Amsterdam is ons nog niet kwijt
PZC
Rellen in Narbonne krijgen
karakter van volksopstand
Folklore
opinie en achtergrond
Ontruiming terrein stadsnomaden aan Gevleweg
W ereldbodemkaart
moet politici
wakker schudden
DINSDAG 25 JUNI 1991
(Door ANP-verslaggeefster
Saskia Wfellemani
Met grote passen zigzagt hij
tussen de modderpoelen
door. Kluiten modder en flui
men dalen neer op zijn regenjas.
De scheldwoorden zijn aan de
andere kant van het terrein nog
duidelijk te horen. „Gelegali
seerde infiltrant. Verrader!"
„Dat vond ik wel even verve
lend. ja", beaamt Thijs van den
Berg een half uur later nog
enigszins aangeslagen. „Ik wil
de niet gaan rennen. Die gein
gunde ik ze niet, hoewel ik dat
het liefst had gedaan."
De Amsterdamse ambtenaar
Van den Berg, lid van de project
groep stadsnomaden, verricht
op deze vroege maandagmorgen
de coördinatie van de ontrui
ming van de Gevleweg in het
Amsterdamse havengebied. Het
terrein maakt, evenals het eer
der ontruimde KNSM-eiland in
het oostelijk havengebied, deel
uit van de strook langs het water
waar in de nabije toekomst het
prestigieuze IJ-oeverproject
vorm moet krijgen. Dat wordt
dit keer echter niet aangevoerd
als de reden voor de actie. Hygië
ne en brandgevaar zijn de offi
ciële aanleidingen. Bij een paar
bewoners is de diagnose hepati-
tis-A (een besmettelijke vorm
van geelzucht) gesteld en de
brandweer heeft het „onaan
vaardbaar" uitgesproken over
de niet geringe kansen op snel
om zich heen grijpend vuur.
De meeste stadsnomaden laten
de invasie gelaten over zich heen
komen. Ze hadden het zien aan
komen en waren al per brief door
de gemeente Amsterdam voor
bereid. Ze verlenen dan mis
schien niet veel medewerking,
agressief zijn ze allerminst. Op
dat ene groepje na dan. „maar
die hebben hier geen klap te ma
ken". zegt Van den Berg.
..Ze wonen bij mij in de buurt.
Die grootste belhamel heb ik
ooit nog eens geholpen toen hij
in een kraakpand woonde in de
buurt van het luchtvaartlabora
torium. Ik bemiddelde voor hem
bij de politie. Nu ben ik natuur
lijk de grote verrader." Wat Van
den Berg echter meer dwars zit
zijn de bedekte dreigementen
aan zijn adres. „Ze weten waar ik
.woon", zegt hij met een zorgelij-
'ke blik. Veiligheidshalve wordt
hij de rest van de morgen op het-
terrein door twee agenten verge
zeld.
De Engelsman Zom deelt het
misprijzen van Van den Berg
Laatst, bij de kapper, vertelde
iemand in de stoel naast mij
een anekdote die ik al eens eer
der gehoord had. Een vriend
van hem. zo ging het verhaal, die
met een groep andere sportvis
sers vanuit de haven van West-
Terschelling het ruime sop had
gekozen, kreeg op zeker moment
de schrik van zijn leven toen hij
zag hoe een van de anderen zelf
het visaas opat. De geep en ma
kreel wilden niet bijten en daar
om liet hij de pieren nu in zijn ei
gen keel glijden. De man stond
daar met ivijdopen mond aan de
reling alsof hij een demonstratie
haring-happen ten beste gaf.
Nadere inspectie bracht aan het
licht dat het aasbakje ook
werkelijk in dunne, lange reep
jes gesneden zoute haring bevat
te.
Een andere geschiedenis, die mij
onlangs ter ore kwam. herkende
ik onmiddellijk als een verhaal
dat mijn vader mij in een ver ver
leden vertelde. Een boerenzoon,
die geen zin had om de wapen
rok te dragen, leverde bij de
dienstkeuring een flesje paarde-
pies in. Na een paar dagen werd
hij bij de keuringsarts ontboden,
die bij de deur al met uitgesto
ken hand op hem stond te wach
ten: „Mag ik u van harte felicite
ren, mijn beste! U bent al vier
maanden in blijde verwach
ting!"
