De ingenieur wacht verveling >2C Ritmestoring in het financiële hart Yassende urbeid Koppen rollen reportage 19 ZATERDAG 27 JULI 1991 Komt na de conducteur ook de werkloze ingenieur terug op de Amsterdamse tramlijn 4? Net als in de vooroorlogse crisisjaren? Als het aan het kabinet ligt wel. Zelfs de langdurig werkloze academici en andere hoogopgeleiden komen na maximaal twee jaar vruchteloos zoeken naar werk in aanmerking voor alle ongeschoolde 'passende arbeid', is het voorstel. Twi*ti& jaar studie blijft dan grotendeels onbenut. Verveling is hel lot van de betrokkene, extra stress kan nauwelijks uitblijven- Gelukkig is er nog de WAO als uit^ijkhaven. Ook in die regeling zal 'passend werk' voortaan vaker morden opgelegd. Illustratie: Wim Stevenhagen De hoogopgeleide werkzoekenden hebben zich de afgelopen jaren aan gepast. De meesten hebben binnen een jaar een geschikte baan, die in zekere ma te recht doet aan de universitaire voorop leiding. Dat was tien jaar terug wel an ders: academici bevolkten destijds liefst hun eigen, knusse ivoren torentje voor veel wetenschappelijk navelstaarders- werk. Buiten de nauwe grenzen van de studie scheikunde, klassieke talen of ge schiedenis naar een baan zoeken was er niet bij. Afwachten was de boodschap. Wachten op de gouden kans, doorgaans tot Sint Juttemis. De jongere afgestudeerden hebben er veel minder moeite mee snel hun studie te ver zilveren met een goedbetaalde baan in het bedrijfsleven. De meesten zijn gauw na het verlaten van de universiteit of hoge school volop en redelijk tevreden aan het werk. Zelfs na een filosofiestudie is het niet meer vreemd in een managements- functie bij een bank te belanden, vertelt D. Vunderink. Hij leidt het Loopbaanad viescentrum (LAC) dat de Universiteit van Amsterdam enige jaren terug heeft in gezet in de strijd tegen de dreigende werk loosheid onder studenten. „In Engeland is het normaal datje pas na de studie eens gaat verzinnen wat voor werk je eigenlijk wilt doen. Het bedrijfsle ven rondt daar de scholing on-the-job af', vertelt Vunderink. „Bij banken in ons land gebeurt dat tegenwoordig ook wel. Dan is het helemaal niet gek als een afge studeerde in Franse taal en letterkunde terechtkomt bij de managementstrai- ning. De banken kiezen vooral voor bewe zen intelligentie; de benodigde gespeciali seerde bankkennis wordt tijdens bijscho lingen wel opgestoken." Soepel Een filosoof, gespecialiseerd in het denk werk van Plato, heeft in elk geval aange toond logisch te kunnen denken, proble men te kunnen stellen en oplossen. De programmeerbranche zou na enig schaaf- werk met zo'n academicus uit de voeten moeten kunnen. Datzelfde gaat op voor vele andere studierichtingen. Lang niet el ke geschiedenis-student zal de rest van zijn leven wetenschappelijk onderzoek op dat terrein kunnen verrichten. Die studie is moeiteloos te gelde te maken in andere banen. Het vereist alleen een soepele op stelling en een brede, open kijk op de we reld, aldus Vunderink. Deze ommezwaai was hard nodig, want vaak kregen HBO'ers in het verleden de banen waar ook de academici veel belang stelling voor toonden. De laatsten hadden echter geen ervaring in het benaderen van het bedrijfsleven. De oude voorsprong van HBO'ers wordt snel kleiner. De vraag of een baan 'passend' is, hangt ook in de door het ministerie van sociale zaken en werkgelegenheid voorgestelde verscherpte aanpak, van enkele richtlij nen af. Opleiding en ervaring, het laatst verdiende loon en de reisafstand naai' de nieuwe baan zijn grotendeels bepalend, evenals soms bijzondere gezinsomstan digheden. Naarmate iemand