Joegoslavië verkruimelt Volksleger staat machteloos Joegoslavië bestaat niet meer. Het ingrijpen van het leger in Slovenië maakt een herstel van de federatie onmogelijk. Een militaire coup kan slechts in schijn de eenheid herstellen: zelfs voor de Duitsers bleek Slovenië in de Tweede Wereldoorlog een te harde noot om te kraken. Ook in het leger zelf groeien de spanningen, want steeds minder dienstplichtigen uit andere republieken dan Servië en Montenegro blijken bereid het vuile werk voor Belgrado op te knappen. Wanneer de politiek geen staakt-het- vuren weet te bereiken, gevolgd door onderhandelingen, dreigt de Balkan weer het kruitvat van Europa te worden. De twintigjarige Goran Grgic keert niet meer naar zijn legereenheid te rug. Vier maanden duurde zijn diensttijd. Daarna deserteerde hij. Hij beschermt nu, gekleed in een semi-militair jack, zijn woonplaats Tenja, bij het Oostkroatische Osijek, tegen Servische overvallen. Het Joegoslavische Volksleger heeft sinds het weekeinde voor hem afgedaan. „Ik heb altijd gedacht dat het leger de mensen moest beschermen, maar zij kiezen tel kens de kant van de Servische 'Cetniks'. de para-militaire eenheden. Als we niet oppassen, worden we afgeslacht." „Nu wil mijn vriend, die daar in het oude dorp woont, mij doden. Waarom weet ik niet, maar hij loopt rond met een automa tisch wapen, dat hij wil gebruiken", zegt Goran, die zelf ook een vuurwapen draagt. Het conflict tussen Goran en zijn vrienden uit het oude Tenja is het echte drama. Zij kunnen nooit meer vredelievend naast el kaar leven. Wat veertig jaar groeide, viel in enkele weken uit elkaar. Veel dienstplichtigen, vooral uit Slovenië en Kroatië, beleefden de afgelopen weken Gorans innerlijke strijd. Velen verlieten het volksleger en kozen voor hun woon plaats en hun republiek. Hier, rond Osijek, ging de strijd van de nieuwe republiek vooral tegen uit Servië afkomstige para-militaire organisaties. In Slovenië is het een echte oorlog. Inmid dels verzamelden zich ook zware artille rie- en legereenheden aan de grenzen met Kroatië. Onderdrukker De Kroaten geloven dat Servië opzettelijk Cetniks inzet om de republiek te destabili seren. Dat geeft het leger dan weer kans in te grijpen. Mensen als Goran Grgic zien het leger dan ook als de grote onderdruk ker. „Het leger is van Servië, niet van ons. Zij moeten ons met rust laten. Iedereen zegt dat wij uit Joegoslavië willen, maar dat is helemaal niet waar. Wij vinden al leen dat wij zelf moeten kunnen bepalen wat we doen. Dat kan ook in een confede ratie." Precies dat willen de legertop en de rege ring in Belgrado voorkomen. In de veel- volkerenstaat Joegoslavië vormt het leger een van de weinige bindende elementen. Iedere jongen moet in het leger en krijgt zo een Joegoslavisch 'gevoel' ingeprent. In theorie moet de natie op die manier lang zaam samengroeien. Uit de gebeurtenissen van de afgelopen weken blijkt dat daar in de praktijk wei nig van terecht is gekomen. Sinds de staat in 1918 werd opgericht als een federatie van Servië, Slovenië en Kroatië, groeide de eenheid langzaam. Maar eerst door de strijd tegen de Duitse overheersing, ont stond een 'natie-gevoel'. Tito maakte daar handig gebruik van, maar feitelijk werd de eenheid in de afgelopen veertig jaar ook met wapengeweld afgedwongen. De eenheid onder Tito was een schijneen- heid. De Kroaat Zoran Grozdanic: „Tito beloofde ons de vrijheid. Maar daar kwam het nooit van. Altijd moesten we naar Ser vië luisteren. Zelfs het federale parlement wilde geen rekening houden met voorstel len van Kroatië en Slovenië." Servische meerderheid De invloed van Servië valt niet te onder schatten. De meerderheid van de bevol king van Joegoslavië is Servisch, of komt uit een van de verbonden republieken. Ook in het leger voert Servië de boven toon. Marija Tiberi, directrice van Generaltu- rist in Dubrovnik, zegt het zo: „De Ser viërs zijn gek. Wij zijn ook gek, maar min der. De Serviërs willen overal waar maar een landgenoot woont 'Groot-Servië' uit roepen. Maar het zijn lafaards. Zij zijn al leen agressief als ze veel meer wapens heb ben dan de anderen. Nu willen ze ook nog Slovenie en Kroatië bezetten." In het