Het gaat hier om sterke verha
len die van mond tot mond gaan
en hoewel ze onderweg vaak van
uiterlijk veranderen, toch de
zelfde kern blijven behouden. Ze
maken deel uit van de moderne
folklore. Zoals de mensen elkaar
vroeger verhalen vertelden over
spoken, kabouters en betoverde
kikkers, zo vertellen ze elkaar
nu verhalen over allerlei andere
griezelige en komisch-absurde
gebeurtenissen. Hi haar 'Brood
je aap' heeft de schrijfster en an
tropologe Ethel Portnoy. gelijk
een moderne Clinge Doorenbos
een verzameling van dergelijke
evergreens aangelegd. Mijn zou
te haring- en paardepies-ver-
haal komt daar overigens niet- in
voor.
In een artikel in het recente
nummer van het blad Psycholo
gie wordt erop gewezen dat de
vertellers van deze 'moderne sa
gen' het beschreven voorval
nooit zelf hebben meegemaakt.
Ze beroepen zich altijd op een
vriend, of een vriend van een
vriend, die er zijn hand voor in
het vuur wil steken dat hel ver
telde op waarheid berust. Hoe
wel de inhoud van de broodje
aap-verhalen vaak bizar of
schokkend is. klinken ze ons
door hun realisme heel plausibel
in de oren - het zou best waar
kunnen zijn.
Het is de bedoeling van deze he
dendaagse folklore om de luiste-
over de „indringers." „Degenen
met de grootste bekken heb ik
hier nog nooit eerder gezien",
zegt hij. Vanuit de deuropening-
van zijn vrachtwagen bekijkt hij
de activiteiten over de rand van
zijn koffiebeker. Schudt af en toe
dreigend met een stalen staaf
naar fotografen en cameramen
sen die naai'zijn smaak wat al te
ongegeneerd hun lenzen op hem
richten. „Apies kijken doe je
maar in de dierentuin",
schreeuwt hij ze toe.
Gedoogden
Zom en zijn Ierse vriendin Jazz
behoren tot de groep 'gedoog
den' die tot 1 januari 1991 op de
Gevleweg mag blijven. Niet dat
het er veel leuker op zal worden,
zegt Zom. „Ik heb gehoord dat ze
een betonnen muur om het ter
rein gaan plaatsen en bewakers
neerzetten. We kunnen niet
meer met onze wagen van het
terrein af, want dan mogen we er
daarna niet meer in." Ironisch:
„En dat terwijl we hebben geko
zen voor dit leven vanwege de
grotere vrijheid."
Een betrekkelijke vrijheid, be
aamt hij. In de praktijk botst hij
aan alle kanten tegen de regels
van de burgermaatschappij. Hij
en Jazz werken „in de bollen" in
Noordwijk. Maar een plaatsje op
een reguliere camping in de
buurt konden ze wel vergeten.
Hoe kaal de grasvelden ook oog
den, volgens de beheerders wa
ren ze altijd volgeboekt. Aan de
Gevleweg was er niemand die
onuitgesproken voorwaarden
stelde aan het uiterlijk van het
woonmobiel of de bewoners. Nu
pendelen Jazz en Zom dagelijks
in een oude auto heen en weer
tussen Noordwijk en Amster
dam en genieten ze in de avond
uren van het uitzicht over het IJ.
Aan de andere kant van hun wa
gen maken shovels korte metten
met de tentachtige optrekjes die
her en der verspreid staan. De
meeste bewoners zijn verdwe
nen. De laadschoppen schuiven
tentdoeken, dekens, stukken
hout, een roze pluche olifant,
potten en pannen door de mod
der richting het water. De ene la
ding na de andere wordt in een
puinschuit gekiept. Een bewo
ner redt een manshoog boompje
van vermorzeling en sjouwt er
als ware het een wandelstok de
rest van de dag mee rond. Een
hond met het uiterlijk van een
pittbull en het geluid van een
schoothondje doet een uitval
naar de wortels.
Voor zijn caravan loopt Patrick,
muzikant van professie en af
komstig uit het Belgische Oos
tende, nerveus te drentelen. Hij
heeft van de ambtenaren nog
steeds geen definitieve toestem
ming gekregen om te blijven.
