Dwalen in een dicht milieu-mer kj es woud Siergewas en voedsel Interallia van knoflook PZC Haarkunst Wat gebeurde er na Quant en Courrèges Op zoek naar de waarheid vrije tijd Artisjok ZATERDAG 21 SEPTEMBER 1991 31 kil Dat is niet alleen goed voor uw portemonnee, maar ook voor het milieu." Wie kent ze niet, de geforceerd montere regeltjes aan het einde van een reclamespotje of advertentie, die duidelijk moeten maken dat de fabrikant begaan is met het milieu. Maar wat is die zorg eigenlijk waard? Is een produkt met een labeltje, merkje of een koddige code nu werkelijk zo goed voor het milieu of is het alleen maar minder slecht? Of zegt het helemaal niets? En is de verpakking meegerekend? Een indruk van de moeizame pogingen om de consument inzicht te verschaffen in de kwalijke kanten van een produkt. r'iüü km t ■j f iWfPPKWfi n 4 1 - JL Kif-- Er is de afgelopen jaren'al heel wat tijd en geld besteed aan het 'milieuvriendelijk' maken van een produkt. Niet zelden wordt toevlucht gezocht tot een 'merkje', dat in één oogopslag duidelijk moet maken waarom aanschaf verantwoord is. Veel fabrikanten laten een 'merk je' ontwerpen, want de consument heeft - al boodschappen doende - natuurlijk geen tijd om zich verder te verdiepen in wat polyacrylaten of fosfaatvervangers nu precies zijn. Een dicht woud aan 'merkjes' is het gevolg. In sommige landen is daar inmiddels paal en perk aan gesteld. In Nederland is sinds januari dit jaar een milieureclamecode van kracht (Milieubeleidsplan), die'ei sen stelt aan reclame-uitingen met een milieuclaim. Ook is er een nota aangekondigd over verplichte in formatieverstrekking van fabri kanten over de milieu-aspecten van hun produkt. Voor verder gaande maatregelen is het nu wachten op Europese stappen, maar die kunnen nog wel even op zich laten wachten. EG-commissa- ris voor milieuzaken Carlo Ripa di Meana kon eind vorig jaar nog niet veel meer aankondigen dan de plannen voor een Europees merk teken, dat zou moeten gaan be staan uit een madelief met daar omheen twaalf sterren, die de twaalf lidstaten symboliseren. Milieutoets Voor je maatregelen neemt moet er veel onderzoek worden gedaan, omdat het plakken van een ver keerd etiket uiteraard grote gevol gen heeft. Het is echter nog maar de vraag of veel onderzoek uitein delijk de 'waarheid' boven tafel brengt. De meningen over 'goed' en 'fout' zijn namelijk nogal eens verdeeld. Je zou kunnen denken aan een soort 'milieutoets', die uitgevoerd moet worden door een onafhanke lijke instantie en alle aspecten van een artikel van de produktie- tot de afvalfase zou moeten omvatten. Haalt een produkt een voldoende, dan zou een 'merkje' toegekend kunnen worden, mogelijk zelfs met toevoeging van een nummer van één tot tien, in oplopende graad van milieuvriendelijkheid. De Wageningse onderzoeker Bert Herberigs heeft het idee van een milieutoets kort geleden bekeken in opdracht van de Vereniging Mi lieudefensie, maar kwam daarbij tot de conclusie dat iets dergelijks 'praktisch niet uitvoerbaar' is. Vol gens hem zou de inspanning in veel gevallen niet in verhouding staan tot de opbrengst. Toch is informatie noodzakelijk om - al is het maar stapsgewijs - toe te kunnen werken naar 'scho nere' produkten. Herberigs meent dat een soort toelatingsprocedure, zoals die wel al heel lang bestaat voor geneesmiddelen, eigenlijk al leen haalbaar is voor produkten waarbij je 'op je klompen aanvoelt' dat ze zeer belastend zijn voor het milieu. Lijmen en verven noemt hij als voorbeeld. Hoogleraar milieukunde en mede werker van de Stichting Natuur en Milieu, Lucas Reijnders, meent dat milieu-etikettering in ieder ge val haalbaar is in de vorm van ge gevens op de verpakking, zoals die nu al bestaan voor ingrediënten van voedingsmiddelen. Reijnders noemde die mogelijkheid, toen hij begin dit jaar zijn boek Help het milieu presenteerde, waarin hij de consument meer gegevens aan reikt om milieubewuste keuzen te doen. Imago Informatie is bij de beoordeling door de consument van uiterst groot belang, want kopen 'op je ge voel' is nogal riskant. Het 'imago' van een produkt speelt ook een rol en niet zelden is dat gebaseerd op een vooroordeel. Al jarenlang zijn bij voorbeeld plastic koffiemelk- cupjes hèt symbool voor slechte gewoonten, zoals