Kiek daer, wa's da noe... Lokale overheid is vaak te laks PZC Ligfiets Milieucontrole reportage 23 ZATERDAG 10 AUGUSTUS 1991 Langzaam maar zeker maak ik zware slagzij. Er is geen redden meer aan. Onherroepelijk kieper ik opzij en beland tussen twee vuilniszakken. Een paar honder meter ligfietsen door Middelburg eindigt gestrekt op de keien, onderaan de Spijkerbrug. De verontruste blik van ligfietsontwerper Bram Moens beantwoord ik geruststellend; zijn fiets is onbeschadigd gebleven. Het enige resultaat van de valpartij is een beurse handpalm. Geen slecht begin. Opnieuw opstappen dus en verder rijden. Een verslag van een ligfietstocht over de Zeeuwse dreven. Met vallen en opstaan. De fiets kent tal van variëteiten, zoals daar zijn de dikke-bandenfietsen als mountainbike en citybike, de racefiets in tal van vormen en kleuren, de hybride, de degelijke opoefiets en de no nonsense- drieversnellingenfiets. De Nederlander geneert zich niet om plaats te nemen op een vouwfietsje of een tandem. Maar als de ligfiets in het straatbeeld verschijnt wordt er wat besmuikt gekeken. Kiek daer, wa's da noe. Een soort van ik-wil-wel, maar-ik-wil- niet-opvallenmentaliteit beheerst fiet sers. Fietsen, oké maar opvallen op zo'n 'ligding' nee. En dus zie je de ligfiets wel op straat, maar niet in groten getale. Schoor voetend verovert het rijwiel de harten van enkele fietsliefhebbers. En zeker in deze vakantietijd zie je meer ligfietsen op straat. De gebruikers ervan zijn enthou siast. Het Zeeuws Museum in Middelburg heeft op dit moment een expositie van lig fietsen in huis. De tentoonstelling trekt fietsliefhebbers uit het hele land. Maar hoe ziet de toekomst van de ligfiets er uit. Trend „Ik denk niet dat de ligfiets een nieuwe trend wordt. De toekomst voor de fiets in het algemeen ziet er goed uit, dus ook voor de ligfiets. Maai' je moet er tegen kunnen dat je bekeken wordt. Je moet geen last hebben van de mening van de man in de straat. De ligfiets wijkt te veel af van het gangbare, ik denk niet dat men masaal een andere houding aan gaat nemen en op de ligfiets klimt", aldus Gerard van de Mevrouw Derksen en de heer Van den Boom: ...makkelijk in het dagelijks gebruik...(/bfo WilleJn Mieras) Na enige tijd oefenen is zelfs een bruggetje zonder moeite te nemen demonstreert onder anderen Bram Moens (links) foto Lex de Meester) Beek. Hij is voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Human Powered Vehi cles en hoofdredacteur van het blad Fiets. Zelf ook ligfietsrijder maar 'onder voorbe houd'. „De fiets heeft z'n voor- en nadelen. Als ik op de trein stap met mijn vouwfiets is dat ideaal. Daar kan de beste ligfiets niet tegenop. Maar als ik door de polders van Holland fiets, met een forse tegen wind, is die ligfiets weer ideaal." Even terug naar de Middelburgse Spijker- brug waar we ons opmaken voor een tocht over B-weggetjes naar Veere. Dorine Zel- ders, educatief medewerkster van het Zeeuws Museum, stapt geroutineerd op haar ligfiets. Zij bezit al geruime tijd de M5-fiets Meer Meters Met Minder Moeite) van Bram Moens. Wat aarzelend volg ik. Slingerend gaat het vervolgens op de brug af. Naar beneden gaat eenvoudig en mijn zelfvertrouwen groeit, heel even. Ontspamien fietst Dorine verder. Het drukke verkeer deert haar niet. maar ik word er ivat zenuwachtig van. Visioenen van een vermorzeld hoofd onder een vrachtwagenwiel, tegen het asfalt ge smakt door een onvrijivillige aanraking met een auto gaan door me heen. Het is niet aan te raden om een ligfiets voor het eerst te proberen in het verkeer. Hinder nissen als verkeerslichten, auto's, voet gangers en noem maar op werken ze nuwslopend. Je hebt het veel te druk met wennen aan je vehicel. Maar de stille B- weg nadert en dapper trap ik voort... Een kort stukje geschiedenis, op een rijtje gezet door Van de Beek. In 1817 kwam de eerste fiets op de markt, de Draisine loop