Laat moslims uit hun getto Rechters maken tropenjaren Oude waarden en nieuw onderzoek De Vlijt Bedden opinie en achtergrond Mohammed Arkoun wil islamitische vernieuwing Voorlichting Akademie voor Kunst en Vormgeving ZATERDAG 18 JANUARI 1992 door Louis Burgers De komst van de islamoloog professor dr Mohammed Arkoun naar Nederland was al omstreden voordat hij een voet binnen de grenzen zette. Als vrijzinning denker over de Ko ran en de betekenis van de over geleverde teksten, hoeft hij niet te rekenen op de instemming van fundamentalistische mos lims en hun geestelijke leiders, de vaak nogal rechtlijning den kende imams. Volgende week dinsdag geeft prof Arkoun z'n eerste college islam aan de Universiteit van Amsterdam. Nog voor zijn komst leidde dat tot verzet bin nen de islamitische gemeen schap in ons land. Maar zijn zijn opvattingen wel zo controver sieel? Ken gesprek in Parijs, waar hij lesgeeft aan de Sorbon- ne. De vinger schiet even uit. „Het kan niet zo zijn dat je wel werkt in een land. maar geen inbreng hebt in het politieke leven. Zo schep je een getto-mentaliteit. De moslims voelen zich be dreigd. ze voelen zich onzeker. Misschien tegenover hun eigen land. Ze hebben hier problemen. Daarom bouwen ze voor zichzelf een veilig systeem, een gesloten gemeenschap." Een dergelijk getto, ook al is het bedoeld als een geestelijke bar rière tegen de buitenwereld, blokkeert de uitwisseling van gedachten tussen Europeanen en mohammedanen, zegt Ar koun. Daarom biedt hij via zijn lessen in Bangladesh, of Am man, maar ook in Princeton en Harvard een nieuwe opening voor de jonge islamieten. ,,We le zen samen, en dan vertellen we elkaar wat we gelezen hebben." Uit zijn woorden blijkt de verras sing: vaak biedt de Koran meer vrijheden dan men traditioneel dacht. Professor Arkoun. die binnen kort ook in Amsterdam colleges geeft, zegt het met nadruk: „Daarom is hier ook de islam an ders. Hier. in West-Europa, is een normale, vrije uitoefening van de godsdienst niet mogelijk. Vergelijk dat maar met Tunesie, ga naar Marokko, of naar Egyp te. En ja. bezoek zelfs maar Alge rije." Daar is professor Arkoun heel beslist in: zelfs de fundamenta listische FIS (Islamitisch Bevrij dingsfront) in Algerije is anders dan de bekrompen en rechtlijni ge islamistische wereld in West- Europa. „Je kunt de FIS niet re duceren tot dat niveau, want de FIS bestaat uit veel verschillen de groepen, met hun eigen in zichten. Ze hebben alleen het zelfde doel. maar dat komt om dat Algerije al dertig jaar be stuurd wordt door een partij, die de Algerijnse gemeenschap on der druk zet." Nerveus Nu. met een jonge bevolking, veranderen de Noordafrikaanse landen. ..De mensen willen le ven. Ze willen werken, trouwen, kinderen krijgen. Die weten niet wat fundamentalisme is. wat is lamitische theologie is. Maar ze hebben wel gedachten over het leven. Daarom verwerp ik het woord fundamentalisme, en word ik nerveus als ik het woord FIS hoor." Hij noemt het oneerlijk moslims ervan te beschuldigen hun heili ge boek op een fundamentalisti sche manier te lezen. „Moslims benadrukken deze fundamenta listische manier om het heilige boek te gebruiken, dat geef ik toe. Maar dit komt niet voort uit de Koran of wordt door de Ko ran voorgeschreven. Het komt voort uit de geschiedenis van moslim-gemeenschappen, voor al vanaf de koloniale tijd. Maar volgens mij komt het eigenlijk voort uit de evolutie van de isla mitische gemeenschap sinds de dertiende eeuw." Dat neemt niet weg dat profes sor Arkoun een duidelijk onder scheid maakt tussen het leven van de moslims in Algerije en de besloten gemeenschappen in Europa. „Er is geen Europese staat die een democratische po litiek voor deze minderheid ont