het kopen van ongebleekte koffiefilters altijd weer wordt genoemd als het sum mum van milieuvriendelijk den ken. Maar ook hier valt het een en ander te nuanceren. Met het praten over imago's kom je op een van de moeilijkste pun ten van een milieutoets. Het is na melijk vaak niet of nauwelijks ob jectief vast te stellen of een pro dukt dan wel zijn verpakking 'be ter' of 'minder schadelijk" is voor het milieu. Wat koop je dan nog voor een 'merkje'? Voor de fabrikanten was dat tot begin dit jaar geen al te groot pro bleem. Je kunt immers ook een heel prettig positief beeld van je zelf schetsen door meer nadruk te leggen op je goeie kanten, al is de rest niet echt om over naar huis te schrijven. Een 'merkje' is dan de oplossing. Een tekeningetje van een doosje of bloemetje suggereert milieuvriendelijkheid en voor de meestal gehaaste supermarktbe zoeker is dat misschien wel al vol doende om een tevreden gevoel te krijgen over de aankoop. Het bekende kringloopmerkje be hoort tot de vele tekentjes, die het de consument er in de praktijk niet gemakkelijker op maken. Want het zegt in feite alleen maar iets over de verpakking en niets over de inhoud. Toch krijgt de koper van zo'n produkt het gevoel dat het 'wel goed zit' met zijn nieuwe aanschaf. Plant Waarschijnlijk is dat ook wel het geval met het onlangs door de Ne derlandse Vegetariërsbond (NVB) ingevoerde logo van een V-vormi- ge plant, als teken dat het om een vegetarisch produkt gaat. of met de symbooltjes die de klanten moeten stimuleren afval geschei den in te zamelen. De laatstge noemde merkjes zijn overigens een ideetje van minister Hans Alders, dat hij begin dit jaar lanceerde in het Convenant Verpakkingen, dat afgesloten is tussen ministerie en industrie. Ook het leggen van een 'link' met een charitatieve instelling is na tuurlijk niet mis. Een actie waarbij een deel van de winst wordt over gemaakt op het gironummer van een natuurorganisatie, rechtvaar digt het afdrukken van het sym booltje van zo'n club en al weer wordt de consument op het ver keerde been gezet. Per slot van re kening duurt het moment van in koop in een winkel niet lang en is de hedendaagse winkel al een ker mis van letters en symbolen. Een foute beoordeling is dus snel ge maakt. De maatregel van begin dit jaar, de zogeheten Milieureclamecode, Ze zijn maar enkele weken verkrijgbaar, de statige bloemstelen van de artisjok met de purperen bloem in top. Bij de groenteman zijn te ze sporadisch aan te treffen, als delicatesse. Om te eten dus. In het wild komen ze in Europa voor ten zuiden van de lijn Parijs-Wenen. In ons land treffen we ze ook wel verwilderd aan, als het 's winters niet gevroren heeft. De artisjokplant is een echte veelvraat. Hij groeit het best in luchtige, voedzame en vochtige grond op een zonnige plaats. Langs de waterkant voelt hij zich dan ook kiplekker, zeker wanneer je zorgt voor bemesting met stal- of kunstmest en kalk. De plant moet tenslotte zo'n anderhalve meter hoog worden, met bladeren van wel 60 cm lang en ruim 30 cm breed. De penwortel boort zich zo'n 80 cm diep de grond in. In de moestuin wil hij de ruimte. Elke plant vraagt een vierkante meter. Dat zal wel de reden zijn waarom je hem in volkstuinen zo weinig ziet. Dat is jammer, want het is een statige, decoratieve ver schijning. Bovendien is de bloem voor verschillende doeleinden bruikbaar: voor consumptie, als siergewas èn, voor wie er enkele van in een boeket wil steken, als droogbloem. Eten Om haar te eten wordt de bloem al afgesneden voordat ze open gaat. De vlezige bloembodem en dito, driehoekige schutbladeren wor den gegeten. Daartoe wordt de bloembodem uitgehold en bijvoor beeld met gehakt gevuld. Omdat de knopschubben uitgezogen wor den, wordt het een luidruchtige eetpartij. Dat mag, want 'tis Frans Gaat het om de bloem, dan wordt de stengel afgesneden als de bloem op kleur is. Ze staat zo'n drie we ken in de vaas als je er snijbloe men voedsel bij doet. Je kunt ook proberen de bloem te drogen, maar voor dat doel is het beter om hem te snijden als de bloem net open is. In februari/maart kan het zaad, dat op de zaden van het familielid de zonnebloem lijkt, in hoge pot ten gezaaid worden. Hoog in ver band met de ontwikkeling van de penwortel. Glas of plastic