fiets. De opvolger is de Hoge Bi (1890), een enorm voorwiel met een heel klein achter wieltje. Begin negentiende eeuw beheerst de tweewieler zoals we die nu kennen het straatbeeld. Constructeurs gaan aan de slag met de luchtweerstand Dat resul teert in 1912 in een patent op een stroom- lijnomhulling voor de fiets. In 1932 komt de Fransman Charles Mochet met zijn Bi- ciclette a pédalage horizontal. Met deze fiets verbeterde de sprinter Francis Faure het werelduurrecord van 44.247 kilometer per uur tot 45.055 kilometer per uur. En de sprinter bleef winnen met de velocar. Dat zette kwaad bloed in de wielrensport en het record werd nietig verklaard. Dat niet alleen, er kwam ook een verbod voor alter natieve fietsen als de buik- en ligfietsen om deel te nemen aan officiële wielerwed strijden. In 1974 sprint een onbekende renner in Californië met een 'omhulde' fiets naar 69 kilometer per uur. En de snel heid wordt opgevoerd. Wat te denken van ruim 105 kilometer per uur. gereden door een renner op een gestroomlijnde fiets tij dens de Goldrush-race in Amerika. Zo hard gaat de doorsnee ligfiets dus duide lijk niet Wij ligfietsen nog immer voort langs 's Heeren ivegen. Ik heb mijn evenwicht ge vonden nadat we van fiets geruild hebben De fiets van Dorine stuurt wat stabieler. Het valt me alles mee, zeker gezien het feit dat Bram Moens mij opgewekt toege voegd had 'dat ik niet moest denken zo op een ligfiets weg te kunnen rijden, omdat je daar een week of drie voor nodig hebt'. „Maak eens een slalom-beweging," moe digt Dorine Zelders me aan, 'om te voelen wat de fiets doet'. In mijn enthousiasme verzeil ik in de berm 'en kan de grassprie ten wel van zeer nabij aanschouwen. Maar... ik blijf overeind. Slingerend en zwetend. Op naar Veere dus. Hondje Twee praktijkvoorbeelden in Zeeland: Mevrouw M. Derksen (in de zestig) en de heer R. G. P van den Boorn, beide uit 's- Heer Arendskerke. Zij rijdt op een Jouta- ligfiets (twee wielen achter en een wiel voor) en hij op een Engelse Trice (twee wielen voor en een achter). Mevrouw Derksen heeft een bijzondere pasagier, haar hondje. Het beestje heeft z'n eigen bakje achter de 'stoel' van zijn vrouwtje. Eigenwijs piept het hondekopje over de schouder van mevrouw Derksen als ze een stukje fietst. „Ik kan nu hele einden fiet sen met het hondje achterop. Ik heb geen last van mijn rug en het hondje hoeft niet meer mee te rennen. Als we willen wande len stop ik even en als we moe worden gaan we weer verder. Ik heb die fiets nu bijna zes weken en ik heb er zo'n 900 kilo meter mee afgelegd," verteld mevrouw Derksen enthousiast. De heer van den Boorn berijdt de uiterst comfortabele Trice. Boven het achterwiel heeft hij een gecappitoneerde koffer be vestigd waarin hij zijn computer vervoerd. Op die manier bezoekt hij veel klanten van zijn automatiseringsbedrijf. „Ik zit heel veel, als ik dan ook nog met de auto rijd zit ik nog meer. Met die fiets erbij be weeg ik, en het geeft me een bepaalde ont spanning. Ik krijg veel reacties. Af en toe wordt ik wat argwanend bekeken en veel mensen denken dat ik invalide ben. De leukste reacties krijg ik van kinderen. Heel spontaan. Ik vind het makkelijk in het dagelijks gebruik en het kost niet zo veel inspanning." Over inspanning gesproken. Krampach tig probeer ik in het rechte spoor te blij ven. Niet vallen, niet vallen prent ik mezelj in. Recht rijden. We naderen een groep wegwerkers. Van die lolbroeken... Ik moet en zal daar 'gewoon' voorbij fietsen. Het lukt. We komen in Veere aan en snakken naar koffie. Het terras zit vol, de volgende hindernis dus. Maar zonder brokken te maken stap ik af. En als we na enige tijd weer vertrekken rijd ik in één keer weg. Wind en regen trotserend fietsen we terug naar Middelburg. Ik ga nóg één keer on deruit als ik al te enthousiast een bocht wil nemen. Doorweekt en moe komen we in het Zeeuws Museum