langer zon der werk is, wordt meer water bij de wijn gedaan. Zo komen steeds meer banen in aanmerking voor de werkloze. Wie toch telkens, samen met het arbeidsbureau. heeft moeten vaststellen dat beschikbare banen duidelijk niet geschikt waren, zal uiteindelijk ook werk voorgehouden krij gen waar vooraf geen bijzondere kennis of ervaring voor nodig is. Vakorganisaties voor middelbaar en hoger personeel mel den overigens dat de meeste leden door gaans slechts korte tijd werkloos zijn. Als ze een nieuwe baan op een lager niveau aanvaarden, hebben zij meestal uitzicht op toekomstige promoties. Ook de nieu we, aanvankelijk minder gunstige baan biedt zo nog perspectieven. De enige risi cogroep is die van de werknemers van zo'n 48 tot 55 jaar. Daar valt de komende jaren de klap. denkt L. Koning van de Vereni ging van Hoger Personeel (VHP). „In ons beleid zal de komende jaren vooral met deze kwetsbare groep rekening gehouden worden." Bij arbeidsbureaus, bedrijfsverenigingen, sociale diensten en uiteraard ook de vak bonden ziet men de bui al hangen. Straks pikken de hoger opgeleiden, van mensen met een middelbare beroepsopleiding tot academici, ook nog de beschikbare banen bij het ongeschoold werk in. Dit betekent dat ongeschoolden straks nog minder kans maken aan werkloosheid en uitke ring te ontsnappen Loopt dat werkelijk zo'n vaart? Het minis terie van sociale zaken en werkgelegen heid gaat er van uit dat door de omschrij ving 'passende arbeid' verder aan te schefpen honderden langdurig werklozen per jaar aan een baan geholpen kunnen worden. Vooral voor vacatures die heel lang, wegens gebrek aan kandidaten, open blijvén staan. De totale besparing die hiermee bereikt wordt komt op enige tientallen miljoenen guldens. Veel bedrijven zijn overigens niet dol op hoogopgeleide sollicitanten voor in wezen vrij eenvoudig werk. Dat geeft maar pro blemen. al was het maar. omdat de werk nemer het na een tijdje alweer voor gezien houdt en doorschuift naar aan baan met meer groeimogelijkheden en een hoger in komen. De spoorwegen, vertelt een woordvoerster, gaven hoogopgeleiden die conducteur wilden worden jarenlang geen baan. Nog steeds is dat de hoofdrichtlijn, omdat de sollicitant snel weer verdwenen zal zijn, wat zonde is van de kostbare scho ling die intern nodig is voordat de eerste kaartjes geknipt worden. „Alle criteria worden de laatste tijd soepeler bekeken. Naast die over lengte en leeftijd ook die over de vooropleiding. Een gemotiveerde sollicitant heeft toch wel een kans. Dat houdt natuurlijk deels verband met het tekort aan personeel van tegenwoordig. De vakorganisaties zijn er ook niet geluk kig mee. want anderen, met een minder uitvoerige scholing, worden opzij gedron gen." Verveling Voor hoger opgeleiden is werk ver bene den hun capaciteiten weinig bevredigend. Ze gaan naar hun werk. maar ze weten vooraf al dat ze zich zullen vervelen, zeg gen de arbeidspsychologen. Gevolg is een toenemend ziekteverzuim. Doordat slechts in beperkte mate gebruik ge maakt wordt van de mogelijkheden van de werknemer voelt die zich ondergewaar deerd. In elk geval kan hij zich niet in zijn werk uitleven. En dan komt de stress om de hoek kijken. Deze psychische belasting ontstaat niet alleen bij mensen die voortdurend op hun tenen moeten lopen om aan de hoge eisen van hun baan te voldoen. Ook als je ervoor door de knieën moet ontstaat stress. Is het evenwicht verstoord, dan uit zich dat in bijvoorbeeld gedeprimeerdheid of over spannenheid. Da's heel vervelend, want met stress werk je minder, je produceert niet voldoende wat weer tot nieuwe problemen