Amsterdam is ons nog niet kwijt PZC Rellen in Narbonne krijgen karakter van volksopstand Folklore opinie en achtergrond Ontruiming terrein stadsnomaden aan Gevleweg W ereldbodemkaart moet politici wakker schudden DINSDAG 25 JUNI 1991 (Door ANP-verslaggeefster Saskia Wfellemani Met grote passen zigzagt hij tussen de modderpoelen door. Kluiten modder en flui men dalen neer op zijn regenjas. De scheldwoorden zijn aan de andere kant van het terrein nog duidelijk te horen. „Gelegali seerde infiltrant. Verrader!" „Dat vond ik wel even verve lend. ja", beaamt Thijs van den Berg een half uur later nog enigszins aangeslagen. „Ik wil de niet gaan rennen. Die gein gunde ik ze niet, hoewel ik dat het liefst had gedaan." De Amsterdamse ambtenaar Van den Berg, lid van de project groep stadsnomaden, verricht op deze vroege maandagmorgen de coördinatie van de ontrui ming van de Gevleweg in het Amsterdamse havengebied. Het terrein maakt, evenals het eer der ontruimde KNSM-eiland in het oostelijk havengebied, deel uit van de strook langs het water waar in de nabije toekomst het prestigieuze IJ-oeverproject vorm moet krijgen. Dat wordt dit keer echter niet aangevoerd als de reden voor de actie. Hygië ne en brandgevaar zijn de offi ciële aanleidingen. Bij een paar bewoners is de diagnose hepati- tis-A (een besmettelijke vorm van geelzucht) gesteld en de brandweer heeft het „onaan vaardbaar" uitgesproken over de niet geringe kansen op snel om zich heen grijpend vuur. De meeste stadsnomaden laten de invasie gelaten over zich heen komen. Ze hadden het zien aan komen en waren al per brief door de gemeente Amsterdam voor bereid. Ze verlenen dan mis schien niet veel medewerking, agressief zijn ze allerminst. Op dat ene groepje na dan. „maar die hebben hier geen klap te ma ken". zegt Van den Berg. ..Ze wonen bij mij in de buurt. Die grootste belhamel heb ik ooit nog eens geholpen toen hij in een kraakpand woonde in de buurt van het luchtvaartlabora torium. Ik bemiddelde voor hem bij de politie. Nu ben ik natuur lijk de grote verrader." Wat Van den Berg echter meer dwars zit zijn de bedekte dreigementen aan zijn adres. „Ze weten waar ik .woon", zegt hij met een zorgelij- 'ke blik. Veiligheidshalve wordt hij de rest van de morgen op het- terrein door twee agenten verge zeld. De Engelsman Zom deelt het misprijzen van Van den Berg Laatst, bij de kapper, vertelde iemand in de stoel naast mij een anekdote die ik al eens eer der gehoord had. Een vriend van hem. zo ging het verhaal, die met een groep andere sportvis sers vanuit de haven van West- Terschelling het ruime sop had gekozen, kreeg op zeker moment de schrik van zijn leven toen hij zag hoe een van de anderen zelf het visaas opat. De geep en ma kreel wilden niet bijten en daar om liet hij de pieren nu in zijn ei gen keel glijden. De man stond daar met ivijdopen mond aan de reling alsof hij een demonstratie haring-happen ten beste gaf. Nadere inspectie bracht aan het licht dat het aasbakje ook werkelijk in dunne, lange reep jes gesneden zoute haring bevat te. Een andere geschiedenis, die mij onlangs ter ore kwam. herkende ik onmiddellijk als een verhaal dat mijn vader mij in een ver ver leden vertelde. Een boerenzoon, die geen zin had om de wapen rok te dragen, leverde bij de dienstkeuring een flesje paarde- pies in. Na een paar dagen werd hij bij de keuringsarts ontboden, die bij de deur al met uitgesto ken hand op hem stond te wach ten: „Mag ik u van harte felicite ren, mijn beste! U bent al vier maanden in blijde verwach ting!" Het gaat