Laat moslims uit hun getto
Rechters maken tropenjaren
Oude waarden en
nieuw onderzoek
De Vlijt Bedden
opinie en achtergrond
Mohammed Arkoun wil islamitische vernieuwing
Voorlichting
Akademie
voor Kunst en
Vormgeving
ZATERDAG 18 JANUARI 1992
door Louis Burgers
De komst van de islamoloog
professor dr Mohammed
Arkoun naar Nederland was al
omstreden voordat hij een voet
binnen de grenzen zette. Als
vrijzinning denker over de Ko
ran en de betekenis van de over
geleverde teksten, hoeft hij niet
te rekenen op de instemming
van fundamentalistische mos
lims en hun geestelijke leiders,
de vaak nogal rechtlijning den
kende imams.
Volgende week dinsdag geeft
prof Arkoun z'n eerste college
islam aan de Universiteit van
Amsterdam. Nog voor zijn
komst leidde dat tot verzet bin
nen de islamitische gemeen
schap in ons land. Maar zijn zijn
opvattingen wel zo controver
sieel? Ken gesprek in Parijs,
waar hij lesgeeft aan de Sorbon-
ne.
De vinger schiet even uit. „Het
kan niet zo zijn dat je wel werkt
in een land. maar geen inbreng
hebt in het politieke leven. Zo
schep je een getto-mentaliteit.
De moslims voelen zich be
dreigd. ze voelen zich onzeker.
Misschien tegenover hun eigen
land. Ze hebben hier problemen.
Daarom bouwen ze voor zichzelf
een veilig systeem, een gesloten
gemeenschap."
Een dergelijk getto, ook al is het
bedoeld als een geestelijke bar
rière tegen de buitenwereld,
blokkeert de uitwisseling van
gedachten tussen Europeanen
en mohammedanen, zegt Ar
koun. Daarom biedt hij via zijn
lessen in Bangladesh, of Am
man, maar ook in Princeton en
Harvard een nieuwe opening
voor de jonge islamieten. ,,We le
zen samen, en dan vertellen we
elkaar wat we gelezen hebben."
Uit zijn woorden blijkt de verras
sing: vaak biedt de Koran meer
vrijheden dan men traditioneel
dacht.
Professor Arkoun. die binnen
kort ook in Amsterdam colleges
geeft, zegt het met nadruk:
„Daarom is hier ook de islam an
ders. Hier. in West-Europa, is
een normale, vrije uitoefening
van de godsdienst niet mogelijk.
Vergelijk dat maar met Tunesie,
ga naar Marokko, of naar Egyp
te. En ja. bezoek zelfs maar Alge
rije."
Daar is professor Arkoun heel
beslist in: zelfs de fundamenta
listische FIS (Islamitisch Bevrij
dingsfront) in Algerije is anders
dan de bekrompen en rechtlijni
ge islamistische wereld in West-
Europa. „Je kunt de FIS niet re
duceren tot dat niveau, want de
FIS bestaat uit veel verschillen
de groepen, met hun eigen in
zichten. Ze hebben alleen het
zelfde doel. maar dat komt om
dat Algerije al dertig jaar be
stuurd wordt door een partij, die
de Algerijnse gemeenschap on
der druk zet."
Nerveus
Nu. met een jonge bevolking,
veranderen de Noordafrikaanse
landen. ..De mensen willen le
ven. Ze willen werken, trouwen,
kinderen krijgen. Die weten niet
wat fundamentalisme is. wat is
lamitische theologie is. Maar ze
hebben wel gedachten over het
leven. Daarom verwerp ik het
woord fundamentalisme, en
word ik nerveus als ik het woord
FIS hoor."
Hij noemt het oneerlijk moslims
ervan te beschuldigen hun heili
ge boek op een fundamentalisti
sche manier te lezen. „Moslims
benadrukken deze fundamenta
listische manier om het heilige
boek te gebruiken, dat geef ik
toe. Maar dit komt niet voort uit
de Koran of wordt door de Ko
ran voorgeschreven. Het komt
voort uit de geschiedenis van
moslim-gemeenschappen, voor
al vanaf de koloniale tijd. Maar
volgens mij komt het eigenlijk
voort uit de evolutie van de isla
mitische gemeenschap sinds de
dertiende eeuw."
Dat neemt niet weg dat profes
sor Arkoun een duidelijk onder
scheid maakt tussen het leven
van de moslims in Algerije en de
besloten gemeenschappen in
Europa. „Er is geen Europese
staat die een democratische po
litiek voor deze minderheid ont
wikkelde. Of om ze te zien als
mensen die hun leven delen. Ze
mogen alleen werken voor de ge
meenschap. het vuil van de
straat opruimen."
