Kordes liet zich niet inpakken Scheldwoord Magie van '1992' onweerstaanbaar van de Noordkaap tot Gibraltar PZC Onverschillig heelal morgana opinie en achtergrond Rekenkamer-president bij vertrek: ,We zijn ambitieus... CASCADE VRIJDAG 1 NOVEMBER 1991 van onze parlementaire redacteur Carel Goseling Eigenlijk is er sinds 1814 niets veranderd aan de po sitie van de Algemene Rekenka mer. Nog steeds moet dit insti tuut onderzoek doen naar de uitgaven en ontvangsten van het rijk. Alleen is het terrein sterk verbreed en het werk fors uitgebreid. President F. Kordes bij zijn ver trek vandaag. 1 november: „Naast de rijksbegroting, zo'n 200 miljard gulden, hebben we de sociale zekerheid en de ge zondheidszorg erbij gekregen. Samen goed voor zo'n 100 mil jard gulden. Bovendien mogen we nu ter plekke gaan kijken naar de besteding van subsidie gelden door bedrijven, vereni gingen en stichtingen". „Nog steeds moet de Rekenka mer kijken naar de rechtmatig heid van uitgaven en ontvang sten - zeg maar het financieel be heer - en de doelmatigheid er van; hoe worden de gelden be steed. Gebeurt dat efficiënt en effectief?". Toen Kordes in 1984 president van de Rekenkamer werd. zette hij enkele duidelijke lijnen. Ten eerste moest zijn instituut de Staten-Generaal een redelijke zekerheid kunnen bieden over de rechtmatigheid van uitgaven en ontvangsten bij het rijk. Ten tweede moesten de werkzaam heden van de Rekenkamer bij dragen tot een efficiëntere rijks dienst en een effectieve beste ding van rijksmiddelen. T elefoonboeken Kwam de Rekenkamer in het verleden alleen in de publiciteit dankzij het verschijnen van het jaarverslag, ter dikte van een te lefoonboek, en beoordelingen van de uitvoering ministeriele begrotingen direct na sluiting van het 'boekjaar', inmiddels wordt bijna voortdurend gepu bliceerd. Er zijn juni- en decem- berrapportages en tussentijdse rapporten over allerlei onder werpen. De afgelopen jaren zo'n zestig stuks, vooral op het ter rein van de doelmatige beste ding van overheidsgeld. In de jaarverslagen werd boven dien het 'centrale thema' inge voerd: een activiteit waaraan al le departementen geld uitgeven. „Rijksbreed onderzoek" ver taalt Kordes. Zo bekeek de Re kenkamer ooit de werking van de departementale accontants- diensten, snuffelde zij de infor matie over de financiële effecten van wetsvoorstellen na en be keek het subsidiebeheer. „Het moet daarbij gaan om gro tere bedragen. Maatschappelijk belangrijke onderwerpen. Geen schandaaltjes die leuk zijn voor de voorpagina van de krant. Of een minister te duur at of in een te dure auto reed. Het moet gaan om zaken die belangrijk zijn voor de burgers. Het is tenslotte toch hun geld dat besteed wordt" Het ging en gaat de Rekenka mer echter niet alleen om het produceren van papier. Kordes: „We zeggen niet alleen 'het is fout', of 'het deugt niet', we ko men met vrij harde conclusies. Geen wollig geklets. Tegelijk verwerken wij daar een bood schap in. Zo flink zijn we dan ook wel als we kritiek hebben. Zoiets van 'heeft u hier aan gedacht?' ol 'zoudt u niet eens dat of dat pro beren?'