Diplomatie vermaalt Palestijnen
PZC
Herman Bode, vechter tegen sociale afbraak
Rechtvaardige
kostenverdeling
waterschappen
opinie en achtergrond
Onder vernederende condities naar vredesconferentie....?
ZATERDAG 17 AUGUSTUS 1991
tVan onze correspondent
Ad Bloemendaal in Jeruzalem
Als ik 's ochtends wakker
ff word weet ik zeker dat
we naar de vredesconferentie
moeten," zegt een Palestijnse
winkelier in Oost-Jeruzalem.
„Maar tegen de avond ben ik er
van overtuigd dat we beter niet
kunnen gaan. Ik kan u alle voor
delen opsommen en alle nade
len, en het zijn stuk voor stuk
prima argumenten. Daarom
krijgt u van mij geen antwoord.
Laat onze leiders het maar uit
zoeken".
Jarenlang hebben de Palestij
nen gepleit voor een internatio
nale conferentie over het Mid
den-Oosten, maai- nu het bijna
zover is, is de stemming onder de
bevolking van de bezette Weste
lijke Jordaanoever gelaten en
depressief. In plaats van overleg
op basis van wat ze noemen „in
ternationale legitimiteit", dat is
terugtrekking van Israël uit alle
in 1967 bezette gebieden, krijgen
ze in oktober een menu gepre
senteerd van Israëlische en
Amerikaanse dictaten.
Hun delegatie zal onderdeel zijn
van een gezamenlijke Pale
stijns/Jordaanse vertegenwoor
diging en Shamir krijgt het laat
ste woord over de samenstelling
ervan. Geen verklaarde PLO-
aanhangers, geen inwoners van
Jeruzalem en geen Palestijnen
van buiten de bezette gebieden
mogen deelnemen, heeft de Is
raëlische premier al bepaald.
Heeft het zin onder vernederen
de condities naai' de vredescon
ferentie te gaan? Of zal wegblij
ven de Palestijnen uiteindelijk
meer schade berokkenen? Eén
ding staat vast: als de Palestij
nen ja zeggen, gaan ze zonder
grote verwachtingen naar de on
derhandelingszaal
Anwar al-Khatib is de 70-jarige
gouverneur van Jeruzalem. Nu
de Israëliërs het oostelijk stads
deel besturen heeft die functie
formeel geen betekenis meer.
Khatibs belangrijkste taak is
het schrijven van aanbevelin
gen, waarmee Jordaanse inwo
ners van de bezette gebieden op
de ministeries in Amman ver
gunningen, gunsten en paspoor
ten kunnen aanvragen. Ooit was
hij minister in een Jordaans ka
binet en van 1964 tot 1966 diende
hij als Jordaniës ambassadeur
in Cairo. Het was de tijd van Ga-
mal Abdel Nasser. Een gesig
neerd portret van de Egyptische
dictator staat op een prominen
te plaats in de ontvangstkamer
van Khatibs ruime appartement
in Beth Hanina. even ten noor
den van Jeruzalem.
Zonder hoop
De bejaarde gouverneur schetst
een somber beeld van de situatie
waarin de Palestijnen zich be
vinden. „Na vier jaar intifadah
zijn de meeste mensen hier
zwaar teleurgesteld en zonder
hoop, hoewel we bepaald niet
voor het eerst in de geschiedenis
met tegenslag te kampen heb
ben. In 1948 zijn we verslagen en
in 1956 opnieuw. De nederlaag
van 1967 was verpletterend. In
1973 weer geen overwinning,
hoewel er toen tenminste serieus
is gevochten. Nooit hebben we
de hoop opgegeven. In 1967, toen
we het zwaarst zijn vernederd,
was er een man als Gamal Abdel
Nasser die de nederlaag eenvou
dig niet wenste te aanvaarden.
Hij zei: we gaan er opnieuw te
genaan.
„Maar nu, na de Golfoorlog, heb
ben de Palestijnen het belang
rijkste verloren wat ze bezaten,
namelijk hun wil. De Golfoorlog
is voor ons uitgedraaid op een
enorme catastrofe. Voor het
eerst moeten we openlijk toege
ven dat we zijn verslagen".