Vandaar dat de moslims de mos
kee vaak zien als hun enige toe
vluchtsoord. Ze zoeken er steun.
Daarom gelooft Arkoun dat ook
de eenvoudige moslims een ei
gen stem moeten krijgen om
zich in de Europese Gemeen
schap te uiten. „Kijk naar mij. Ik
ben een professor aan de Sor-
bonne. Maar daar buiten ben ik
niets. Ik heb geen stem in de ge
meenschap. Ik geef les. ik ben
een leraar, ik werk zo goed als ik
kan, maar voor de samenleving
besta ik niet."
En dat. terwijl de mohamme
daanse wetenschap tussen de
achtste en de twaalfde eeuw
toonaangevend was. In die tijd
al verschenen er filosofische
werken als die van Abu Hyan
Ata Whidi, uit Baghdad. Terwijl
wij nog onder de Vikingen te lij
den hadden, beargumenteerde
hij dat een geestelijke pelgrima
ge een rituele kon vervangen als
die laatste onmogelijk is. „Als
een tocht naar de heilige stad
Mekka onmogelijk is. kan een
spirituele reis als alternatief die
nen."
Het boek werd door de imams
verbrand, maar Arkoun verwijst
er met duidelijke instemming
naar. Ook hij gelooft immers
in westerse trant - in het ver
schil tussen de wetenschappelij
ke betekenis van heilige boeken
als de Bijbel en de Koran en hun
symbolische waarde voor het ge
loof.
Arkoun zegt met nadruk dat hij
waarschijnlijk verkeerd begre
pen zal worden, maar probeert
toch zijn visie op de ramadan (de
islamitische vastenmaand) weer
te geven. Deze week kwam hij
daardoor in botsing met enkele
fanatieke moslims: een krant
schreef dat hij de ramadan in Ne
derland beschouwde als een
aanslag op de conditie.
Dat bedoelde hij niet zo, zegt Ar
koun nu. Wel maakt hij een dui
delijk onderscheid tussen het ri
tuele aspect (het in de openbaar
heid vasten), en het geestelijk
aspect (de loutering). Vandaar
ook de omweg via het boek uit
de tiende eeuw. Want: „Zelf heb
ik nog nooit iets geschreven dat
de godsdienstige opvattingen
van moslims kon verwonden."
Mohammed Arkoun: de Koran biedt meer vrijheden dan men denkt.
Wennen aan het nieuwe Burgerlijk Wetboek
door Wim Jurg
Toen de Leidse hoogleraar
Eduard Maurits Meijers
op 25 april 1947 van koningin
Wilhelmina de opdracht kreeg
een nieuw burgerlijk wetboek
(NBW) te ontwerpen kon hij
niet bevroeden dat zijn gees
teskind pas 45 jaar later zou
worden ingevoerd. Meijers.
die op 10 januari 1880 als zoon
van een marinearts in Den
Helder werd geboren, werkte
zelf in hoog tempo aan de her
ziening van het uit 1838 date
rende burgerlijk wetboek. Pas
na zijn plotselinge dood in
1954 trad aanzienlijke vertra
ging op.
Juristen zien ook nu nog in
Meijers een briljant geleerde.
De Haarlemse rechtbankpresi
dent mr C.A. Terwee-Van Hil-
ten en haar Alkmaarse collega
mr R.C. Gisolf bevestigen de
grootheid van Meijers. Gisolf:
„Meijers stak met kop en
schouders boven de juristen
van zijn tijd uit. Hij heeft niet
minder dan 800 arresten van
een annotatie voorzien." Ter
wee: „Ik betwijfel of op dit mo
ment iemand in staat is om in
zijn eentje een ontwerp te ma
ken voor zo'n groot en ambi
tieus wetgevingsproject als het
nieuw burgerlijk wetboek. Het
is buitengewoon wat Meijers
heeft gepresteerd."
Eduard Meijers werd op dertig
jarige leeftijd professor in het
burgerlijk recht en in het inter
nationaal privaatrecht. Hij was
67. tóen hij zich aan het ont
werp van het NBW zette. Zeven
jaar kon Meijers aan zijn gees
teskind werken. Na zijn dood
durfde geen enkele rechtsge
leerde het werk alleen te vol
tooien Niemand beschikte in
de juridische wereld over het
gezag van Meijers met als ge
volg dat prominente juristen
eindeloos met elkaar in discus
sie gingen over deelontwerpen
van het NBW.
