Diplomatie vermaalt Palestijnen PZC Herman Bode, vechter tegen sociale afbraak Rechtvaardige kostenverdeling waterschappen opinie en achtergrond Onder vernederende condities naar vredesconferentie....? ZATERDAG 17 AUGUSTUS 1991 tVan onze correspondent Ad Bloemendaal in Jeruzalem Als ik 's ochtends wakker ff word weet ik zeker dat we naar de vredesconferentie moeten," zegt een Palestijnse winkelier in Oost-Jeruzalem. „Maar tegen de avond ben ik er van overtuigd dat we beter niet kunnen gaan. Ik kan u alle voor delen opsommen en alle nade len, en het zijn stuk voor stuk prima argumenten. Daarom krijgt u van mij geen antwoord. Laat onze leiders het maar uit zoeken". Jarenlang hebben de Palestij nen gepleit voor een internatio nale conferentie over het Mid den-Oosten, maai- nu het bijna zover is, is de stemming onder de bevolking van de bezette Weste lijke Jordaanoever gelaten en depressief. In plaats van overleg op basis van wat ze noemen „in ternationale legitimiteit", dat is terugtrekking van Israël uit alle in 1967 bezette gebieden, krijgen ze in oktober een menu gepre senteerd van Israëlische en Amerikaanse dictaten. Hun delegatie zal onderdeel zijn van een gezamenlijke Pale stijns/Jordaanse vertegenwoor diging en Shamir krijgt het laat ste woord over de samenstelling ervan. Geen verklaarde PLO- aanhangers, geen inwoners van Jeruzalem en geen Palestijnen van buiten de bezette gebieden mogen deelnemen, heeft de Is raëlische premier al bepaald. Heeft het zin onder vernederen de condities naai' de vredescon ferentie te gaan? Of zal wegblij ven de Palestijnen uiteindelijk meer schade berokkenen? Eén ding staat vast: als de Palestij nen ja zeggen, gaan ze zonder grote verwachtingen naar de on derhandelingszaal Anwar al-Khatib is de 70-jarige gouverneur van Jeruzalem. Nu de Israëliërs het oostelijk stads deel besturen heeft die functie formeel geen betekenis meer. Khatibs belangrijkste taak is het schrijven van aanbevelin gen, waarmee Jordaanse inwo ners van de bezette gebieden op de ministeries in Amman ver gunningen, gunsten en paspoor ten kunnen aanvragen. Ooit was hij minister in een Jordaans ka binet en van 1964 tot 1966 diende hij als Jordaniës ambassadeur in Cairo. Het was de tijd van Ga- mal Abdel Nasser. Een gesig neerd portret van de Egyptische dictator staat op een prominen te plaats in de ontvangstkamer van Khatibs ruime appartement in Beth Hanina. even ten noor den van Jeruzalem. Zonder hoop De bejaarde gouverneur schetst een somber beeld van de situatie waarin de Palestijnen zich be vinden. „Na vier jaar intifadah zijn de meeste mensen hier zwaar teleurgesteld en zonder hoop, hoewel we bepaald niet voor het eerst in de geschiedenis met tegenslag te kampen heb ben. In 1948 zijn we verslagen en in 1956 opnieuw. De nederlaag van 1967 was verpletterend. In 1973 weer geen overwinning, hoewel er toen tenminste serieus is gevochten. Nooit hebben we de hoop opgegeven. In 1967, toen we het zwaarst zijn vernederd, was er een man als Gamal Abdel Nasser die de nederlaag eenvou dig niet wenste te aanvaarden. Hij zei: we gaan er opnieuw te genaan. „Maar nu, na de Golfoorlog, heb ben de Palestijnen het belang rijkste verloren wat ze bezaten, namelijk hun wil. De Golfoorlog is voor ons uitgedraaid op een enorme catastrofe. Voor het eerst moeten we openlijk toege ven dat we zijn verslagen". De Amerikanen vormen de eni ge overgebleven supermogen- heid en de Israëliërs zijn hun bondgenoten. Zij zullen op de conferentie de eisen stellen en niet de PLO. Zelf zou Khatib