. Dat doen we zonder het probleem zelf op te lossen. Dat moeten de betrokken bewinds lieden maar doen. Als we ons in houdelijk met de oplossing zou den gaan bemoeien ontstaat im mers het gevaar dat we later niet meer objectief kunnen controle ren". Daarbij springt de Rekenkamer ook eerder als een bok op de ha verkist. Men wacht met onder zoek niet meer totdat een be windspersoon de laatste cent aan het beleid heeft uitgegeven. Zodra er een beslissing is geno men. bijvoorbeeld verwoord in een beleidsnota, acht de Reken kamer zichzelf gerechtigd in de zaak te duiken. Al met al een enorme hoeveel heid werk. zoals ook Kordes er kent. „We kunnen natuurlijk niet alles controleren met de 200 onderzoekers die wij in dienst hebben. We moeten dus selecte ren en het is de kunst de goede onderwerpen eruit te pikken. Gelukkig kunnen wij terugval len op het onderzoek van de ac countantsdiensten van de de partementen zelf. Dat hoeven wij niet nog eens te doen. We be zien natuurlijk wel hoe ze func tioneren. of ze het hele veld be strijken en of hun werk aan onze eisen voldoet". Prullenbak Is het allemaal echter niet voor niets? Hoe zit het met de effecti viteit van het Rekenkamerwerk. Gaat er niet erg veel de prullen bak in? Kordes: „Mijn voorgan ger klaagde er wel eens over dat er te weinig met het werk ge beurde. Maar dat is nu niet meer zo. Regering en Tweede Kamer geven er wel aandacht aan. Ons werk heeft ook een preventieve werking. Ministers beginnen soms al met verbeteringen tij dens ons onderzoek. En dat ons werk zekere effecten heeft, blijkt ook uit de vaak talloze vragen die de Kamer aan de regering en ons stelt over een onderzoek, aan de discussies in kamercom missies en soms in plenaire de batten". Als er actie wordt genomen door een minister naar aanleiding van het Rekenkamerwerk, moti veert dat ook weei het personeel van het instituut zelf. weet Kor des. Vandaar dat veel nadruk wordt gelegd op de inhoud van rapporten. „Die moeten goed doortimmerd zijn. We kunnen niet zo maai- iets beweren. Dat moet goed onderbouwd zijn. Dat stelt ook hoge eisen aan de rap portage. de daarin gebruikte taal. Dat luistert soms heel nauw". „Wij zijn ambitieus. We willen de tent. om het maar populair te zeggen, beter laten draaien. Dus nemen we zwaardere onderwer pen voor ons werk. Onderwer pen die in de politieke belang stelling staan. Daar word je kwetsbaar mee. Van de andere kant beoordelen wij de daden van de politiek We bedrijven zelf geen politiek. We zitten niet in het beleidscircuit. De schuld vraag moet ook in de Tweede Kamer worden beantwoord. Wij zijn geen officier van justitie of procureur-generaal, die mensen aanklaagt". Op de rand „Als we in een rapport een zuive re weergave neerleggen van een politieke visie, is dat politiek be drijven. En dat moet niet. Je zit F. Kordes verlaat na 10 jaar de Algemene Rekenkamer foto Roland de Bruin/GPD 77» en paar dagen geleden lij kwam ik de uitdrukking op eens weer legen: ..Wij zijn de Chi nezen van Europa", zei een za kenman in een interview, dat de toekomst van de Nederlandse bloembollen tot onderwerp had. Waarmee hij wilde zeggen dat Nederlanders de handen uit de mouwen kunnen steken en dat hun koopmansgeest voor resul taten zorgt. Hij bedoelde het in elk geval positief. Maar als je het gezegde in de Dikke van Dale of in Stoett (..Ne derlandse spreekwoorden en ge zegden") opzoekt, dan ivordt er gesproken van een ..spotnaam" en een ..onvriendelijke kwalifi catie". Hoe zit hier de vork in de steel? Wie een blik werpt op andere zegswijzen waarin een Chinees optreedt, krijgt sterk het ver moeden dat de Chinezen van Eu ropa een negatieve strekking moet hebben. In de Van Dale treffen we. behalve de uitdruk king ..dat is Chinees voor mij" (daarsnap ik niets van), ook nog de woordcombinaties waterchi nees. pindachinees en poepchi- nees aan. Hun vaste metgezel is het bijvoeglijk naamwoord ..ra re". Wie rare pindachinees of ra re. poepchinees tegen iemand zegt. bezigt, volgens Van