wikkelde. Of om ze te zien als mensen die hun leven delen. Ze mogen alleen werken voor de ge meenschap. het vuil van de straat opruimen." Vandaar dat de moslims de mos kee vaak zien als hun enige toe vluchtsoord. Ze zoeken er steun. Daarom gelooft Arkoun dat ook de eenvoudige moslims een ei gen stem moeten krijgen om zich in de Europese Gemeen schap te uiten. „Kijk naar mij. Ik ben een professor aan de Sor- bonne. Maar daar buiten ben ik niets. Ik heb geen stem in de ge meenschap. Ik geef les. ik ben een leraar, ik werk zo goed als ik kan, maar voor de samenleving besta ik niet." En dat. terwijl de mohamme daanse wetenschap tussen de achtste en de twaalfde eeuw toonaangevend was. In die tijd al verschenen er filosofische werken als die van Abu Hyan Ata Whidi, uit Baghdad. Terwijl wij nog onder de Vikingen te lij den hadden, beargumenteerde hij dat een geestelijke pelgrima ge een rituele kon vervangen als die laatste onmogelijk is. „Als een tocht naar de heilige stad Mekka onmogelijk is. kan een spirituele reis als alternatief die nen." Het boek werd door de imams verbrand, maar Arkoun verwijst er met duidelijke instemming naar. Ook hij gelooft immers in westerse trant - in het ver schil tussen de wetenschappelij ke betekenis van heilige boeken als de Bijbel en de Koran en hun symbolische waarde voor het ge loof. Arkoun zegt met nadruk dat hij waarschijnlijk verkeerd begre pen zal worden, maar probeert toch zijn visie op de ramadan (de islamitische vastenmaand) weer te geven. Deze week kwam hij daardoor in botsing met enkele fanatieke moslims: een krant schreef dat hij de ramadan in Ne derland beschouwde als een aanslag op de conditie. Dat bedoelde hij niet zo, zegt Ar koun nu. Wel maakt hij een dui delijk onderscheid tussen het ri tuele aspect (het in de openbaar heid vasten), en het geestelijk aspect (de loutering). Vandaar ook de omweg via het boek uit de tiende eeuw. Want: „Zelf heb ik nog nooit iets geschreven dat de godsdienstige opvattingen van moslims kon verwonden." Mohammed Arkoun: de Koran biedt meer vrijheden dan men denkt. Wennen aan het nieuwe Burgerlijk Wetboek door Wim Jurg Toen de Leidse hoogleraar Eduard Maurits Meijers op 25 april 1947 van koningin Wilhelmina de opdracht kreeg een nieuw burgerlijk wetboek (NBW) te ontwerpen kon hij niet bevroeden dat zijn gees teskind pas 45 jaar later zou worden ingevoerd. Meijers. die op 10 januari 1880 als zoon van een marinearts in Den Helder werd geboren, werkte zelf in hoog tempo aan de her ziening van het uit 1838 date rende burgerlijk wetboek. Pas na zijn plotselinge dood in 1954 trad aanzienlijke vertra ging op. Juristen zien ook nu nog in Meijers een briljant geleerde. De Haarlemse rechtbankpresi dent mr C.A. Terwee-Van Hil- ten en haar Alkmaarse collega mr R.C. Gisolf bevestigen de grootheid van Meijers. Gisolf: „Meijers stak met kop en schouders boven de juristen van zijn tijd uit. Hij heeft niet minder dan 800 arresten van een annotatie voorzien." Ter wee: „Ik betwijfel of op dit mo ment iemand in staat is om in zijn eentje een ontwerp te ma ken voor zo'n groot en ambi tieus wetgevingsproject als het nieuw burgerlijk wetboek. Het is buitengewoon wat Meijers heeft gepresteerd." Eduard Meijers werd op dertig jarige leeftijd professor in het burgerlijk recht en in het inter nationaal privaatrecht. Hij was 67. tóen hij zich aan het ont werp van het NBW zette. Zeven jaar kon Meijers aan zijn gees teskind werken. Na zijn dood durfde geen enkele rechtsge leerde het werk alleen te vol tooien Niemand beschikte in de juridische wereld over het gezag van Meijers met als ge volg dat prominente juristen eindeloos met elkaar in discus sie gingen over deelontwerpen van het NBW. Nu de