lie ver nog jaren onder de bezetting leven, zegt hij, dan een papier ondertekenen waarin hij afstand doet van zijn land. Maar hij ver wacht geen Palestijnse boycot van het vredesoverleg. „Natuur lijk gaan we naar die zogenaam de conferentie. We gaan om de tafel zitten en we aanvaarden al les wat ons wordt gedicteerd, he laas. We zijn zwakker en meer verdeeld dan ooit". „De PLO-leiders stellen nog al tijd voorwaarden, maar dat is al leen maar voor de show. Nie mand luistert naai' ze. Zelfs de Arabische landen steunen hun eisen niet. In de PLO is het een chaos. Als je de kranten leest of naar de radio luistert dan merk je dat de verklaringen van de verschillende leiders elkaar vol komen tegenspreken. Niemand weet wat de PLO wil en Arafat is aan zijn eind. Hij is volkomen geïsoleerd en heeft geen cent meer. Hij kan zijn gezicht niet meer laten zien in Egypte, niet meer in Saudiarabië en niet meer in het Golfgebied". Blunder Anwar al-Khatib is er vast van overtuigd dat koning Husayn van Jordanië een blunder begin toen hij in de zomer van 1988 de banden tussen zijn land en de Westelijke Jordaanoever ver brak („Ik heb hem dat in zijn ge zicht gezegd"). Het resultaat is dat nu niemand met gezag na mens de Palestijnen kan spre ken. De PLO mag de conferentie niet bijwonen en Jordanië kan niet namens de Palestijnen ope reren. ook al omdat in 1974 de Arabische topconferentie van Rabat bepaalde dat de PLO de enige wettige vertegenwoordi ger van het Palestijnse volk is. De Palestijnen zijn ervan over tuigd dat Shamir alleen naar de vredesconferentie wil om een overeenkomst te bereiken met de Syriërs. Het Palestijnse vraagstuk laat de Israëlische premier koud en als het er op aankomt geldt hetzelfde voor de Syrische president Hafez al-As- sad. Khatib, met een mengeling van afkeer en respect: „Shamir doet wat hij zegt, hij praat geen onzin zoals wij. Daarom ben ik bang dat Assad in het voetspoor van Sadat zal treden en een af zonderlijke vrede zal sluiten met Israël. Daarna kunnen wij wat hem betreft naar de hel lopen". De denkbeelden van Anwar al- Khatib zijn in een minder uitge sproken vorm terug te vinden in de straten van Oost-Jeruzalem en andere steden op de Westelij ke Jordaanoever. Winkeliers en passanten, gevraagd naar de vooruitzichten van het vredes proces, beginnen een tirade te gen Shamir, de Amerikanen en vooral de Arabische landen die de Palestijnen in de steek laten. Maar de conclusie is in de mees te gevallen dat een boycot wei nig zal uithalen. Complot Is de vredesconferentie onder de gematigden nog onderwerp van discussie, in de radicale sector is de keuze al lang gemaakt. We zitten in de moderne kantine van de universiteit, waar stu denten juist pamfletten rondde len van Fatach. de grootste or ganisatie binnen de PLO. „Onze helden, de Amerikaanse vijan den en de Zionisten, gaan door met het oplossen van ons pro bleem op verschillende manie ren," begint het vlugschrift, niet zonder ironie. Er wordt gespro ken van de Sovjetunie, „die haar -verantwoordelijkheden en Een gebaar tegen beter weten in van een Palestijns jongetje, dat nog niet verbitterd door frustraties....? foto Patrick BazlAFP) ideeën heeft verkwanseld op de markt van het imperialisme om aan geld te komen" en van de Syrische president Assad, „die zijn leuze dat Palestina bevrijd zal worden is vergeten en geme ne zaak maakt met de Amerika nen". Veel tijd om het pamflet te lezen is de studenten niet vergund. Plotseling verschijnen twee ge maskerde mannen in de kanti ne, grissen de papieren