Amsterdam hanteert drie voor
waarden voor de te gedogen
groep: Ze moesten al voorkomen
op de luchtfoto die in oktober
1990 is gemaakt, geen brandge
vaarlijke behuizing hebben en
een redelijke hygiëne in acht ne
men, Aan de eerste voorwaarde
voldoet hij ruimschoots en aan
die tweede en derde heeft hij de
laatste dagen keihard gewerkt.
„Ik heb de kachel en het fornuis
weggedaan. Koken kan niet
meer. Maar er kan ook geen
brand uitbreken", zegt hij triom
fantelijk. De laatste twee dagen
heeft hij opgeruimd en gepoetst.
„Het plafond, de muren, alles is
nu heel proper." Het ontbreken
van sanitair baart hem wel enige
zorgen. „Ze willen geen toiletten
neerzetten omdat ze bang zijn
dat dat te veel nieuwe mensen
aantrekt. En dan vinden ze het
gek als je in de bosjes poept."
Een uur later staat hij op dezelf
de plek te dansen. Bij iedere
sprong zakken zijn schoenen
verder weg in de blubber. „Ik
ben zo blij. ik ben zo blij. Ik mag
blijven."
Laurence nit- Frankrijk bekijkt
het tafereel glimlachend. Ze
draagt haar vier maanden oude
zoon Merian op haar buik in een
grote trui die ze om zich heen
heeft gewonden. Af en toe krijgt
Merian tijdens de wandeling de
borst om vervolgens tevreden in
te dommelen. Laurence woont
samen met haar Nederlandse
vriend Johan in een kraakpand
elders in de stad. Ze zijn naar de
Gevleweg gekomen om toezicht
te houden op de woonwagen van
een vriendin die in Portugal ver
blijft en onwetend is over de ont
ruiming.
Laurence denkt niet dat de
woonwagen moet worden ver
wijderd, „we hebben hem hele
maal schoon gemaakt." Een
oogje in het zeil houden is niette
min verstandig, denkt ze. Vooral
Een Duits-sprekende man legt ontruimers maandagmorgen op het nomadenterrein in Amsterdam-
West uit, dat er in zijn woonwagen een zieke vrouw ligt. De man kreeg uitstel om te vertrekken
foto Marcel Antonisse!ANP)
omdat er af en toe verwarring
heerst over de vraag welke be
huizingen worden gedoogd en
welke moeten verhulzen. Een
grote caravan bungelt eerst vijf
minuten in de takels van een
kraan en wordt vervolgens weer
op z'n plek teruggezet.
Het gemeentelijk besluit om het
kamp te ontruimen heeft Lau
rence niet verrast. Schamper:
„In Frankrijk was zo'n kamp
niet denkbaar geweest. Daar
mag je in het park al niet eens op
het gras lopen of zitten." Ze is
goed te spreken over de vriende
lijke ambtenaar aan wie ze infor
matie over de actie vroeg. „Het
systeem is bullshit. De mensen
in het systeem zijn soms wel
oké", vindt vriend Johan.
Onverbiddelijk
Na een stroeve start verloopt in
de loop van de morgen de ontrui
ming soepel. Eén bewoner houdt
zich slapende in zijn iglo-vormi-
ge hut. Het mag niet baten, de
politieagenten zijn onverbiddel-
lijk. Met een kletsnatte deken
over zijn hoofd vlucht hij naar de
ingang van het terrein en spuugt
een achtervolgende fotograaf op
zijn jasje.
Van de 100 - in stadhuistaal - 'ob
jecten' is het grootste deel al
door de eigenaars zelf wegge
haald. Inclusief de woonwagen
die uitpuilde van de ratten en
het eigendom was van een man
met één been. Tweeëntwintig
mensen hebben gebruik ge
maakt van de mogelijkheid om
hun eigendom aan de gemeente
te verkopen voor bedragen tus
sen de 50 en 300 gulden.
Voor een aantal bewoners ligt de
zaak duidelijk. Hygiëne, brand
veiligheid. het zijn allemaal
voorwendselen die de gemeente
aangrijpt om de werkelijke re
den voor de ontruiming te ver
doezelen. „Ze doen het in hun
broek voor 1992", zegt een jon
gen in een jasje met KLM-logo.
