De ontdekker bracht
armoede en verderf
:PZC
Hield Pinzon het roer recht
reportage
25
De ontdekking van Amerika
ZATERDAG 9 NOVEMBER 1991
Volgend jaar, op 12 oktober 1992, is het vijfhonderd jaar
geleden dat Christoffel Columbus de eerste Europese
voetstappen drukte op de kust van de Nieuwe Wereld. In Spanje
zal dit vijfde eeuwfeest met uitzonderlijke luister worden gevierd.
Madrid wordt de culturele hoofdstad van Europa, Barcelona
organiseert de Olympische Spelen en in Sevilla wordt de grootste
Wereldtentoonstelling aller tijden opgebouwd.
Jan van Beek reisde naar de drie Caribische eilanden, die door
Columbus op zijn gedenkwaardige eerste reis zijn aangedaan. Met
een serie artikelen treedt hij in het spoor van de ontdekker.
Vandaag het vijfde deel van de serie:
Columbus zaaide dood en verderf in de Nieuwe Wereld.
Uit de enorme mensenmenigte die op de
trappen van de basiliek van Notre Dame
op de stoepen aan weerszijden van de straat
haar schamele koopwaar heeft uitgestald,
fcwam met een paar sprongen een jonge neger
op mij af en drukte zijn roze handpalm voor de
van mijn camera. „Waarom fotografeer jij
hier? Vind je het mooi deze ellende?"
De jongen moet gezien hebben dat hij
mij behoorlijk had laten schrikken,
want hij trok zijn hand weg en glimlachte.
Ik probeerde hem uit te leggen dat iedere
reiziger graag beelden maakt van wat hij
ziet. Nee, ik vond die ellende niet mooi,
maar wel boeiend. Hij haalde zijn schou
ders op en hurkte weer naast zijn kleedje
met een paar potten en ander eetgerei.
Met dat ene zinnetje had hij precies onder
woorden gebracht wat ik al enkele dagen
vagelijk voelde. Ik geneerde mij steeds
meer, wanneer ik het chaotische leven in
de Haït.iaanse hoofdstad probeerde vast
te leggen. Het is de weerspiegeling van
eeuwen wanbeheer door politieke oppor
tunisten die het land hebben uitgezogen
ten bate van zichzelf en hun clan. Zij hiel
den alleen de instituties van hun terreur
in stand en lieten volk en land over aan de
grillen van de natuur. Het is er bijna altijd
goed weer en behaaglijk warm. Dat
scheelt, wanneer je op zoek bent naar lege
blikken en golfplaten om in de onafzien
bare krottenwijken een eigen behuizinkje
te bouwen.
Het lijkt alsof de bestuurlijke capaciteit
van de regering nooit verder is gekomen
dan het verzorgen van de tuinen rondom
het presidentiële paleis en het park van de
helden van de onafhankelijkheid. In de
stad werken alleen nog het economische
systeem van de absolute armoede, de
straathandel en de minibussen, de even
kleurrijk als primitief beschilderde Tap-
Tap, die voor enkele centimes langs dooi
de passagiers te bepalen routes rijden.
Verder functioneert er niets meer. Vuilnis
verspertin grote bergen de weg. De huizen
zijn vervallen. Sanitair werkt niet meer of
is verstopt. Mensen doen hun behoeften in
de goot van wat vroeger winkelstraten wa
ren. Er hangt de weeë lucht van verrot
ting.
Armoede
Haïti is het armste land van het Westelijk
Halfrond. Volgens de statistieken zijn ge
loof ik alleen Guinee en Burundi in Afrika
armer. Het zegt me weinig; wat is armer
dan arm? Ik geloof dat volgens de cijfers
het gemiddelde inkomen van de vijf en
een half miljoen inwoners ongeveer drie
honderd dollar per jaar bedraagt. Nog
geen vijftig gulden per maand. Daar zal
dan veel van blijven hangen bij een kleine
minderheid, want de meeste van de meer
dan vijfhonderdduizend bewoners van de
bidonvilles rondom Port-au-Prince zien
een dergelijk bedrag in geen drie jaar bij
elkaar-. Met hun straathandel, drie toma
ten en een ui - waar halen ze die vandaan -
wat schroeven en moeren, gebruikte pan
toffels en een oude transistorradio maken
ze nog geen gourde (40 cent) per dag. Ze
ven en zeventig procent is analfabeet en
de levensverwachting reikt niet hoger dan
vijftig jaar.
