Oh, is dat nou kabeljauw
De Törwieven van Weener
Handel
onder de
klok
De thee-cultuur
van Oost-Friesland
consument
P7.P vrije tijd
P W W WÊÊÊÊÊÊÊÊÊÊKIÊÊÊÊKÊKBÊBtÊÊÊÊItÊIÊIÊÊÊÊÊÊÊIÊÊÊÊÊÊÊÊIÊ/BÊÊÊÊÊlÊtÊÊÊÊÊÊÊÊÊÊÊÊÊÊ zaterdag 17
Stroom komt uit de muur, melk
uit een pak, water uit de kraan
en vis? Vis komt uit de viswinkel.
Dat er voordien heel wat moet
gebeuren, daar zijn de meeste
mensen zich nauwelijks van bewust
als ze de stekker in het stopcontact
steken, een glaasje melk
achteroverslaan, een bad nemen of
een scholletje in de pan gooien. De
visafslag is één van die plekken waar
het scholletje korte tijd verblijft
alvorens, met een tussenstop in de
winkel, in de pan te belanden. „Oóóh,
is dat nou een kabeljauw!", roepen
de schoolkinderen als ze een keertje
met hun neus boven de kisten mogen
hangen. „Tsja, die kennen alleen dat
witte brokje vis op hun bord",
meesmuilt de direkteur van de
Vlissingse vismijn.
Wij ruiken het niet meer. Maar thuis
wel, hoor!" Directeur Koos de
£jóoff van de gemeentelijke vismijn in Vlis-
singen zetelt in een kantoor waar de geur
van verse vis in alle hoeken en gaten
hangt.. 'Halchef Jo Post, vanachter een
bakje koffie: „Hier valt het nog mee. Ik
heb vroeger in een vishandel gewerkt,
daar was het veel erger: de lucht van ge
bakken vis, zoute haring en gerookte pa
ling door elkaar..."
De Looff heeft zo door de week rustig de
tijd om het reilen en zeilen van zijn bedrijf
uit de doeken te doen. Tegenwoordig is er
alleen op vrijdag handel. De vissers gaan
naar verafgelegen visgronden en kunnen
niet meer elke dag lossen in de thuisha
ven. Want dat kost vistijd, en vistijd is
geld. Om een idee te geven: de vismijn zet
te in 1990 een kleine dertig miljoen gulden
om.
Maar vrijdags is het dan ook een levendige
boel. In de kantine sissen de ballen gehakt
op een zacht vuurtje: die gaan er wel in, al
is het zes uur 's ochtends. De immense hal,
op andere dagen schoongeschrobd en
leeg, staat vol met stapels witte kunststof
viskisten. Het achterste deel van de ruim
te is het domein van de sorteerploeg: met
dikke gele schorten voor en rubber hand
schoenen aan schuiven de sorteerders de
vis van de roestvrijstalen sorteertafels in
de juiste kist. Lappen, groot-middels,
klein-middels, tong klein 1 en tong klein 2
gaan feilloos in de juiste kist. De overige
vissoorten worden - anders dan tong -
verdeeld in klasse 1, 2, 3, 4 en soms 5.
In de aanvoerruimte van de Vlissingse vismijn is het vanaf zes uur 's ochtends al hard werken geblazen {foto Lex de Meester
Boven, in de mijnzaal, zit een twintigtal
kopers. Normaal zijn het er meer, maar in
de vakantietijd is de handel ietsje slapper.
De helft van de schepen ligt immers ook
aan de kant. Het aantal zeedagen per
schip is toch beperkt, dus waarom niet
wat vrije tijd in de schoolvakantie? 'Ons
kent ons': een vreemde eend in de bijt valt
meteen op, dat geldt zowel beneden in de
hal als boven in de mijnzaal.
Thuishaven
Zo'n twintig schepen hebben Vlissingen
als thuishaven, de meeste ervan uit Vlis
singen en Arnemuiden, een enkele Thole-
naar, een Belgisch en een Brits schip. De
Vlissingse afslag heeft in het begin van de
jaren zeventig op het randje van de af
grond gezweefd. Toen zat het bedrijf nog
aan het De Ruyterplein in de binnenstad.
De haven daar werd te klein en te ondiep
voor de vloot, die uit steeds grotere sche-
pen bestond, en de vissers trokken tegen
wil en dank naar Breskens om daar de vis
onder de klok te brengen. Binnen enkele
weken nadat een nieuwe afslag aan de Ko
ningsweg in bedrijf kwam, waren ze weer
terug.