De Amerikanen vormen de eni
ge overgebleven supermogen-
heid en de Israëliërs zijn hun
bondgenoten. Zij zullen op de
conferentie de eisen stellen en
niet de PLO. Zelf zou Khatib lie
ver nog jaren onder de bezetting
leven, zegt hij, dan een papier
ondertekenen waarin hij afstand
doet van zijn land. Maar hij ver
wacht geen Palestijnse boycot
van het vredesoverleg. „Natuur
lijk gaan we naar die zogenaam
de conferentie. We gaan om de
tafel zitten en we aanvaarden al
les wat ons wordt gedicteerd, he
laas. We zijn zwakker en meer
verdeeld dan ooit".
„De PLO-leiders stellen nog al
tijd voorwaarden, maar dat is al
leen maar voor de show. Nie
mand luistert naai' ze. Zelfs de
Arabische landen steunen hun
eisen niet. In de PLO is het een
chaos. Als je de kranten leest of
naar de radio luistert dan merk
je dat de verklaringen van de
verschillende leiders elkaar vol
komen tegenspreken. Niemand
weet wat de PLO wil en Arafat is
aan zijn eind. Hij is volkomen
geïsoleerd en heeft geen cent
meer. Hij kan zijn gezicht niet
meer laten zien in Egypte, niet
meer in Saudiarabië en niet
meer in het Golfgebied".
Blunder
Anwar al-Khatib is er vast van
overtuigd dat koning Husayn
van Jordanië een blunder begin
toen hij in de zomer van 1988 de
banden tussen zijn land en de
Westelijke Jordaanoever ver
brak („Ik heb hem dat in zijn ge
zicht gezegd"). Het resultaat is
dat nu niemand met gezag na
mens de Palestijnen kan spre
ken. De PLO mag de conferentie
niet bijwonen en Jordanië kan
niet namens de Palestijnen ope
reren. ook al omdat in 1974 de
Arabische topconferentie van
Rabat bepaalde dat de PLO de
enige wettige vertegenwoordi
ger van het Palestijnse volk is.
De Palestijnen zijn ervan over
tuigd dat Shamir alleen naar de
vredesconferentie wil om een
overeenkomst te bereiken met
de Syriërs. Het Palestijnse
vraagstuk laat de Israëlische
premier koud en als het er op
aankomt geldt hetzelfde voor de
Syrische president Hafez al-As-
sad. Khatib, met een mengeling
van afkeer en respect: „Shamir
doet wat hij zegt, hij praat geen
onzin zoals wij. Daarom ben ik
bang dat Assad in het voetspoor
van Sadat zal treden en een af
zonderlijke vrede zal sluiten met
Israël. Daarna kunnen wij wat
hem betreft naar de hel lopen".
De denkbeelden van Anwar al-
Khatib zijn in een minder uitge
sproken vorm terug te vinden in
de straten van Oost-Jeruzalem
en andere steden op de Westelij
ke Jordaanoever. Winkeliers en
passanten, gevraagd naar de
vooruitzichten van het vredes
proces, beginnen een tirade te
gen Shamir, de Amerikanen en
vooral de Arabische landen die
de Palestijnen in de steek laten.
Maar de conclusie is in de mees
te gevallen dat een boycot wei
nig zal uithalen.
Complot
Is de vredesconferentie onder de
gematigden nog onderwerp van
discussie, in de radicale sector is
de keuze al lang gemaakt. We
zitten in de moderne kantine
van de universiteit, waar stu
denten juist pamfletten rondde
len van Fatach. de grootste or
ganisatie binnen de PLO. „Onze
helden, de Amerikaanse vijan
den en de Zionisten, gaan door
met het oplossen van ons pro
bleem op verschillende manie
ren," begint het vlugschrift, niet
zonder ironie. Er wordt gespro
ken van de Sovjetunie, „die haar
-verantwoordelijkheden en
Een gebaar tegen beter weten in van een Palestijns jongetje, dat nog niet verbitterd door frustraties....?
foto Patrick BazlAFP)
ideeën heeft verkwanseld op de
markt van het imperialisme om
aan geld te komen" en van de
Syrische president Assad, „die
zijn leuze dat Palestina bevrijd
zal worden is vergeten en geme
ne zaak maakt met de Amerika
nen".
Veel tijd om het pamflet te lezen
is de studenten niet vergund.
