Palestijnse tijdbom in Kuwayt
J
PZC
Terreur en
pesterijen
reportage
25
Zuigeling
ZATERDAG 6 JULI 1991
Blauwe zwaailichten op
glimmende politiewagens
markeren de plaats van het onheil.
Puisterige jonge agenten in militaire
uniformen hebben alle
toegangswegen tot het plein
afgesloten. In het duister zijn
schimmen zichtbaar die met
schoppen in bergen rottend huisvuil
wroeten. „Er liggen vermoedelijk
lijken onder dat afval", fluistert een
man die een kiosk drijft aan het Al
Hariri-plein in de Palestijnse wijk
Hawalli in Kuwayt-stad. Na een
kwartier zoeken slepen
politiemannen twee lichamen uit de
vuilnishoop. Jeugdige Palestijnen, zo
blijkt. Gemarteld en daarna met een
kogel door het hoofd afgemaakt.
fcV* X
Er liggen vermoedelijk lijken onder dat afval.... (foto Taco Slagter)
i
De gruwelijke vondst is geen uitzonde
ring in Kuwayt. Nog steeds worden
met regelmaat in Hawalli of in de nabijge
legen woestijn stoffelijke resten gevonden
van beestachtig toegetakelde Palestij
nen. Uit de staat van ontbinding waarin
de lijken verkeren, zo zeggen onafhanke
lijk waarnemers in Kuwayt, is vast te stel
len dat.de moorden recentelijk hebben
plaatsgevonden. Maar de slachtoffers zijn
veelal zo verminkt dat identificatie onmo
gelijk is. Bovendien zwijgt het Kuwaytse
regime deze macabere 'ontdekkingen'
dood.
Als gevolg hiervan groeit de lijst met ver
misten die het Internationale Rode Kruis
(IRK) bijhoudt. Niemand kan echter pre
cies zeggen om hoeveel verdwijningen het
gaat. De Palestijnse gemeenschap
spreekt over duizenden; het IRK heeft er
'honderden' geregistreerd. Voor de radelo
ze familieleden die de vermissingen heb
ben aangegeven, kan het IRK echter nau
welijks iets doen. „Wij kunnen de regering
er alleen maar op wijzen en om ophelde
ring vragen", zegt Christophe Girod,
hoofd van de IRK-delegatie in Kuwayt.
Sinds de geallieerden het emiraat eind fe
bruari van zijn Iraakse bezetter verlosten,
blijft de Palestijnse bevolking onverdro
ten het doelwit van Kuwayters voor onge
kende wraakacties. Uit vergelding voor
het pro-Irak standpunt van de PLO en de
vermeende collaboratie van de gehele Pa
lestijnse gemeenschap met de plunderen
de, verkrachtende en moordende benden
van Saddam Husayn. „Ik wil dat al die
verraders oprotten", zegt een 21-jarige
Kuwayter met een topbaan op een minis
terie in Kuwayt-stad. Zonder gêne en met
instemming vertelt hij dat het 'regerings
beleid' is alle Palestijnen zo snel mogelijk
het land uit te krijgen. En dat zijn er nog
altijd 175.000 van de 400.000 die er voor de
Golfcrisis woonden.
Ook al is daarvan geen officiële bevesti
ging te krijgen, voor iedereen is het zicht
baar dat geen middel wordt geschuwd om
die gedwongen uittocht te bereiken. Wel
iswaar minder grof en bruut dan de ver
dwijningen, martelingen en executies,
maar wel effectiever, zijn de talrijke peste
rijen waarmee het Kuwaytse regime de
Palestijnen sneller wil laten besluiten hun
boeltje op te pakken. Zo is het hen bijvoor
beeld verboden te werken. Wie zich toch
nog een hongerloontje wil verschaffen, is
aangewezen op de 'vierde rondweg' in Ku
wayt-stad, waar Kuwayters met hun li
mousines nog wel eens een dagloner bij de
vangrail oppikken voor het aanharken
van de tuin of het wassen van de snelle bo
lides van hun kinderen.
Pensioenen
Zuurder is het misschien nog wel dat de
Palestijnen bij vertrek het tientallen jaren
opgebouwde pensioen niet uitbetaald
krijgen. Voor velen is dat meer dan dertig
keer een maandsalaris (bij gedwongen
ontslag is de werkgever verplicht voor elk
gewerkt jaar het huidige maandloon uit te
keren). Een andere streek is dat bij ban
ken slechts een klein deel van de spaarte
goeden mag worden opgenomen. En dat is
nog al een schril contrast met de privili-
geerde Kuwayters die veel meer van de
bank mogen halen en nota bene deze week
van hun emir 20.000 Kuwaytse dinars
(140.000 gulden) de man kregen om er hun
door oorlogsgeweld getroffen villa's mee
op te knappen.