hier om sterke verha len die van mond tot mond gaan en hoewel ze onderweg vaak van uiterlijk veranderen, toch de zelfde kern blijven behouden. Ze maken deel uit van de moderne folklore. Zoals de mensen elkaar vroeger verhalen vertelden over spoken, kabouters en betoverde kikkers, zo vertellen ze elkaar nu verhalen over allerlei andere griezelige en komisch-absurde gebeurtenissen. Hi haar 'Brood je aap' heeft de schrijfster en an tropologe Ethel Portnoy. gelijk een moderne Clinge Doorenbos een verzameling van dergelijke evergreens aangelegd. Mijn zou te haring- en paardepies-ver- haal komt daar overigens niet- in voor. In een artikel in het recente nummer van het blad Psycholo gie wordt erop gewezen dat de vertellers van deze 'moderne sa gen' het beschreven voorval nooit zelf hebben meegemaakt. Ze beroepen zich altijd op een vriend, of een vriend van een vriend, die er zijn hand voor in het vuur wil steken dat hel ver telde op waarheid berust. Hoe wel de inhoud van de broodje aap-verhalen vaak bizar of schokkend is. klinken ze ons door hun realisme heel plausibel in de oren - het zou best waar kunnen zijn. Het is de bedoeling van deze he dendaagse folklore om de luiste- over de „indringers." „Degenen met de grootste bekken heb ik hier nog nooit eerder gezien", zegt hij. Vanuit de deuropening- van zijn vrachtwagen bekijkt hij de activiteiten over de rand van zijn koffiebeker. Schudt af en toe dreigend met een stalen staaf naar fotografen en cameramen sen die naai'zijn smaak wat al te ongegeneerd hun lenzen op hem richten. „Apies kijken doe je maar in de dierentuin", schreeuwt hij ze toe. Gedoogden Zom en zijn Ierse vriendin Jazz behoren tot de groep 'gedoog den' die tot 1 januari 1991 op de Gevleweg mag blijven. Niet dat het er veel leuker op zal worden, zegt Zom. „Ik heb gehoord dat ze een betonnen muur om het ter rein gaan plaatsen en bewakers neerzetten. We kunnen niet meer met onze wagen van het terrein af, want dan mogen we er daarna niet meer in." Ironisch: „En dat terwijl we hebben geko zen voor dit leven vanwege de grotere vrijheid." Een betrekkelijke vrijheid, be aamt hij. In de praktijk botst hij aan alle kanten tegen de regels van de burgermaatschappij. Hij en Jazz werken „in de bollen" in Noordwijk. Maar een plaatsje op een reguliere camping in de buurt konden ze wel vergeten. Hoe kaal de grasvelden ook oog den, volgens de beheerders wa ren ze altijd volgeboekt. Aan de Gevleweg was er niemand die onuitgesproken voorwaarden stelde aan het uiterlijk van het woonmobiel of de bewoners. Nu pendelen Jazz en Zom dagelijks in een oude auto heen en weer tussen Noordwijk en Amster dam en genieten ze in de avond uren van het uitzicht over het IJ. Aan de andere kant van hun wa gen maken shovels korte metten met de tentachtige optrekjes die her en der verspreid staan. De meeste bewoners zijn verdwe nen. De laadschoppen schuiven tentdoeken, dekens, stukken hout, een roze pluche olifant, potten en pannen door de mod der richting het water. De ene la ding na de andere wordt in een puinschuit gekiept. Een bewo ner redt een manshoog boompje van vermorzeling en sjouwt er als ware het een wandelstok de rest van de dag mee rond. Een hond met het uiterlijk van een pittbull en het geluid van een schoothondje doet een uitval naar de wortels. Voor zijn caravan loopt Patrick, muzikant van professie en af komstig uit het Belgische Oos tende, nerveus te drentelen. Hij heeft van de ambtenaren nog steeds geen definitieve toestem ming gekregen om te blijven. Amsterdam hanteert drie