Plotseling verschijnen twee ge
maskerde mannen in de kanti
ne, grissen de papieren van de
tafels en verscheuren ze. Binnen
een minuut zijn ze weer verdwe
nen.
Radicale marxistische groepen
als het Volksfront voor de Be
vrijding van Palestina (PFLP)
en het Democratisch Front
(DFLP) doen het goed in een
christelijk bolwerk als Bethle
hem. In het verleden leunden de
ze groepen binnen de PLO zwaar
op de Sovjetunie en Syrië. Maar
die landen werken nu samen
met Amerika. Saddam Husayns
Irak is niet langer een militaire
macht met invloed in het Mid
den-Oosten en de tijd waarin
Egypte linkse Palestijnen ver
welkomde ligt ver achter ons. De
gewapende strijd heeft nooit iets
positiefs opgeleverd. Ze zijn te
gen de vredesconferentie, maar
wat is het alternatief?
Een echte marxist zit nooit om
een antwoord verlegen. George
Habash, een 25 jarige strijdvaar
dige activist, die in Jeruzalem
werkt: „Om te beginnen zal pre
sident Mubarak van Egypte
worden afgezet. Het Egyptische
volk heeft genoeg van hem. Ko
ning Husayn van Jordanië zal
worden vermoord, net als presi
dent Assad van Syrië. Het Ara
bische volk zal massaal in op
stand komen en grote revoluties
ontketenen. Het is niet belang
rijk of dat volgend jaar gebeurt
of over vijf jaar, maar gebeuren
zal het. De Arabische massa's
hebben zwaar te lijden onder al
les wat er in dit deel van de we
reld gebeurt. De olie is geen Ara
bische olie meer en het land geen
Arabisch land".
Terwijl radicale Palestijnen
wachten op de Arabische revolu
tie probeert de wat praktischer
ingestelde Faysal al-Husayni
het beste te maken van zijn on
derhandelingen met Ameri
kaanse regeringsvertegenwoor
digers. Hij is met de dood be
dreigd door organisaties als het
PFLP en de Islamitische Jihad,
maar de meeste Palestijnen
wensen hem veel succes.
WÊÊtÊÊÊKKKÊÊÊIÊÊÊÊËÊÊBBÊKÊtÊÊBm
mum
Een dik boek, dat ik rustig
wil lezen om er van te kun
nen genieten, bewaar ik voor
de vakantietijd. Vaak zijn dat
boeken, die de sociale geschie
denis tot onderwerp hebben.
Die geschiedenis wordt dan
niet verhaald aan de hand van
jaartallen en ingewikkelde fi
losofieën, maar met portretten
van mensen, die zelf de ge
schiedenis letterlijk en figuur
lijk meegemaakt hebben. Het
verhaal van hun herinnerin
gen activeert mijn geheugen,
als het gaat over een periode
die ik ook zelf langer of korter
geleden heb meegemaakt.
Want wie zijn eigen geschiede
nis niet kent, heeft weinig vas
te grond om op te staan.
Het Katholiek Documentatie
Centrum in Nijmegen geeft in
de Memoria-reeks herinnerin
gen van uiteenlopende mensen
uit met de bedoeling informa
tie te verschaffen over verschil
lende aspecten van het katho
lieke leven en de katholieke
cultuur. Het is een serie sterk
persoonlijk gekleurde egodo
cumenten, waarin kan worden
meebeleefd hoe het katholiek
geloof "van binnenuit' heeft
doorgewerkt in kerk en samen
leving, in het groot en het klein.
Mijn vakantieboek was dit
jaar: 'Herman Bode Vak
bondsman'. De Twentse we-
verszoon, die het bracht tot
voorzitter van het NKV en vi-
ce-voorzitter van de FNV, werd
vorig jaar 65. Bij die gelegen
heid heeft hij in twintig lange
gesprekken zijn herinneringen
verteld.
