Zorgen dat de boel een beetje rijmt Weerbarstig materiaal allerwegen Geen lezer zal geschokt zijn PZC 1| Nico Scheepmaker zonder stropdas kunst cultuur Groente van Atte Jongstra letterkundige kroniek Sjoerd Leiker herdrukken VRIJDAG 18 OKTOBER 1991 Nico Scheepmaker (1930-1990) zal niet alleen als een goed columnist in de herinnering blijven, maar ook als een boeiend dichter. In een omvangrijke uitgave, die werd verzorgd door Ivo de Wijs, zijn nu De Gedichten bijeengebracht. Nico Scheepmaker was een man die uit principe nooit een stropdas droeg Hij hield niet van decorum en vertoon. In zijn poezie trok hij zich evenmin veel van de regels aan. Hij wilde ook in zijn ge dichten zichzelf blijven. Gewone woorden waren voor hem goed ge noeg. Het druist nogal tegen de geest van zijn werk in. dat zijn ver zen nu in een zeer definitief ogende uitgave beschikbaar zijn geko men. Bezorger Ivo de Wijs doet zijn best om plechtigheid te omzeilen. ,,Ik heb niet langdurig gestudeerd voor het ambt van bezorger", laat hij weten. Maar inmiddels voldoet De Gedichten aan alle academi sche eisen met naast de poëzie ruim honderd bladzijden inleiding, verantwoording, bibliografie, aan tekeningen. register Scheepmaker, die anderhalf jaar geleden overleed, heeft zich altijd slecht thuisgevoeld tussen de offi ciële dichters. Maar door een bun del als deze gaat men vanzelf deel uitmaken van de gevestigde dicht kunst. Scheepmaker verdient daarin zeker een plaats, ook al nam hij het dichterschap niet bij ster serieus. In een van de laatste verzen die hij schreef, vertelt hij over een droom: "dat ik elke dag dat God/mij voor de poëzie heeft vrijgegeven./een regel schrijf die wordt gerekend tot/het beste dat op aarde werd geschreven." In het algemeen ontbreken zulke ambi ties echter, poëzie was voor hem vooral een spel. Balorig Hij zag zichzelf als het tegendeel van 'het letterkundige genie'. In plaats daarvan was hij liever 'balo rig als een lichtgewicht'. In het vers 'Roodborstje' liet hij weten dat hij de muze soms aan zich voor bij liet gaan: "Vandaag ben ik moe. en geen bard." De dichtkunst is niet het hoogste in zijn leven ge weest. doch maakte er op een on gedwongen manier deel van uit. bat blijkt in het charmante 'Bood schappenlijstje' en in de variant daarop 'Wat te doen?': Ik moet vandaag het volgende nog doen: een Trijfel schrijven voor de GPD en een tv-stuk voor Vrij Nederland imaar dat kati morgen nog als het niet lukti. Dan even op en neer naar Amster dam, de auto stallen in de Bijenkorf, op zoek naar kannetjes voor VJïlle- mien en voor mijn moeder kijken naar bonbons. De boodschappen die Anne op schreef halen. The Times en aanvenvante bladen kopen, en weer terug in Broek in Water - land een krop andijvie voor de cavia. Ook niet vergeten een sonnet te schrijven en zorgen dat de boel een beetje rijmt. In zo'n vers is de man zonder strop das een dichter zonder masker. Het is verrassend hoe rechttoe- rechtaan Scheepmaker kon schrij ven zonder banaal te worden. Hoe kaal zijn gedichten soms uitvielen zonder aan trefzekerheid in te boe ten. Maar het meest blijft mij ver bazen dat hij zijn zeer huiselijke onderwerpen ten spijt, de gezapige toon altijd wist te vermijden. Het gezinsleven is een van de grote on derwerpen van zijn gedichten, maar nooit verliest hij zijn alert heid. Hij kan in éën adem belijden "Ik geef het toe. ik ben onder de pannen" en