voor waarden voor de te gedogen groep: Ze moesten al voorkomen op de luchtfoto die in oktober 1990 is gemaakt, geen brandge vaarlijke behuizing hebben en een redelijke hygiëne in acht ne men, Aan de eerste voorwaarde voldoet hij ruimschoots en aan die tweede en derde heeft hij de laatste dagen keihard gewerkt. „Ik heb de kachel en het fornuis weggedaan. Koken kan niet meer. Maar er kan ook geen brand uitbreken", zegt hij triom fantelijk. De laatste twee dagen heeft hij opgeruimd en gepoetst. „Het plafond, de muren, alles is nu heel proper." Het ontbreken van sanitair baart hem wel enige zorgen. „Ze willen geen toiletten neerzetten omdat ze bang zijn dat dat te veel nieuwe mensen aantrekt. En dan vinden ze het gek als je in de bosjes poept." Een uur later staat hij op dezelf de plek te dansen. Bij iedere sprong zakken zijn schoenen verder weg in de blubber. „Ik ben zo blij. ik ben zo blij. Ik mag blijven." Laurence nit- Frankrijk bekijkt het tafereel glimlachend. Ze draagt haar vier maanden oude zoon Merian op haar buik in een grote trui die ze om zich heen heeft gewonden. Af en toe krijgt Merian tijdens de wandeling de borst om vervolgens tevreden in te dommelen. Laurence woont samen met haar Nederlandse vriend Johan in een kraakpand elders in de stad. Ze zijn naar de Gevleweg gekomen om toezicht te houden op de woonwagen van een vriendin die in Portugal ver blijft en onwetend is over de ont ruiming. Laurence denkt niet dat de woonwagen moet worden ver wijderd, „we hebben hem hele maal schoon gemaakt." Een oogje in het zeil houden is niette min verstandig, denkt ze. Vooral Een Duits-sprekende man legt ontruimers maandagmorgen op het nomadenterrein in Amsterdam- West uit, dat er in zijn woonwagen een zieke vrouw ligt. De man kreeg uitstel om te vertrekken foto Marcel Antonisse!ANP) omdat er af en toe verwarring heerst over de vraag welke be huizingen worden gedoogd en welke moeten verhulzen. Een grote caravan bungelt eerst vijf minuten in de takels van een kraan en wordt vervolgens weer op z'n plek teruggezet. Het gemeentelijk besluit om het kamp te ontruimen heeft Lau rence niet verrast. Schamper: „In Frankrijk was zo'n kamp niet denkbaar geweest. Daar mag je in het park al niet eens op het gras lopen of zitten." Ze is goed te spreken over de vriende lijke ambtenaar aan wie ze infor matie over de actie vroeg. „Het systeem is bullshit. De mensen in het systeem zijn soms wel oké", vindt vriend Johan. Onverbiddelijk Na een stroeve start verloopt in de loop van de morgen de ontrui ming soepel. Eén bewoner houdt zich slapende in zijn iglo-vormi- ge hut. Het mag niet baten, de politieagenten zijn onverbiddel- lijk. Met een kletsnatte deken over zijn hoofd vlucht hij naar de ingang van het terrein en spuugt een achtervolgende fotograaf op zijn jasje. Van de 100 - in stadhuistaal - 'ob jecten' is het grootste deel al door de eigenaars zelf wegge haald. Inclusief de woonwagen die uitpuilde van de ratten en het eigendom was van een man met één been. Tweeëntwintig mensen hebben gebruik ge maakt van de mogelijkheid om hun eigendom aan de gemeente te verkopen voor bedragen tus sen de 50 en 300 gulden. Voor een aantal bewoners ligt de zaak duidelijk. Hygiëne, brand veiligheid. het zijn allemaal voorwendselen die de gemeente aangrijpt om de werkelijke re den voor de ontruiming te ver doezelen. „Ze doen het in hun broek voor 1992", zegt een jon gen in een jasje met KLM-logo. „Amsterdam mag niet te aan trekkelijk lijken voor ons soort mensen als de Europese binnen grenzen