Herman Bode voelde er niets
voor zelf zijn levensverhaal te
schrijven. Hij is nog teveel een
doener, onder andere als voor
zitter van DISK-Nederland,
om rustig zijn herinneringen op
te schrijven. Wel was hij bereid
die te vertellen aan een drietal
van gelijkgestemden. Zo ont
stond een boeiend boek van
een boeiende man. Hij heeft
zijn boek opgedragen aan de
kaderleden, die het werk van
de vakbeweging dragen. Want,
zo zegt Bode: „Dergelijke men
sen zijn in feite het goud van de
vakbeweging: zij bepalen het
gezicht van de organisatie, ook
voor de gewone leden. Als zij
verdwijnen, zakt de vakbewe
ging in elkaar."
snapt Herman Bode niet hoe
zijn vader het heeft klaarge
speeld, om na een tienurige
werkdag tijd te vinden voor het
stukje grond waarop groenten
voor het gezin werden ver
bouwd, voor de harmonie
waarin hij niet alleen de trom
bone bespeelde, maar waarvan
hij ook de voorzitter was, voor
de rooms-katholieke coöpera
tie en voor de katholieke arbei
dersbeweging.
Herman Bode was veertien
jaar, toen hij voor een rijks
daalder in de week in een tex
tielfabriek ging werken. Als ge
touwenpoetser. Hij was nog te
jong om lid te worden van de
vakbond. Maar hij werd wel
meteen lid van de Jonge Werk
man. Zij kwamen in het Sint
Jozefgebouw samen, voor ont
spanning en voor maatschap-
pelijke vorming. Daar werd de
basis gelegd voor het vak
bondswerk van Herman Bode.
Hij kan smakelijk en ontroe
rend vertellen over die jeugd.
Hard maar gezellig.
De jonge Herman Bode kreeg
echter zo'n hekel aan het
werken in de moordende ploe
gendiensten in de fabriek, dat
hij na de oorlog niet meer terug
wilde in het weversvak. Hij
meldde zich aan als kort-ver-
band-vrijwilliger en liet zich
uitzenden naar Indië. in de
hoop dat hij zo een beter leven
zou krijgen. Terug uit Indië
laat hij zich omscholen tot elec-
triciën en vindt werk in Henge
lo. Het werkklimaat was daar
heel anders dan in de textiel:
„Er was geen sprake van onder
danigheid, er waren geen boe
teboekjes en het zelfbewustzijn
van de arbeiders was groter.
Dat was bevrijdend. Ook de
werkomstandigheden waren
niet te vergelijken. Vanzelf
sprekend is Bode een actief
vakbondslid, van de katholie
ke metaalarbeidersbond Sint
Eloy. Van deze bond wordt hij
in 1955 districtsbestuurder.
KAB-NKV
Het waren de jaren, waarin hij
zich bezig hield met CAO-on-
Levensverhaal van Herman Bode nog lang niet af (foto GPD)
vakorganisatie. Maar door de
emancipatie van de katholieke
arbeiders, die had plaatsge
vonden, was er niet meer zo'n
behoefte aan een aparte
standsorganisatie.. Ook bleek
de dubbele structuur nogal wat
bezwaren te hebben. Vandaar
dat de standsorganisatie werd
opgeheven. Bode nu over deze
voor velen toch ingrijpende
Jeugdjaren
Herman Bode werd in 1925 te
Oldenzaal geboren in een ty
pisch Twents arbeidersgezin.
Vader en moeder hebben in de
textiel gewerkt. Dat arbeiders
milieu en de katholiciteit be
paalden in belangrijke mate de
sfeer van zijn jeugdjaren. Nog
derhandelingen en de fusiepe-
rïkelen in de metaal. In die tijd
werd ook de dubbelstructuur
in de katholieke arbeidersbe
weging opgeheven en werd de
KAB omgezet in het NKV. het
Nederlands Katholiek Vakver
bond. De KAB was stands- èn
veranderingen: „We hadden
met al de problemen in de on
dernemingen wel andere din
gen aan ons hoofd, maar om
praktische en financiële rede
nen waren wij wel voor die
overgang."
In het boek geeft Bode sappige
typeringen van enkele mar
kante werkgevers, met wie hij
te maken kreeg. Zo zegt hij van
de scheepsbouwer Cornells
Verolme: „Hij was erg ijdel, hij
gebruikte allerlei parfums,
waardoor hij een uur in de wind
stonk." Ook vertelt hij dat deze
Verolme de zwakke plek in het
werkgeversfront was. Want bij
hem mochten de vakbondsbe
stuurders aan tafel komen zit
ten en met hem viel te praten
en tot loonafspraken te komen.