Nu de invoering van het nieuw
burgerlijk wetboek, met uit
zondering van boek 4 over het
erfrecht, na bijna 45 jaar einde
lijk een feit is. vinden veel juris
ten dat aanleiding extra aan
dacht voor het NBW te vragen.
Van 21 tot en met 25 januari
wordt daarom op gezamenlijk
initiatief van de Nederlandse
Orde van Advocaten, de Ko
ninklijke Notariële Broeder
schap en het ministerie van
Justitie de Week van het Recht
gehouden.
Mr P. Neleman. raadsheer in de
Hoge Raad der Nederlanden en
Mr C.A. Terwee-Van Hilten: nieuwe Burger!
;tboek is een prachtig werkstuk.
foto Kees Blokker Mr R.C. Gisolf: te laat.
voorzitter van de Stichting
Week van het Recht: „Wij heb
ben in ons land een rechtsstel
sel tot stand gebracht waar we
trots op kunnen zijn." Ook de
Haarlemse rechtbankpresi
dent Terwee-Van Hilten noemt
het nieuw burgerlijk wetboek
eem prachtig werkstuk. Ter
wee staat eveneens positief te
genover de gedachte achter de
Week van het. Recht. „Als wij
erin slagen het publiek een be
ter beeld te geven van onze
werkzaamheden dan is dat po
sitief. Veel burgers weten niet
dat ze dagelijks met het bur
gerlijk recht te maken heb
ben."
Verzet
Publiek geheim is dat niet alle
leden van de rechterlijke
macht positief staan tegenover
de invoering van het NBW en
de grote publieksactie die vol
gende week plaatsheeft. De
Alkmaarse rechtbankpresi
dent Gisolf is een exponent van
deze stroming. Gisolf ziet wei
nig voordelen in de komst van
het NBW „Ik heb me er tot de
laatste snik tegen verzet."
Gisolf: „Het NBW wordt op een
ongelukkig moment inge
voerd. Het heeft allemaal veel
te lang geduurd. Na de oorlog
dacht men dat het in een jaar ol
tien wel bekeken was. Maar het
is door de dood van Meijers een
zaak van lange adem gewor
den. Ik vind dat we met ons
NBW te laat komen. We leven
in een tijd waarin grote veran
deringen plaatsvinden in het
recht. De Europese harmonisa
tie staat voor de deur. We moe
ten zien dat we één met Europa
worden. Daarom heeft het geen
zin nu nog iets eigens op civiel
rechtelijk terrein te ontwikke
len. Er komen hoe langer hoe
meer richtlijnen uit Europa
voor allerlei deelonderwerpen.
Denk maar aan de kwestie
rond pensioenen en de gelijke
behandeling van mannen en
vrouwen. Het probleem is ech
ter dat veel Europese oplossin
gen met in de richting gaan die
het NBW aangeeft."
Achterhaald
„Het nieuw burgerlijk wet
boek". zegt Gisolf. „is als het
ware het eindpunt van een hele
ontwikkeling na de oorlog. Het
is typisch Nederlands recht.
Daar hebben ze in het buiten
land geen boodschap aan. Ik
vind dat er te weinig is gewerkt
met het oog op de toekomst.
Daardoor is het al achterhaald
op het moment dat het wordt
ingevoerd." Volgens Gisolf zijn
er achter de coulissen meerma
len pogingen gedaan om de in
voering van het NBW tegen te
houden. Maar politiek bleek
dat niet haalbaar. Er was al te
veel tijd en energie in gestoken
„Het NBW is typisch hooglera-
renrecht", vindt Gisolf. „Het
zit allemaal mooi en logisch in
elkaar. Maar of rechters er in de
praktijk ook goed mee zullen
kunnen werken, valt nog te be
zien. De invoering betekent
voor de rechtspraktijk in ieder
geval een tijd van grote onze
kerheid. Aan het oude BW wis
ten we bij wijze van spreken tot
op de centimeter nauwkeurig
wat we hadden. Nu zijn er plot
seling allemaal nieuwe begrip
pen. Of die beter bruikbaar
zijn. zal moeten blijken. Dat
weet nog niemand."