van de tafels en verscheuren ze. Binnen een minuut zijn ze weer verdwe nen. Radicale marxistische groepen als het Volksfront voor de Be vrijding van Palestina (PFLP) en het Democratisch Front (DFLP) doen het goed in een christelijk bolwerk als Bethle hem. In het verleden leunden de ze groepen binnen de PLO zwaar op de Sovjetunie en Syrië. Maar die landen werken nu samen met Amerika. Saddam Husayns Irak is niet langer een militaire macht met invloed in het Mid den-Oosten en de tijd waarin Egypte linkse Palestijnen ver welkomde ligt ver achter ons. De gewapende strijd heeft nooit iets positiefs opgeleverd. Ze zijn te gen de vredesconferentie, maar wat is het alternatief? Een echte marxist zit nooit om een antwoord verlegen. George Habash, een 25 jarige strijdvaar dige activist, die in Jeruzalem werkt: „Om te beginnen zal pre sident Mubarak van Egypte worden afgezet. Het Egyptische volk heeft genoeg van hem. Ko ning Husayn van Jordanië zal worden vermoord, net als presi dent Assad van Syrië. Het Ara bische volk zal massaal in op stand komen en grote revoluties ontketenen. Het is niet belang rijk of dat volgend jaar gebeurt of over vijf jaar, maar gebeuren zal het. De Arabische massa's hebben zwaar te lijden onder al les wat er in dit deel van de we reld gebeurt. De olie is geen Ara bische olie meer en het land geen Arabisch land". Terwijl radicale Palestijnen wachten op de Arabische revolu tie probeert de wat praktischer ingestelde Faysal al-Husayni het beste te maken van zijn on derhandelingen met Ameri kaanse regeringsvertegenwoor digers. Hij is met de dood be dreigd door organisaties als het PFLP en de Islamitische Jihad, maar de meeste Palestijnen wensen hem veel succes. WÊÊtÊÊÊKKKÊÊÊIÊÊÊÊËÊÊBBÊKÊtÊÊBm mum Een dik boek, dat ik rustig wil lezen om er van te kun nen genieten, bewaar ik voor de vakantietijd. Vaak zijn dat boeken, die de sociale geschie denis tot onderwerp hebben. Die geschiedenis wordt dan niet verhaald aan de hand van jaartallen en ingewikkelde fi losofieën, maar met portretten van mensen, die zelf de ge schiedenis letterlijk en figuur lijk meegemaakt hebben. Het verhaal van hun herinnerin gen activeert mijn geheugen, als het gaat over een periode die ik ook zelf langer of korter geleden heb meegemaakt. Want wie zijn eigen geschiede nis niet kent, heeft weinig vas te grond om op te staan. Het Katholiek Documentatie Centrum in Nijmegen geeft in de Memoria-reeks herinnerin gen van uiteenlopende mensen uit met de bedoeling informa tie te verschaffen over verschil lende aspecten van het katho lieke leven en de katholieke cultuur. Het is een serie sterk persoonlijk gekleurde egodo cumenten, waarin kan worden meebeleefd hoe het katholiek geloof "van binnenuit' heeft doorgewerkt in kerk en samen leving, in het groot en het klein. Mijn vakantieboek was dit jaar: 'Herman Bode Vak bondsman'. De Twentse we- verszoon, die het bracht tot voorzitter van het NKV en vi- ce-voorzitter van de FNV, werd vorig jaar 65. Bij die gelegen heid heeft hij in twintig lange gesprekken zijn herinneringen verteld. Herman Bode voelde er niets voor zelf zijn levensverhaal te schrijven. Hij is nog teveel een doener, onder andere als voor zitter van DISK-Nederland, om rustig zijn herinneringen op te schrijven. Wel was hij bereid die te vertellen aan een drietal van gelijkgestemden. Zo ont stond een boeiend boek van een boeiende man. Hij heeft zijn boek opgedragen aan de kaderleden, die het werk van de vakbeweging dragen. Want, zo zegt Bode: „Dergelijke men sen zijn in feite