In 1969 komt Bode in het lande
lijk bestuur van Sint Eloy te
recht. Die benoeming' opent de
weg naar zijn latere funties als
vakbondsbestuurder van het
NKV. waarvan hij in 1981 nog
even maar wel officieel de laat
ste voorzitter is en als vice-
voorzitter van de FNV. Hij
trekt dan samen op met de hui
dige vice-premier en minister
van financiën Wim Kok
In de tot standkoming van de
federatie en later fusie van het
NKV met het socialistische
NVV tot de FNV speelde Her
man Bode een vooraanstaande
rol. In zijn boek vertelt Bode,
dat toen 'overal in Nederland'
werd verteld dat het NKV fi
nancieel op instorten stond.
Velen, ook binnen de NKV,
hadden de indruk dat de fede
ratie er moest komen om het
NKV te redden van de onder
gang, Maar niets was minder
waar, Er waren wel financiële
problemen, maar bijvoorbeeld
de weerstandskas van het NKV
was sterker dan die van het
NVV en de leden van de NKV-
bonden droegen een hoger be
drag af aan de vakcentrale.
Maar Bode kan zich nog steeds
kwaad maken over het verwijt
wat hij toen kreeg: -„Herman
Bode heeft ons aan de rooien
verkocht." Mensen, die derge
lijke kreten uiten, weten vol
gens hem volstrekt niet waar ze
het over hebben. Want van
'verkopen' zou sprake geweest
zijn, als het NKV zich helemaal
uitgekleed zou hebben en din
gen geaccepteerd zou hebben,
die in het geheel niet strookten
met de eigen visie en identiteit.
Maar daarvan was volgens Bo
de helemaal geen sprake.
Naar de Dam....
De afbraak van het stelsel van
sociale zekerheid in de jaren '70
en '80 is voor Bode als FNV-be-
stuurder en later, na zijn pen
sionering, als voorzitter van
DISK-Nederland, een gruwel
geweest. Bode leidde het verzet
er tegen. Iedereen herinnert
zich zijn befaamde uitroep in
1980 bij de demonstratie in
Amsterdam tegen het buiten
werking stellen van de koppe
ling tussen lonen en uitkerin
gen. Uit vrees voor krakersrel
len moest de bijeenkomst van
20.000 vakbondsleden in de
RAI plaats vinden. Maar daar
werd geen genoegen mee geno
men en de demonstranten rie
pen, dat ze naar de Dam wil
den. Toen heeft Bode uitgeroe
pen: „Willen we naar de Dam-
....dan gaan we paar de Dam!"
En in alle vreedzaamheid ge
beurde dat toen ook.
„Maar", zegt Bode nu, „het is
allemaal geëindigd in een enor
me kater; de regering trok zich
niets van ons aan," En in 1982
trok Herman Bode met Wim
Kok ten strijde tegen de kabi
netsplannen om het ziekengeld
met 20 procent te korten. In de
Utrechtse Jaarbeurs riep Kok,
dat we moeten voorkomen dat
de economische angst ons in de
benen slaat en dat we de socia
le, afbraak een kans geven.
Want dan zitten we op een hel
lend vlak.
Een boze Herman Bode schreef
onlangs nog in een vakbonds
blad: „Beste Wim, jij als oud
vakbondsman was degene van
wie we het meest verwachtten.
Je hebt altijd gezegd dat je al
leen in de politiek zou gaan. als
je er ook iets kunt bereiken
voor ons. Ik weet datje het ver
domd moeilijk hebt. Maar ik
vertrouw erop dat je er niet
blijft zitten, omdat het pluche
zo lekker zit."
Aan het einde van het boek
zegt Bode, dat hij nog lang niet
toe is aan een balans van zijn
leven, ook al is hij de 65 nu ge
passeerd. Zijn uitsmijter is dan
ook: „Komen jullie daarvoor
over een jaar of vijftien nog
maar eens terug." In die tijd zal
Herman Bode nog regelmatig
van zich laten horen met zijn
bekende rondborstige uitspra
ken. recht uit het hart van de
katholieke weverszoon die hij
altijd gebleven is.#
Jan W. Scheffers
(Door ir. P. J. Gruijters)
Wijziging van de gesehots-
verordening van de zeven
waterschappen was aanleiding
voor een redactioneel artikel in
de PZC van 14 augustus onder
de titel 'Mooie slag waterschap
pen'. Als voorzitter van de
Zeeuwse Waterschapsbond stel
ik het op prijs uiteen te mogen
zetten waarom die wijziging
van de gesehotsverordening no
dig en rechtvaardig is. Daarom
spreek ik liever van 'Rechtvaar
dige kostenverdeling bij water
schappen'.