Dale, een ..goedmoedig scheldwoord" Toch lag het geenszins in de be doeling van de hier geciteerde zakenman om zichzelf en zijn collega's als een stelletje rare Chinezen af te schilderen. Een feit is dat er in de loop der eeuwen heel verschillend over China gedacht is. In de 18e eeuw bloeide de chinoiserie, waarin men dweepte met de Chinese cultuur. Aan de hoven en bij landhuizen deden porseleinka binetten. pagodes, theepavil joens en Chinese tuinen hun in trede. Men hulde zich in zijden gewaden en dronk thee uit por seleinen kopjes. Het was mode om in buitenhuizen speciale Chi nese kamers in te richten. De be wondering voor dit enorm grote land. dat al tweeduizend jaar onder de keizers in vrede leefde, ivas in kringen van bestuurders en intellectuelen groot. Pas in het begin van de 19e eeuw. toen de westerse grootmachten steeds meer problemen kregen met het Rijk van het Midden, kreeg het woord Chinees een on gunstige bijklank. Na de Opium oorlogen kon China in ieder ge val bij Engeland geen goed meer doen. Het land ivas ontmaskerd als een kolos op lemen voelen, een achtergebleven gebied vol onrecht en barbaarse gebrui ken. waarop de dynastie in Pe king geen enkele greep had. Niet negatief Nu leven wij in een wereld waar in werkelijk alles wordt onder zocht en bestudeerd. In het labo ratorium buigt men zich over pantoffeldiertjes en voetschim mels. In het observatorium kijkt men naar sterrennevels op dui zenden lichtjaren afstand. Op de Afrikaanse savanne brengt een veldbioloog het sociale leven van termieten in kaart. Een so cioloog promoveert op de socia le mobiliteit van kappersbedien den in de Zaanstreek. Een geo loog verzamelt in het ijs voji An tarctica maansteentjes. En zo heeft ook iemand zich eens ver diept in de herkomst van de uit drukking die ons hier bezig houdt. In 1965 nam de historicus professor PJ. van Winter met de openbare rede ..De Chinezen van Europa" afscheid van de Groningse universiteit. Uit dit verhaal komt duidelijk naar voren dat de zegswijze aanvankelijk helemaal geen ne gatieve bijbetekenis had. De En gelse en Franse reizigers, die rond 1800 per koets en trek schuit door Nederland trokken, vonden alleen maar dat het Gerrit Jan Zwier vlakke polderland, met zijn bos jes. kerktorentjes, molens en voorbij zeilende tjalkenzo spre kend leek op het Chinese land schap, zoals zij dat van porse lein en aardewerk kenden. De klederdrachten en de popperige huisjes versterkten die associa- tie. Later in de 19e eeuiv nam de kri tiek op Nederland toe. zoals die ook op China toenam. Vooral in Duitse reisverslagen worden het Nederlandse conservatisme en de zelfgenoegzaamheid gelaakt. De Chinezen van Europa wordt in Duitse mond een scheld woord, dat allerlei onhebbelijk heden en vermeende tekortko mingen aan de kaak wil stellen. Ook Mullatuli. die zich later in Duitsland zou vestigen, hekelde eens op ..Duitse wijze" de gebor neerdheid van zijn landgenoten: ..De politieke vrijheid die ivij in derdaad bezitten, baat ons wei nig. daar ze gesmoord wordt on der 'n hoop land-, stad-, dorps-, buurt-, huis- en familiegebruik- jes. die ons inderdaad maken tot de Chineezen van Europa" Maar de Nederlanders die zich zelf zo typeerden dachten niet aan trekschuiten, popperige huisjes of Multatuli. Zij hadden vooral het beeld voor ogen van de ijverige en ondernemende Chinezen die zich op Java en Su matra hadden gevestigd. Neder landse zakenlui voelen zich juist vereerd als een Duitser hen voor Chinezen van Europa uit scheldt. van onze correspondent in Brussel Peter de