Nog steeds geldt dat de vissers trouw zijn
aan hun thuishaven. Met een beetje hulp,
natuurlijk: de vismijn verzorgt gratis
transport vanaf de noordelijke havens in
ons land, zodat ook de vangsten van de
vissers die ver in het noorden hun netten
uitgooien in Vlissingen gemijrtd kunnen
worden. En de vissers maken er gebruik
van, ondanks de nadelen van die procedu
re. De Looff: „Een visser wil natuurlijk het
liefst gisteren weten wat 'ie verdiend
heeft." Hoe later op de dag de vis verhan
deld wordt, des te groter bovendien het ri
sico dat de prijs zakt. Noordzeevis is een
gewaardeerd exportprodukt CNoordzee-
tong heeft toch z'n eigen smaak, z'n eigen
zachtheid", mijmert de directeur) en de
exporteurs kopen zo vroeg mogelijk: die
zitten vast aan de vertrektijd van een
vliegtuig.
Crisis
De Vlissingse vismijn stamt uit de jaren
dertig. De crisisjaren waren ook voor de
vissers harde tijden. „De vis ging in een
hoop op de kade en de handelaars maak
ten onder elkaar wel uit wat ze ervoor wil
den geven", zegt De Looff. „En dan moes
ten de vissers ook nog afwachten wanneer
ze hun geld kregen." De instelling van een
gemeentelijke afslag maakte aan die
praktijken een einde.
Vraag en aanbod komen op de vismijn op
een geregelde en overzichtelijke manier
bij elkaar, en daarvan hebben niet alleen
de vissers profijt. Een overblijfsel van de
oude verhoudingen is wel het feit dat al
leen de vissers een heffing (drie procent
van hun opbrengst) aan de vismijn afdra
gen. De handelaren zijn tot nog toe ver
schoond gebleven van een financiële aan
slag. Directeur De Looff ziet dat in de toe
komst wel veranderen. In het Belgische
Zeebrugge bijvoorbeeld moeten de han
delaren alleen al om tot de visafslag toege
laten te worden een jaarlijks bedrag van
25.000 franks (zo'n 1250 gulden) betalen.
„En daar moeten ze hier ook aan gaan
wennen. Ze maken immers ook gebruik
van de faciliteiten."
Die faciliteiten zijn overigens niet mis. De
gemeentelijke vismijn zit een j aar of zes op
haar huidige plek aan de Eerste Binnen
haven en 'ze zijn elders in den lande alle
maal jaloers op deze zaal'. Het zaaltje
waar de grote klok hangt is ingericht naar
de wensen van de gebruikers. Het ontwerp
ervan is helemaal in eigen hand gehou
den. Zeventig commissionairs (inkopers)
kunnen er, telefoon bij de hand, een plekje
vinden, hoewel meestal slechts de helft
van het aantal plaatsen bezet is.
Aan de voorkant van ieder bankje zit de
drukknop: niet al te zichtbaar, zodat de
bedoelingen van de kopers zo lang moge
lijk verborgen blijven. Want het spel van
vraag en aanbod wordt op het scherp van
de snede gestreden: elk tikje van de wijzer
betekent aanzienlijke geldbedragen als
het om een grote partij vis gaat. De klok is
direct op de computer aangesloten. Eén
druk op de knop en prijs, soort, hoeveel
heid en de naam van de koper liggen vast.
Vroeger moest de afslager die gegevens af
roepen, hetgeen nog wel eens ruimte bood
voor misverstanden. Nu is het alleen een
vastlopende printer die soms voor enige
vertraging zorgt.
Veldslag
De vismijn is bij het grote publiek bekend
als de plek waar vissers en ME in 1988 een
veldslag leverden, waarbij de sterke arm
van het gezag overigens met de staart tus
sen de benen moest afdruipen. De laatste
jaren is het rustig op de kade, de Algeme
ne Inspectie Dienst (AID) controleert on
gehinderd de vangsten. Dat beeld van de
vissers als vechtersbazen moet overigens,
vindt De Looff, nu eindelijk de wereld uit.
„Het zijn gewoon mensen die hard voor
hun brood moeten werken", meent de di
recteur. Op de Nationale Dag van de Zee
visserij, zaterdag 24 augustus, die dit jaar
in Vlissingen wordt gehouden, kan het pu
bliek in de grote hal van de vismijn ken
nismaken met de wereld van de visserij.
Gratis vishapjes moeten de mensen mild
stemmen en het imago van de branche op
vijzelen. Wie toch sensatie zoekt wordt
ook bediend: de brandweer bestrijdt een
brand aan boord en bij een reddingsde
monstratie komt een helikopter zijn kun
sten vertonen.
Louke Meinardi
De Törwieven aan de havenkant in Weener foto Jan de Vries)
Een berg beklimmen in Oost-Friesland? Dat kan. De 'berg' is wel
1970 centimeter hoog en wie de top bereikt, heeft een oorkonde
verdiend. Die vermeldt, dat 'houder dezes' het hoogste punt heeft
bereikt van het Oostfriese vasteland in Weener aan de Eems en
daarmee zijn kwaliteiten als bergbeklimmer „op indrukwekkende
wijze heeft bewezen".