Maar dat behoeft natuurlijk uit
leg. Geschot. is een belasting die
eigenaren van grond en van ge
bouwen betalen aan het water
schap. Het waterschap zorgt
met behulp van die belastinggel
den dat de dijken in orde zijn,
dat het regenwater en kwelwa
ter via een uitgebreid net van
waterlopen en gemalen weer
naar zee wordt gepompt en dat
bijna alle wegen buiten de be
bouwde kommen onderhouden
worden.
Tot voor de laatste wijziging van
de gesehotsverordening was de
hoogte van het geschot afhanke
lijk van het opbrengend vermo
gen van de grond. Maar geschot
is een belasting en over belas
ting veroordeelt een belastin
grechter. Welnu, die rechter be
paalde dat belasting geheven
moet worden naar objectief
meetbare maatstaven en de
rechter vond het opbrengend
vermogen van grond geen meet-
bafe maatstaf. De provincie be
paalt in ons land de grondslag
van de gesehotsverordening en
gaf, uiteraard na overleg met de
waterschappen, die waterschap
pen opdracht voortaan geschot
te gaan heffen naai' het belang
dat men heeft bij de waterschap-
staken. Daarbij geldt: men heeft
belang bij een taak of niet, een
tussenweg is er niet.
Een eigenaar van grond (of ge
bouw) heeft belang bij de dijken
of niet; een half belang bestaat
daarom niet. Het waterschap
heeft geen werk aan het afvoeren
van regenwater van stranden of
binnendijken. Eigenaren van
dijken of stranden betalen daar
dus ook niet voor. Uit opbrengst
van het geschot wordt betaald:
dijkonderhoud, peilbeheer en
wegenonderhoud. Uit de begro
ting is gemakkelijk te bepalen
wat de kosten van peilbeheer
zijn. Zijn die kosten 40 procent
dan krijgt een eigenaar van bin
nendijken, waarvoor geen peil
beheer wordt uitgevoerd, een ge-
schotsreductie van 40 procent.
Eerlijk én te controleren.
Yerseke Moer
Hoe zit het nu met natuurgebie
den? Natuurgebieden betaalden
tot nu toe een afwijkend geschot
in een aantal gevallen. In de Yer
seke Moer is dat 100 procent (en
wordt het 95 procent) en in ande
re gevallen slechts 10 procent
vanwege het geringe opbrengen
de vermogen van hun gronden.
Er groeien niet zoveel aardappe
len of bieten in een natuurge
bied. Maar dat is het punt niet.
Hoeveel belang heeft het na
tuurgebied bij de taakuitoefe
ning van het waterschap. Laten
we dat eens analyseren. De dij
ken zijn er ook voor natuurge
bieden, breken die door dan lo
pen de natuurgebieden onder en
is er geen natuurgebied meer.
Ook een natuurgebied moet be
reikbaar zijn want die natuurge
bieden zijn er niet voor niets.
Daar moet je in kunnen vertoe
ven en van genieten. En de wa
terschapswegen zijn nodig om er
te komen.
Het peilbeheer voor natuurge
bieden is een verhaal apart. Na
tuurgebieden hebben vaak al
wijkende wensen, zij vereisen
doorgaans een hoger peil dan de
omliggende gronden. Zo enig.
zins mogelijk voldoen de water
schappen aan die wensen en in-
stalleren daarvoor extra stuwen
Dan is het toch, dit overziende
niet redelijk om minder geschot
te betalen.
Beheerders van natuurgebieden
krijgen hoge subsidies uit deal.
gemene middelen van het rijk.
provincie of gemeente. Dat is
een goede en normale zaak
Maar er is geen enkele reden
waarom eigenaren van gronden
gebouwen natuurgebieden indi
rect zouden subsidiëren. Wam
een laag geschot voor natuurge
bieden betekent een hoger ge
schot, voor de overige geschots-
plichten. Het heeft zo wat weg
van een van een onroerend
goedbelasting ten behoeve
natuurgebieden.