Voor de Palestijnse arts dr Abu Rhana is
het onverteerbaar dat de vergeldings-
drang van de Kuwayters zo ver reikt. „Hoe
moeten onze mensen verder zonder geld",
zegt de dokter wanhopig. „Twee genera
ties Palestijnen zijn hier geboren, hebben
hier hun levens opgebouwd, voelen zich in
feite Kuwayter, maar worden nu wegge
pest zonder dat ze hun bezittingen mogen
meenemen. Waar moeten ze naar toe? De
meesten van ons hebben dan wel een Jor
daans paspoort, maar niemand zit daar op
ons te wachten. Jordanië is bankroet,
heeft geen huizen en geen werk voor ons.
Met onze pensioenen en spaargeld zoh het
misschien nog mogelijk zijn gweest er een
nieuw bestaan op te bouwen. Maar zonder
een cent zijn we reddeloos verloren."
Hoewel een paar kaarsen de kamer spook
achtig verlichten, is goed te zien hoe bij de
arts het zweet met stralen van zijn gezicht
gutst. Op de avond van de ontmoeting
met een drietal berooide Palestijnse ge
zinnen is de elektriciteit en de watertoe
voer in Hawalli uitgevallen. Of beter ge
zegd: afgesneden. Dat gebeurt zo'n twee a
jtoaklfiijlS'f
-
Palestijnse vrouwen werken in een geïmproviseerde keuken foto Taco Slagter)
s/
Een eenzaam meisje in de straten van de Palestijnse wijk Hawalli in Kuwayt-stad foto Taco Slagter)
drie keer per week. Het is een van die trei-
terijen waarmee de Kuwayters hopen de
uitputting van de Palestijnen te bevorde
ren. Zonder airconditioning en drinkwa
ter is de snikhete zomer in Kuwayt (over
dag vijftig en 's avonds altijd nog 35 gra
den) voor ieder mens ondraaglijk.
Huisvuil
Dat is ook de stank in Hawalli. Het huis
vuil van bijna een jaar ligt hoog opgetast
op de pleinen en binnenplaatsen van de
fantasieloze flatblokken. Woestijnratten
en ziekteverwekkers hebben er vrij spel.
Rond die geïmproviseerde vuilnisbelten
zijn talrijke buldozers en vrachtwagens
geparkeerd. Binnen enkele dagen zou met
dit materieel een einde gemaakt zijn aan
die droeve ellende. Maar het Kuwaytse re
gime heeft de Palestijnen verboden het
materieel voor dit doel te gebruiken. Hoe
wel de bewoners van Hawalli met verbran
ding proberen van die half tot compost
vergane bergen af te komen, lukt dat maar
ten dele. Er komt per dag teveel huisvuil
bij.
Daarentegen is in de Kuwaytse woonwij
ken praktisch al het afval dat uit de bezet
tingstijd dateerde door een Amerikaans
vuilverwerkingsbedrijf opgehaald. Ge
trouw aan de Kuwaytse variant op het
Zuidafrikaanse apartheidsysteem, zoals
dat ook al voor de Golfcrisis in het emiraat
bestond, hebben de aan buitenlanders su
perieure soortgenoten van de emir als
'vanzelfsprekend' de voorrang gekregen.
Als verklaring voor het gesar van de Pale
stijnen geven de Kuwayters dan ook de
drogreden over onvoldoende mankracht
en vuilnisauto's te beschikken. Die leugen
is echter in Hawalli overal waarneembaar.
Gedreven
De kunstschilder Ismael Shammout is in
dat opzicht een van de weinige bevoor
rechte Palestijnen. Hij woont tussen de
Kuwayters in de wijk Jabriya. Maar van
de bedorven lucht die opstijgt van de Ku
waytse verachting voor zijn landgenoten,
walgt de succesvolle kunstenaar elke dag.
Behalve dat Shammout probeert de 'inti-
fadah' (Palestijnse opstand in door Israël
bezet gebied) op een bevlogen manier in
olieverf uit te beelden, tracht hij wellicht
nog gedrevener een einde aan de vervol
ging van de Palestijnen te maken. Door
tussenkomst van een tot Kuwayter gena
tionaliseerde Palestijnse lijfarts van
kroonprins en premier Saad al Sabah,
heeft Shammout dat als voorman van een
delegatie tot drie keer toe in het paleis mo
gen bepleiten. Echter zonder succes.