verdwijnen. Daarom moet er nu ineens worden opge treden. Het staat zo slordig, een krottenwijk in je stad. Dat vin den investeerders niet leuk. Stel je voor dat ze dan voor Londen of Brussel kiezen? Maar ze denken toch niet werkelijk dat we in rook opgaan? Mensen schuif je niet zo makkelijk in een puin- schuit als spullen. We duiken wel weer ergens op. Amsterdam is ons nog niet kwijt." raar van zijn stuk te brengen, schrijft Portnoy in haar boekje. De wereld die door deze verha len wordt opgeroepenis allesbe halve een plezierige: „Er ivordt geen tederheid in gevonden, niets dat aardig is of lief. Angst is er een belangrijk element in: angst voor de ivetenscliap en haar ontdekkingen, angst voor vreemdelingen en hun voedsel, ajigst voor dood en ontbinding, angst om bedrogen of te kort ge daan te worden Zij wil een streng onderscheid maken met de mop, „die andere nederige reiziger van de monde linge literatuur." Volgens haar wil een mop de mensen alleen maar aan het lachen maken. De opzet van een broodje aap-ver haal 'is daarentegen om de toehoorders versteld te doen staa?i. Volgens deze omschrij ving zou mijn verhaal over de zwangere boerenzoon tot het moppendomein gerekend moe- Gerrit Jan Zwier ten wordenDe geschiedenis over het visaas zou misschien tot het andere domein behoren. Maar in werkelijkheid is, zo blijkt ook uit Portnoy's collectie, de grens tussen beide domeinen niet scherp te trekken. In 'Broodje aap' komen ever greens voor zoals die over het echtpaar dat met turn poedeltje een Chinees restaurant bezoekt; na de heerlijke maaltijd krijgen ze van de eigenaar alleen de staart en de halsband van hun lieveling terug. Of die over de zwarte dienstbode van een blank gezin in de tropen, dat net een ijskast heeft aangeschaft; als ze na een dag afivezigheid weer thuiskomen, ligt de baby - die het zo warm had gekregen - doodgevroren in de kast. Maar in deze bundel staan ook nogal wat verhalen waarvan ik ?iog nooit gehoord heb. Dat heeft waarschijnlijk te maken met het feit dat een deel ervan in vroege re woonplaatsen van de schrijf ster. te weten A merika en Frank rijk, verzameld is. Wat moet je met dat onzinnige walgelijke verhaal over een jongen die zijn achterste vol smeert met pinda kaas waarvan hij tijdens de dienstkeuring op opvallende wijze zit te snoepen? Dit verhaal heeft met 'angst' even weinig te maken als mijn veel smakelijker anekdote over het flesje met ver keerde urine. Jonge Harki's zijn ellende beu (Van onze correspondent in Parijs Hans Gertsen) Nadat verschillende Parij- se voorsteden de afgelo pen weken al werden geteis terd door rellen en onlusten, was het afgelopen weekeinde opnieuw raak in een Franse voorstad. Dit keer leverden jongeren van Noordafrikaan- se afkomst drie nachten lang slag met de politie in een bui tenwijk van de Zuidfranse stad Narbonne. De voorlopige balans: veertien gewonde agenten, in brand gestoken auto's en drie arrestanten. En in Narbonne is het nog verre van rustig. De gewelddadigheden in Nar bonne lijken in veel opzichten op de rellen die zich de afgelo pen weken in diverse Parijse voorsteden voordeden. Net als in Mantes-la-Jolie en Les Mu- reaux moest de politie het in de Cite des Oliviers opnemen tegen tientallen Noordafri- kaanse jongeren. Dit keer ging het echter niet om 'normale" jongeren van Maghrebijnse origine, maar om 'harki's'; na zaten van Noordafrikaanse soldaten die tijdens de Alge rijnse onafhankelijkheidsoor log aan de zijde van de Fran sen vochten. Een vergelijking met de Ne derlandse Molukkers dringt zich