het goud van de vakbeweging: zij bepalen het gezicht van de organisatie, ook voor de gewone leden. Als zij verdwijnen, zakt de vakbewe ging in elkaar." snapt Herman Bode niet hoe zijn vader het heeft klaarge speeld, om na een tienurige werkdag tijd te vinden voor het stukje grond waarop groenten voor het gezin werden ver bouwd, voor de harmonie waarin hij niet alleen de trom bone bespeelde, maar waarvan hij ook de voorzitter was, voor de rooms-katholieke coöpera tie en voor de katholieke arbei dersbeweging. Herman Bode was veertien jaar, toen hij voor een rijks daalder in de week in een tex tielfabriek ging werken. Als ge touwenpoetser. Hij was nog te jong om lid te worden van de vakbond. Maar hij werd wel meteen lid van de Jonge Werk man. Zij kwamen in het Sint Jozefgebouw samen, voor ont spanning en voor maatschap- pelijke vorming. Daar werd de basis gelegd voor het vak bondswerk van Herman Bode. Hij kan smakelijk en ontroe rend vertellen over die jeugd. Hard maar gezellig. De jonge Herman Bode kreeg echter zo'n hekel aan het werken in de moordende ploe gendiensten in de fabriek, dat hij na de oorlog niet meer terug wilde in het weversvak. Hij meldde zich aan als kort-ver- band-vrijwilliger en liet zich uitzenden naar Indië. in de hoop dat hij zo een beter leven zou krijgen. Terug uit Indië laat hij zich omscholen tot elec- triciën en vindt werk in Henge lo. Het werkklimaat was daar heel anders dan in de textiel: „Er was geen sprake van onder danigheid, er waren geen boe teboekjes en het zelfbewustzijn van de arbeiders was groter. Dat was bevrijdend. Ook de werkomstandigheden waren niet te vergelijken. Vanzelf sprekend is Bode een actief vakbondslid, van de katholie ke metaalarbeidersbond Sint Eloy. Van deze bond wordt hij in 1955 districtsbestuurder. KAB-NKV Het waren de jaren, waarin hij zich bezig hield met CAO-on- Levensverhaal van Herman Bode nog lang niet af (foto GPD) vakorganisatie. Maar door de emancipatie van de katholieke arbeiders, die had plaatsge vonden, was er niet meer zo'n behoefte aan een aparte standsorganisatie.. Ook bleek de dubbele structuur nogal wat bezwaren te hebben. Vandaar dat de standsorganisatie werd opgeheven. Bode nu over deze voor velen toch ingrijpende Jeugdjaren Herman Bode werd in 1925 te Oldenzaal geboren in een ty pisch Twents arbeidersgezin. Vader en moeder hebben in de textiel gewerkt. Dat arbeiders milieu en de katholiciteit be paalden in belangrijke mate de sfeer van zijn jeugdjaren. Nog derhandelingen en de fusiepe- rïkelen in de metaal. In die tijd werd ook de dubbelstructuur in de katholieke arbeidersbe weging opgeheven en werd de KAB omgezet in het NKV. het Nederlands Katholiek Vakver bond. De KAB was stands- èn veranderingen: „We hadden met al de problemen in de on dernemingen wel andere din gen aan ons hoofd, maar om praktische en financiële rede nen waren wij wel voor die overgang." In het boek geeft Bode sappige typeringen van enkele mar kante werkgevers, met wie hij te maken kreeg. Zo zegt hij van de scheepsbouwer Cornells Verolme: „Hij was erg ijdel, hij gebruikte allerlei parfums, waardoor hij een uur in de wind stonk." Ook vertelt hij dat deze Verolme de zwakke plek in het werkgeversfront was. Want bij hem mochten de vakbondsbe stuurders aan tafel komen zit ten en met hem viel te praten en tot loonafspraken te komen. In 1969 komt Bode in het lande lijk bestuur van Sint Eloy te recht. Die benoeming' opent de weg naar zijn latere funties als vakbondsbestuurder van het NKV. waarvan hij in 1981 nog even