invoering van het nieuw burgerlijk wetboek, met uit zondering van boek 4 over het erfrecht, na bijna 45 jaar einde lijk een feit is. vinden veel juris ten dat aanleiding extra aan dacht voor het NBW te vragen. Van 21 tot en met 25 januari wordt daarom op gezamenlijk initiatief van de Nederlandse Orde van Advocaten, de Ko ninklijke Notariële Broeder schap en het ministerie van Justitie de Week van het Recht gehouden. Mr P. Neleman. raadsheer in de Hoge Raad der Nederlanden en Mr C.A. Terwee-Van Hilten: nieuwe Burger! ;tboek is een prachtig werkstuk. foto Kees Blokker Mr R.C. Gisolf: te laat. voorzitter van de Stichting Week van het Recht: „Wij heb ben in ons land een rechtsstel sel tot stand gebracht waar we trots op kunnen zijn." Ook de Haarlemse rechtbankpresi dent Terwee-Van Hilten noemt het nieuw burgerlijk wetboek eem prachtig werkstuk. Ter wee staat eveneens positief te genover de gedachte achter de Week van het. Recht. „Als wij erin slagen het publiek een be ter beeld te geven van onze werkzaamheden dan is dat po sitief. Veel burgers weten niet dat ze dagelijks met het bur gerlijk recht te maken heb ben." Verzet Publiek geheim is dat niet alle leden van de rechterlijke macht positief staan tegenover de invoering van het NBW en de grote publieksactie die vol gende week plaatsheeft. De Alkmaarse rechtbankpresi dent Gisolf is een exponent van deze stroming. Gisolf ziet wei nig voordelen in de komst van het NBW „Ik heb me er tot de laatste snik tegen verzet." Gisolf: „Het NBW wordt op een ongelukkig moment inge voerd. Het heeft allemaal veel te lang geduurd. Na de oorlog dacht men dat het in een jaar ol tien wel bekeken was. Maar het is door de dood van Meijers een zaak van lange adem gewor den. Ik vind dat we met ons NBW te laat komen. We leven in een tijd waarin grote veran deringen plaatsvinden in het recht. De Europese harmonisa tie staat voor de deur. We moe ten zien dat we één met Europa worden. Daarom heeft het geen zin nu nog iets eigens op civiel rechtelijk terrein te ontwikke len. Er komen hoe langer hoe meer richtlijnen uit Europa voor allerlei deelonderwerpen. Denk maar aan de kwestie rond pensioenen en de gelijke behandeling van mannen en vrouwen. Het probleem is ech ter dat veel Europese oplossin gen met in de richting gaan die het NBW aangeeft." Achterhaald „Het nieuw burgerlijk wet boek". zegt Gisolf. „is als het ware het eindpunt van een hele ontwikkeling na de oorlog. Het is typisch Nederlands recht. Daar hebben ze in het buiten land geen boodschap aan. Ik vind dat er te weinig is gewerkt met het oog op de toekomst. Daardoor is het al achterhaald op het moment dat het wordt ingevoerd." Volgens Gisolf zijn er achter de coulissen meerma len pogingen gedaan om de in voering van het NBW tegen te houden. Maar politiek bleek dat niet haalbaar. Er was al te veel tijd en energie in gestoken „Het NBW is typisch hooglera- renrecht", vindt Gisolf. „Het zit allemaal mooi en logisch in elkaar. Maar of rechters er in de praktijk ook goed mee zullen kunnen werken, valt nog te be zien. De invoering betekent voor de rechtspraktijk in ieder geval een tijd van grote onze kerheid. Aan het oude BW wis ten we bij wijze van spreken tot op de centimeter nauwkeurig wat we hadden. Nu zijn er plot seling allemaal nieuwe begrip pen. Of die beter bruikbaar zijn. zal moeten blijken. Dat weet nog niemand." „Het voordeel van het NBW". geeft Gisolf toe. „is dat wat dor hout is weggesneden. Bepalin gen die een dode letter waren geworden, zijn er uit gehaald Enkele dingen zijn ook zeer breedvoerig in het nieuwe wet boek neergelegd. Over de on rechtmatige daad stond bij voorbeeld in het oude BW één artikel. Daar is nu een hele af deling van gemaakt- Toch