Op jacht naar
de echte
big spenders
Pure schoonheid in het binnenland
Touch! levert de
gouden greep
toerisme
Jeepsafari
naar hartje
Gran Canaria
tijd
PZC
ZATERDAG 8 JUNI 1991
vrije
Inde reclamebusiness is een vlotte babbel niet meer genoeg. Tè snelle
jongens branden af. De klant wenst complete service, van de eerste
handdruk tot de uiteindelijk reclameboodschap in de krant of op de
streekbus. En de klant wil keiharde guldens terugzien voor zijn
reclamecenten. Hoe verkoop ik een koekje, een spijkerbroek of een pak
wasmiddel? Vraag het Touch! Advertising BV in Goes. Een
ideeënfabriek, waar uitgekiende marktstrategieën van de band lopen.
Regelmatig zit er een gouden vondst tussen. Zoals de
personeelsadvertentie voor het Goese bedrijf Linden Machines BV,
recent genomineerd door de Stichting Jaarprijzen
Personeelsadvertenties. In haar bonte jaarboek prijkt nu ook Touch!,
temidden van landelijke topbureaus.
De reclamemakers Jan Kooren en Johan la Grand in de Goese vestiging van hun Touch! Advertising (foto Lex de Meester
Touch! verkoopt communicatie vanuit
een kantoor aan de Goese Markt, bo
ven Brammetje Dump. Stijlvolle antieke
bureaus, met asymetrische blauwgrijze
glasplaten op turkoois tapijt. Deftige ge
drapeerde gordijnen. Telefoons in
snoepkleurtjes. Aan de wand lijsten met
modeadvertenties in pop-artstijl. Over
het interieur is nagedacht. Het is bewust
deel van de presentatie van Touch! Dyna
misch, direct en vooral ambitieus.
De reclamemakers Jan Kooren (35) en Jo
han la Grand (25) hebben grote plannen.
Een droom ging in vervulling toen zij een
jaar geleden hun reclamebureau openden
in een pandje aan de Keizerstraat. Van
meet af aan waren ze niet van plan zich te
beperken tot de 'peanuts'. Vette vissen
zouden ze aan de haak slaan. In vakter
men mid-accounts, met een reclamebud
get van vijftig mille tot drie, vier ton per
jaar. Een grote gok voor een beginnend
bureau. Ware het niet dat Kooren en La
Grand, mede door hun ervaring als dag
bladacquisiteurs, duidelijk kansen op de
Zeeuwse markt zagen. Vastberaden beslo
ten ze uit de reclameruif mee te snoepen.
„In Zeeland ontbrak een reclamebureau
dat volledige service levert. Dat alle nood
zakelijke vakkennis in huis heeft", legt
Jan Kooren uit. „De grotere bedrijven zit
ten allemaal bij gerenommeerde landelij
ke bureaus. De echte top. Ik heb eens een
keer doorgerekend hoeveel reclamegel
den vanuit Zeeland naar de Randstad ver
dwijnen. Het gaat om minimaal zeven mil
joen gulden."
Kooren, die bij reclamebureaus in Rotter
dam gekneed is, zag ook alle begaafde
vakkrachten naar Holland vertrekken. In
het kale Zeeuwse reclamelandschap von
den zij geen toekomst. „Ook daar lag een
uitdaging. Een bureau vestigen, dat over
talentvolle reclamemensen beschikt."
Touch! kneep dan ook de handen dicht,
toen de jonge 'art director' Wilfred Gon-
calves binnenliep. En bleef. Wilfred woont
in Heinkenszand, heeft de Grafische
School gedaan, maar kon tot voor kort al
leen in Rotterdam een baan naar wens
vinden. Met hem is het Touch !-team rede
lijk compleet. „Je hebt", vertelt La Grand,
„een goede account-behandelaar nodig.