„Het voordeel van het NBW".
geeft Gisolf toe. „is dat wat dor
hout is weggesneden. Bepalin
gen die een dode letter waren
geworden, zijn er uit gehaald
Enkele dingen zijn ook zeer
breedvoerig in het nieuwe wet
boek neergelegd. Over de on
rechtmatige daad stond bij
voorbeeld in het oude BW één
artikel. Daar is nu een hele af
deling van gemaakt- Toch zul
len al die nieuwe begrippen
verwarring gaan stichten. Het
zal jaren duren, voordat daar
een eind aan komt."
Ongelukkig
Terwee onderschrijft dat het
voor rechters geen gemakkelij
ke tijd is. Ook zij vindt dat het
NBW op een wat ongelukkig
moment in werking treedt „Er
komt ontzettend veel tegelijk
op ons af. Niet alleen inhoude
lijk maar ook organisatorisch.
Door de invoering van het
NBW moet alles weer opnieuw
worden bedacht. Routineza
ken bestaan voorlopig niet
meer. In elke zaak zullen we de
wet moeten naslaan. Boven
dien moet in de overgangsfase
per zaak worden bekeken ol
het oude of het nieuwe recht
moet worden toegepast. Voor
elke bepaling is dat apart aan
gegeven. Dat kost veel extra
tijd. Vroeger wasje gewend om
niet voor alles een wetsartikel
op te slaan. Je wist dat wel. Je
wist ook hoe de jurisprudentie
in elkaar zat. Nu moet je weer
de hele weg door het wetboek
maken. Toch denk ik dat we er
over een jaar of tien wel aan ge
wend zullen zijn."
Gisolf: „Het wiel moet opnieuw
worden uitgevonden. Ik ben nu
25 jaar vertrouwd met bepaal
de begrippen waar 2000 jaar
mee is gewerkt. Daar hoef ik
niet meer over na te denken.
Het is een soort basis in je her
senen. Met dit nieuw burgerlijk
wetboek slaan ze als het ware
de software bij rechters weg."
Bescherming
Volgens Terwee krijgt de rech
ter door de invoering van het
NBW meer armslag dan voor
heen. „Wanneer iemand vroe
ger recht op schadevergoeding
had. dan moest alle schade
worden vergoed. Nu heeft de
rechter de mogelijkheid om de
schadevergoeding op grond
van allerlei omstandigheden te
matigen. Dat betekent voor de
rechtzoekende een iets grotere
onzekerheid. Al met al biedt
het NBW de consument echter
een grotere bescherming dan
voorheen."
Terwee verwacht evenals Gi
solf dat er veel nieuwe recht
spraak zal komen over begrip
pen waar nog niet mee is ge
werkt.
Gisolf is in tegenstelling tot
Terwee allerminst gelukkig
met de Week van het Recht.
„Ik heb momenteel wel andere
zorgen aan mijn hoofd. We zit
ten midden in de reorganisatie.
Justitie is in de mode in de poli
tiek. Ineens moet alles tegelij
kertijd veranderen. We worden
bijna dood geknuffeld. Zelfs
linkse partijen, die nooit iets
voor justitie over hadden, roe
pen nu om 'law and order'.
Tachtig procent van het perso
neel is de laatste jaren van bu
reau veranderd. Volgende
maand krijgen we de Raad van
beroep in huis. een jaar later de
kroongeschillen. Bij de.Raad
van Beroep is het een kwestie
van overpoten, die bestaat al.
Maar rond de Wet Arob moeten
we alles opnieuw opbouwen. Er
is niets. Het zijn ongelooflijke
tropenjaren. Alles verandert,
zelfs je eigen vak. Als één van
de rechterlijke organisaties het
overleeft, is dat eigenlijk al een
wonder
Slaapkamer en bedden speciaal zaak
De SlaapvoorliChter voor Zeeland
Beestenmarkt 12, Goes, tel. 01100-32213
Maar Arkoun streeft naar ver
nieuwing. zeg een 'verlichting' in
de islamitische wereld, zoals het
Westen die ook kende. Daarvoor
moet een vrije ruime voor een
wetenschappelijke uiting van de
islam beschikbaar komen. Er
moeten gedachten uitgewisseld
worden met de Europese,
christelijke denkers. En net als
in de tiende eeuw moet er ook in
de moslim-wereld weer vrijuit
gediscussieerd worden.
Intellectueel
„In Nederland, in Duitsland, in
Frankrijk bestaat een academi
sche omgeving. Er bestaat een
intellectuele omgeving. Wij heb
ben een cultureel leven. Zo was
het in Baghdad in de tiende
eeuw ook. Dat was humanis
tisch, zou ik zeggen. We hadden
niet alleen imams, het was ook
intellectueel". En, zo moet het
ook weer met de mohamme
daanse jeugd in Europa gaan.