leidt. A. Gaillard, die voor TNO in Soesterberg stressonderzoek verricht, zegt dat vaak de geschiedenis bepaalt of iemand werkloos raakt, of dat men in de WAO belandt. „Ne derland heeft zo ongeveer de hoogste ar- beidsproduktie per persoon in Europa. Dat kan alleen maar door iedereen die het hoge tempo niet kan bijhouden in de WAO te plaatsen. De arbeidsongeschiktheids regeling is een vorm van verborgen werk loosheid geworden. De prijs die we voor die gewenste hoge produktie moeten be talen. Dat willen we blijkbaar niet meer. Misschien moeten we toe naar twee pro- duktielijnen binnen hetzelfde bedrijf: een met een hoog tempo, en extra salaris, en een met een wat lager tempo en een lager inkomen." Piet Arp Een vervelende affaire, meent een beleggingsadviseur die in Japan is gespecialiseerd. „Toch wel dramatisch", zegt zijn collega bij een Japanse bank. Terwijl in Tokio de koppen rollen, houdt de financiële wereld zijn hart vast. Hoe diep reikt de beerput in het meest recente Japanse bankschandaal? Gaat het politici hun baan kosten? Als de financiële wereld het vertrouwen in het rijkste land op aarde verliest, kan in het meest extreme geval zelfs een verhoging van de rente dreigen. „De wereld kan het domweg niet hebben dat de reputatie van het belangrijkste financiële centrum op het spel komt te staan." Afgelopen maandag was een zwarte dag voor Yoshihi Tabuchi, vice-voor- zitter van 's werelds grootste effectenkan toor Nomura. Voor de tweede maal binnen één maand moest hij het hoofd buigen om wille van het Japanse bankschandaal. Nog maar drie weken geleden trad hij ten overstaan van de wereld terug als presi dent-directeur van Nomura. In allerijl be dacht men voor hem een nieuwe functie, die van vice-voorzitter van hetzelfde effec tenhuis. Maar het mocht niet baten. In een poging het voortwoekerende schan daal te bezweren, besloot maandag ook de voorzitter van Nomura, Setsuya Tabuchi (geen familie) af te treden, vice-voorzitter Yoshihi definitief in zijn kielzog meesleu rend. Het zijn niet de eerste-de-besten wier re putatie nu op het offerblok ligt, zou een westerling denken. Maar het offeren van de eerstverantwoordelijken is een typisch Japanse oplossing voor allerlei proble men. „Even een diepe buiging maken, en klaar is Kees", noemt drs Hans Roos, be leggingsadviseur bij het op Japan geo riënteerde effectenkantoor PBI Securities dat. „In extremere gevallen doen ze even een raampje open en springen hup naar beneden. En dat is geen geintje." Het vertrek van topfunctionarissen hoeft ook niet noodzakelijkerwijs te betekenen dat het betreffende bedrijf het leven be tert of het roer omgooit. Integendeel zelfs, meent Jan Ooms, hoofd van het Japanbu reau van de Robecogroep. „De heren wor den op een zijspoor gerangeerd met de be doeling om de rest van het schandaal in de doofpot te stoppen. Ze worden geofferd, en daar blijft het dan bij." Compensatie Zelfs voor erkende 'Japanwatchers' is het lastig vast te stellen waar het Japanse bankschandaal precies om draait. „Het blijft een beetje giswerk hoe de vork in de steel zit", erkent W. Kool, manager bij de Nomura Bank Nederland, een dochter van het gewraakte Japanse effectenkan toor. Vast staat dat de vier grootste Ja panse effectenhuizen hun belangrijkste klanten een schadeloosstelling hebben betaald voor de verliezen op de Japanse beurs vorig jaar. Het geven van compen satie is op zich niet verboden, mits men het maar niet van tevoren belooft. De ont hulling dat 'de grote vier' zich hier aan schuldig hebben gemaakt kan de institu tionele beleggers nauwelijks hebben ge schokt. Dergelijke