op. Net als de Molukkers moesten de harki's na afloop van de koloniale oorlog in al lerijl hun land verlaten om aan de woede van het Algerijnse volk te ontsnappen. En net als de Molukkers leefden de ruim 135.000 harki's en hun gezin nen jarenlang in afgelegen kampen. Anno 1991 zijn de kampen vervangen door troosteloze buitenwijken van grote steden, vooral in Zuid- Frankrijk. De harki's wonen nog altijd in grote groepen bij een en van integratie in de Franse samenleving is nauwe lijks sprake. Drama De harki's zijn het slachtoffer van een dubbele discrimina tie; ze worden niet alleen door de 'echte' Fransen als een soort tweederangs burgers ge zien en behandeld, maar ze worden al evenmin geaccep- Franse agenten voeren zondagnacht een jonge Harki af, die wordt verdacht va stenen naar de politie foto Georges Bartöli/AFP) het gooien van teerd door de overige Maghre- bijnen voor wie ze nog altijd verraders zijn die aan de ver keerde kant vochten in de ko loniale oorlog. Bovendien wordt de harki-gemeenschap verscheurd door een genera tie-conflict. De jongeren vin den in meerderheid dat hun ouders destijds een verkeerde keus hebben gemaakt door voor de Fransen te vechten, Samen met de enorme werk loosheid onder de harki's, de troosteloze, woonomgeving en de grote scholingsachterstand van veel jongeren voldoende materiaal voor een explosieve situatie. Afgelopen vrijdag kwam het in de Cite des Oliviers bij Nar bonne tot een uitbarsting. Na dat de politie vrijdagnacht drie jongeren had gearres teerd die enkele auto's in brand hadden gestoken, keer den tientallen jongeren zich tegen de oproerpolitie De agenten werden bekogeld met stenen en molotov-cocktails en groepen jongeren wierpen barricades op in de wijk. Za terdag eisten de jongeren de vrijlating van de drie arrestan ten voor 18.00 uur, anders zou heel Narbonne in vuur en vlam gezet worden. Toen de autoriteiten geen ge hoor gaven aan dat ultima tum, braken er opnieuw onge regeldheden uit. Zowel zater dag als zondagnacht was de Cite des Oliviers wederom ge huld in wolken traangas en rook van brandende barrica des. Een ander belangrijk verschil met de rellen in andere voor steden is dat de jonge harki's in Narbonne blijkbaar op nog al wat steun kunnen rekenen. Verschillende organisaties van gerepa trieerden en tal van andere harki-gemeenschap- pen in Zuid-Frankrijk spraken zondag hun onvoorwaardelij ke steun uit aan de opstandige jongeren. Volgens de organisa ties van gerepatrieerden heeft de Franse staat ernstig ge faald bij de opvang van de har ki's en niet genoeg moeite ge daan om hen in de Franse sa menleving te integreren. „De regering moet nu snel de nodi ge middelen uittrekken en een goed integratiebeleid opzet ten, anders voorzie ik een dra ma. De jongeren willen werk en een fatsoenlijke leefomge ving", aldus een woordvoerder van Recours, de grootste be langenorganisatie van de ex- Algerijnen. De nieuwe geweldsuitbarsting valt samen met een hevig poli tiek debat over het immigra tiebeleid. Van links tot uiterst rechts gaan steeds meer stem men op om een eind te maken aan het toelatingsbeleid dat jarenlang veel te ruimhartig zou zijn geweest. Voeten vegen alstublieft. Dit verzoek, dat de bezoeker van het ISRIC in Wageningen bij de deur aantreft, heeft on willekeurig een extra beteke nis. Het gebouw huisvest name lijk een internationaal weten schappelijk centrum van bo demdeskundigen, zoals ook de zand- en kleitaartjes in de hal vitrines tonen. Het ISRIC, het internationaal informatiecentrum voor de bo dem, presenteert