maar wel officieel de laat ste voorzitter is en als vice- voorzitter van de FNV. Hij trekt dan samen op met de hui dige vice-premier en minister van financiën Wim Kok In de tot standkoming van de federatie en later fusie van het NKV met het socialistische NVV tot de FNV speelde Her man Bode een vooraanstaande rol. In zijn boek vertelt Bode, dat toen 'overal in Nederland' werd verteld dat het NKV fi nancieel op instorten stond. Velen, ook binnen de NKV, hadden de indruk dat de fede ratie er moest komen om het NKV te redden van de onder gang, Maar niets was minder waar, Er waren wel financiële problemen, maar bijvoorbeeld de weerstandskas van het NKV was sterker dan die van het NVV en de leden van de NKV- bonden droegen een hoger be drag af aan de vakcentrale. Maar Bode kan zich nog steeds kwaad maken over het verwijt wat hij toen kreeg: -„Herman Bode heeft ons aan de rooien verkocht." Mensen, die derge lijke kreten uiten, weten vol gens hem volstrekt niet waar ze het over hebben. Want van 'verkopen' zou sprake geweest zijn, als het NKV zich helemaal uitgekleed zou hebben en din gen geaccepteerd zou hebben, die in het geheel niet strookten met de eigen visie en identiteit. Maar daarvan was volgens Bo de helemaal geen sprake. Naar de Dam.... De afbraak van het stelsel van sociale zekerheid in de jaren '70 en '80 is voor Bode als FNV-be- stuurder en later, na zijn pen sionering, als voorzitter van DISK-Nederland, een gruwel geweest. Bode leidde het verzet er tegen. Iedereen herinnert zich zijn befaamde uitroep in 1980 bij de demonstratie in Amsterdam tegen het buiten werking stellen van de koppe ling tussen lonen en uitkerin gen. Uit vrees voor krakersrel len moest de bijeenkomst van 20.000 vakbondsleden in de RAI plaats vinden. Maar daar werd geen genoegen mee geno men en de demonstranten rie pen, dat ze naar de Dam wil den. Toen heeft Bode uitgeroe pen: „Willen we naar de Dam- ....dan gaan we paar de Dam!" En in alle vreedzaamheid ge beurde dat toen ook. „Maar", zegt Bode nu, „het is allemaal geëindigd in een enor me kater; de regering trok zich niets van ons aan," En in 1982 trok Herman Bode met Wim Kok ten strijde tegen de kabi netsplannen om het ziekengeld met 20 procent te korten. In de Utrechtse Jaarbeurs riep Kok, dat we moeten voorkomen dat de economische angst ons in de benen slaat en dat we de socia le, afbraak een kans geven. Want dan zitten we op een hel lend vlak. Een boze Herman Bode schreef onlangs nog in een vakbonds blad: „Beste Wim, jij als oud vakbondsman was degene van wie we het meest verwachtten. Je hebt altijd gezegd dat je al leen in de politiek zou gaan. als je er ook iets kunt bereiken voor ons. Ik weet datje het ver domd moeilijk hebt. Maar ik vertrouw erop dat je er niet blijft zitten, omdat het pluche zo lekker zit." Aan het einde van het boek zegt Bode, dat hij nog lang niet toe is aan een balans van zijn leven, ook al is hij de 65 nu ge passeerd. Zijn uitsmijter is dan ook: „Komen jullie daarvoor over een jaar of vijftien nog maar eens terug." In die tijd zal Herman Bode nog regelmatig van zich laten horen met zijn bekende rondborstige uitspra ken. recht uit het hart van de katholieke weverszoon die hij altijd gebleven is.