praktijken zijn sche ring en inslag, ook, zo beweren boze ton gen, in de westerse financiële wereld. Waarschijnlijk heeft het wel bij Japanse burgers tot ergernis geleid. In plaats van te sparen nemen Japanners op grote schaal deel aan een soort nationale beleg gingsfondsen, die onder meer door Nomu ra worden beheerd. Terwijl de koersen vo rig jaar kelderden, en de burgers hun ver mogens zagen inkrimpen, kregen grote bedrijven wèl en gevtone Japanners géén compensatie. Maar, zo laat een ingewijde fijntjes weten, de publieke opinie doet er in Japan door gaans niet zo veel toe. Burgers weten niet beter of de hoge heren spelen elkaar de bal toe, zoals dat de afgelopen eèuwen ge bruik was in Japan. Het zijn ook veeleer de Japanse kranten die verontwaardigde verhalen schrijven dan dat de 'mens in de straat' er schande van spreekt. Datzelfde geldt overigens voor de connec ties die financiële topfunctionarissen zou den onderhouden met de Yakuza. de Ja panse onderwereld. Die beschuldiging kostte de president-directeur van Nikko Securiries, Takuya Iwasaki, drie weken geleden de kop. Maar het mag toch nau welijks een onthulling heten dat de Ja panse onderwereld zich via de beurs in To kio heeft weten te*verrijken. Of. om met W. Kool van Nomura Bank Nederland te spreken: „De praktijken waar nu schande over wordt gesproken zijn toch jarenlang oogluikend toegestaan." Complot Het heeft er dus alle schijn van dat er méér achter het bankschandaal steekt dan de blote feiten doen vermoeden, mogelijker wijs zelfs een heus complot, Jan Ooms, er kend Japandeskundige, is daarvan over tuigd. „Misschien herinnert u zich de com motie rond Toshiba een jaar of vijf gele De beurs in Tokio ondervindt schade van het recente bankschandaal (foto Paul van Riel) den. Toshiba had de Cocon-regels ge schonden door geluidsapparatuur te leve ren voor Russische onderzeëers. In de Ver enigde Staten liepen de gemoederen zo hoog op dat men Toshiba-televisies met hakbijlen kapotbeukte in de tuin van het Witte Huis. De voorzitter en de president directeur traden toen beiden af en namen de volledige schuld op zich. Een halfjaar later publiceerde Toshiba een lijst met 150 Amerikaanse bedrijven die zich aan de zelfde overtreding hadden schuldig ge maakt. Uiteindelijk kwam de Japanse fa brikant als glorieuze winnaar tevoor schijn." Wat nu gebeurt, meent Ooms. ligt in de zelfde lijn. „Ik ben er van overtuigd dat het hele schandaal alleen heeft plaatsge vonden om de wereld te tonen dat Japan zijn financiële markten heeft gemoderni seerd. Het Japanse bankwezen zal uitein delijk als sterkste uit de strijd komen. Het zijn de rijkste en sterkste banken ter we reld." Ooms' complottheorie is allerminst groot spraak. Een ingewijde Japanologe weet te vertellen dat „het Japanse bedrijven die aanvankelijk worden beknot, later be paald geen windeieren blijkt te leggen". En ook Hans Roos kent de verhalen als zou er opzet in het spel zijn. „Er zijn men sen die denken dat de bal expres aan het rollen is gebracht om het Japanse minis terie van Financien te dwingen de belan genverstrengeling binnen het financiële verkeer aan te pakken. Die plannen be staan al langer, maar de grote effectenhui zen, vooral Nomura, verzetten zich daar tegen. Insiders beweren echter dat Nomu ra wel degelijk baat zou hebben bij minder regels. Dan zou dit schandaal hun uitein delijk dus toch in de kaart spelen." Het probleem bij dergelijke theoriëen is dat de vinger slechts met grote moeite op de zere plek kan worden gelegd. In Japan liggen de verantwoordelijkheden nu een maal anders dan in Nederland, De rol van het