bekennen: "Mijn vrouw houdt niet van sport, maar godzijdank/beoefent zij die ene sport met verve." Zulke tegenstel lingen tussen tevredenheid en vrij moedigheid houden de spanning erin. Het is trouwens de vraag in hoever re Scheepmaker hier een contrast gezien zou hebben. Allerlei tegen strijdigheden werden in zijn poezie op een vanzelfsprekende wijze ver zoend. Sport en literatuur lijken onverenigbare werelden. Scheep maker wilde van zo'n scheiding niet weten: Het werkelijke le ven ken je slechts als je behalve Mandelstams me moires ook onderkent dat Pietje Keizer waar is. Nico Scheepmaker. Hij stond in het volle leven. Een vergezicht, de natuur, een vakan tie in Toscane was voor hem rand- gebeuren. De harde kern van zijn bestaan werd gevormd door actue le kwesties als "wie zal men nu weer het gevang in sleuren,/en hoe zou het vandaag met Ajax gaan?" Klein geluk Het zijn niet de vragen die men zich in de serieuze dichtkunst pleegt te stellen. Daar bekommer de Scheepmaker zich in het geheel niet om. Zijn voornaamste wijs heid was "de kleine dingen zijn de grote dingen." Niemand heeft zo uitbundig het klein geluk bezon gen als hij. Weinigen waren tot zo veel relativering in staat. Natuur lijk kan bij zo'n gebrek aan diepe visies en ruime pretenties geen grootse literatuur ontstaan. Maar liever één dichter die zijn beschei den bedoelingen waarmaakt dan tien dichters die bevlogen brallend ten onder gaan. Scheepmaker ver dient daarom het eerbetoon dat hem met deze uitgave van De Ge dichten verleend wordt ten volle. De bezorger heeft de tijdens het le ven van de dichter verschenen bundels integraal herdrukt. Het gaat om Poëtisch fietsen versche nen in 1955. De kip van Egypte uit 1957, Hopper's Holland dat uit 1973 dateert en het in 1987 uitgeko men Het rijmt, dat scheelt. Daar naast is verspreid werk geplaatst, onder meer Vinger in de hoed een dialoog in sonnetvorm die de dich ter met Jan Kal voerde en de pasti ches op een aantal beroemde Ne derlandse gedichten. Ongepubli ceerde verzen vonden eveneens hun plaats in het boek. heel vroeg en heel laat werk dat in sommige gevallen van een floppy disc werd opgediept. Volgorde Niet alles werd opgenomen. Door teveel jeugdwerk en teveel gele genheidswerk zou in de woorden van De Wijs "het beste werk van Nico S. zoekraken in een oneven wichtige en onhanteerbare verza melband." Verder verkoos de be zorger een "omgekeerde volgorde" aan te houden. Dat houdt in dat de bundel begint met het meest re cente werk en eindigt met de eer ste verzen. Ook dit werd gedaan om Scheepmaker zo goed mogelijk voor de dag te laten komen. Pas in de loop van zijn carrière heeft hij zich aan de conventies ontwor steld. "Ik ben ook een moderne/ foto Lex de Meester dichter", verklaarde hij in het vroege gedicht met de hopelijk veelzeggende titel 'Pose'. In de eer ste bundels moet men speuren naar originele gedichten. Latei- verdween zijn behoefte om bij ge vestigde dichtersscholen aanslui ting te zoeken. Hij verkeerde met zijn weerzin voor zwaarwichtig heid en zijn hang naar correcte ver sificatie nog het liefst tussen de zo buiten de literaire orde vallende plezierdichters. Nieuwe impulsen kreeg zijn poezie toen hij Anne ontmoette. Maar zijn onverwisselbare stem klinkt pas op volle kracht in Hopper's Hol land. De laatste gedichten zijn ont roerend omdat de dichter zijn dood blijkbaar voorvoelde: "Ik had