„Na de derde keer kreeg ik in de gaten dat
we werden gebruikt", zegt de schilder
somber. „De kroonprins beloofde alsmaar
iets aan die verschrikkelijke situatie te
doen. Zijn letterlijk woorden bij de twee
ontmoeting waren (hij leest voor uit zijn
aantekeningen): 'Kuwayt zal nimmer
175.000 eerbare en onschuldige Palestij
nen slecht behandelen om reden van twin
tig a dertig Palestijnse criminelen die met
de Iraakse vijand samenwerkten'. Maar
wat is er tot nu toe veranderd? Het getrei
ter neemt toe, steeds meer Palestijnen
worden van straat geplukt of van hun bed
gelicht door in burger geklede Kuwayters
die met snelle auto's onze merken ontvoe
ren. Niemand van die jongens is tot op he
den teruggekeerd. Wij weten wat hen is
overkomen. Vreselijk. Amerika steekt er
geen vinger naar uit. En de Arabische lan
den bewijzen alleen lippendienst aan het
Palestijnse probleem".
Wapens
Shammout is verbitterd over zoveel on
verschilligheid in Washington en Arabi
sche landen. Niettemin hekelt hij de Ku
wayters het felst. Een gotspe vindt hij het
ronduit dat de kroonprins bij de laatste
ontmoeting zijn hulp inriep om de Pale
stijnen te bewegen wapens en munitie in
te leveren. Schiettuig dat de Irakezen op
hun vlucht achter lieten en waarvan een
deel in handen is gekomen van honderden
zo niet duizenden Palestijnen. „Ik zei te
gen de prins: u vraagt mij mee te helpen
aan de politieke stabiliteit en veiligheid
van Kuwayt. Hoe kan ik dat van mijn
mensen verlangen als u hun veiligheid en
rechten niet eerst garandeert."
De kunstschilder ging dan ook niet in op
dat verzoek. Een tegenvaller voor de ma
nipulerende Al Sabah-clan, bij wie bij wij
ze van spreke het dun al langs de 'disdas-
ha' (het traditonale witte Arabische ge
waad in de Golfstaten) loopt bij de ge
dachte dat die wapens op een dag tegen
hen worden gebruikt. „Dat wapentuig is
een reëel gevaar voor het regime", zegt
Shammour treurig. „Ook vele Kuwayters
uit het verzet beschikken er over. Maar wij
als Palestijnen willen onder geen beding
een tweede 'zwarte september' (de Pale
stijnse revolte in Jordanië in september
1970) in Kuwayt. We willen ze geen kans
geven. Het is genoeg geweest, die terreur,
het lijden, het doden en gedood worden.
Maar er zijn grenzen aan het incasserings
vermogen van ieder mens."
Levensgevaarlijk
Is de apocalyptische voorspelling van de
Palestijnse kunstschilder een te zwartgal
lige kijk op de nabije toekomst? Een aan
tal westerse diplomaten in het emiraat en
Kuwaytse zakenbaronnen die oppositie
voeren tegen de alleenheerschappij van
de Al Sabah's delen die onheilspellende
verwachting. „De Palestijnen verkeren in
een noodweersituatie", zegt een EG-am-
bassadeur. „De situatie is levensgevaar
lijk. Voor ieder mens geldt: tot hier en niet
verder."
De gefortuneerde Kuwaytse architect en
zakenman Abdulaziz Sultan zegt er over:
„De Palestijnse kwestie in Kuwayt is een
tijdbom die elk moment kan ontpoffen.
En dan hebben we hier Libanese toestan
den. Een burgeroorlog met alleen maar
verliezers. Waar het in Kuwayt aan ont
breekt, is aan gezag om dat te voorko
men."
Het klinkt mooi als Sultan de rechten en
vrijheden van de Palestijnen in Kuwayt
verdedigt. Logisch en getuigend van ge
zond verstand is het als Shammout het re
gime met klem oproept tot een dialoog.
„Alleen dan win je de loyaliteit van de Pa
lestijnen terug", zeggen beiden. Maar in
de paleizen van de emir en zijn beoogde
opvolger dringt dat niet door. Zij zinnen
op wraak, daarin aangemoedigd door de
bloeddorst van honderdduizenden Ku
wayters.
Dilemma
Een opstand of het onbestemde pad van
de exodus, dat is het dilemma waarvoor
de getergde Palestijnen in Kuwayt binnen
afzienbare tijd staan. Alternatieven lijken
er niet te zijn. Maar waarheen leidt de weg
van de verbanning? Niet via Saudi-Ara-
bië, dat het vertikt de Palestijnen een
doorreisvisum naar Jordanië te geven.
Niet langs het ingestorte bastion van Sad
dam Husayn van Irak, die wel raad weet
met Palestijnen die hem ontrouw waren.
Alleen de zee ligt voor hen open of een
luchtreis. Maar per schip of in een vlieg
tuig kunnen het bankstel, de koelkast, de
kleuren-TV en de auto niet mee. Daar heb
ben zij het geld niet voor.