erover, en de temperatuur moet 20 graden zijn. Eind april moeten de planten afharden, zodat ze eind mei uitge- plant kunnen worden. Zet ze onge veer één meter uit elkaar. Uit een zakje zaad komt een groot aantal planten op. Gedurende de groei moet de plant elke maand wat stal mest of samengestelde kunstmest (12 -15 -10) krijgen. Na de oogst snijdt u de bloemsten gels verder weg, maar laat de bla drozetten zitten, die bijeengebon den worden als ze verdroogd zijn. Stro en een hoop bladeren (geen ei keblad) geven vanaf oktober een bescherming tegen de kou. Dek de bladerenhoop af met gaas, tegen het wegwaaien. Keuze Volgend jaar april kunt u de plan ten die de winter overleefd hebben tot op twee 'neuzen' terugsnoeien, om sterke planten te krijgen. Na een jaar of vijf zijn de planten 'op'. Er zijn enkele rassen waaruit u kunt kiezen: 'Grote van Napels', 'Groene van Laon' en 'Violette'. Laatstgenoemde kan enkele gra den vorst verdragen maar geeft iets kleinere bloemen. Daar staat tegenover dat ze gedurende meer jaren een betere opbrengst geeft. Artisjokplanten kunnen ook bin nen overwinteren, in een grote pot en in een donkere ruimte bij 20 gra den. De penwortel mag hierbij niet beschadigen. Artisjok is ontstaan uit het groen tegewas kardoen dat al door de ou de Egyptenaren gegeten werd. al thans, de gebleekte bladeren wer den geconsumeerd. Vanaf de 16e eeuw hebben onze voorvaderen zich aan de gekookte bladeren en - nerven te goed gedaan. Frans Wegman De bi oemen v; de artisjok zijn net grote distels (foto GPDi Van heinde en verre waren ze naar Saeftinghe geko men, de knoflookliefhebbers. Om er knoflookgerechten te eten, knoflookdrankjes te drin ken en om over hun liefde voor de knoflook te praten. Meer dan tweehonderd Vrienden van de Stinkende Roos hadden gehoor gegegeven aan de op roep in het verenigingsblad De Walm. Wie er niet was? De me neer van SNUIF, de Stichting Nederlandse Uien Federatie in Colijnsplaat die zou komen praten over de teeltmogelijk heden in Nederland. Jammer, want hoewel uientelers in kno flook maar een marginaal pro dukt zien, kan het voor sommi ge boeren toch een leuk teeltal ternatief zijn. De knoflookliefhebbers in Saeftinghe kwamen overal vandaag: van Hoorn tot En schedé. Een echtpaar uit Nieu- wegein spande de kroon. Het vertelde net terug te zijn van het grote internationale kno- flookfestival in het Noordfran se Arleux. Mevrouw had daar het roken van knoflook kunnen zien, want dat doen ze daar veel met de al in juli geoogste kno flook, die in verse vorm niet zo lang is goed te houden.. Ge rookte knoflook, is minstens een jaar houdbaar. Zij gaven de koks en kokkinnen in Saefting he, allemaal vrijwilligers, het mooiste compliment van de avond: de knoflooksoep van Arleux was in Saeftinghe lek kerder dan in Arleux zelf. Het lekkerste vonden zij het kno- flookijs. maar het bijzonderst toch wel de Interallia. een ge recht van knoflook en familie leden van de knoflook zoals prei en uien, waarvan hier het recept. INTERALLIA Ingrediënten: voor vier tot zes personen: 3 bollen ongepelde knoflook (circa 35 teentjes), 350 gram baby-uitjes, 50 gram bo ter, 350 gram prei, schoonge maakt en in stukjes van 2 1/2 cm gesneden, 1 dl water. 25 gram bloem, een halve theele pel Engelse mosterd, 1/4 theele pel curcuma, tgeelwortel of kunjit), een halve theelepel sui ker. anderhalve dl melk. 3 eet lepels koffieroom, zout en pe per. Bereiding: haal de knoflookte nen uit de bol en blancheer ze samen met de ui een paar mi nuutjes in kokend water. Laat ze uitlekken en pel ze. Bak ze 7 tot 10 minuten zachtjes in de helft van de boter, voeg dan de de kleine kaart 11111111 uit prei en het water toe. Breng aan de kook en zet opzij. Smelt de rest van de boter in een smalle sauspan, voeg de bloem, mosterd, curcuma en suiker toe en roer een paar minuutjes. Zet het vuur hoog, voeg het groentenat en de melk erbij. Sudder dit vijf minuten. Schenk dit sausje over de groente en laat het verder sud deren tot het net zacht is. Haal het van het vuur en roer voor zichtig de koffieroom erdoor en maak op smaak met zou t en pe per. Ontleend aan De Walm. Rien van Reems Onopvallend op een feestje binnenkomen kunnen deze twee dames wel vergeten. Het model op de achtergrond zou misschien nog onge zien