aan. Ligfietsen. Een nieuwe trend zal het niet worden, maar het heeft zijn voordelen. Je zit ontspannen en je legt met minder moeite meer kilometers af. Het heeft ook z'n nadelen: je zit vrij laag, er is toch een vrij lange gewenningstijd en de fiets is 'rok-onvriendelijk'. Bovendien zit er geen kast rond de ketting dus je moet wel een wasknijper of iets dergelijk aan de rech terbroekspijp doen wil je niet al het ket- tingvet meenemen. Annemarie Zevenbergen Tentoonstelling Ligfietsen Zeeuws Museum. Met 19 fietsmodellen, foto's, reisverhalen en infor matiemateriaal. Te zien tlm 25 augustus. Een paar maanden geleden nog vervoerde de helikopter oliesjeiks van en naar hun boorplatforms. Nu is het woestijnzand er afgewassen en heeft de buitenkant een politieblauw verfje gekregen. Dankzij een subsidie in het kader van het Nationaal Milieubeleidsplan kan de rijkspolitie Dienst Luchtvaart het toestel dagelijks inzetten om boeren, burgers en buitenlui te controleren op milieuvervuilende praktijken. Maar de lokale overheden werken niet altijd even hard mee. Moeizaam stijgt de helikopter op. zwaar als-ie is van de vierkoppige be manning. Aan boord zitten behalve de verslaggever en vlieger L. Molenaar, twee 'lokale bestuurders' die vanuit de lucht elk huis en elk boompje kunnen thuis brengen: H. Hazendonk van het Hoog heemraadschap en H. Kuypers van de West-Brabantse veld- en milieupolitie. Vandaag zijn alle ogen gericht op illegale mestopslagen in het Brabantse veld. Na een forse regenbui zorgen zij, vooral als ze vlak naast een sloot liggen, voor ernstige vervuiling van het oppervlaktewater. De meeste mestopslagen zijn vanaf de weg niet zichtbaar, liggen middenin een ger steveld of ver van de begaanbare wegen. Alleen vanuit een helikopter is de vervui ling zichtbaar. De politieman schrijft voordurend het ene na het andere proces verbaal. Af en toe maakt hij een foto van de geconstateerde overtreding. Over een paar uur zullen Kuypers en con sorten de agrariërs die in overtreding zijn thuis bezoeken. De boete die ze ontvan gen is niet gering; zo'n vijfduizend gulden voor een illegale mestopslag. Kuypers wijst vanuit de helikopter naar een boer die nu, na vier bekeuringen te hebben ge kregen, eindelijk aan het werk is gegaan. Sinds een week prijkt om zijn gigantische mestvaalt een - nog maagdelijk wit - be tonnen muurtje. Soms duurt het lang eer de controlevluchten het gewenste effect bereiken. Laks Kuypers: „De lokale overheid is ook vaak veel te laks. Kijk maar, hier beneden". Hij wijst naai' een ander boerenbedrijf dat vol ledig omringd is door immense mestho pen. Geen betonnen muurtje, zelfs geen betonnen onderplaat. De grond eronder moet doordrenkt zijn van mestrijk afval- vocht. „De wethouder woont er tegenover, doet er niks tegen. De meeste wethouders hier zijn zelf immers ook boer. Ze houden elkaar allemaal de hand boven het hoofd". Na anderhalf uur keert de helikopter weer terug naai' Willemstad, de plaats van ver trek. Het werk roept, de vlieger moet door naar het Rotterdamse havengebied waar hem en de plaatselijke milieupolitie een nieuwe stroom van overtredingen wacht. Met een onbevredigd gevoel stappen Kuy pers en Hazendonk uit het toestel - de vlucht was eigenlijk veel te kort en er is nog zoveel onopgemerkt gebleven. De meeste landbouwers moeten keer op keer met hun neus op de feiten gedrukt worden eer ze maatregelen nemen om het milieu te ontzien. De rijkspolitie dienst luchtvaart heeft in totaal tien luchtvaartuigen in dienst die heel Nederland in de gaten houden. Aan het eind van de jaren zeventig kwam er voor het eerst speciale aandacht voor de milieuvervuiling; eerst voornamelijk ge concentreerd op de binnenvaart, later steeds meer op landbouw en recreatie. Vuilnisvat H. J. Remers, hoofd vliegdienst van de rijkspolitie, waarschuwt echter voor de beschuldigende vingertjes die alleen naai de landbouw