Hij beschouwt het als een privi
lege in Nederland of in Frankrijk
te leven. „Ik gebruik dit privile
ge om vrij denken te ontwikke
len. De islamitische wetenschap
moet van de atmosfeer hier pro
fiteren". Kritiek op imams uit
Turkije of Marokko wil professor
Arkoun niet kwijt: „Dat is te
controversieel."
Hij geeft toe dat er veel oveï
imams gesproken wordt. „Maar
het gaat erom dat de kinderen,
die van de tweede generatie,
goed opgeleid worden, in vrij en
open denken". Zij moeten ge
dachten kunnen uitwisselen
met andersdenkenden, want dat
vormt de basis voor politieke en
culturele samenwerking. „Dat is
de toekomst."
De 'verlichting' in Europa, de in
dustriële en Franse revolutie,
veranderden de structuur van
de westerse samenleving, zegt
Arkoun. Die juridische en insti
tutionele breuk met het verle
den ontstond niet in de moham
medaanse wereld. Dat leidde tot
een definitieve kloof tussen Eu
ropa en het Midden-Oosten.
Om die aansluiting te vinden,
moeten de jonge moslims in Eu
ropa goed worden opgeleid. „Be
langrijk is dat we kijken naai- de
bevoegdheid van de leraren. Die
moeten een moderne weten
schappelijke opleiding krijgen.
Op dit moment is nergens in Eu
ropa het niveau van de scholen
hoog genoeg." En juist voor min
derheden kan het niveau van de
school niet hoog genoeg zijn.
door Harrie Buijssen
Ook in Nederland heeft zich
een soort enquête-cultuur
ontwikkeld. Alles wordt geme
ten, niet alleen de hoogte van
het inkomen per hoofd van de
bevolking, maar ook zaken die
minder voor meten in aanmer
king lijken te komen, zoals wel
bevinden, gezondheid en het ge
loofsleven van de Nederlander.
Het afgelopen jaar hebben vijf
tien regionale bladen, waaron
der de PZC. een onderzoek laten
verrichten naar onder meer de
gezondheid, de relaties, het in
komen en ook naar de opvattin
gen over geloof en levensbe
schouwing van de Nederlander.
Uit het onderzoek blijkt dat Ne
derland zich toch nog een
christelijke natie mag noemen,
want 57 procent staat nog posi
tief tegenover geloof of levens
overtuiging (dit in tegenstelling
tot een onderzoek van enkele ja
ren eerder, waaruit bleek dat 51
procent zich onkerkelijk noem
de). Maar er blijkt ook een merk
waardig verschil te bestaan tus
sen geloof en godsdienstigheid.
Ruim 60 procent vindt zichzelf
niet religieus. Naarmate mensen
ouder worden, neemt hun reli
giositeit (en kerkbezoek) toe.
Het is opvallend dat geloof niet
het monopolie van de dommen
is. Uit het onderzoek blijkt dat
geloof in alle opleidingscatego
rieën gelijk vertegenwoordigd
is.
Bijzonder opvallend is het tem
po. waarin de afkalving zich vol
trekt. met name van het katho-
levens
beschouwing
lieke volksdeel. In 1988 noemde
nog 36 procent zich rooms-ka-
tholiek, in 1991 nog geen 27 pro
cent. Ook het geloof in een leven
na de dood lijkt juist bij katho
liek Nederland op een diepte
punt te zijn gekomen.
Aan de deskundigheid, waar
mee deze enquête is opgezet en
uitgewerkt, hoeft niet getwijfeld
te worden en de cijfers geven ge
noeg stof tot nadenken. Toch
blijft de vraag hoe betrouwbaar
zo'n onderzoek werkelijk is.
Leent een onderwerp als religio
siteit en geloofsbeleving zich wel
voor onderzoek? En misschien
nog veel belangrijker, krijgt men
wel in het vizier wat er achter al
die cijfers schuil gaat?
Zekerheid
Kenmerkend voor onze tijd is
dat het leven en denken van de
mens geen vaste basis meer
heeft. Onze wereld is niet langer
het centrum van het heelal. Dat
wisten we natuurlijk al een paar
eeuwen, maar er gaat altijd een
flinke tijd overheen voordat het
denkpatroon van de mens zich
aanpast. Over het ontstaan van
de wereld vormen zich voortdu
rend nieuwe hypotheses. Dat de
mens niet het resultaat is van
een rechtstreekse scheppings
daad. maar het produkt van een
evolutie, is voor de meeste men
sen inmiddels gemeengoed ge
worden. Daarmee heeft de he
mel zijn vaste plaats verloren en
wanneer je het leven na de dood
niet meer kunt localiseren,
wordt de voorstelling daarvan
ook tamelijk vaag.