Niemand wil graag woordvoerder zijn van
de ellende, maar de man die mij op het
plein voor de Notre Dame het fotograferen
wilde beletten, komt mij later achterna en
stelt zich voor als Claude. Ik ben huiverig
en probeer hem af te weren. Elke keer als
ik mijn hotel verlaat stort een groepje jon
ge Haïtianen zich op mij om mij te begelei
den. Zij doen het voor mijn bestwil, zeggen
ze, omdat ik mij anders onwennig zou voe
len in de vreemde stad, waar alles anders
is. Als ik ze uitleg dat ik dat nou juist wil,
mij onwennig voelen omdat ik blank ben,
om te weten te komen hoe ik daar mee om
kan gaan, veinzen zij mij niet te begrijpen.
Waarschijnlijk ben ik volgens hen gewoon
een gierige vrek, die te beroerd is hun
diensten met een fatsoenlijke fooi te hono
reren.
Verantwoordelijk
Claude heeft geen enkele behoefte om mij
te vergezellen. Hij wil mij alleen maar de
vraag stellen of ik mij als Europeaan me
de-verantwoordelijk voel voor de maat
schappelijke puinhoop die Haïti gewor
den is. Ik merk op dat Haïti al bijna twee
eeuwen geleden onafhankelijk werd en fei
telijk de eerste zelfstandige negerrepu
bliek ter wereld was. Hij zou de schuld dus
bij zijn eigen volk en leiders moeten zoe
ken. Dat vindt hij een goedkoop argu
ment, want wie bedreef de genocide op de
oorspronkelijke bewoners, de Taino-in-
dianen? Wie heeft vervolgens de negers
naar dit Caribische eiland gesleurd? Wie
heeft het gevoel voor geweldadigheid in
hen wakker geroepen? Wie heeft het goud
ontgonnen en de natuurlijke hulpbronnen
leeggehaald? Wie heeft de instituties ge
schapen?
Hij heeft geschiedenis gestudeerd, hij
geeft enkele uren les op een lagere school,
drijft straathandel. Ik heb er geen moeite
mee de collectieve schuld van Europa te
erkennen. Maar als eenling kan ik moei
lijk alle ellende in de wereld voor mijn re
kening nemen. Ik ben een simpele reiziger
in het kielzog van Columbus. Dan brandt
hij los. Er moet toch een reden zijn dat
juist in de landen die door Columbus als
eerste zijn ontdekt, vijfhonderd jaar later
armoe nog steeds troef is. San Salvador,
geen middelen van bestaan; Cuba, econo
misch aan de rand van de afgrond; Domi
nicaanse Republiek, al geruime tijd bank
roet; Haïti, komt om in vuilnis en verpau
pert totaal.
Van de vijf naties die Amerika hebben be
zet, heten alleen de Spanjaarden verover
aars. De Engelsen, de Portugezen, de
Fransen en de Hollanders, die eveneens
grote delen van de Nieuwe Wereld in be
slag namen, zijn nooit zo betiteld. Zelf de
Dikke Van Dale kent het woord Conquis
tador, de veroveraars van Amerika in de
zestiende eeuw. Volgens de Spaanse his
toricus Francisco de Solano komt dat,
omdat de Spanjaarden him veroverings
oorlog tegen de Moren in eigen land voort
zetten in de Nieuwe Wereld. Veroveren
met het zwaard en bekeren met het kruis
in de hand.
In de praktijk van de kolonisatie waren de
Spanjaarden anders. Zij zonden uitslui
tend mannen uit, die zich ter plekke ver
mengden met de autochtone bevolking.
De Spanjaarden schiepen hun eigen we
reld van mestiezen en mulatten. De Brit
ten en de Fransen zonden hun religieuze
dissidenten weg in familieverband. Ver
jaagde gezinnen met vrouwen en kinderen
vestigden zich in de Nieuwe Wereld en
probeerden zich daar te handhaven. De
Noordamerikaanse kolonisatie werd een
kopie van de meest orthodoxe Britse, Hol
landse en Franse samenleving. De Span
jaarden maakten door vermenging een
nieuwe samenleving, die geen historische
en culturele achtergrond had en zich maar
moest zien te redden. De betrekkelijke
achterstand in de voormalige Spaanse ko
lonies kan ook ontstaan zijn door het feit
dat de Spanjaarden zich als eersten uit de
veroverde gebieden terugtrokken. Die te
rugtocht was totaal. Zij lieten hun bezit
tingen volledig in de steek, als hun onech
te kinderen, wat zij ook waren.