vandaag een wereldkaart waarop is aangege ven waar en hoe de toestand van de bodem door menselijke acti viteiten is aangetast. Aan deze zogeheten Wereldbodemdegra- datiekaart is drie jaar gewerkt. De kaart laat zien dat ongeveer een kwart van het totale areaal aan landbouwgrond in meer of mindere mate is aangetast. Een gebied zo groot als India (300 miljoen hectare) dreigt zijn pro- duktiviteit voorgoed te verlie zen. De Wereldbodemdegrada- tiekaart laat zien dat in Afrika landbouwgronden het zwaarst zijn aangetast. Maar liefst een kwart van het areaal is onbruik baar voor de produktie van voedsel. Dit komt door de erosie door wind en water, beide voor namelijk een gevolg van overbe weiding. De oprukkende woes tijn bedreigt een toenemend aantal landen. In Azië en Zuid-Amerika blijkt door erosie bijna de helft van de beschikbare landbouwgronden matig beschadigd. Het areaal is nog steeds voor de boeren bruik baar, maar de produktiecapaci- teit is ernstig verminderd. De ontbossing is er de grootste boosdoener. In Noord-Amerika is ruim 70 procent matig aangetast, vooral dqor intensief gebruik van land bouwgrond. Ruim tweederde van de bodem is hierdoor gevoe lig voor erosie door water. Europa In Europa is tweederde van de grond matig aangetast. Dit heeft verschillende oorzaken: ontbos-' sing, overbeweiding en intensief gebruik van de landbouwgrond. Bovendien levert vervuiling door de (bio)industrie een bij drage aan de achteruitgang van de bodem. Opvallend is dat in het Zuiden van Zweden sprake is van chemische bodemvervui ling, veroorzaakt door neerslag van vervuilde lucht, afkomstig uit Midden-Europa. In Australië en omliggende ge bieden is 80 procent van de grond in lichte mate aangetast door erosie door water. De be langrijkste oorzaak hiervan is overbeweiding. Zorgwekkende cijfers, zo menen W. Sombroek en R. Oldeman van het ISRIC. Sombroek is de directeur van het Centrum, Oldeman heeft het onderzoek naar de achteruit gang van de bodem geleid. Beide wetenschappers houden bij hun kaart ook de snel toenemenae omvang van de wereldbevolking voor ogen. Het is zeer de vraag of de voedselproduktie op peil ge houden kan worden. „Tien jaar geleden", zegt Olde man, „wisten we al dat met na me delen van Afrika de voedsel produktie niet zouden kunnen bijbenen. We kunnen nu stellen dat het erger is. Niet alleen is de bevolking sneller gegroeid dan voorspeld, ook is de bodem ern stiger verslechterd dan werd aangenomen." Hoe erg het precies is, wil het IS RIC tonen met een vervolgon derzoek. Een dergelijk project zal hooguit 15 miljoen gulden kosten. „Peanuts", zo stellen beide heren, die niettemin al en kele jaren met mogelijke dona teurs in de slag zijn. Wel hebben zij het vertrouwen dat hun kaart politici en beleidsmakers over de wereld nog eens flink wakker zal schudden. Gevoelig vaker door overstromingen be dreigd. Overbeweiding leidt tot erosie door wind, overmatige bevloei- 1 ing tot verzilting. Ten slotte is in veel landen, zoals in Nederland, ook sprake van overbemesting en vervuiling door de landbouw1 en de chemische industrie. Elk jaar opnieuw gaan miljoen hec- taren vruchtbare grond verlo ren. De beide onderzoekers wijzen met name op de gebiëden die matig zijn aangetast. In totaal' gaat het om ruim 900 miljoen hectare. Als niet snel maatrege- len worden getroffen, is deze grond over tien jaar voor de' j landbouw en dus voor de pro- 1 duktie van voedsel verloren. Ol deman: „Nu kun je er op regio-'I naai niveau nog iets tegen doea Over tien jaar is het daarvoor