De Middeleeuwse godsbewijzen
hebben afgedaan. Daarmee lijkt
alle zekerheid uit het christelij
ke geloof te verdwijnen. De tra
ditionele voorstellingen hebben
afgedaan. Maar tegelijkertijd
stellen we vast dat we nog niet
over nieuwe beelden en begrip
pen beschikken om oude over
tuigingen te formuleren. Hoe be
trouwbaar is daarom een enquê
te, die in traditionele termen
vraagt naar zaken die op die ma
nier voor velen ongeloofwaardig
zijn geworden?
Cultuurbreuk
Tot de verworvenheden van on
ze tijd behoort onder meer het
inzicht dat zowel de geloofsver
kondiging als de geloofsprak
tijk. de manier waarop het gelool
beleefd wordt, heel sterk door
tijd en cultuur bepaald worden
Als men daar eenmaal van over
tuigd is. hoeft men er ook geen
moeite mee te hebben dat men
achteraf telkens weer moet vast
stellen dat tijdgebonden en dus
vergankelijke elementen als een
soort aanslipsel zowel de ver
kondiging als de beleving van
het geloof binnen dringen.
In de geschiedenis van het chris
tendom zijn joodse, romeinse,
feodale, monarchistische, ratio
nalistische of burgerlijke-libera-
le eigenaardigheden te ontdek
ken. Die elementen zijn lange
tijd verantwoord geweest, want
het geloof en de geloofsbeleving
staat nooit los van de werkelijk
heid, waarin de mens leeft. Pro
blematisch worden deze zaken
pas, wanneer men dat niet zietol
niet bereid is dat te willen zien
en meent te moeten vasthouden
aan deze vergankelijke en in
middels al lang achterhaalde
uitdrukkingswijzen en bele-
vingsvormen.
Niemandsland
Leven in een overgangstijd is
wel boeiend, maar het roept ook
de nodige problemen op en soms
worden er hoge eisen gesteld aan.
de buigzaamheid van de mense
lijke geest. Meestal betekent hel
iets achterlaten zonder te weten
of zich al iets nieuws heeft aan
gediend. En als het nieuwe er is.
moet het meestal eerst nog j
bruikbaar worden gemaakt en
ook aanvaard worden. Vandaar
dat zo'n overgangstijd gepaard
gaat met grote onzekerheid, de
nodige wanorde en soms heftige
strijd, want het gaat vaak over
emotionele zaken.
Niemand ontkomt aan de vraag
hoe men vertrouwde en dierbaar
geworden evangelische waarhe
den opnieuw moet verwoorden
en beleven. Zo'n proces
meestal met horten en stoten. In
deze tijd lijkt het een beetje te;
snel te gaan. Mensen raken in
een geestelijk vacuüm. Als je nu
onderzoek verricht op het ter
rein van geloof en geloofsbele-'
ving, dan is de grote vraag watje
aan het meten bent. Gaat achter
het gegeven antwoord een over
tuiging schuil of is het in feite on
zekerheid?
Katholieke kerk
Met name in de katholieke kerk
heeft het geloof zich ingebed in
een instituut met een sterke au
tocratische machtsstructuur
Die structuur is ooit vanzelfspre
kend geweest en door niemand
aangevochten. Die tijd is voor
bij. Nu wil men hetzelfde gelool
inpassen in een idealistisch ge
dacht modern democratisch be
stel. Maar het Evangelie valt
niet samen met democratie, so
cialisme. ecologie of anti-kern-
bewapening. Het behoort daar
over wel iets te zeggen te heb
ben. Links en rechts worden de
oude voorstellingen 'zonde', 'hel'
of 'eeuwig leven' losgelaten,
maar dat wil nog niet zeggen dat
ze inhoudelijk niet meer be
staan.
Wie de uitkomsten van de PZC
GPD-enquête in dat licht ziet
moet het volgende vaststellen
er is een grote mate van onzeker
heid in de geloofsbeleving.
(Advertentie)
HOGESCHOOL
's-Herlogenbosch
woensdag 22 januari 1992
van 14.00- 18.00 uur
Sportlaan 56, 's-Hertogenbosc
Informatie.- Informatiecentrum
Hogeschool 's-Hertogenbosc
telefoon 073-145577.