zul len al die nieuwe begrippen verwarring gaan stichten. Het zal jaren duren, voordat daar een eind aan komt." Ongelukkig Terwee onderschrijft dat het voor rechters geen gemakkelij ke tijd is. Ook zij vindt dat het NBW op een wat ongelukkig moment in werking treedt „Er komt ontzettend veel tegelijk op ons af. Niet alleen inhoude lijk maar ook organisatorisch. Door de invoering van het NBW moet alles weer opnieuw worden bedacht. Routineza ken bestaan voorlopig niet meer. In elke zaak zullen we de wet moeten naslaan. Boven dien moet in de overgangsfase per zaak worden bekeken ol het oude of het nieuwe recht moet worden toegepast. Voor elke bepaling is dat apart aan gegeven. Dat kost veel extra tijd. Vroeger wasje gewend om niet voor alles een wetsartikel op te slaan. Je wist dat wel. Je wist ook hoe de jurisprudentie in elkaar zat. Nu moet je weer de hele weg door het wetboek maken. Toch denk ik dat we er over een jaar of tien wel aan ge wend zullen zijn." Gisolf: „Het wiel moet opnieuw worden uitgevonden. Ik ben nu 25 jaar vertrouwd met bepaal de begrippen waar 2000 jaar mee is gewerkt. Daar hoef ik niet meer over na te denken. Het is een soort basis in je her senen. Met dit nieuw burgerlijk wetboek slaan ze als het ware de software bij rechters weg." Bescherming Volgens Terwee krijgt de rech ter door de invoering van het NBW meer armslag dan voor heen. „Wanneer iemand vroe ger recht op schadevergoeding had. dan moest alle schade worden vergoed. Nu heeft de rechter de mogelijkheid om de schadevergoeding op grond van allerlei omstandigheden te matigen. Dat betekent voor de rechtzoekende een iets grotere onzekerheid. Al met al biedt het NBW de consument echter een grotere bescherming dan voorheen." Terwee verwacht evenals Gi solf dat er veel nieuwe recht spraak zal komen over begrip pen waar nog niet mee is ge werkt. Gisolf is in tegenstelling tot Terwee allerminst gelukkig met de Week van het Recht. „Ik heb momenteel wel andere zorgen aan mijn hoofd. We zit ten midden in de reorganisatie. Justitie is in de mode in de poli tiek. Ineens moet alles tegelij kertijd veranderen. We worden bijna dood geknuffeld. Zelfs linkse partijen, die nooit iets voor justitie over hadden, roe pen nu om 'law and order'. Tachtig procent van het perso neel is de laatste jaren van bu reau veranderd. Volgende maand krijgen we de Raad van beroep in huis. een jaar later de kroongeschillen. Bij de.Raad van Beroep is het een kwestie van overpoten, die bestaat al. Maar rond de Wet Arob moeten we alles opnieuw opbouwen. Er is niets. Het zijn ongelooflijke tropenjaren. Alles verandert, zelfs je eigen vak. Als één van de rechterlijke organisaties het overleeft, is dat eigenlijk al een wonder Slaapkamer en bedden speciaal zaak De SlaapvoorliChter voor Zeeland Beestenmarkt 12, Goes, tel. 01100-32213 Maar Arkoun streeft naar ver nieuwing. zeg een 'verlichting' in de islamitische wereld, zoals het Westen die ook kende. Daarvoor moet een vrije ruime voor een wetenschappelijke uiting van de islam beschikbaar komen. Er moeten gedachten uitgewisseld worden met de Europese, christelijke denkers. En net als in de tiende eeuw moet er ook in de moslim-wereld weer vrijuit gediscussieerd worden. Intellectueel „In Nederland, in Duitsland, in Frankrijk bestaat een academi sche omgeving. Er bestaat een intellectuele omgeving. Wij heb ben een cultureel leven. Zo was het in Baghdad in de tiende eeuw ook. Dat was humanis tisch, zou ik zeggen. We hadden niet alleen imams, het was ook intellectueel". En, zo moet het ook weer met de mohamme daanse jeugd in Europa gaan. Hij beschouwt het als een privi lege in Nederland of in Frankrijk te leven. „Ik gebruik dit privile ge om vrij denken te