Vries Uileindelijk gaven een paar extra ritjes door de Bren- nerpas de doorslag. De twaalf marktkooplui die de koppen bij elkaar hadden gestoken om te praten over het verzoek van ze ven handelaren of ze ook een stalletje op de marktplaats mochten openen, eisten nette concurrentie. Ze raakten net aan eikaars omgangsvormen en produkten gewend. Nieuwko mers moesten van onbesproken gedrag zijn en zich aan de gel dende regels houden. Krediet waardig, geen stuntprijzen die de handel bederven, geen ver koop op de pof. Najaren soebatten schudden de twaalf gevestigde en de zeven nieuwe marktkooplieden elkaar vorige week in Luxemburg de hand. Een paraaf onder het 1000 pagina's tellende aanvraagfor mulier bezegelde de deal. Bij de feestelijke opening van de Markt in 1993 zullen er negentien kraampjes zijn. Oostenrijk. Zwe den. Zwitserland. Noorwegen. IJsland. Lichtenstein en Fin land sluiten zich aan bij de éne grote handelsmarkt die de twaalf landen van EG dan tot stand hebben gebracht. Een tè luchthartige beschrijving van de tot standkoming van een vrijhandelsmarkt die zich uit strekt van de Noordkaap tot Gi braltar en van Reykjavik tot Athene? Misschien, voor wie naar de kille cijfers kijkt. Het aanschuiven van zeven landen bij de éne Europese markt in 1993 betekent dat zich 's werelds grootste handelsblok vormt met 377 miljoen inwoners, verant woordelijk voor 45 procent van de wereldhandel. De nieuwkomers zijn rijk. met een gemiddeld inkomen per hoofd van de bevolking van bij na 50.000 gulden. In de huidige EG ligt het gemiddeld inkomen per hoofd van de bevolking nog rond de 35.000 gulden. De éne markt biedt met name voor mid- dengrote bedrijven, die nu vaak niet over de handelsbarrières heen komen, grote mogelijkhe den. Kernpunt van het vorige week bereikte akkoord is het vrij ver keer van goederen, kapitaal en personen tussen de twaalf EG- landen en de zeven nieuwko mers van de EVA, de Europese Vrijhandels Associatie. De han del in hout tussen Stockholm en Almelo moet in 1993 in principe net zo makkelijk zijn als die in pizza-deeg tussen Milaan en Zwolle. Obstakels Dat is makkelijker gezegd dan gedaan. De twaalf EG-landen zijn al jarenlang bezig de talloze obstakels op te ruimen die hen scheiden van hun éne interne markt. Het projekt wordt alom geassocieerd met het magisch jaar 1992. maar de revolutie vol trekt zich thans in alle stilte. Als de dierenartsen in de hele EG BTW betalen, dan zal ook de Ne derlandse dierendokter er aan moeten geloven. Het aantal regels, geboden en verboden dat hoort bij die éne EG-markt. beslaat 12.000 pagi na's. Het zullen er nog meer wor den. want een aantal 'grote' on derwerpen. als het gelijk trek ken van accijnzen, komt nog. Maar de voordelen wegen tegen de papierberg op: efficiëntere handel, scherpere concurrentie, snellere economische groei. Het tAdvertentie EN, HEB JE LEKKER GESLAPEN op m'n Cascade waterbed?" gt i "Jawel! Direkt heerlijk ontspan- T9 J nen wegdromen en lekker fit weer wakker worden". 'I Cascade waterbed is een natuur- en komfortabel alternatief voor de gewone matras met een geweldig kwaliteitsnivo en een heel eigen karakter Cascade waterbedden treft u alleen aan bij de slaapspeclalist! 