nog graag een tijdje willen blij- ven,-/ik moet toch weten hoe 't mijn dochters gaat?" Ook toen was hij de man zonder stropdas, die zonder angst voor pathos zei waar het op staat. Hans Warren Nico Scheepmaker: De Gedichten - Be zorgd door Ivo de Wijs - 528 pag.ipaper back 49.50/gebonden 69,50 - Bert Bakker. Amsterdam. In 1989 verraste Atte Jongstra (geb. 1956) met De psychologie van de zwavel, bekroond met de Geertjan Lubberhuizenprljs voor het beste debuut van het jaar. Zijn nieuwe roman.is niet minder merkwaardig. Groente heet het boek dat inderdaad in het teken van groente staat. Op het eerste gezicht is duide lijk dat Groente - de on langs verschenen roman van At te Jongstra - een ongebruikelijk boek is. Ongewoon is bijvoor beeld de opmerking voorin: ..De ze uitgave kwam mede tot stand dank zij de Stichting Oud-Ame- lisweerd. het Columbusfonds. Stichting Public Relations Land en Tuinbouw en Coöperatieve Groente- en Fruitveiling CHZ." De Stichting Public Relations Land- en Tuinbouw geeft dat al leraardigste tijdschrift 19-nu uit. Jongstra schrijft er regelma tig in. Ongewoon is verder dat in een roman afbeeldingen zijn op genomen. Groente bevat zestien bladzijden met illustraties die overigens nauwelijks verhelde rend zijn. Vreemd zijn tenslotte ook de tabellen, waarin men bij voorbeeld kan zien dat groente uit blik aanzienlijk meer vitami ne C zou bevatten dan vers ge kookte groente. Bovendien wordt men ingelicht over de voe dingswaarde van bloemkool en peen. peulen en kropsla en vele andere groenten. Wie de 95 hoofdstukken van Jongstra's roman gaat lezen, komt voor meer verrassingen te staan Zijn proza laat zich nog het best vergelijken met dat van Brakman. De samenhang is me nigmaal onduidelijk Allerlei duistere figuren duiken op. Ge beurtenissen. dromen en herin- nerinen mengen zich Heden en verleden versmelten op de meest zonderlinge wijze. In de vervlo gen tijden van de heilige Clara en de niet minder heilige Franciscus rijden er toch Autobianchi's en Fiats rond. Alles is verschoven, vervormd, verwrongen. Zelfs rondom de hoofdpersoon blijven er raadsels, men kan zich afvra gen of het om een Zweed danwel een Nederlander gaat. Vaagheden Overeenstemming met Brakman klinkt ook door in de toon. de ge noeglijke manier van vertellen. Het werk van beide schrijvers laat zich door alle vaagheden nauwelijks samenvatten. Waar over gaat Groente nu eigenlijk? Over groente natuurlijk, maar het zou evengoed over iets an ders kunnen gaan. Over een on vervulbare liefde mogelijk, zij het dat er andere mogelijkheden zijn. De verteller bezint zich regelma tig op het boek dat hij aan het schrijven is, dit boek bedoelt hij daarmee. Op een aan Nijhoff ont leende proloog - „Ieder mensch is een hovenier" volgt een hoofdstuk onder de titel 'Van alfa naar omega.' De verteller over weegt. ..De regels in mijn bestaan begonnen op één laatste letter aan te sturen." Daarom gaat hij graven in zijn geheugen" ..Om zo veel mogelijk van de oogst der ja ren over te brengen." De herinne ringen worden niet door hem in de hand gehouden: ..Ik heb beslo ten mijn geschiedenis zoveel mo gelijk uit te rekken. Het gaat al helemaal terug tot bij de Ouden in Egypte." Als hij ..net 43 blad zijden geschreven" heeft - men is dan inderdaad tot bladzij 44 gevorderd - begroot hij dat zijn relaas ..rond de 198 bladzijden" zou beslaan. Jawel, de laatste woorden van