Da's de contactman, die ook de boer op
gaat. Daarnaast een copywriter, zeg maar
de tekstschrijver, die met creatieve ideeën
moet komen. Verder de art-director, die
deze ideeën in advertenties vormgeeft. En
ook een mediaspecialist, wantje moet alle
ontwikkelingen in medialand in de gaten
houden. Tenslotte een traffïcmedewerker,
de persoon die zorgt dat alle stappen goed
verlopen, die bijvoorbeeld nagaat of werk
tekeningen op tijd bij de drukker zijn."
Touch! telt nu vier medewerkers: ac
countbehandelaar en trafficman Johan
La Grand, accountbehandelaar/medias-
pecialiste Ria Kooren, copywriter Jan
Kooren en art director Wilfred GonQalves.
Plan
Kort na de start stroomden de mid-ac-
counts al binnen, opdrachten van twee
ton. Het waren bedrijven die zich geen
topbureaus kunnen veroorloven, maar
voor de Zeeuwse maat iets te veel geld aan
reclame spendeerden. Wat doet Touch!
met zulke bedragen? Jan Kooren: „Wij
leggen een strategisch plan voor dat aan
sluit bij de marketingdoelstelling van het
bedrijf. Met een advertentietje ben je er
niet. In feite lossen wij een communicatie
probleem op. Een mooi voorbeeld is Lin
den Machines. Het is één van de grootste
werkgevers in Goes, maar het bedrijf is
vrij onbekend. Linden zat te springen om
vakmensen. Goede bankwerkers en draai
ers zijn niet te krijgen, die moetje loswe
ken bij concurrenten. Dat lukte maar
niet."
Het imago van de klant, daarin ligt de
sleutel tot succes. Tijdens gesprekken
met de machinefabriek klonk telkens het
woord 'ambachtelijk'. „Goed luisteren is
het halve werk. Wij hebben dan ook een
advertentiecampagne ontwikkeld, waar
in de ambachtelijk uitstraling van Linden
centraal staat. Je denkt na over een goede
illustratie. Dat werd een olieverfschilde
rijtje van een machinedetail, bezien door
een vergrootglas. Da's de visuele mag
neet. De kopregel nodigt vervolgens uit
tot lezen: 'waarom wij op zoek zijn naar
meer vakmensen met gouden handen'. De
tekst is verder het werkpaard en moet hel
der en bondig zijn. Sluiten de drie elemen
ten niet aan, dan is het over en uit!"
Raak
De personeelsadvertentie (in de PZC)
werkte. Linden kreeg minder, maar wel de
juiste reacties. Kop en tekst schiftten me
taalarbeiders met weinig ervaring. Die
durfden niet meer te solliciteren. „Kun je
nagaan hoe omzichtig je moet werken",
zegt La Grand. De Stichting Jaarprijzen
Personeelsadvertenties nomineerde het
stukje reclamevakwerk. Touch! is natuur
lijk apetrots. Jan Kooren: Het is een teken
dat we het goed hebben gedaan. Dat moet
ook: onze klant wil tenslotte dat zijn recla
mebudget tot resultaten leidt. Mede door
die nominatie is deze advertentie een
hoogtepunt in m'n leven."
Maar Touch! heeft nog meer noten op zijn
zang. Kooren en La Grand azen op de gro
te accounts als Perfecta Chemie, Dow
Chemical of de Koninklijke Maatschappij
De Schelde. 'Big spenders', die hun mil
joenenbudgetten in de Randstad uitge
ven. Met de nominatie als kruiwagen - „al
le vakmensen lezen het jaarboek" - hoopt
het reclameduo daar wat vanaf te knabbe
len. „Hoe kom je bij dat soort bedrijven
binnen, da's het probleem. Met een vlotte
babbel red je het niet. Je moet werk kun
nen laten zien. Je ontleent je bestaans
recht tenslotte aan referenties. En dan
nog kost het soms jaren een account bin
nen te halen, want je moet met de beste
reclamejongens concurreren en bedrijven
verwachten ook niet dat er een Zeeuws al
ternatief is. Ik ben bijvoorbeeld al tweeën
half jaar bezig met één bedrijf', laat Jan
Kooren los. Touch! Advertising BV wil
naar de top. Het Goese bureau streeft
naar een gekapitaliseerde reclameomzet
van zes miljoen gulden in 1995. Wat is de
drijfveer? Jan Kooren: „Wij zijn reclame-
dieren, altijd met ons vak bezig. Als ik
door een supermarkt loop en ik zie dat een
mevrouw een pak koffie bekijkt, dat weer
terugzet en ander merk pakt. gaat mijn
antenne uit. Waarom doet ze dat.?, wat is
er mis met dat ene pak koffie?, denk ik
dan."