in het feestgedruis kunnen opgaan, maar het model op e voorgrond zal dat niet lukken. Niet in het minst om het feit dat ze nogal wat ruimte nodig heeft om haar entree te maken. Als een soort spiderwoman zal ze het feest met opgeheven hoofd moeten doorstaan. Beide feestkapsels, of beter gezegd kunstwerken, werden getoond tijdens een internationale mode- en haarshow in het Oostenrijkse Graz. Schepper van de creaties is de Japanse kapper Hiromi Asakura. foto Ingrid Garancsar) heeft wel het een en ander verbe terd waar het om milieuclaims gaat. maar daar waar geen echte onjuistheden worden verspreid - waar het dus meer gaat om slecht lezen van de consument - houdt natuurlijk alles op. De fabrikanten zijn bovendien wat terughouden der geworden als gevolg van acties van de milieulobby. In het buitenland - Duitsland en Scandinavië - speelt de kwestie natuurlijk ook. Daar zijn al verder gaande stappen gezet. Een 'milieu toets' wordt daar kennelijk niet als onhaalbaar gezien. Om verwarring te voorkomen is gekozen voor één milieusymbool Duitsland is het land met de mees te ervaring, het symbool 'de Blau we Engel' is daar al in gebruik sinds het midden van de jaren ze ventig. Tussen de Noordse landen is langdurig overlegd over één symbool voor Zweden, Noorwe gen. Denemarken, Finland en IJs land samen. De deelnemende lan den waren het er namelijk over eens dat het effect het grootst zou zijn als niet ieder voor zich een 'merkje' zou kiezen. Het werd uit eindelijk een groene zwaan. Het beestje wordt alleen toegekend aan produkten die het milieu niet onnodig belasten èn die waarma ken wat ze beloven. Een milieu vriendelijk waspoeder dat niet goed schoon wast. hoort daar dus niet bij. André Keikes ITT dat durf ik ook, effe afwachten XI of ik een klap van m'n moeder krijg'. Een treffende schets van de provocatieve werking van de mini-rok De korte rok was eind jaren zestig het middel om te proberen hoe. ver je als jong meisje kon gaan voordat er klappen vielen. Toen eenmaal bleek dat de ouders en de samenleving steeds meer tolereerden, was de lol er af. Hiermee geeft mode-joumalis- te Ellen Eggels aan wat ze met haar wil met haar nieuwe boek Wat gebeurde er na Quant en Courrè ges? Toen alles anders werd in de mode: „Het rubriceren van feno menen. De hele mode na Quant en Courrèges is niet op een rijtje te krijgen. Er is toen zo veel gebeifrd. Ik wil de mensen achter die mode laten zien, hun emoties. In de jaren zeventig was er sprake van een gro te omwenteling. Er was niet langer een modedictaat. Mode kreeg een hele andere functie. Er ontstaan veel meer stijlen naast elkaar. Elke mode kreeg haar eigen publiek en binnen iedere kring golden en gel den weer andere normen en codes. Ieder modefenomeen heeft zijn ei gen verhaal met een eigen uit gangspunt", aldus de schrijfster. Ellen Eggels schrijft onder meer de actuele mode voor de Jaarboeken van Larousse/Oosthoek. Het boek Wat gebeurde er na Quant en Courrèges is opgebouwd uit dertien hoofdstukken, waarin een tijdsbestek of een fenomeen wordt beschreven. Van de New Look tot de neo New Look. de jaren vijftig, zestig, zeventig en tachtig, mode als lifestyle, de Japanse in vasie - de lappenlook op basis van de kimono, sportmode en jeans. Onderwerpen als de emoties van de kleur, het modeverhaal in kleu- rentaal en het ontstaan van trends, wie bepaalt wat er mode is in de jaren negentig zijn de grote lijnen van het boek. Het boek ontstond in samenwer king met C&A en dat blijkt duide lijk uit het hoofdstuk waarin de ad vertenties - vanaf de eerste gete kende advertentie vlak na de oor log - van het bedrijf gebruikt wor den om mode-ontwikkelingen te schetsen. Wat gebeurde er na Quant en Courrèges geeft een aardig beeld van de ontwikkelingen van de laatste dertig, veertig jaar. De schrijfster treedt vrijwel niet bui ten de gebaande paden, maar het boek geeft een vrij compleet beeld van ivat er op kledinggebied ge beurt is. Het boek heeft fraaie illu straties zowel zivarl-wit als kleur. raat gebeurde er na Quant en Courrè ges? Toen alles anders werd in de mode. Uitgeverij Cantecleer ISBN 90 213 0682 4 Prijs f25,- Courrèges tekende het silhouet van de jaren '60 met zijn space- look.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1991 | | pagina 31