de roman vindt men op pagina 198 ..Wat er stond, mocht er wezen", zo laat hij weten, een verhaal ontstond ..waarin voortdurnd heen en weer werd geschoten tussen droom en dagelijks bestaan." Atte Jongstra. foto Ronald Hoeben 111111 ii 1111111111111111111111 r Naslagwerk Dergelijke overwegingen van de schrijver blijven doorgaan. De verteller biecht op ..Ik heb ooit het plan gehad een groente-ency clopedie samen te stellen, een na slagwerk volgens het principe dat sommige scholasten al hul digden: geschreven door één man of vrouw. Een persoonlijke visie op de wereld In bepaalde opzichten is dat plan met Groen te verwezenlijkt. Talrijk zijn de informatieve stukjes over blauw schokkers. kappertjes, aard beien. tuinbonen. Brussels lof. de haricot, de aardappel, de rabar ber. De wereld wordt voortdu rend gezien vanuit het perspec tief van de tuinman. De verteller houdt van afdwalen, is gesteld op dubbelgangers, tegenvoeters gelijkenissen, een liedje ter ver strooiing. hier en daar een heuse antifoon." De geliefde die nagejaagd wordt heet Clare. De aangebedene neemt ook andere gestalten aan. bijvoorbeeld die van de heilige Clara. Of ze krijgt de hoedanig heid van Klara Wijk. een broze schoonheid uit de vorige eeuw. Het meest op een regulier ver haal lijkt nog het verslag over de omgang van de verteller met Cla re. een aantrekkelijke Zweedse. Ze ontmoetten elkaar in Amster dam. meteen belooft zij: ..You '11 be my only love." Daar komt niet veel van terecht. Ze vertrekt, stuurt hem vervolgens enkele kaarten. Hij wordt naar haar toe gedreven, reist vanuit Amster dam naar Zweden. Erg diep blijkt haar liefde niet te zitten. Dikwijls geeft ze de voorkeur aan een an dere bewonderaar. Clare en de verteller blijven elkaar aantrek ken en afstoten, tot zij tenslotte uit het beeld verdwijnt. Er zijn weerspiegelingen, paral lellen en uitwijdingen over Pieter Aertsen. de teelt onder glas. een recordradijs. De verteller ziet zich in het voorlaatste hoofdstuk veranderd in een compositie met groente, als was hij zo'n wonder lijk portret van Giuseppe Arcim- boldo. Het laatste hoofdstuk be staat uit een citaat van Genet: „Alles gaat ervandoor." Het is moeilijk een goed slot te geven aan zo'n postmodern boek. Moeilijk heeft deze schrijver het eveneens met zijn stof: ..Weerbar stig materiaal allerwegen, zonder veel systematiek." Maar voor de meeste moeilijkheden zorgen toch de verlangens die de lezer stelt: alleen omwille van hem of haar „moet er dan nog een draad je door" het verhaal worden gere gen. „anders blijft er weinig over Voor de meeste lezers zal dat draadje te weinig houvast bieden, maar fijnproevers zullen Groente met plezier lezen. Hans Warren Atte Jongstra: Groente - 198 pag f 34.90 - Uitgeverij Contact. Amster dam. Nagelaten werk van een bevriende collega. Tijdens de lectuur zie je de man voor je: klein, keurig van gelaatsvorm. snor. grijs haar, helder oog. kleding, 'every inch a gentleman'. Je hoort hem praten, zacht, langzaam, met veel onderbrekingen. Je herinnert je hoe je luisterde, thuis, in een cafe, aan de telefoon, naar zijn conversatie die de neiging had zich via associaties ver te verwijderen van de oorspronkelijke probleemstelling, en waarin veel namen werden genoemd van mensen die je niet kende. Sjoerd Leiker. Aan het eind van de jaren '60 hadden we het over de ondergang van het dagblad Het Vrije Volk. waar aan we allebei