„Amsterdam mag niet te aan
trekkelijk lijken voor ons soort
mensen als de Europese binnen
grenzen verdwijnen. Daarom
moet er nu ineens worden opge
treden. Het staat zo slordig, een
krottenwijk in je stad. Dat vin
den investeerders niet leuk. Stel
je voor dat ze dan voor Londen of
Brussel kiezen? Maar ze denken
toch niet werkelijk dat we in
rook opgaan? Mensen schuif je
niet zo makkelijk in een puin-
schuit als spullen. We duiken
wel weer ergens op. Amsterdam
is ons nog niet kwijt."
raar van zijn stuk te brengen,
schrijft Portnoy in haar boekje.
De wereld die door deze verha
len wordt opgeroepenis allesbe
halve een plezierige: „Er ivordt
geen tederheid in gevonden,
niets dat aardig is of lief. Angst is
er een belangrijk element in:
angst voor de ivetenscliap en
haar ontdekkingen, angst voor
vreemdelingen en hun voedsel,
ajigst voor dood en ontbinding,
angst om bedrogen of te kort ge
daan te worden
Zij wil een streng onderscheid
maken met de mop, „die andere
nederige reiziger van de monde
linge literatuur." Volgens haar
wil een mop de mensen alleen
maar aan het lachen maken. De
opzet van een broodje aap-ver
haal 'is daarentegen om de
toehoorders versteld te doen
staa?i. Volgens deze omschrij
ving zou mijn verhaal over de
zwangere boerenzoon tot het
moppendomein gerekend moe-
Gerrit Jan Zwier
ten wordenDe geschiedenis
over het visaas zou misschien tot
het andere domein behoren.
Maar in werkelijkheid is, zo
blijkt ook uit Portnoy's collectie,
de grens tussen beide domeinen
niet scherp te trekken.
In 'Broodje aap' komen ever
greens voor zoals die over het
echtpaar dat met turn poedeltje
een Chinees restaurant bezoekt;
na de heerlijke maaltijd krijgen
ze van de eigenaar alleen de
staart en de halsband van hun
lieveling terug. Of die over de
zwarte dienstbode van een
blank gezin in de tropen, dat net
een ijskast heeft aangeschaft;
als ze na een dag afivezigheid
weer thuiskomen, ligt de baby -
die het zo warm had gekregen -
doodgevroren in de kast.
Maar in deze bundel staan ook
nogal wat verhalen waarvan ik
?iog nooit gehoord heb. Dat heeft
waarschijnlijk te maken met het
feit dat een deel ervan in vroege
re woonplaatsen van de schrijf
ster. te weten A merika en Frank
rijk, verzameld is. Wat moet je
met dat onzinnige walgelijke
verhaal over een jongen die zijn
achterste vol smeert met pinda
kaas waarvan hij tijdens de
dienstkeuring op opvallende
wijze zit te snoepen? Dit verhaal
heeft met 'angst' even weinig te
maken als mijn veel smakelijker
anekdote over het flesje met ver
keerde urine.
Jonge Harki's zijn ellende beu
(Van onze correspondent
in Parijs
Hans Gertsen)
Nadat verschillende Parij-
se voorsteden de afgelo
pen weken al werden geteis
terd door rellen en onlusten,
was het afgelopen weekeinde
opnieuw raak in een Franse
voorstad. Dit keer leverden
jongeren van Noordafrikaan-
se afkomst drie nachten lang
slag met de politie in een bui
tenwijk van de Zuidfranse
stad Narbonne. De voorlopige
balans: veertien gewonde
agenten, in brand gestoken
auto's en drie arrestanten. En
in Narbonne is het nog verre
van rustig.
De gewelddadigheden in Nar
bonne lijken in veel opzichten
op de rellen die zich de afgelo
pen weken in diverse Parijse
voorsteden voordeden. Net als
in Mantes-la-Jolie en Les Mu-
reaux moest de politie het in
de Cite des Oliviers opnemen
tegen tientallen Noordafri-
kaanse jongeren. Dit keer ging
het echter niet om 'normale"
jongeren van Maghrebijnse
origine, maar om 'harki's'; na
zaten van Noordafrikaanse
soldaten die tijdens de Alge
rijnse onafhankelijkheidsoor
log aan de zijde van de Fran
sen vochten.