De meeste automobilisten die dat u moet bezoeken. U wordt daar vrien-
Noord-Duitsland als bestemming delijk ingelicht over alles wat Weener te
hebben en de grensovergang bij Nieuwe- bieden heeft.
schans kiezen, zullen Weener niet eens Liefhebbers van geschiedenis kijken zich
zien liggen. Zelfs wie de oude weg kiest de ogen uit in het Heimatmuseum Rhei-
en er dus langs rijdt, valt het stadje niet derland, gevestigd in het vroegere, arm-
op. En het is nog wel zo'n aardige plaats, huis. Daar is veel te zien over de vroegste
die het verdient om uitvoerig bekeken te bewoning van het Rheiderland, van
worden. De 'VVV', het 'Verkehrsbüro' groei en bloei van Weener en van deels
aan de Norderstrasse, is het eerste adres verdwenen ambachten die in dit gebied
Uitzicht op de Eems, vanaf het hoogste punt van het Oostfriese platteland foto Jan de Vries)
koop is. De hoogbejaarde Neske vertelt
daarin haar eigen levensverhaal, het 'Le
ven van 'n Törvwiev'. Twee in brons ge
goten 'Törvwieven' kregen aan de haven
kant, waar ze zo moesten zwoegen, een
ereplaatsje.
Weener ligt op de geestlanden van Rhei
derland. Aangenomen wordt dat de stad
is gesticht in de jaren 950 en 951. Aanvan
kelijk misschien alleen als boerenneder-
zetting. later werd het een handelscen
trum, Niet alleen van agrarische produk-
ten, want ook het tichelwerk en de pot
tenbakkerij hebben in Weener geflo
reerd, zoals onder andere in het museum
is te zien.
Aan de Eems ligt het 'Freizeitpark' met
onder andere de jachthaven, een ruim
openluchtzwembad, de camping, een mi-
nigolfbaan en een uitzichttoren. Die to
ren is 12,75 meter hoog, het uitzichtplat
form ligt op negen meter. Waar de spoor
lijn van Groningen naar Leer de Eems
kruist, ligt Duitslands langste klapbrug.
De Friesenbrücke, gebouwd in de jaren
1924-'26, is in totaal bijna 335,5 meter
lang, de klap van ruim 29 meter geeft een
doorvaartruimte van 25 meter. De brug
werd in 1945 vernield, in 195*1 hersteld.
Een aardig evenement is de Tee-Zeremo-
nie, waarin „de gast in theorie en prak
tijk wordt onderwezen in het toeberei
den van de kostelijke nationale drank"
van Oost-Friesland, de thee. Dat gebeurt
in een ouderwets 'diekhus', waar deskun
dige leden van de 'Rheiderlander Volks-
danzers' in klederdracht les geven in het
oeroude Oostfriese theezetten en -schen
ken. De deelnemers aan de ceremonie
kunnen examen doen voor het Oostfrie
se theediploma. Groepen van zes tot zes
tien personen kunnen zich er bij het 'Ver
kehrsbüro' voor aanmelden.
Verder zijn er mogelijkheden te over. Bij
voorbeeld: rondvaarten over Eems, Leda
en Jümme, geregeld (vooral Bach-)con-
certen op het beroemde Arp-Schnitge-
rorgel in de historische Sankt-Georgs-
kerk, bezichtiging (op afspraak) van een
(Hollandse) molen, een boomkwekerij,
een 'Korn'-stokerij. een puddingfabriek
of een boerderij, huifkartochten en een
fietsroute (Meentelande) van een kleine
vijf kilometer.
Kortom, niemand hoeft zich in dit zo
vaak voorbijgereden stadje te vervelen.
Weener is geschikt voor een dagtocht,
maar ook, om Oost-Friesland wat nader
te leren kennen, voor een kortere of lan
gere vakantie. Overnachtingsmogelijk
heden genoeg.
(Heimatmuseum Rheiderland, Neue
Strasse 26. Openingstijden dinsdag, za
terdag en zondag 15.00-17.00 uur).
Pieter Koene de Jong
werden uitgeoefend. Een verrassend mu
seum met unieke objecten, overzichte
lijk tentoongesteld.
De oude haven van Weener en de bebou
wing aan weerskanten zijn vernieuwd en
opgeknapt, alles hier ligt er weer 'als
nieuw' bij. Lange tijd werd de haven, die
geen functie meer had en bij laagwater
droog viel. min of meer verwaarloosd.
Sinds kort zorgen nieuwe sluizen ervoor
dat hij niet meer van het tij afhankelijk is
en toegankelijk blijft voor niet al te grote
schepen.
Eens was het er vol bedrijvigheid, want
Weener was een niet onbelangrijk han
delscentrum. In de jaren vijftig verdween
de laatste drukte: de turfoverslag. De
scheepjes, 'Törvmuttjes' uit het nabijge
legen veengebied, werden er voorname
lijk door vrouwen gelost. Wie er meer
over wil weten, moet het boekje 'Neske
Davids' van Heide Braukmüller lezen,
dat voor DM 12,- bij het 'Verkehrsbüro' te