verbonden wa ren. En later bespraken we let terkunde en ongevallen. Hoe het gesprek ook verliep, hoe het voor mij soms ook uit het zicht raakte, één ding was ze ker: Leiker zou het gaan heb ben over de jaren van bezetting en verzet. En over Nepal waar naar hij een voor hem onverge telijke reis had gemaakt In 1988 stierf hij. 74 jaar oud. na een heel pijnlijke periode van ziekte. Hij heeft nog net meege maakt dat de herdruk van zijn verhalenbundel Smalle brug gen naar de vrijheid opnieuw de aandacht op hem vestigde. Hij had allang geen boeken meer gepubliceerd, en grote roem had hij niet verworven. Nu is er De icaterklok. Herinne ringen en beschouwingen, een boek dat hij had aangekon digd. maar dat hij niet geheel heeft kunnen voltooien. Het is niet zo'n boek waarin iemand, aan het eind van leven en loop baan. een laatste proeve van samenvatting geeft. Een bun del gelegenheidsartikelen, ge schreven voor periodieken als Algemeen Maqonniek Tijd schrift en PEN-Kwartaal. die behoefte hadden aan bespiege lende stukjes en min of meer persoonlijke herinneringen aan gestorven leden. Leiker heeft zijn teksten in drie hoofd stukken gegroepeerd, autobio grafie. karakteristieken, reis verslagen. maar erg strak is de indeling niet. Op bladzijde 46 staan merk waardige zinnetjes. Leiker ver telt hoe hij in 1942 naar Soest fietst en op bezoek gaat bij een 'vriendelijke collega', de pro testants-christelijke roman cier J.W. Ooms Oniric nn Ziin vrouw vinden dat hij die nacht bij hen moet blijven logeren. Ooms weet dat hij getrouwd is en vraagt of hij thuis niet erg wordt gemist Leiker schrijft: „Op zulk soort vragen was ik niet gesteld. Het al te persoon lijke is schrijnend, heeft Freud geschreven." Wanneer men het boek uit heeft (260 biz.l moet men aan die zinnetjes denken. Het al te persoonlijke mag dan schrij nend zijn. je leest, memoires per slot om de auteur te leren ken nen. En Leiker vertelt over de mobilisatie van 1939. over een hotelhouder in Menton, over zijn oorlogsdagen als soldaat, over De Bezige Bij, die hij mede heeft opgericht. Hij vertelt ei genlijk niets over zichzelf. Hij wandelt van herinnering naar mijmering, noemt de namen van mensen die hij heeft ge kend en die hij nauwelijks ka rakteriseert. zodat je denkt: wie zijn nu Theo Loerakker. Jan Piebenga. Pieter Kalma? En hij zal toch ouders hebben gehad, op een of andere manier zijn opgevoed, hebben liefge had? Nauwelijks een woord over zulke essentiele onderwer pen. Schrijnend Dat hij het al te persoonlijke als schrijnend ervaart, blijkt ook uit zijn necrologieën. Evert Straat, een door hem zeer be wonderde vriend en bij na buurman is gestorven. Hij krijgt uit de nalatenschap een schrijfmachine en een exem plaar van Rilke's Neue Gedich te. Hij schrijft: „In de bundels van Rilke zijn passages die hem getroffen hebben met pot lood aangestreept. Ze verwij zen naar pijnlijke ervaringen in zijn leven." Welke passages0 Welke ervaringen? Wanneer de lezer dat niet mag weten, wat heeft de mededeling dan voor I zin? Leiker is in dit boek een wijze oudere man die heel discreet aan een publiek van vrienden. I op een intieme wijze vertelt over wat hij zich van gebeurte nissen en mensen herinnert. Geen lezer zal geschokt of ont roerd worden. Wat mij vooral I bij zal blijven is dit: in zo'n le ven van 74 jaar. met alles wat in een leven hoort aan carrière, liefde, is een periode van