ontwikke len. De islamitische wetenschap moet van de atmosfeer hier pro fiteren". Kritiek op imams uit Turkije of Marokko wil professor Arkoun niet kwijt: „Dat is te controversieel." Hij geeft toe dat er veel oveï imams gesproken wordt. „Maar het gaat erom dat de kinderen, die van de tweede generatie, goed opgeleid worden, in vrij en open denken". Zij moeten ge dachten kunnen uitwisselen met andersdenkenden, want dat vormt de basis voor politieke en culturele samenwerking. „Dat is de toekomst." De 'verlichting' in Europa, de in dustriële en Franse revolutie, veranderden de structuur van de westerse samenleving, zegt Arkoun. Die juridische en insti tutionele breuk met het verle den ontstond niet in de moham medaanse wereld. Dat leidde tot een definitieve kloof tussen Eu ropa en het Midden-Oosten. Om die aansluiting te vinden, moeten de jonge moslims in Eu ropa goed worden opgeleid. „Be langrijk is dat we kijken naai- de bevoegdheid van de leraren. Die moeten een moderne weten schappelijke opleiding krijgen. Op dit moment is nergens in Eu ropa het niveau van de scholen hoog genoeg." En juist voor min derheden kan het niveau van de school niet hoog genoeg zijn. door Harrie Buijssen Ook in Nederland heeft zich een soort enquête-cultuur ontwikkeld. Alles wordt geme ten, niet alleen de hoogte van het inkomen per hoofd van de bevolking, maar ook zaken die minder voor meten in aanmer king lijken te komen, zoals wel bevinden, gezondheid en het ge loofsleven van de Nederlander. Het afgelopen jaar hebben vijf tien regionale bladen, waaron der de PZC. een onderzoek laten verrichten naar onder meer de gezondheid, de relaties, het in komen en ook naar de opvattin gen over geloof en levensbe schouwing van de Nederlander. Uit het onderzoek blijkt dat Ne derland zich toch nog een christelijke natie mag noemen, want 57 procent staat nog posi tief tegenover geloof of levens overtuiging (dit in tegenstelling tot een onderzoek van enkele ja ren eerder, waaruit bleek dat 51 procent zich onkerkelijk noem de). Maar er blijkt ook een merk waardig verschil te bestaan tus sen geloof en godsdienstigheid. Ruim 60 procent vindt zichzelf niet religieus. Naarmate mensen ouder worden, neemt hun reli giositeit (en kerkbezoek) toe. Het is opvallend dat geloof niet het monopolie van de dommen is. Uit het onderzoek blijkt dat geloof in alle opleidingscatego rieën gelijk vertegenwoordigd is. Bijzonder opvallend is het tem po. waarin de afkalving zich vol trekt. met name van het katho- levens beschouwing lieke volksdeel. In 1988 noemde nog 36 procent zich rooms-ka- tholiek, in 1991 nog geen 27 pro cent. Ook het geloof in een leven na de dood lijkt juist bij katho liek Nederland op een diepte punt te zijn gekomen. Aan de deskundigheid, waar mee deze enquête is opgezet en uitgewerkt, hoeft niet getwijfeld te worden en de cijfers geven ge noeg stof tot nadenken. Toch blijft de vraag hoe betrouwbaar zo'n onderzoek werkelijk is. Leent een onderwerp als religio siteit en geloofsbeleving zich wel voor onderzoek? En misschien nog veel belangrijker, krijgt men wel in het vizier wat er achter al die cijfers schuil gaat? Zekerheid Kenmerkend voor onze tijd is dat het leven en denken van de mens geen vaste basis meer heeft. Onze wereld is niet langer het centrum van het heelal. Dat wisten we natuurlijk al een paar eeuwen, maar er gaat altijd een flinke tijd overheen voordat het denkpatroon van de mens zich aanpast. Over het ontstaan van de wereld vormen zich voortdu rend nieuwe hypotheses. Dat de mens niet het resultaat is van een rechtstreekse scheppings daad. maar het produkt van een evolutie, is voor de meeste men sen inmiddels gemeengoed ge worden. Daarmee heeft de he mel zijn