1 en fraaie kletirenbrochure over het slapen op water en Cascade in het bijzonde ligt voor u klaar. HULST, Rademakers, Steenstraat 23. OOSTBURG, Verdegem, Nieuwstraat 68. ZONNEMAIRE, Interieur Paauwe, Zuidweg 22A. is voor die magie van 1992 dat de zeven nieuwkomers gezwicht zijn. EVA De zeven landen werken nu al samen in de Europese Vrijhan dels Associatie (EVA), een los sa menwerkingsverband. dat ooit s opgericht als tegenhanger van de EG. De zeven waren te zeer op hun nationale verworvenheden, karakter en onafhankelijkheid gesteld om zich over te leveren aan het centralistische Brussel. De Zwitsers koesterden hun bankgeheim, de Noren de visin- dustrie in hun fjorden. De taxatie die zij maakten, was dat de EG niet bij die ene han delsmarkt zou blijven. De Twaalf zouden ook politiek en monetair gaan samenwerken, tot wellicht een eigen defensie toe. Daar hebben ze gelijk in gekre gen. De gesprekken over een Po litieke en Monetaire Unie zijn het bewijs dat de EG heeft ont dekt dat wie één grote markt vormt, er ook voor moet zorgen dat het geld in alle landen onge veer dezelfde waarde heeft, en dat het blok in de internationale politiek met één stem spreekt. Het verschil met vroeger is ech ter dat de zeven er nu dolgraag bij willen horen. Oostenrijk en Zweden hebben het volwaardig EG-lidmaat- schap al aangevraagd, in Zwit serland staat het serieus ter dis cussie. Naast de verlokkingen van '1992' is er de dreiging ge confronteerd te worden met een grote, ontoegankelijke, buur. Maar het is ook de ongewisse si tuatie in Oost-Europa die lan den er toe brengt aansluiting te zoeken bij de EG. die immers zo langzamerhand het enige sta biele instituut in het werelddeel is. EER EG-commissie-voorzitter De- lors lanceerde twee jaar geleden het idee de zeven landen op 1 ja nuari 1993 samen met de EG on der te brengen in één Europese Economische Ruimte, afgekort de EER. De samenwerking, dacht Delors, zou een mooie af zetmarkt openen, maar de lan den tegelijk afhouden van een volwaardig EG-lidmaatschap. De besognes die dat met zich meebrengt, kan de EG momen teel niet goed aan haar hoofd hebben. Het verschil tussen volledig EG-lid zijn en standhouder op de grote Europese-markt. zit in zaken als het stemrecht. De EVA-landen hebben nu de hele EG-gedragscode. de 12.000 blad zijden vol regels, in principe ge woon over genomen. Zonder in spraak. met slechts hier en daar een bedongen uitzondering. Daar staat tegenover dat ze niet deelnemen in het EG-landbouw- beleid. De Zweedse en Oostenrijkse aanvragen voor het volledig EG-lidmaatschap tonen dat De lors' oorspronkelijke opzetje is mislukt. De EER is al enigszins achterhaald bij haar oprichting. Maar het politieke signaal - een heid in het Westen - blijft van on schatbare waarde. Dat er zo lang onderhandeld is over de toelating van de zeven, ligt aan het grote aantal specifie ke wensen dat nog geregeld moest worden. Er moest een re geling komen waardoor het Zwitsers absolute bankgeheim kon blijven bestaan. Spanje wenste dat de Noren hun vis gronden openstelden voor de EG-visarmada. De arme zuide lijke landen uit de EG eisten bo vendien dat de zeven nieuwko mers een soort entreeprijs zou den betalen. De redenering was logisch; Por tugal. Spanje en Griekenland krijgen het al moeilijk genoeg het hoofd boven water te houden in de concurrentie met het ster ke bedrijfsleven uit het Noorden van de EG. en daar komen nu opeens het rijke Lichtenstein. Zwitserland en Finland bij. Advertentie waar ligt het aan, dat steeds meer mensen vroeger gaan slapen? graag gedaan. al op de rand bij het beoordelen van activiteiten van degene die politiek bedrijft. Daar moet je geen subjectieve kleur aan ge ven. Daarom kennen we ook een college ihet presidium van de Rekenkamer! van drie. dat alle rapporten beziet. Dat doet geza menlijk uitspraken. Het is een vorm van zuiver collegiaal be stuur. Tegelijk