vijf jaar bezetting het belangrijk ste geweest. Wat ervoor kwam is inleiding gebleken, wat erna kwam is terugblik. Het lijkt me mogelijk dat Leiker in zijn ja ren van verzet heeft geleerd zwijgzaam te zijn. en het sinds dien is gebleven. Loslippigheid was toen gevaar. Alfred Kossmann Sjoerd Leiker. De Waterklok. Uitg.: De Bezige Bij. Amsterdam. Anne Frank: Het Achterhuis (Bert. Bakker, 304 blz. ƒ29.90. ge bonden 49.90). Herziene editie van Anne Franks beroemde dag boekbrieven. waarvan de samen stelling berust bij de Anne Frank Foundation. Het boek bevat te vens een fotokatern met nog niet eerder gepubliceerde foto's. V.S. Naipaul: Stemmen in Elvi ra Querido, Salamanderpocket. 248 blz. 12.50. vertaling René Kurpershoek). Tweede druk van Naipauls roman over het leven in een gemeenschap op Trinidad. Theun de Vries: liet meisje met het rode haar (Querido. Salaman derpocket. 440 blz. 12,50). Roman over de verzetsstrijdster Hannie Schaft, nu als veertiende druk. S. Carmiggelt. Poespas (Queri do. Salamanderpocket. 133 blz. 12.50). Bundel met kattenverha- len. in 1953 bekroond met een ex tra prijs van de Jan Campertstich- ting. De tekeningen in het boek zijn van Bertram. Harry Mulisch: Het stenen bruidsbed (Querido, Salamander pocket. 192 blz. 12.50). Vijfender tigste druk van Mulisch's roman uit 1959 waarin de verovering van de vrouw centraal staat. Carolijn VisserGrijs C'bina (Meulenhoff Pocket Editie. 103 blz). Herdruk van Vissers verslag over Chinareis in 1982. uitgebreid Simon Carmiggelt: Poespas met een laatste hoofdstuk, waar de schrijfster beschrijft hoe het ei aantal personen uit haar bo< sindsdien is vergaan. Adolfo Bioy Casares: Slapen de zon (Meulenhoff Quarto-reel 203 blz., vertaling uit het Spaad door Mariolein Sabarte Belact tu). Tweede druk van Bioy Cas res' roman over een man wiej vrouw in een psychiatrische richting wordt opgenomen. Sla] in de zon verscheen in 1975 v het eerst in vertaling. Franqoise Giroud: Alma Mi Ier (Maarten Muntinga. Rainb( pocket. 254 blz, ƒ11.-. vertalii Théo Buckinx). Herduk van rouds biografie over de vrouw tal van geniale mannen aan zii) bond. Mahler. Kokoschka. Walt Gropius en Franz Werfel. Jenny Diski: Onnatuurli (Rainbowpocket, 296 blz. 11 vertaling Else Hoog). Onnatuurl is de debuutroman van de Engel schrijfster Jenny Diski. Het bo^ - in 1989 voor het eerst in vert ling - vertelt de geschiedenis vi een verhouding en de daan ontstane emotionele moeilijkl den. Ingeborg Bachmann: Malii (Rainbowpockei. 346 blz. ƒ1. vertaald uit het Duits en van nawoord voorzien door I BeersHerdruk van Bachmani| roman over een vrouw die ps chisch op de rand van de afgroi balanceert. De Oostenrijl schrijfster overleed in 1973. Cees Nooteboom: De ridder i gestorven (Rainbow Pocket, l! blz. ƒ11.-). Tweede roman va Nooteboom. in 1963 bekroond mi de Van der Hoogtprijs. Elisabeth Barillé: Lijfelijkhe (Rainbow Pocket. 184 blz, ƒ11 vertaald door Inge Keizer en Pau ne Sarkar). Debuutroman uit 191 over de bekentenissen van ej vrouwelijke studente. LijfelijkheJ verscheen in 1990 voor het eerst vertaling. Philip Metcalfe: 1933 iRainbd Pocket, 480 blz, 11.-. vertaling Verheydt). Reconstructie van eerste anderhalfjaar van het res me van Hitier. aan de hand v; brieven, dagboeken, memoires kranteberiehten. De eerste dn verscheen in 1989 bij Balans.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1991 | | pagina 16