midden van de week zag het ernaar uit dat Tiberi gelijk kreeg. Het leger ver klaarde Slovenië de oorlog, en trok via Kroatië noordwaarts. Daarmee pleegde het - onder het mom de eenheid te willen bewaren - een coup. De regering heeft al haar invloed op het leger verloren. De chef van de generale staf, de conserva tieve generaal Blagoje Adzic, zei dat ook met zoveel woorden. „Wij zullen de hard ste maatregelen nemen, een massale aan val is nodig. Wij zullen met alle macht die wij hebben Slovenie aanvallen." Hij ver wierp verdere gesprekken en de wapen- neraal Zivrota Avramovic. verwacht de le gerleiding een veel harder optreden. Dienstplichtigen, de ruggegraat van het leger, vormen een apart verhaal. Haast vanzelfsprekend komen Slovenen en Kroaten bijna altijd terecht in republie ken ver van hun woonplaats, bijvoorbeeld in Zuid-Servië. en vaak in gemengde een heden. Daar spreken ze de taal niet, en er varen vreemde gewoonten, zodat er wei nig kans bestaat op desertie of muiterij Vooral in Nisc. het 'Siberie' van Joegosla vië. zitten veel Sloveense en Kroatische soldaten. Voor Servische militairen gaat het heel wat eenvoudiger Hun eenheden, vaak ge heel-Servisch, liggen in de rijke Sloveense en Kroatische streken, soms midden in de steden. Vaak behoren zij tot een elite-een heid. en hebben het daarom ook al beter. In de afgescheiden republieken liggen ver der nog wat Macedoniërs. Desertie Sinds het begin van de strijd blijken veel soldaten te deserteren. Etnische Albane zen (uit Kosovo). Macedoniërs. moslims uit Bosnië verdwijnen en masse uit de een heden in Slovenie. Het verloop is zo groot, dat het leger enkele dagen geleden nog duizenden reservisten uit Servië en Herce- govina onder de wapens riep. De colonne tanks en artillerie die eerder deze week uit Belgrado vertrok, bestond vooral uit re servisten. Het verloop onder Kroaten en Slovenen. mensen als Goran Grgic, is veel groter. Zij zijn overgestapt naar hun nationale een heden, die inmiddels 78.000 man sterk zijn in Slovenië. Kroatië heeft een militie van 75.000 manschappen. De opsplijting van Joegoslavië krijgt ook in het leger zijn gevolgen. De leiding lijkt alleen Serviërs ien Montenegrijnse) een heden volledig te vertrouwen, terwijl de stroom deserteurs alsmaar aanzwelt. Zelfs de Macedoniërs beginnen te twijfe len. Een delegatie uit Skopje heeft deze week onderzocht hoe het hun dienstplich tige landgenoten in Slovenië vergaat. Zelfs in Servië groeit de onrust: Servische moeders willen het geweld beëindigen en eisten in het parlement dat hun zonen naar huis komen. Aanval Dat is de praktijk van het Joegoslavische 'federalisme'. Het leger, als instrument in de handen van Servië, probeert twee afge scheiden republieken te bezetten. Niet om de eenheid te handhaven, maar ter verwe zenlijking van de Grootservische gedach te. Tegen een buitenlandse tegenstander zou het leger weinig in te brengen hebben. De bewapening -meestal oude Russische wa pens en wat eigen produktie - lijkt echter voldoende voor een aanval op de lichtbe wapende milities van de twee afgeschei den republieken. Toch moet een - noodzakelijkerwijs wre de - frontale aanval van het leger op Kroa tië en Slovenië leiden tot een nederlaag van datzelfde leger. De steden kunnen be zet worden, maar platteland, bergen en bossen zeker niet. In de laatste oorlog bleek Slovenië zelfs voor het Duitse leger niet te houden. De felheid waarmee Servië nu de afge scheiden republieken aanpakt, mag ver bazing wekken, logisch is dat wel. Het uit eenvallen van Joegoslavië zal onvermijde lijk leiden tot het failliet van het armere, zuidelijke deel van het land. Vooral Slove nië, maar ook Kroatië verdienen de dinars die nodig zijn om het land overeind te hou den. „Wij hebben altijd ons geld naar Belgrado gestuurd. Zij hebben het uitgegeven. Het leger, dat wij betalen, schiet nu op ons", zeggen de Kroaten en Slovenen. En juist daarom kan Servië zich geen uiteenvallen van de staat veroorloven. Zelfs in Kroatië is het moeilijk het hoofd boven water te houden. Zoran Grozdanic: „Mijn vrouw werkt en ik heb een baan, maar nog steeds komen we er niet. Ik draai wisseldiensten om extra geld te ver