de dialoog zochten. Hoewel Nidal zich zelf een Pale foto's AP stijnse patriot noemt, heeft hij nooit iets gedaan dat direct voor deel opleverde voor het streven van de Palestijnen naar een eigen staat. Zo pleegde hij nooit aansla gen in Israël zelf en heeft hij nooit iets gedaan om de intifada? de vrij heidsstrijd die de Palestijnen in de bezette gebieden voeren met de Is raëliërs, te steunen. Veel Palestij nen beklagen zich over het feit dat Abu Nidal 'nog nooit een steen heeft gegooid'. De doelen van Nidals aanslagen en de opvallende wijze waarop de be langen van Nidal en de Mossad op sommige momenten parallel lo pen, hebben Seale beetje bij beetje overtuigd van het feit dat de kans heel groot is dat Nidal voor de Mos sad werkt, of dat zijn organisatie op het hoogste niveau is geïnfil treerd door agenten van de Mos sad. Deze zijn er dan in geslaagd Nidal en zijn moordapparaat op doeltreffende wijze te manipule ren. In zijn boek werkt Seale zijn ver denking minutieus uit. Hij verge lijkt de lange lijsten met aanslagen en zoekt naar patronen. In de tal rijke gesprekken die Seale voert. Seale is er uiteindelijk in geslaagd een zeer verhelderend boek te schrijven over meesterterrorist Abu Nidal en zijn organisatie. De verdienste van Seale is ook dat hij enig licht werpt op de mogelijke motieven die Nidal bij zijn ver woestende werk hebben geleid. Deze motieven zijn niet alleen te herleiden naar de Mossad. Gedu rende een lange periode heeft Ni dal zich gedragen als een super gangster, met als enig doel het ver krijgen van financiën om zijn wijd vertakte organisatie op poten te zetten. Zo pleegde hij aanslagen en vliegtuigkapingen om regeringen, waaronder die vanSaudi-Arabië, af te persen en te dwingen tot het overmaken van miljoenenbedra gen aan zijn 'terreurbende'. Ook bood hij zijn 'diensten' aan aan zijn 'beschermheren', achtereenvol gens Irak, Syrië en Libië, waar Ni dal over een opleidingskamp in de woestijn beschikt. Indrukwekkend en tegelijk ver bijsterend zijn de hoofdstukken waarin Seale de lezer een blik gunt in de wijze waarop Nidal zijn men sen recruteerde en vervolgens op leidde om elders in de wereld ac ties voor te bereiden. Werd een lid van de organisatie verdacht van verraad, terecht of als gevolg van de paranoia van Nidal. dan waren de methoden om hem aan het pra ten te krijgen meedogenloos. Angst, vernedering en meedogen loosheid zijn de voornaamste pei lers waarop de organisatie van Abu Nidal is gebouwd. Gerard Akkerman Patrick Seale, Met' bloed geschreven. De geschiedenis van Abu Nidal. 424 pp. Prijs: f39,90 Uitgeverij Van Gennep. Vergeten aardappelen in huis te halen? Drank op? Laatste pak melk leeg? Natuurlijk merkje dat net als het al negen uur 's avonds is. In ons eigen landje moet je dan tot de volgende morgen 'op je honger blijven zitten', zoals de Vlamingen dat zo beel dend toeten te zeggen. In België niet meer. We kennen de verhalen uit Amerika, waar supermark ten vaak de hele nacht open zijn en je om drie uur in de ochtend nog mensen met een vol boodschappenwa- gentje ziet rondlopen. Ne derlandse middenstanders is dat een gruwel. De strijd om de winkelsluiting gaat bij otis om hooguit een half uurtje langer open per dag. Hier iti Brussel lijkt het de laatste tijd een beetje Ame rika. Als ik 's avonds laat honger krijg en ontdek dat de koelkast leeg is, hoef ik maar een klein stukje te rij- de?i om in mijn culinaire be hoeften te voorzien. De ene na de andere nachtwinkel (in goed Frans 'night shop' genoemdis hier uit de grond gestampt. Nederland heeft er een handvol (in Amsterdam en Rotterdam), maar Brussel telt er al meer da/i 150, Ant- werpen tientallen en ook in de kleinere steden zie je ze. Aan klandizie geen gebrek. De auto's staan midden in de nacht ubbel geparkeerd. In Gent is er een nachtwin kel die zelfs thuisbezorgt. Een telefoontje is genoeg, op welk uur van de avond of nacht ook. Het begon een paar jaar ge leden met een enkele zaak in het hart van Bmssel. Meestal uitgebaat door een Turk of Marokkaan, en de klanten waren ook meestal migranten. Zo waren ze het thuis ook gewend. En de zondag is voor de islamie- ten geen rustdag <dat is de vrijdagen dus waren zij ook vaak het hele weekend open. Steeds meer 'gewone' Bel gen oyidekten dat en zo kon je al gauw elke dag van de week boodschappen doen. 's Zondagsmorgens eitje vergeten? Geen nood. Kon je in deze meest piepkleine, volgepropte winkeltjes eerst vooral sigaretten en drank kopen, nu hebben ze alles: groenten, fruit, bloe men en zelfs videobanden. Natuurlijk gaat dit niet zon der slag of stoot. De wmkel- sluitingswet stélt dat win kels niet voor vijf uur 's morgens en na acht uur 's avotids open mogen zijn. Die wet wordt dus overtre den. Maar geen winkelier die zich daar - ondanks de mogelijke boete van 24000 frank (1340 gulden) - iets van aantrekt. Volgens de wet mogen win kels alleen later openblij ven in toeristische zones. Nu geldt de vrij grote kern van Brussel officieel inder daad als een toeristisch ge bied. De nachtwinkeliers denken dus de wet aan hun kant te hebben. De gewotie winkeliers, die wel keurig om zeven uur de deur slui- te7i, denken daar a7iders over. De inspectie van het 77iinis- terie van econo77iische za ken zegt doodleuk o/iderbe- 7na7id te zijn en geen tijd te hebbe)i. Men treedt alleen op bij klachte7i, N)i komen die er de laatste tijd steeds vaker van de gewone wi/i- keliers. Er wordt hier en daar al voorzichtig gespro- ke/i van een heuse Piidden- standsoorlog De C07isu7nent vi7idt het in- tiLsse/i prachtig. Vier op de tien Belgen is voor avond en nachtwinkels. Misschien wel logisch als ive weten dat in tioeederde van de Belgi sche gezinnen man en vrouw werkt. Maar daar staat tege/iover dat de 77ieeste winkels hier toch al elke dag tot zeven en soms zelfs acht uur open zijn. Een wi7ikel mag in België bovendien maximaal 90 mir per week open zijn (in Nederland 55 uur). De vak- bo7ide7i hebben tot nog toe de zo7idagsrust wete7i af te dwi7ige7i, 7)iaar ook die wordt bedreigd. Terwijl driekwart van de winke liers legen het openstellen va7i hu7i 7iegotie op zo/idag is, vindt /neer dan 60 pro- ce/it van de klanten het 's zondags winkelen wel leuk- Negen op de tien Belgische wi/ikeliers is ook tege/i de avond- e/i nachtwinkels, 7/iaar die schiete/i nu als paddestoelen uit de gro/id. Als de overheid daar liets tegen doet zal ditfe/iomeen de ko77iende tijd zo groeie/i dat het zichzelf legaliseert. Vooral de kleine, klokge- trouwe middenstander zal dan wel moeten volgen. foto's Harry Verkuylen Een goudzoeker aan het werk: De kick van een vondst is niet te beschrijven. De luchthaven van Rome, na de aanslag in 1985.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1992 | | pagina 27