Een vergelijking met de Ne
derlandse Molukkers dringt
zich op. Net als de Molukkers
moesten de harki's na afloop
van de koloniale oorlog in al
lerijl hun land verlaten om aan
de woede van het Algerijnse
volk te ontsnappen. En net als
de Molukkers leefden de ruim
135.000 harki's en hun gezin
nen jarenlang in afgelegen
kampen. Anno 1991 zijn de
kampen vervangen door
troosteloze buitenwijken van
grote steden, vooral in Zuid-
Frankrijk. De harki's wonen
nog altijd in grote groepen bij
een en van integratie in de
Franse samenleving is nauwe
lijks sprake.
Drama
De harki's zijn het slachtoffer
van een dubbele discrimina
tie; ze worden niet alleen door
de 'echte' Fransen als een
soort tweederangs burgers ge
zien en behandeld, maar ze
worden al evenmin geaccep-
Franse agenten voeren zondagnacht een jonge Harki af, die wordt verdacht va
stenen naar de politie foto Georges Bartöli/AFP)
het gooien van
teerd door de overige Maghre-
bijnen voor wie ze nog altijd
verraders zijn die aan de ver
keerde kant vochten in de ko
loniale oorlog. Bovendien
wordt de harki-gemeenschap
verscheurd door een genera
tie-conflict. De jongeren vin
den in meerderheid dat hun
ouders destijds een verkeerde
keus hebben gemaakt door
voor de Fransen te vechten,
Samen met de enorme werk
loosheid onder de harki's, de
troosteloze, woonomgeving en
de grote scholingsachterstand
van veel jongeren voldoende
materiaal voor een explosieve
situatie.
Afgelopen vrijdag kwam het in
de Cite des Oliviers bij Nar
bonne tot een uitbarsting. Na
dat de politie vrijdagnacht
drie jongeren had gearres
teerd die enkele auto's in
brand hadden gestoken, keer
den tientallen jongeren zich
tegen de oproerpolitie De
agenten werden bekogeld met
stenen en molotov-cocktails
en groepen jongeren wierpen
barricades op in de wijk. Za
terdag eisten de jongeren de
vrijlating van de drie arrestan
ten voor 18.00 uur, anders zou
heel Narbonne in vuur en vlam
gezet worden.
Toen de autoriteiten geen ge
hoor gaven aan dat ultima
tum, braken er opnieuw onge
regeldheden uit. Zowel zater
dag als zondagnacht was de
Cite des Oliviers wederom ge
huld in wolken traangas en
rook van brandende barrica
des.
Een ander belangrijk verschil
met de rellen in andere voor
steden is dat de jonge harki's
in Narbonne blijkbaar op nog
al wat steun kunnen rekenen.
Verschillende organisaties
van gerepa trieerden en tal van
andere harki-gemeenschap-
pen in Zuid-Frankrijk spraken
zondag hun onvoorwaardelij
ke steun uit aan de opstandige
jongeren. Volgens de organisa
ties van gerepatrieerden heeft
de Franse staat ernstig ge
faald bij de opvang van de har
ki's en niet genoeg moeite ge
daan om hen in de Franse sa
menleving te integreren. „De
regering moet nu snel de nodi
ge middelen uittrekken en een
goed integratiebeleid opzet
ten, anders voorzie ik een dra
ma. De jongeren willen werk
en een fatsoenlijke leefomge
ving", aldus een woordvoerder
van Recours, de grootste be
langenorganisatie van de ex-
Algerijnen.
De nieuwe geweldsuitbarsting
valt samen met een hevig poli
tiek debat over het immigra
tiebeleid. Van links tot uiterst
rechts gaan steeds meer stem
men op om een eind te maken
aan het toelatingsbeleid dat
jarenlang veel te ruimhartig
zou zijn geweest.
Voeten vegen alstublieft. Dit
verzoek, dat de bezoeker
van het ISRIC in Wageningen
bij de deur aantreft, heeft on
willekeurig een extra beteke
nis. Het gebouw huisvest name
lijk een internationaal weten
schappelijk centrum van bo
demdeskundigen, zoals ook de
zand- en kleitaartjes in de hal
vitrines tonen.