dienen. Veel andere mensen moeten twee of drie banen hebben om hun familie te on derhouden." Toerisme En net als in Dubrovnik betekent de bur geroorlog dat het toerisme verdwenen is. Hotels sluiten, restaurants hebben niet meer dan enkele klanten, mensen komen op straat te staan of moeten een forse in komensachteruitgang accepteren. In Kroatië gaat het dan nog redelijk goed, want naast toerisme (Dalmatische kust) beschikt de republiek over een uitge strekt landbouwareaal, dat op moderne wijze enorme hoeveelheden graan en groente voortbrengt. In Osijek. het cen trum van dit gebied, staat nog geen auto stil. terwijl - net over de grens - in Servië en Bosnie/Hercegovina zelfs de benzine schaars is. Ook Slovenië staat er redelijk goed voor. Het land beschikt over een sterke indus triële basis, en ook al staat de export tijde lijk stil. de produktie gaat voorlopig door. Daarnaast zijn er natuurlijke energie bronnen. Servië kan daar maar weinig tegenover stellen. Er is weinig moderne industrie. De bevolking verdient het geld veelal als klei ne handelaren. Alleen Macedonië heeft nog enige ontwikkelde landbouwgebie den. Vroeg fruit en groente komt in Joego slavië haast zonder uitzondering uit deze, tegen Griekenland aangelegen, repu bliek. De burgeroorlog betekent het einde van de staat Joegoslavië. De eenheid op de Balkan is weer verdwenen. „Het vechten zit ons in het bloed", zegt Grozdanic in Osijek. Een tiental kilome ters verderop, in Tenja, bewijst Goran Grgic dat. Hij beschuldigt zijn vriend, en deze zal hem als de veroorzaker noemen van het geweld. In Dubrovnik verdedigt Marija Tiberi. die toch alle belang heeft bij een einde aan het geweld, vol vuur de Kroatische onafhan kelijkheid. „Ik sterf liever dan dat ik mij eronder laat krijgen", zegt ze. Haar mede werkers knikken enthousiast. Grozdanic. „Wij op de Balkan zijn anders. Als er bij jullie honderd schoten vallen, dan is er misschien een raak. Hier sterven dan 200 mensen." Louis Burgers Federale troepen aan de grens tussen Kroatië en Slovenië staan klaar om verder op te rukken foto Joel Robine/AFPI Deze bejaarde vrouw ho.udt een privë-vredesactie: in de straten van de Kroatische hoofdstad Zagreb deelt zij bloemen uit aan voorbijgangers (foto Heribert ProepperlAP) stilstand: „Daar was het leger niet bij be trokken." Generaal Andrija Raseta, de plaatsver vangend commandant van het vijfde le- gerdistrict, dat Slovenië en Kroatië om vat, heeft woensdag de nieuw gekozen staatspresident Stipe Mesic, een Kroaat, erkend als opperbevelhebber. Het federa le leger, dat met een tientallen kilometers lange colonne tanks en pantserwages van uit Belgrado onderweg was naar het noor den, heeft woensdagmiddag opdracht ge kregen terug te keren en een staakt-het- vuren in acht te nemen. Tenzij er op het leger wordt geschoten... Bovendien zitten her en der in Slovenië nog legereenheden ingesloten. Het Sloveense ministerie van informatie liet deze week weten te be schikken over documenten waaruit zou blijken dat de federale staf een massale aanval voorbereidt. Legertop Kroaten en Slovenen weten het al heel lang: het leger is Servië. Vrijwel de gehele legertop is Servisch, of paste zich geheel aan. Voor het officierskorps geldt onge veer hetzelfde: generaals en officieren die zich niet wilden aanpassen, zijn op een zij spoor gerangeerd. Eerder deze week overkwam dat een van de laatste Sloveense generaals, Konrad Kolsek, commandant van het vijfde leger- district waaronder Slovenië en Kroatië vallen. Van zijn opvolger, de Servische ge- Leden van de Servische oppositiepartij SPO demonstreren in Belgrado met een Joego slavische vlag waaruit de communistische ster is verwijderd (foto Maja Ilic/EPA) verdeeld bi zee republieken en twee autonome provincie# gemiddeld salaris (dinar ca. 10 cent) werk looshe ld m cd Overzicht van de welvaartsverdeling. De cijfers dateren uit 1988 (Inkomen) en 1989 (werkloosheid). Sindsdien heeft de Inflatie onverbiddelijk toegeslagen; zij bedraagt nu 60 procent per jaar. Daardoor zullen de tegenstellingen verder verscherpt zijn. (Bron: Le Monde Diplomatique, mei 1991)

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1991 | | pagina 21