vaste plaats verloren en wanneer je het leven na de dood niet meer kunt localiseren, wordt de voorstelling daarvan ook tamelijk vaag. De Middeleeuwse godsbewijzen hebben afgedaan. Daarmee lijkt alle zekerheid uit het christelij ke geloof te verdwijnen. De tra ditionele voorstellingen hebben afgedaan. Maar tegelijkertijd stellen we vast dat we nog niet over nieuwe beelden en begrip pen beschikken om oude over tuigingen te formuleren. Hoe be trouwbaar is daarom een enquê te, die in traditionele termen vraagt naar zaken die op die ma nier voor velen ongeloofwaardig zijn geworden? Cultuurbreuk Tot de verworvenheden van on ze tijd behoort onder meer het inzicht dat zowel de geloofsver kondiging als de geloofsprak tijk. de manier waarop het gelool beleefd wordt, heel sterk door tijd en cultuur bepaald worden Als men daar eenmaal van over tuigd is. hoeft men er ook geen moeite mee te hebben dat men achteraf telkens weer moet vast stellen dat tijdgebonden en dus vergankelijke elementen als een soort aanslipsel zowel de ver kondiging als de beleving van het geloof binnen dringen. In de geschiedenis van het chris tendom zijn joodse, romeinse, feodale, monarchistische, ratio nalistische of burgerlijke-libera- le eigenaardigheden te ontdek ken. Die elementen zijn lange tijd verantwoord geweest, want het geloof en de geloofsbeleving staat nooit los van de werkelijk heid, waarin de mens leeft. Pro blematisch worden deze zaken pas, wanneer men dat niet zietol niet bereid is dat te willen zien en meent te moeten vasthouden aan deze vergankelijke en in middels al lang achterhaalde uitdrukkingswijzen en bele- vingsvormen. Niemandsland Leven in een overgangstijd is wel boeiend, maar het roept ook de nodige problemen op en soms worden er hoge eisen gesteld aan. de buigzaamheid van de mense lijke geest. Meestal betekent hel iets achterlaten zonder te weten of zich al iets nieuws heeft aan gediend. En als het nieuwe er is. moet het meestal eerst nog j bruikbaar worden gemaakt en ook aanvaard worden. Vandaar dat zo'n overgangstijd gepaard gaat met grote onzekerheid, de nodige wanorde en soms heftige strijd, want het gaat vaak over emotionele zaken. Niemand ontkomt aan de vraag hoe men vertrouwde en dierbaar geworden evangelische waarhe den opnieuw moet verwoorden en beleven. Zo'n proces meestal met horten en stoten. In deze tijd lijkt het een beetje te; snel te gaan. Mensen raken in een geestelijk vacuüm. Als je nu onderzoek verricht op het ter rein van geloof en geloofsbele-' ving, dan is de grote vraag watje aan het meten bent. Gaat achter het gegeven antwoord een over tuiging schuil of is het in feite on zekerheid? Katholieke kerk Met name in de katholieke kerk heeft het geloof zich ingebed in een instituut met een sterke au tocratische machtsstructuur Die structuur is ooit vanzelfspre kend geweest en door niemand aangevochten. Die tijd is voor bij. Nu wil men hetzelfde gelool inpassen in een idealistisch ge dacht modern democratisch be stel. Maar het Evangelie valt niet samen met democratie, so cialisme. ecologie of anti-kern- bewapening. Het behoort daar over wel iets te zeggen te heb ben. Links en rechts worden de oude voorstellingen 'zonde', 'hel' of 'eeuwig leven' losgelaten, maar dat wil nog niet zeggen dat ze inhoudelijk niet meer be staan. Wie de uitkomsten van de PZC GPD-enquête in dat licht ziet moet het volgende vaststellen er is een grote mate van onzeker heid in de geloofsbeleving. (Advertentie) HOGESCHOOL 's-Herlogenbosch woensdag 22 januari 1992 van 14.00- 18.00 uur Sportlaan 56, 's-Hertogenbosc Informatie.- Informatiecentrum Hogeschool 's-Hertogenbosc telefoon 073-145577.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1992 | | pagina 4