te 1 laat. Dan helpt alleen nog een grootschalige, internationale 'I aanpak." Kosten De kaart die nu is gemaakt kan 1 daarbij slechts beperkt hulp bie- 1 den, erkennen Oldeman en Som- broek. Daarvoor is de schaal van 1 op 10.000.000 te grof. Om de specifieke problemen per gebied 1 in beeld te brengen zijn gedetail- 1 leerdere kaarten nodig. Het IS- 1 RIC denkt daarbij aan een 1 schaalgrootte van 1 op 1.000.000, 1 Hoewel vooral Derde-Wereld- I landen daarvoor al belangstel- I ling hebben getoond, laten deze kaarten voorlopig nog op zich wachten. Het benodigde geld ontbreekt. Alleen voor Uruguay, Argentinië en Brazilië zijn bij wijze van proef gedetailleerde kaarten gemaakt. De onderzoekers hopen dat de Wereldbank de buidel zal trek ken om de overige kaarten te fi nancieren, hoewel ook met vra gende blik naar minister Pronk van Ontwikkelingssamenwer king wordt gekeken. Veel ge er niet mee gemoeid, benadruk ken Oldeman en Sombroek. Per gebied van 100.000 vierkante ki lometer slechts 250.000 500.000 gulden. „Het meeste werk is eigenlijk al gedaan. We hebben nu een handleiding met normen die internationaal geac cepteerd zijn. Daar kan gewoon verder mee worden gewerkt." Voorlopig is „de puzzel gelegd voor de algemene bodem-degra- datiekaart. Sombroek en Olde man wachten nog op een uitno diging om volgend jaar juni, tij dens de grote VN-conferentie over milieu en ontwikkeling (UNCED) in Brazilië, nadere uit- leg te geven. „De politici kunnen er nu alvast op afstand naar kij ken." Woestijnen In Brazilië zal ook een wereld kaart over woestijnvorming worden gepresenteerd. De gege vens van de bodemkaart van het ISRIC maken hiervan deel uit, De woestijnkaart zal ook de ach teruitgang van de vegetatie to nen. „Zodat hopelijk op rege ringsniveau meer aandacht voor de problemen komt. En ook de consequenties worden getrok ken."(ANP) De kaart wordt in een oplage van 5.000 exemplaren verspreid. Overigens moeten de politici er nog even op wachten, want bij de Falkland Eilanden is ver zuimd tussen haakjes de Argen tijnse naam Malvinas toe te voe gen. Het is niet het enige voor beeld van de politieke gevoelig heid van de wereldbodemkaart. Directeur Sombroek vertelt hoe aanvankelijk van de „lokale des kundigen" in de Verenigde Sta ten de melding kwam dat in hun land van achteruitgang van de bodem al enkele jaren geen spra ke meer kon zijn. Het Congres had immers inmiddels voldoen de geld uitgetrokken om de de gradatie te stoppen. „Dat had duidelijk een politiek tintje", aldus Sombroek, die op de kaart aanwijst dat uiteinde lijk ook de VS de degradatie- dans niet zijn ontsprongen. Bij het geïndustrialiseerde Japan, dat op de kaart zo goed als onge schonden tevoorschijn komt, fronst hij nog altijd de wenk brauwen. „Daar komen we nog weieens op terug." Maar daar liggen niet de grootste proble men. „De achteruitgang van de bo dem is juist in de dichtstbevolk te gebieden het ernstigst. Dat is alarmerend." Dat beseft ook de UNEP. het Milieuprogramma van de Verenigde Naties, dat het ISRIC de opdracht voor de kaart gaf. Achteruitgang van de bodem kan verschillende oorzaken heb ben. Erosie door water treedt op door ongebreidelde ontbossing en ondeskundig gebruik van de grond. Daardoor spoelt vrucht bare bovengrond weg en worden lager gelegen gebieden steeds Roel Oldeman, leider van hel onderzoek naar de achteruil- gang van de bodem op de we reld. Wim Sombroek,directeur van het internationaal informatie centrum voor de bodem.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1991 | | pagina 4