is het een garan tie voor verstandige, onpartijdi ge en eensgezinde uitspraken. Iemand alleen kan altijd door schieten. overdrijven of stok paardjes berijden". Kordes bestrijdt, dat uit zijn woorden zou blijken dat er niets te verbeteren valt aan de Reken kamer. „De Rekenkamer moet altijd alert blijven op ontwikke lingen in haar omgeving en daar op inspelen. De kwaliteit van het produkt moet beter. De onder zoeken naar de rechtmatigheid van uitgaven en ontvangsten bijvoorbeeld. Denk ook aan de ontwikkelingen op het terrein van de automatisering, of de eenwording van de EG. We zijn echt nog niet aan het eind van ons latijn. Je moet nooit denken 'We zijn er. Nu kunnen we ach terover leunen'. Ik hoop dat dat nooit gebeurt Wil Kordes dan mogelijk meer machtsmiddelen voor de Reken kamer? „Doelmatigheid is niet af te dwingen. Zoiets als: 'U moet dat doen'. Dat kan staatsrechte lijk niet. Op het terrein van de rechtmatigheid kunnen wij be zwaar maken tegen bepaalde uitgaven. De bewindspersoon moet dan een verklaring geven. Als die ons niet aanstaat, moet er in de Kamer uitleg gegeven worden. Daarvoor bestaat de zo genoemde indemniteitswet. Dat geeft ons een zeker machtsmid del, maar dat gebruiken we al leen bij heel belangrijke zaken". Harmonie Over medewerking van de de- partmenten bij onderzoek van de Rekenkamer wil Kordes met klagen. Ook al plegen de mede werkers van het instituut geen 'overvallen' meer en introduce ren zij zichzelf keurig als een on derzoek start, meestal krijgen de medewerkers van de Rekenka mer wel alles waar ze om vragen. „Natuurlijk staan de ambtena ren op een departement niet al tijd te juichen als we komen. Het is niet leuk de kans op kritiek te lopen. Soms wordt er een vertra gingstactiek gehanteerd, maar wij laten ons niet inpakken". T_T ier is mijn probleem. Waar- JT1 om worden sommige men sen met veel meer problemen op gezadeld dan andere? Twee jaar geleden overleed mijn man na een langdurige ziekte. Een half jaar daarna maakte mijn doch ter, die al vanaf haar puberteit aan depressies leed en daarvoor weet ik hoeveel keren opgeno men is geweest, een eind aan haar leven. Ik klampte me in die periode vast aan de gedachte dat. ik in ieder geval mijn zoon nog had en dat is meer dan som mige andere mensen. Een paar weken geleden hebben we te ho ren gekregen dat hij (hij is homo seksueel en woont met een vriend samen) en zijn vriend het aidsvirus hebben. Hoe lang zal ik hem nog hebben...? Als je zo iets hoort als dit. dan kun je je niet. langer aan de in druk onttrekken dat er echt mensen zijn die werkelijk altijd de klos zijn, die de meest ver schrikkelijke dingen in serie op hun bord krijgen. En toch blijft dat voor veel mensen bij wie al les normaal en tamelijk op rol letjes gaat. maar moeilijk voor stelbaar. We doen ook vaak merkwaardig tegen anderen die regelmatig door het leven ge pakt worden. De vrouw die me het droeve re laas stuurde, vertelde me een paar maanden later in een ge- kwaad of de ellende die ons tre als we onszelf als mens 'bete maken, verbeteren, neemt kans dat hel met ons slecht slechter gaat af. Maar daarin zit 'm nou ook ne het probleem Er is namelijk nify veel verband tussen de rampeIj die ons treffen en de voorbeeL digheid van onze leefwijze. Het il precies dit punt waarover Job z'u het gelijknamige bijbelboek meL God aan hel steggelen is. Afle hem de ene ramp na de anderw treft, schreeuwt Job tegen Goa Hoe kan dat nou? Ik leef altijfo netjes en gelovig en dan klofte het toch hiel, dan is het toch o?4o rechtvaardig om