Anti-kolonialisten
Tot hun verdediging kan worden gezegd
dat zij eveneens de eerste belangrijke an
ti-kolonialisten hebben geleverd, zoals
pater Bartolomeo de las Casas. Die
schreef in het begin van de zestiende
eeuw, toen de veroveringen nog maar
veertig jaar aan de gang waren: „Wij kun
nen als waarheidsgetrouw feit aanvoeren
dat in die bedoelde veertig jaar door de ty-
ranieke en duivelse praktijken van de
christenen meer dan twaalf miljoen zielen,
mannen, vrouwen en kinderen een smade
lijke dood zijn gestorven en ik geloof zelfs
de waarheid niet te kort te doen als ik het
aantal op meer dan vijftien miljoen
schat."
Over Haïti schrijft hij in zijn Kort relaas
van de vernietiging van de Indien: „Op
het eiland Hispaniola, waar de christenen
het eerst aan land gingen, begon de grote
verwoesting, de ellende en de uitroeiing
van dit ongelukkige volk. De Spanjaarden
namen eerst vrouwen en kinderen van de
Indianen af om die te misbruiken. Daarna
aten zij al hun levensmiddelen op, die met
veel arbeid en zweet bijeen waren ge
bracht. Wat bij de Indianen voor drie fami
lies van dertig personen genoeg geweest
zou zijn voor een hele maand, verslindt
een Spanjaard in één dag."
Het relaas van Las Casas'is gruwelijk. Hij
vertelt dat de Spanjaarden met elkaar
weddenschappen afsloten dat zij met één
zwaardslag iemand doormidden konden
klieven of met een piek zijn hoofd konden
splijten. Pasgeboren kinderen rukten zij
aan beide beentjes van de borst van hun
moeder en slingerden ze met het hoofdje
Allegorische voorstelling van Columbus als ontdekkingsreiziger; uit: Theodor de Bry, Historia America sive Novi Orbis confinens..., Frankfurt 1594
Haïti, één van de landen die na de ontdekking door Columbus nooit meer uit het dal is gekrabbeld. Op de foto het presidentiele
paleis, waar president Aristide een nieuwe toekomst zoekt. foto GPD
tegen de rotsen. Ook maakten zij brede
galgen en hingen daaraan telkens dertien
Indianen op ter verheerlijking van de Ver
losser en zijn twaalf apostelen, legden er
vuur onder en verbrandden ze levend.
Bartolomeo de las Casgs heeft al die gru
welen en nog veel ergere met eigen ogen
zien gebeuren.
Broze cultuur
De Taino-Indianen van de stam van de
Arawaks, waren een nijver en kunstzinnig
volk. Waarschijnlijk waren zij, ruim vijf
duizendjaar voor Columbus, vanuit Vene
zuela en Brazilië, uit de delta van de Ori
noco naar de Kleine en Grote Antillen ge
trokken. Zij waren zeer bedreven in het
maken van grote kano's uit de stammen
van mahoniebomen, waar wel tachtig
man in konden. Het Museo del hombre in
Santo Domingo, het Museum van de
mens, geeft een prachtig en ontroerend
beeld van die broze cultuur. Niemand
weet precies hoeveel mensen er op Hispa
niola, Cuba en de andere Caribische eilan
den waren toen Columbus daar aankwam.
Volgens een boekwerkje in de min of meer
officiële Spaanse serie Biblioteca Iberoa-
mericana, waren het er tussen de zes en de
tien miljoen. Vijftig jaar later waren er nog
enkele tienduizenden over. Niemand kon
mij in San Salvador. Cuba, Haiti of de Do
minicaanse republiek één directe afstam
meling van de Taino's aanwijzen. Zij be
staan niet meer. Zij zijn van de aardbo
dem verdwenen.
De ontdekking van de Nieuwe Wereld was
misschien wel de grootste ecologische
schok die de aardbol te verwerken heeft
gekregen, sedert in de oertijd de continen
ten -uit elkaar werden gedreven en de
Oceanen ontstonden. Dat lijkt pathe
tisch, maar het valt niet te ontkennen. De
probleemstelling is betrekkelijk jong,
want er wordt nog niet zo lang bewust aan
het milieu gedacht. De wijzigingen die in
zeer korte tijd in het ecologische systeem
van het Caribisch gebied werden aange
bracht, waren gigantisch.