Hoe deze tragedie ook afloopt, Hawalli is
een spookwijk, waar vrijwel niemand
meer over straat durft, waar gezinnen van
het ene adres naar het andere verhuizen
(lege huizen te over) om uit de handen van
de Kuwaytse terreurbenden te blijven. En
waar angst het nog wint van de aanvech
ting tegen zoveel onrecht te rebelleren.
Maar voor hoe lang? In Kuwayt ligt in fei
te het zoveelste vluchtelingenkamp uit de
Palestijnse geschiedenis. En Palestijnse
vluchtelingen hebben de reputatie zich op
den duur niet meer te laten knechten.
Taco Slagter
Als ik mijn zuigeling de
fles geef raakt de visite
steevast geëmotioneerd.
Dat verbaast me niet. Ook
ik ben vol moederlijke ge
voelens als mijn kleine
Muk-muk zijn melk naar
binnen slobbert. Toch is dat
raar. Want Muk-muk is een
aapZo'n vijf weken oud en
schattig om te zien, maar
toch: het blijft een aap.
Laat ik de nieuwe boreling
even aan u voorstellen.
Muk-muk is een grijze berg-
capucijner, afkomstig uit
het diepe zuiden van het
Surinaamse oerwoud.
Voordat u direct het dieren
bevrijdingsfront op me af
stuurt: het kwaad ivas al
geschied. In het dorpje
Kwamalacemoetoe (na wat
oefening is dat woord niet
moeilijker dan toiletrolhou-
der) hebben indiaanse ja
gers Muk-muks moeder uit
de boom geschoten en opge
geten als twaalfuurtje. Niet
zozeer omdat indianeri van
dieren houden hebben ze
Muk-muk gespaard, maar
ook omdat er nog weinig
vlees aan zit. Je zou het zo
kunnen zeggen: de han
delswaarde van Muk-muk
was groter dan de hoeveel
heid apenbout die Muk-
muk zou opleveren.
Via een bevriende dieren
handelaar kivam Muk-muk
in de stad terecht. Over die
dierenhandelaar zeg ik
niks, ariders stuurt u het
dierenbevrijdingsfront als
nog. Ik sta hier voor een di
lemma: als ik Muk-muk te
rugzet in het bos. dan is hij
binnen 24 uur dood. Maar
als ik Muk-muk zeer onna
tuurlijk tien keer per dag
een injectiespuit-zonder-
naald leeg .laat drinken,
dan kan Muk-muk zeer oud
worden. U zou ook niet lan
ger twijfelen als Muk-muk u
diep in de ogen keek. Ge
noeg calvinistische ex-
cuus-praatjes. Muk-muk is
een fantastisch aapje dat
zielsveel van me houdt.
Maar dat is maar goed ook.
Bijt nooit de hand die je fles
vasthoudt.
Nu u toch alles over Muk-
muk weet, kan ik net zo
goed opbiechten dat ik
Piepje er ook bij genomen
heb. Piepje is een gewone
capucijner van drie maan
den, met dezefde nare
voorgeschiedenis als Muk-
muk. Piepje roept geen
moederlijke gevoelens op,
maar meer vaderlijke ge
voelens. Dat is mooi, want
dan heeft m'n mannelijke
huisgenoot ook wat. Piepje
is op de leeftijd dat hij aan
dacht krijgt voor zijn omge
ving. Als mijn vriend ook
een aap was, zou hij samen
met Piepje van tak naar tak
springen om aan te wijzen
welke besjes eetbaar zijn en
welke niet. Als Piepje geen
aap was, maar een mens,
dan zou mijn huisgenoot
hem in deze levensfase le
ren fietsen op zijn driewie-
lertje.
Zoals u begrepen heeft: ik
houd van apen. Dat kan ik
niet overal zomaar zeggen
in Suriname. Want de aap
ligt hier gevoelig. Als een
Surinamer boos is op een
Nederlander, zegt hij vaak:
Jullie denken zeker dat wij
apen zijn die in bomen wo-
nen". Wat moetje daar dan
op zeggen. „Nee, nee, heus
niet", klinkt stom. Want
dan is het net of er landge
noten zijn die écht denken
dat de gemiddelde Surina
mer het liefst op een boom
tak zit.
Ondertussen houdeii de Su-
rinamers ervan elkaar met
apen te vergelijken. Vooral
de donkere, sterk behaarde
medemens moet het dan
ontgelden. In de laatste ver
kiezingscampagne heb ik
als toppunt van creativiteit
in een tijdschrift een foto ge
zien van een tevreden aap,
Uiet daaronder de naam
van een bekend politicus.
Na de verkiezingen mag
zoiets niet meer. want het is
zeer onbehoorlijk!