mij met al dezia ellende op te zadelen. Of nietij soms?. Job heeft dus in het begi\ü diezelfde naïeve psychologischje theorie van een rechtvaardigpi wereld in zijn hoofd als de meeso te mensen voor en na hem. Hl f roept God ter verantwoording vanuit zijn, Jobs, opvatting puep hoe de wereld in elkaar zou moéf1 ten zitten. En God laat Job in zèe kere zin stikken. Het kost Job grote moeite onTc zich uiteindelijk bij het gegeve&ï neer te leggen dat God of dl* krachten in het heelal zich nieVP aantrekken van mensenbegrip pen als goed en ktoaad <f~ rechtvaardig en onrechtvaan. dig. God is onverschillig. Voof\ zover er van enige rechtvaardig sprek dat er mensen waren die op haar reageerden in de trant van: 'Tja, als je allemaal van dit soort dingen overkomt, dan moet er met jezelf ook iets aan de hand zijn. Zo iets overkomt je niet zomaar'. Waarom reageren mensen op zo'n wrede manier waarmee ze de schuldgevoelens, die vrijwel iedereen heeft die een dierbare verliest, alleen maar aanwakke ren? En waarom hebben mensen die dierbaren verliezen en daar absoluut niets aan konden doen, toch vaak heftige schuldgevoe lens? Een deel van het antwoord op die vraag is te vinden in een theorie over hoe de wereld in el kaar steekt, die de meeste men sen onbewust en tegen beter we ten) in hun hoofd hebben zitten. Die alledaagse of naïeve theorie wordt in de psychologie de Just World-theorie, de Rechtvaardi ge Wereld theorie genoemd. We willen allemaal het liefst geloven in het idee dat de ellende in deze wereld in principe in gelijke por ties, rechtvaardig dus. over ie der van ons verdeeld wordt. Als of er ergens in het heelal een gro te verdeler zit. 'Orde verstoord...' Maar de harde realiteit is dat de verdeling volstrekt ongelijk is. Dat stelt ons voor een probleem, namelijk te verklaren hoe dat kan. We kunnen dan twee din gen doen. Het ene is te blijven volhouden dat de Just World- theorie ivel klopt, maar dat de persoon die iets ergs is overko men niet klopt, dal die iets heeft gedaan waardoor de 'orde is verstoord'. Als we zelf die per soon zijn, gaan we o?is dan schuldig voelen: 'ik heb iels niet goed gedaan, ik heb gefaald en daarom...'. Als die persoon een ander is, gaan we op zoek naar onvolkomendheden, slechte kanten in die persoon waarmee we onze theorie recht kunnen praten: 'ja, nogal logisch als je ziet hoe zij met...'. Een voordeel van zo'n redene ring is dat we ons zelf er in ver schillende opzichten mee kun- nen geruststellen. Het eerste is dal we 'gerust' tegen onszelj kunnen zeggen: 'het overkomt de ander omdat die anders is. slechter is dan wij zijn'. De twee de geruststelling zit 'm in de ge dachte dat ive een zekere contro le kunnen uitoefenen op het René DiekstraL heid. van enige goedheid in dzf_e heelal sprake is. zal dat van di'd mens zelf moeten komen. Dlai mens is de mens een wolf. maa\a de mens is ook de mens' enigl hoeder of kan dat zijn. Op God cl( hoe je een hogere macht ook zot willen noemen, hoeven we in dv. opzicht niet ie rekenen. u Avontuur 0,1 Job komt uiteindelijk tot het in., zicht dat de meest fundamentellg' vraag voor de mens is: ga ik hef volstrekt onzekere avontuime aan om te leven in een univeihe; sum dat me geen enkele garaii0 tie geeft dat het wal wordt, da^i me geen enkele kompas geefe\}c voor welke kant ik op moet ej,ri dat zich ook nog eens het redigp voorbehoudt me op de meest on venvachte en onschuldige mcP? menten onderuit te halen? AW? Job die vraag voor zichzelf beva vestigend beantwoordt, dan ZyAjpe het alsof God maar op een /zzabe