Binnen een jaar na zijn eerste reis ging Co
lumbus op pad met een nieuwe expeditie
van zeventienhonderd man, met vee, za
den en werktuigen om het eiland Hispa
niola te koloniseren. Die volledig Europe
se mini-maatschappij veranderde in een
paar jaar de ecosystemen volledig. Alles
werd anders, voedingspatronen, wooncul-
tuur, verplichte arbeid, gedwongen ver
plaatsing, de bescherming van het bos,
ziekte, pijn, alles.
Niet alleen het fysieke geweld elimineerde
de oorspronkelijke bevolking. De Euro
peanen importeerden naast hun sociale
en economische orde ook hun ziekten.
Binnen één generatie stierf de helft van al
le Indianen aan pokken, influenza, gele
koorts en aan de uit Afrika geïmporteerde
malaria. De tewerkstelling in de goud- en
zilvermijnen, waarbij de Indianen zeven
dagen achtereen in de schachten moesten
verblijven, werd zo'n schrikbeeld dat hele
Halverwege de oversteek van Cuba
naai' Haïti zag Columbus dat de
Pinta, waarover Martin Alonso Pinzon
het bevel voerde, van de kleine vloot
weg voer. Het was 21 november 1492. In
zijn dagboek noteerde hij dat Pinzon
dat deed „uit hebzucht, omdat een In
diaan bij hem aan boord hem waar
schijnlijk veel goud had beloofd." Tot
dan toe was de schipper uit Palos de la
Frontera een zeer toegewijd medewer
ker geweest. Toen enkele dagen voor
het vertrek nog niemand in Palos bereid
was gebleken om met Columbus mee te
gaan, omdat men geen enkel vertrou
wen had in de expeditie, haalde hij de
nodige zeelieden over. Na dertig dagen
op zee dreigde de ontevreden beman
ning Columbus overboord te zetten en
terug te keren naar huis. Martin Alonso
bracht ze tot bedaren en adviseerde een
kleine koerscorrectie, waardoor vier da
gen later land in zicht kwam.
Er moet onenigheid zijn ontstaan tij
dens het krabben langs de Noordoost
kust van Cuba. Wellicht ging het Martin
Alonso Pinzon te langzaam en wilde hij
meer contact met de bevolking, spe
ciaal met het vrouwelijke deel dat als!
Eva door het oerbos liep. Columbus liet
zijn mannen slechts zeer kort aan wal
gaan.
Op eigen houtje voer Pinzon 45 dagen
rond het eiland Hispaniola en min of
meer toevallig kwamen Columbus en hij
elkaar weer tegen op 6 januari, toen Co-
lumbius zich gereed maakte om naar
huis terug te gaan. Pinzon bood zijn ex
cuses aan, maar daar wilde Columbus
niets van weten Hij beschuldigde zijn
onder-commandant van desertie. Daar
na hebben beide mannen elkaar nooit
meer aangekeken en geen woord meer
met elkaar gewisseld.
Op de terugweg werden de twee sche
pen bij de Azoren overvallen door een
zware storm en verloren ze het contact.
Columbus wist de haven van Lissabon
te bereiken en Pinzon meerde af in
Bayona, ten noorden van Portugal in
Galicië. Onmiddellijk na aankomst op
Spaanse bodem zond Pinzon een bood
schap naar de katholieke koningen, die
op dat moment in Barcelona verbleven.
Zijn boodschap arriveerde enkele dagen
eerder dan het bericht van Columbus,
die daar naderhand ontzettend kwaad
over werd,
Pinzon stierf kort na zijn terugkeer in
Palos en werd begraven onder het altaar
van de kloosterkerk van LaRabida. Vol
gens de historicus Juan Manzano is het
zeer waarschijnlijk dat Martin Alonso
Pinzon het eerste bekende slachtoffer is
geworden van de toen nog geheimzinni
ge ziekte syfilis. Zijn nabestaanden heb
ben Columbus de eer van de ontdekkin
gen betwist. Volgens hen en een aantal
getuigen was Columbus in paniek ge
raakt. toen er na dertig dagen nog geen
land in zicht was. zodat Pinzon het com
mando over de kleine vloot moest over
nemen en de eigenlijke ontdekker van
de Nieuwe Wereld zou zijn geweest.
Achttiende-eeuwse gravure van Co
lumbus.
dorpen zelfmoord pleegden, voordat zij
door de ronselaars bijeen werden gedre
ven.