# Jan W. Scheffers (Door ir. P. J. Gruijters) Wijziging van de gesehots- verordening van de zeven waterschappen was aanleiding voor een redactioneel artikel in de PZC van 14 augustus onder de titel 'Mooie slag waterschap pen'. Als voorzitter van de Zeeuwse Waterschapsbond stel ik het op prijs uiteen te mogen zetten waarom die wijziging van de gesehotsverordening no dig en rechtvaardig is. Daarom spreek ik liever van 'Rechtvaar dige kostenverdeling bij water schappen'. Maar dat behoeft natuurlijk uit leg. Geschot. is een belasting die eigenaren van grond en van ge bouwen betalen aan het water schap. Het waterschap zorgt met behulp van die belastinggel den dat de dijken in orde zijn, dat het regenwater en kwelwa ter via een uitgebreid net van waterlopen en gemalen weer naar zee wordt gepompt en dat bijna alle wegen buiten de be bouwde kommen onderhouden worden. Tot voor de laatste wijziging van de gesehotsverordening was de hoogte van het geschot afhanke lijk van het opbrengend vermo gen van de grond. Maar geschot is een belasting en over belas ting veroordeelt een belastin grechter. Welnu, die rechter be paalde dat belasting geheven moet worden naar objectief meetbare maatstaven en de rechter vond het opbrengend vermogen van grond geen meet- bafe maatstaf. De provincie be paalt in ons land de grondslag van de gesehotsverordening en gaf, uiteraard na overleg met de waterschappen, die waterschap pen opdracht voortaan geschot te gaan heffen naai' het belang dat men heeft bij de waterschap- staken. Daarbij geldt: men heeft belang bij een taak of niet, een tussenweg is er niet. Een eigenaar van grond (of ge bouw) heeft belang bij de dijken of niet; een half belang bestaat daarom niet. Het waterschap heeft geen werk aan het afvoeren van regenwater van stranden of binnendijken. Eigenaren van dijken of stranden betalen daar dus ook niet voor. Uit opbrengst van het geschot wordt betaald: dijkonderhoud, peilbeheer en wegenonderhoud. Uit de begro ting is gemakkelijk te bepalen wat de kosten van peilbeheer zijn. Zijn die kosten 40 procent dan krijgt een eigenaar van bin nendijken, waarvoor geen peil beheer wordt uitgevoerd, een ge- schotsreductie van 40 procent. Eerlijk én te controleren. Yerseke Moer Hoe zit het nu met natuurgebie den? Natuurgebieden betaalden tot nu toe een afwijkend geschot in een aantal gevallen. In de Yer seke Moer is dat 100 procent (en wordt het 95 procent) en in ande re gevallen slechts 10 procent vanwege het geringe opbrengen de vermogen van hun gronden. Er groeien niet zoveel aardappe len of bieten in een natuurge bied. Maar dat is het punt niet. Hoeveel belang heeft het na tuurgebied bij de taakuitoefe ning van het waterschap. Laten we dat eens analyseren. De dij ken zijn er ook voor natuurge bieden, breken die door dan lo pen de natuurgebieden onder en is er geen natuurgebied meer. Ook een natuurgebied moet be reikbaar zijn want die natuurge bieden zijn er niet voor niets. Daar moet je in kunnen vertoe ven en van genieten. En de wa terschapswegen zijn nodig om er te komen. Het peilbeheer voor natuurge bieden is een verhaal apart. Na tuurgebieden hebben vaak al wijkende wensen, zij vereisen doorgaans een hoger peil dan de omliggende gronden. Zo enig. zins mogelijk voldoen de water schappen aan die wensen en in- stalleren daarvoor extra stuwen Dan is het toch, dit overziende niet redelijk om minder geschot te betalen. Beheerders van natuurgebieden krijgen hoge subsidies uit deal. gemene middelen van het rijk. provincie of gemeente. Dat is een goede en normale zaak Maar er is geen enkele reden waarom eigenaren van gronden gebouwen natuurgebieden indi rect zouden subsidiëren. Wam een laag geschot voor natuurge bieden betekent een hoger ge schot, voor de overige geschots- plichten. Het heeft zo wat weg van een van een onroerend goedbelasting ten