nier kan reageren, namelijk mek? bewondering. ve üe En daar gaat de schrijver var, het boek Job in de foLit. Net zc min als het heelal goed of slede" kent, kent het afkeuring of be wondering. Er is geen hogen macht die de méns zal beloonde ren voor zijn inspanningen. A\±. leen wie gelooft in zichzelf en ii anderen, kan geloof hebben i), de wereld, in de toekomst. Hel zj£ niet voor niks dat de depressief ve, zich hopeloos voelende men volgens de handboeken preciei die drie kenmerken heeft: geeig- geloof in zichzelf, geen geloof zfl anderen, geen geloof in de toe komst. Geloof in de mens is voorwaardij voor geloof in God en niet onzyet" kecrcl, zoals blijkt uit dit ozzdfp verhaal: een hoerenlopendC rabbi krijgt op een dag van eeziv! prostituée te horen dat hij ver*1, doemd is. Angstig begint de marr' te bidden tot de hemel en de aary"( de om een goed woordje yoor;e hem bij God te doen. maar zt weigeren. Dan bidt hij tot dc*'e' sterren en de planeten maar ooÊP die weigeren. Net zoals de berjy gen en de heuvels, en dè bomeifn en bloemen. Wanhopig roept df0{ rabbi dan tenslotte uit: dan zal ik het zelf moeten doen. Op he{ volgende ogenblik komt er eertiui stem uit de hemel die zegt dat d™* rabbi is bestemd voor het levetyj in de komende wereld. d< slaapkamers DE SCHIPPER Havenweg 24, Nieuwdorp. 01196 - 12438 redactie i i i i i i i i i i i i i i i i i i i i i i i rltt+ PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT Hoofdredactie: M. P. Dieleman, algemeen hoofdredacteur; C. van der Maas, hoofdredacteur commentaar; A. L. Oosthoek, adjunct hoofdredacteur. Eindredactie: K. Cijsouw en J. D. van Scheijen. Bureauredactie provincie: F. P. J. Doeleman; M. E. Ernens-Abra- hamse; B. Goudswaard; P. C. de Jonge; A. W. C. Mullink; I. D. A. M. Russel; J. P. van de Sande; J. A. M. Tabbers; J. P. Ver beek. Redactie binnen- en buitenland: M.S. van Reems (chef); G.J. Kers; J. P. H. Noot; C. J. Schets; W. P. Staat. Redactie bijlagen: A. L. Kroon (chef); J. van Damme; M. T. O. Re- nes-van der Vleuten; A. Zevenbergen. Sportredactie: J. M. van den Berg (chef); J. F. D. Bakker; J. M. Gommeren; E. L. Ramakers; R. Thannhauser; T. J. van den Velde. Vormgeving: A. A. Adriaanse; N. Geelhoed; A. F. Schreurs; W M. J. Verstuyf. Nieuwsdienst: A. J. Snel (chef). Algemeen verslaggevers (Vlissingen): M. Antonisse (plv. chef nieuwsdienst); J. C. M. Cats; A. M. van der Jagt; B. Jansen; H. O. Postma; M. J. Schrier; M. van Zuilen (Den Haag). Regio Bevelanden/Tholen (Goes): W. J. van Dam (chef); F. B. Bal kenende; M. A. de Jongh; M. P. D. M. Mol; M. E. Woudenberg. Regio Schouwen-Duiveland (Zierikzee): M. van Houten (chef); J. P. Jongschaap; J. Versluis. Regio Walcheren (Vlissingen): A. A. van der Sluis (chef); Y. Hoek stra; N. J. C. Kluijtmans (Ondernemend Zeeland); L. J. Meinardi; C. M. J. Sondervan; H. van der Werf. Regio Zeeuwsch-Vlaanderen (Terneuzen): W. A. Bareman (chef); C. A. M. van Gremberghe; R. E. A. Hoonhorst; T. Konings; M. Modde. Correspondenten Gemeenschappelijke Persdienst (GPD): J. A. M. de Bruijn (Brussel); P. de Vries (Brussel); I. Holtwijk (Sao Paulo); H. B. Hoogendijk (Berlijn); H. Gertsen (Parijs); C. van Zweeden (Londen); R. Hellinga (Boedapest); A. Bloemendaal (Tel Aviv); E. J. A. van der Linden (Rome); S. Slooten (Willemstad); J A. Geleijnse (Moskou); D. R. M. de Wit (Madrid); M. A. van Grunsven (Paramaribo); H. M. Dam (Washington); P. G. W. van Nuijsenburg (Johannesburg); R. E. Mantiri (Singapore). op ger (pol

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1991 | | pagina 4