Het ISRIC, het internationaal
informatiecentrum voor de bo
dem, presenteert vandaag een
wereldkaart waarop is aangege
ven waar en hoe de toestand van
de bodem door menselijke acti
viteiten is aangetast. Aan deze
zogeheten Wereldbodemdegra-
datiekaart is drie jaar gewerkt.
De kaart laat zien dat ongeveer
een kwart van het totale areaal
aan landbouwgrond in meer of
mindere mate is aangetast. Een
gebied zo groot als India (300
miljoen hectare) dreigt zijn pro-
duktiviteit voorgoed te verlie
zen. De Wereldbodemdegrada-
tiekaart laat zien dat in Afrika
landbouwgronden het zwaarst
zijn aangetast. Maar liefst een
kwart van het areaal is onbruik
baar voor de produktie van
voedsel. Dit komt door de erosie
door wind en water, beide voor
namelijk een gevolg van overbe
weiding. De oprukkende woes
tijn bedreigt een toenemend
aantal landen.
In Azië en Zuid-Amerika blijkt
door erosie bijna de helft van de
beschikbare landbouwgronden
matig beschadigd. Het areaal is
nog steeds voor de boeren bruik
baar, maar de produktiecapaci-
teit is ernstig verminderd. De
ontbossing is er de grootste
boosdoener.
In Noord-Amerika is ruim 70
procent matig aangetast, vooral
dqor intensief gebruik van land
bouwgrond. Ruim tweederde
van de bodem is hierdoor gevoe
lig voor erosie door water.
Europa
In Europa is tweederde van de
grond matig aangetast. Dit heeft
verschillende oorzaken: ontbos-'
sing, overbeweiding en intensief
gebruik van de landbouwgrond.
Bovendien levert vervuiling
door de (bio)industrie een bij
drage aan de achteruitgang van
de bodem. Opvallend is dat in
het Zuiden van Zweden sprake
is van chemische bodemvervui
ling, veroorzaakt door neerslag
van vervuilde lucht, afkomstig
uit Midden-Europa.
In Australië en omliggende ge
bieden is 80 procent van de
grond in lichte mate aangetast
door erosie door water. De be
langrijkste oorzaak hiervan is
overbeweiding. Zorgwekkende
cijfers, zo menen W. Sombroek
en R. Oldeman van het ISRIC.
Sombroek is de directeur van
het Centrum, Oldeman heeft het
onderzoek naar de achteruit
gang van de bodem geleid. Beide
wetenschappers houden bij hun
kaart ook de snel toenemenae
omvang van de wereldbevolking
voor ogen. Het is zeer de vraag of
de voedselproduktie op peil ge
houden kan worden.
„Tien jaar geleden", zegt Olde
man, „wisten we al dat met na
me delen van Afrika de voedsel
produktie niet zouden kunnen
bijbenen. We kunnen nu stellen
dat het erger is. Niet alleen is de
bevolking sneller gegroeid dan
voorspeld, ook is de bodem ern
stiger verslechterd dan werd
aangenomen."
Hoe erg het precies is, wil het IS
RIC tonen met een vervolgon
derzoek. Een dergelijk project
zal hooguit 15 miljoen gulden
kosten. „Peanuts", zo stellen
beide heren, die niettemin al en
kele jaren met mogelijke dona
teurs in de slag zijn. Wel hebben
zij het vertrouwen dat hun kaart
politici en beleidsmakers over
de wereld nog eens flink wakker
zal schudden.
Gevoelig
vaker door overstromingen be
dreigd.
Overbeweiding leidt tot erosie
door wind, overmatige bevloei- 1
ing tot verzilting. Ten slotte is in
veel landen, zoals in Nederland,
ook sprake van overbemesting
en vervuiling door de landbouw1
en de chemische industrie. Elk
jaar opnieuw gaan miljoen hec-
taren vruchtbare grond verlo
ren.
De beide onderzoekers wijzen
met name op de gebiëden die
matig zijn aangetast. In totaal'
gaat het om ruim 900 miljoen
hectare. Als niet snel maatrege-
len worden getroffen, is deze
grond over tien jaar voor de' j
landbouw en dus voor de pro- 1
duktie van voedsel verloren. Ol
deman: „Nu kun je er op regio-'I
naai niveau nog iets tegen doea
Over tien jaar is het daarvoor te 1
laat. Dan helpt alleen nog een
grootschalige, internationale 'I
aanpak."