Geleidelijk?
Moet dat dan, van het ene Jaar
op het andere de natuurgebie
den het veel hogere, en eerlijk
verplichte geschot laten beta
len? Kan dat niet geleidelijk!
Dat kan zeker, dan neemt deon-
rechtvaardige kostenverdeling
geleidelijk af. Voor die oplossing
hééft het waterschap Noord- ei
Zuid-Beveland gekozen (en de
provincie heeft het afgekeurd)
Men kan ook zeggen, anderen
hebben al te lang indirect de na
tuurgebieden gesubsidieerd er.
er is geen reden daar nog mee
door te gaan. Die oplossing ko
zen de overige zes Zeeuwse wa
terschappen.
Afwijkende percentages van hei
volle geschot mogen van de pro
vincie door de waterschappen
bepaald worden. De schrijver
van het artikel 'Mooie slag w;
terschappen' vergelijkt dat met
het uitdrijven van de duivel dooi
Beëlzebub. Om het netjes te zeg
gen: een onjuiste vergelijking,
De afwijkende percentages wor
den door de waterschappen me'.
zorgvuldigheid vastgesteld et
wel om twee redenen. De eerste
is dat de waterschappen hech-j
ten aan een rechtvaardige kos
tenverdeling. De tweede is deze,
dat de provincie de percentage
moet goedkeuren.
Hebben de eigenaren van na
tuurgebieden dan geen fc-
spraak, mogen zij niet meebe
sturen? Jazeker en graag zelfs
maar dan op de normale weger,
die kennen we allemaal. Dato
via kandidaatstelling en geko
zen worden. Het zou heel goed
zijn wanneer in de algemene ver
gadering van de waterschappen
vertegenwoordigers, van de na
tuurgebieden zitting zouden
hebben om het standpunt vat
natuurgebiedbeheerders inzakt
waterschapstaken te verduide
lijken.
De algemene vergaderingen van
de Zeeuwse waterschappen ken
nen reeds meerdere hoofdinge
landen uit de recreatiesector. Zij
zijn er via de normale weg inge
komen en brengen in de discus
sies in de vergaderingen het be
lang van de recreatiesector ie
Een goede zaak. De Zeeuwse wa
terschappen zien uit naar geko
zen vertegenwoordigers vandt
eigenaren van natuurgebieden.
(De schrijver van deze reactie, ir. Pi
Gruijters, is dijkgraaf van het wata
schap Noord- en Zuid-Beveland r.
voorzitter van de Zeeuwse mt#
schapsbond.)
Theologie studeren in deeltijd
Per 1 september 1991 biedt de Faculteit der Godgeleerdheid
van de Vrije Universiteit de mogelijkheid om
De Algemene Studierichting Godgeleerdheid (ASG)
ook in deeltijd te volgen.
De ASG biedt:
een brede theologische opleiding, waarbij geldt dat voor de
meeste afstudeerrichtingen geen kennis van de klassieke
talen is vereist;
één avond in de week college en enkele zaterdagen per jaar;
een curriculum van 7 jaar;
mogelijkheid tot afstuderen in alle theologische vakken.
Toelating: Voor deze studierichting gelden de normale
toelatingseisen voor universitair onderwijs.
De ASG is een geschikte opleiding voor hen die geïnteresseerd
zijn in religieuze en zingevingsvragen. Diegenen die werkzaam
zijn in algemene kerkelijke arbeid, in pastoraat, vorming en
toerusting, biedt deze opleiding een theoretische verdieping
van hun werk. De ASG geeft ook toegang tot de opleiding voor
godsdienstleraar.
Wanneer u inlichtingen wenst over deze studierichting in deel
tijd, kunt u die via de onderstaande antwoordstrook verkrijgen,
U kunt ook bellen met de studiecoördinator: tel. 020-548.3646.
Ja, ik wil meer informatie over de deeltijdstudie ASG
Stuur deze aan:
Naam:
Adres:
Postcode/woonplaats:
Antwoordstrook opsturen aan:
Faculteit der Godgeleerdheid, Vrije Universiteit
Antwoordnummer 2941
1000 SN Amsterdam
vrije Universiteit amsterdar