Japanse ministerie van Financiën bij voorbeeld is uitermate vaag. Een wester ling zou verwachten dat het ministerie er alle baat bij heeft schoon schip te maken opdat de reputatie van het land wordt ge zuiverd. Maar in werkelijkheid neemt het departement een halfslachtige positie in. Enerzijds betoonde de minister van Fi nanciën Ryutaro Hashimoto openlijk be rouw door zichzelf drie maanden lang een salariskorting op te leggen van 10 procent. Tegelijkertijd laten maatregelen die zo den aan de dijk zetten omdat ze de handel aan banden leggen, op zich wachten. Jan Ooms meent zelfs dat de heren Tabuchi van Nomura hun baan zijn kwijtgeraakt omdat ze het ministerie in het schandaal dreigden te betrekken. „Als je dat laat ge beuren. gaat het schandaal een eigen le ven leiden. Dan loopt de zaak uit de hand en weet je niet wat er overblijft." De voormalige topmannen van Nomura kunnen, zo meent Ooms. nu ook niet meer getuigen in het Japanse parlement, de Diet. Die stelt een onderzoek in, al is het de vraag is of men ook echt op zoek is naar de waarheid. „Ze roepen wel getuigen op, maar die worden niet onder ede gehoord. Dat duidt er wel op dat men de zaak ver der in de doofpot wil stoppen." Profeet Hoe dan ook, ten minste één persoon heeft louter baat bij het bankschandaal. Het is Al Alletzhauser. auteur van het boek De Nomura Dynastie (uitgeverij Balans). Overtuigend toont Alletzhauser aan dat de topfunctionarissen van onder meer No mura zeer nauwe banden onderhielden met politici en ambtenaren. Vandaar waarschijnlijk ook dat zijn boek. dat alle betrokkenen met naam en toenaam noemt, in Japan verboden werd. Maar sinds het bankschandaal Japan in zijn greep kreeg is Alletzhauser opeens de geëerde profeet die het schandaal zo nauwkeurig voorspelde. Zijn boek is plot seling overal verkrijgbaar in het land van de rijzende zon. Schade De vraag waar de internationale financië le wereld ondertussen mee worstelt luidt: is er nog meer aan de hand, en zoja, komt dat ook boven water? De handel in Tokio ondervindt wel degelijk schade van alle negatieve publiciteit. Afgelopen maan dag bedroeg de omzet op de beurs in To kio slechts 160 miljoen dollar, het laagste cijfer in zeven jaar. Hans Roos van PBI Se curities: „De beleggers zijn geneigd de zaak even af te wachten. Het lijkt mij niet verstandig om op dit momentje nek uit te steken." De meeste 'Japan-watchers' zijn evenwel van mening dat de Japanse banken het ergste achter de rug hebben. Roos:„Je kunt er vergif op innemen dat de beerput nog veel dieper is. De kans bestaat dat hooggeplaatste politici in de val van de banken worden meegesleurd. Je weet niet waar dat allemaal toe kan leiden. Daarom zullen ze er alles aan doen om het schan daal zo snel en zo cosmetisch mogelijk op te lossen. De wereld kan het domweg niet hebben dat de reputatie van het belang rijkste financiële centrum op het spel komt te staan." Hetzelfde argument noemt ook het hoofd van Robeco's Japanbureau, Ooms. „De Japanse markt moet worden omgevormd tot een open markt. Het proces van libera lisatie van het bankwezen is al tien jaar gaande, maar het vergt natuurlijk tijd. Met dit schandaal wordt een van de vele ondoorgrondelijkheden weer opgelost. De Japanse banken moeten straks meedoen aan de financiering van de opbouw van Oost-Europa en de gezondmaking van Zuid-Amerika. De Verenigde Staten en Europa kunnen ook niet zeggen: met de Japanners gillen wij niet samenwerken. Ze moeten wel. Japan is per slot van reke ning het rijkste land ter wereld." Yvonne Zonderop

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1991 | | pagina 19