behoeve natuurgebieden. Geleidelijk? Moet dat dan, van het ene Jaar op het andere de natuurgebie den het veel hogere, en eerlijk verplichte geschot laten beta len? Kan dat niet geleidelijk! Dat kan zeker, dan neemt deon- rechtvaardige kostenverdeling geleidelijk af. Voor die oplossing hééft het waterschap Noord- ei Zuid-Beveland gekozen (en de provincie heeft het afgekeurd) Men kan ook zeggen, anderen hebben al te lang indirect de na tuurgebieden gesubsidieerd er. er is geen reden daar nog mee door te gaan. Die oplossing ko zen de overige zes Zeeuwse wa terschappen. Afwijkende percentages van hei volle geschot mogen van de pro vincie door de waterschappen bepaald worden. De schrijver van het artikel 'Mooie slag w; terschappen' vergelijkt dat met het uitdrijven van de duivel dooi Beëlzebub. Om het netjes te zeg gen: een onjuiste vergelijking, De afwijkende percentages wor den door de waterschappen me'. zorgvuldigheid vastgesteld et wel om twee redenen. De eerste is dat de waterschappen hech-j ten aan een rechtvaardige kos tenverdeling. De tweede is deze, dat de provincie de percentage moet goedkeuren. Hebben de eigenaren van na tuurgebieden dan geen fc- spraak, mogen zij niet meebe sturen? Jazeker en graag zelfs maar dan op de normale weger, die kennen we allemaal. Dato via kandidaatstelling en geko zen worden. Het zou heel goed zijn wanneer in de algemene ver gadering van de waterschappen vertegenwoordigers, van de na tuurgebieden zitting zouden hebben om het standpunt vat natuurgebiedbeheerders inzakt waterschapstaken te verduide lijken. De algemene vergaderingen van de Zeeuwse waterschappen ken nen reeds meerdere hoofdinge landen uit de recreatiesector. Zij zijn er via de normale weg inge komen en brengen in de discus sies in de vergaderingen het be lang van de recreatiesector ie Een goede zaak. De Zeeuwse wa terschappen zien uit naar geko zen vertegenwoordigers vandt eigenaren van natuurgebieden. (De schrijver van deze reactie, ir. Pi Gruijters, is dijkgraaf van het wata schap Noord- en Zuid-Beveland r. voorzitter van de Zeeuwse mt# schapsbond.) Theologie studeren in deeltijd Per 1 september 1991 biedt de Faculteit der Godgeleerdheid van de Vrije Universiteit de mogelijkheid om De Algemene Studierichting Godgeleerdheid (ASG) ook in deeltijd te volgen. De ASG biedt: een brede theologische opleiding, waarbij geldt dat voor de meeste afstudeerrichtingen geen kennis van de klassieke talen is vereist; één avond in de week college en enkele zaterdagen per jaar; een curriculum van 7 jaar; mogelijkheid tot afstuderen in alle theologische vakken. Toelating: Voor deze studierichting gelden de normale toelatingseisen voor universitair onderwijs. De ASG is een geschikte opleiding voor hen die geïnteresseerd zijn in religieuze en zingevingsvragen. Diegenen die werkzaam zijn in algemene kerkelijke arbeid, in pastoraat, vorming en toerusting, biedt deze opleiding een theoretische verdieping van hun werk. De ASG geeft ook toegang tot de opleiding voor godsdienstleraar. Wanneer u inlichtingen wenst over deze studierichting in deel tijd, kunt u die via de onderstaande antwoordstrook verkrijgen, U kunt ook bellen met de studiecoördinator: tel. 020-548.3646. Ja, ik wil meer informatie over de deeltijdstudie ASG Stuur deze aan: Naam: Adres: Postcode/woonplaats: Antwoordstrook opsturen aan: Faculteit der Godgeleerdheid, Vrije Universiteit Antwoordnummer 2941 1000 SN Amsterdam vrije Universiteit amsterdar

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1991 | | pagina 4