wijzen. „We hebben sterk de neiging om beroepen aan te wijzen. Boe ren bij voorbeeld. Of schippers. En na tuurlijk hebben zij een groot aandeel in de milieuvervuiling. Maai' je hebt er geen idee van hoe een bos erbij ligt na een zo mers weekeined. Eén vuilnisvat. Aan de mentaliteit van recreanten valt nog een heleboel te verbeteren". Met name in het broedseizoen zijn alle ogen gericht op 'de Hollandse burger'. Re mers: „Dan vliegen we, zeg, naar Nijkerk toe, waar bij een of ander café tientallen auto's komen aangereden. Aanhanger er achter, crossbrommers erop, kratje pils erbij. Na een biertje gaan ze hup, met z'n tientallen, dwars het bos door richting- Harderwijk. Niets ontziend. Zoiets is fu nest voor de natuur, vooral met het oog op wild. Die jongens künnen er wat van hoor". Het systeem van lokale waarnemers die in de helikopter meevliegen is kortgeleden ingesteld. Het werkt prima, vindt Remers. „Lokale ambtenaren weten precies welke personen een vergunning of ontheffing hebben voor een bepaalde opslag of lo zing. Verder kan een gemeente de rommel op kosten van de vervuiler laten oprui men, een bevoegdheid die de politie niet heeft". Gemiddeld genomen blijft het aan tal geconstateerde overtredingen stabiel, al is dit per regio heel verschillend. Nog steeds zijn er vluchten waarop de lokale waarnemer tegen het middaguur zegt,: la ten we maar stoppen, anders krijg ik mijn werk niet meer af. Mesterijen Remers: „In Brabant is er de laatste tijd veel discussie geweest rond de varkens- mesterijen. Daar wordt nu veel meer met het milieu rekening gehouden dan vroe ger". Ook industrieën krijgen steeds meer oog voor de omgeving. Meer en meer wordt er geïnvesteerd in waterzuiverings installaties. Toch zijn illegale lozingen nog aan de orde van de dag Remers: „Het is bij een bedrijf vaak een afweging van economische belangen: bouw ik een zuiveringsinstallatie van 2 miljoen of riskeer ik een boete van 20.000 gulden?" Remers bevestigt dat de lokale overheid te vaak een oogje dichtknijpt. „'Opruimen op kosten van de vervuiler' luidt het de vies. Maar als de schoonmaakkosten van een vervuild industrieterrein zo hoog gaan oplopen dat het bedrijf over de kop dreigt te gaan en - ik noem maar wat - zestig werknemers werkloos raken, ja, dan staat men voor een dilemma. Wat weegt zwaarder? Een bestuurder wil dan nog weieens met zijn hand over zijn hart strij ken". Oncontroleerbaar Tegenwoordig worden er van de grote be drijven statistieken bijgehouden van lo- zings- en stortvergunningen, verwachte hoeveelheden te produceren afval en in vesteringen in zuiveringsinstallaties. Structureel wordt gecontroleerd of de be drijven zich aan de regels houden. Regels overigens die, volgens Remers, eigenlijk oncontroleerbaar zijn. „Dan vliegen we over een stuk land waar iemand massaal aan het lozen is. Trots wappert die man dan met een brieve van de gemeente. 'Kijk maar, ik mag zo en zo veel per maand lozen'. En controleer dan maai- eens of hij het maximum niet over schrijdt. Dan moet je dag en nacht boven hem gaan hangen. Het gemeentelijke ont heffingenbeleid moet veel strakker wor den aangetrokken. Het is veel te wanorde lijk, er zit nog geen logische lijn in". „Zo vind ik het nog steeds ontzettend zwak dat een schipper nauwelijks de mo gelijkheid heeft om zijn afgewerkte olie in te leveren. Je kunt het hem dan niet écht kwalijk nemen dat hij zijn afval, uit pure armoede, maar gaat lozen in het opper vlaktewater. Zijn die mogelijkheden er wel. dan kunnen wij als politie veel grotere 'douwen' gaan uitdelen. Nu is dat even on eerlijk als de mensheid verbieden auto te rijden en niet zorgen voor goed openbaai- vervoer". Saskia van Westhreenen Veel mestopslagen zijn vanaf de weg niet te zien. In die gevallen is vervuiling alleen vanuit een helikopter te constateren.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1991 | | pagina 23