Kosten
De kaart die nu is gemaakt kan 1
daarbij slechts beperkt hulp bie- 1
den, erkennen Oldeman en Som-
broek. Daarvoor is de schaal van
1 op 10.000.000 te grof. Om de
specifieke problemen per gebied 1
in beeld te brengen zijn gedetail- 1
leerdere kaarten nodig. Het IS- 1
RIC denkt daarbij aan een 1
schaalgrootte van 1 op 1.000.000, 1
Hoewel vooral Derde-Wereld- I
landen daarvoor al belangstel- I
ling hebben getoond, laten deze
kaarten voorlopig nog op zich
wachten. Het benodigde geld
ontbreekt. Alleen voor Uruguay,
Argentinië en Brazilië zijn bij
wijze van proef gedetailleerde
kaarten gemaakt.
De onderzoekers hopen dat de
Wereldbank de buidel zal trek
ken om de overige kaarten te fi
nancieren, hoewel ook met vra
gende blik naar minister Pronk
van Ontwikkelingssamenwer
king wordt gekeken. Veel ge
er niet mee gemoeid, benadruk
ken Oldeman en Sombroek. Per
gebied van 100.000 vierkante ki
lometer slechts 250.000
500.000 gulden. „Het meeste
werk is eigenlijk al gedaan. We
hebben nu een handleiding met
normen die internationaal geac
cepteerd zijn. Daar kan gewoon
verder mee worden gewerkt."
Voorlopig is „de puzzel gelegd
voor de algemene bodem-degra-
datiekaart. Sombroek en Olde
man wachten nog op een uitno
diging om volgend jaar juni, tij
dens de grote VN-conferentie
over milieu en ontwikkeling
(UNCED) in Brazilië, nadere uit-
leg te geven. „De politici kunnen
er nu alvast op afstand naar kij
ken."
Woestijnen
In Brazilië zal ook een wereld
kaart over woestijnvorming
worden gepresenteerd. De gege
vens van de bodemkaart van het
ISRIC maken hiervan deel uit,
De woestijnkaart zal ook de ach
teruitgang van de vegetatie to
nen. „Zodat hopelijk op rege
ringsniveau meer aandacht voor
de problemen komt. En ook de
consequenties worden getrok
ken."(ANP)
De kaart wordt in een oplage
van 5.000 exemplaren verspreid.
Overigens moeten de politici er
nog even op wachten, want bij
de Falkland Eilanden is ver
zuimd tussen haakjes de Argen
tijnse naam Malvinas toe te voe
gen. Het is niet het enige voor
beeld van de politieke gevoelig
heid van de wereldbodemkaart.
Directeur Sombroek vertelt hoe
aanvankelijk van de „lokale des
kundigen" in de Verenigde Sta
ten de melding kwam dat in hun
land van achteruitgang van de
bodem al enkele jaren geen spra
ke meer kon zijn. Het Congres
had immers inmiddels voldoen
de geld uitgetrokken om de de
gradatie te stoppen.
„Dat had duidelijk een politiek
tintje", aldus Sombroek, die op
de kaart aanwijst dat uiteinde
lijk ook de VS de degradatie-
dans niet zijn ontsprongen. Bij
het geïndustrialiseerde Japan,
dat op de kaart zo goed als onge
schonden tevoorschijn komt,
fronst hij nog altijd de wenk
brauwen. „Daar komen we nog
weieens op terug." Maar daar
liggen niet de grootste proble
men.
„De achteruitgang van de bo
dem is juist in de dichtstbevolk
te gebieden het ernstigst. Dat is
alarmerend." Dat beseft ook de
UNEP. het Milieuprogramma
van de Verenigde Naties, dat het
ISRIC de opdracht voor de
kaart gaf.
Achteruitgang van de bodem
kan verschillende oorzaken heb
ben. Erosie door water treedt op
door ongebreidelde ontbossing
en ondeskundig gebruik van de
grond. Daardoor spoelt vrucht
bare bovengrond weg en worden
lager gelegen gebieden steeds
Roel Oldeman, leider van hel
onderzoek naar de achteruil-
gang van de bodem op de we
reld.
Wim Sombroek,directeur van
het internationaal informatie
centrum voor de bodem.