Kommernis
Het waren de missionarissen, onder aan
voering van Bartolomeo de las Casas zelf,
die uit kommernis om het fatale lot van de
Indianen, voorstelden om negerslaven te
importeren uit Afrika. Die zouden beter
opgewassen zijn tegen het zware werk.
Volgens de meest gehanteerde cijfers zijn
er tot de afschaffing van de slavernij tegen
het einde van de vorige eeuw circa vijftien
miljoen negers tegen hun wil uit Afrika
naar Amerika getransporteerd. Het kun
nen er ook twintig miljoen zijn geweest.
Het lot van de negerslaven was zo moge
lijk nog gruwelijker dan dat van de India
nen. Maar zij waren sterker, ook al stierf
ruim de helft een voortijdige dood. Zij wis
ten te overleven en tot op de dag van van
daag hebben zij, tegen de verdrukking in,
een goed deel van hun eigen cultuur weten
te handhaven. Dat is de basis van hun te
rechte nationale trots. Tegen wil en dank
is Afrika de grootste koloniale macht ge
worden in de Cariben, Brazilië, Midden-
en Noord-Amerika.
Wat betekent Columbus voor deze Afro-
Caribische eilanden? Toen in februari
1986 het volk van Haïti de gehate dictator
Baby-Doc. Jean Claude Duvalier, het land
uit joeg, haalde het tegelijkertijd het
standbeeld van Columbus aan de boule
vard van Port-au-Prince van zijn voetstuk
en lazerde het in zee. De burgemeester
heeft het er 's nachts weer uit laten halen
en opgeborgen in de kelders van zijn vol
komen verwaarloosde en vervallen stad
huis.
Executie
De Jamaicaan Leaken Semaj, reggea-zan-
ger, dichter en psycholoog, heeft een ra
dioprogramma dat elke nacht van een tot
vijf uur live uitzendt in Kingston, de
hoofdstad van Jamaica, Hij slaapt van 's
ochtends zeven tot twee in de middag,
gaat daarna naar zijn kantoor, treedt elke
avond op als zanger en zit vanaf midder
nacht aan de microfoon. Zeven dagen in
de week. „Ik heb in mijn programma de
vraag gesteld; Should we salute or execu
te Columbus? Diezelfde nacht belden al
drie en vijftig luisteraars die hem wilden
executeren en slechts één die hem wilde
begroeten. Ik heb wekenlang diezelfde
vraag gesteld en elke nacht belden hon
derden mensen op. Zij tekenden allemaal
het doodvonnis van Columbus. Er wordt
's nachts in Jamaica ontzettend veel naar
de radio geluisterd, misschien nog wel
meer dan overdag. Als je mijn programma
een nacht gemist hebt, hoor je overdag
wel waarover ik het heb gehad. Of je ziet
het aan de t-shirts. Want die zijn een ge
weldig communicatiemiddel. Elke slogan
die ik in ijn programma bedenk, zie ik een
week later terug op t-shirts."
„Ik denk dat mijn voorouders Ibo's zijn,
die geroofd zijn uit Nigeria. Die behoefte
om je roots na te gaan indoor het naderen
de vijfde eeuwfeest van Columbus enorm
gegroeid. Wij hebben niets te vieren, al
leen iets te betreuren. Wij moeten dit jubi
leum gebruiken om onze "claims op
reparation" neer te leggen, niet alleen
materieel, ook eerherstel. Er gaan steeds
meer stemmen op om de buitenlandse
schuld weg te strepen tegen datgene
waarvan Europa ons vijf eeuwen heeft be
roofd. Maar wij willen de werkelijkheid
niet uit het oog verliezen. Onze trieste ge
schiedenis is onze werkelijkheid van van
daag. Wij zijn er nog en dit is.ons tehuis.
Columbus past daar uitsluitend in als his
torisch gegeven zonder waarde. Het vijfde
eeuwfeest moet dus in low-profile,
very low-profile" worden gespeeld.
Anders zaï vooral de Rastafari-gemeen-
schap luidkeels protesteren. En die zal
zijn grote aanhang in Europa, Azië en Afri
ka goed weten te bespelen met opwinden
de songs. Ik verheug mij erop. Laat de
Spanjaarden hun flamenco-borst maar
vast nat maken".
Ik vraag Leaken Semaj of hij al eens ooit is
terug geweest naar Afrika, naar Nigeria.
„Nee", zegt hij. „Ze hebben mijn enkele
reis hierheen nog nooit omgewisseld voor
een retour".
Jan van Beek
Volgende aflevering: Waar zijn de botlen
van Columbus?