Frank Balkenende
De geiten van de bergbewoners lopen los rond, en worden één keer per dag gemolken (foto GPD
lometer en een diepte van tweehonderd
meter. Onder in deze krater woont Au-
gustin, een vrijgezel die daar vlak naai
de Spaanse burgeroorlog is gaan wonen.
Hij verbouwt er wat druiven, tomaten en
graan. Een paar maal per jaar hijst hij de
vruchten van zijn arbeid op de rug van
een ezel en klimt dan zigzaggend langs
de steile kraterwand omhoog, tot aan de
geasfalteerde weg. Daar verkoopt hij z'n
handeltje om, als hij los is, weer zigzag
gend naar beneden te gaan. Voor maan
den weer alleen.
Augustin is niet de eerste zonderlinge be
woner van Pico Bandama. Het schijnt
dat in de 16e of 17e eeuw een Nederlandse
zeeman, ene Van Damme, zijn toevlucht
in de krater heeft gezocht. De man is
daar najaren werken gestorven en bij ge
brek aan erfgenamen viel de grond weer
aan de, toen al Spaanse, overheid toe.
Ter nagedachtenis aan deze Nederland
se eenling werd de berg toen Pico Vanda-
ma genoemd. Omdat in het Spaans de
letter V een b-klank heeft is de naam al
snel verbasterd tot Bandama. Augustin
houdt ondertussen de legende levend.
Het bergachtige binnenland van Gran
Canaria is van pure ongerepte schoon
heid. Een hele dag door die schoonheid
rijden met een open jeep is een groot ge
noegen. Onze groep trok met drie jeeps
en een gids van 's morgens tien tot 's
avonds acht uur over gebaande en onge
baande wegen door een prachtig, betrek
kelijk onherbergzaam natuurschoon.
Het enthousiasme van gids Miguel werkt
aanstekelijk; om de paar honderd meter
moet er dringend gestopt worden om te
fotograferen. Er zijn maai- weinig plek
ken waar Miguel niets over te vertellen
heeft, zelfs over de begroeiing weet hij
nog wat te zeggen. De cactus bijvoor
beeld. Zoals in Nederland paardebloem
en fluitekruid in de bermen groeien, zo
zijn de berghellingen en bermen op Gran
Canaria begroeid met cactussen.
De plant bloeit met grote gele bloemen
en geeft na de bloei vruchten, die als cac
tusvijgen op de menukaart van vrijwel
eik restaurant staan. Op de cactus leeft
een wolluissoort, die eenmaal gedroogd
en gemalen een rode kleurstof oplevert,
cochenille. Tussen de dikke duim en
wijsvinger van Miguel worden wat wolli-
ge vlokjes fijngewreven; een minuscule
hoeveelheid rood spul blijft achter.
Miguel vertelt dat deze kleurstof-win
ning vroeger een belangrijke bron van in
komsten was; nu gebeurt het, voorname
lijk door oude vrouwen, nog maar op
kleine schaal. De opbrengst wordt nog
wel geëxporteerd, vooral naar Italië,
waar het wordt gebruikt in de voedings
middelenindustrie.
Vruchtbaar
Behalve cactussen groeien er in de
vruchtbare vulkanische aarde palmen,
dille, agave, bougainville en meer mooie,
maar mij onbekende planten en bloe
men. Voor liefhebbers van uitbundige
bloemenpracht is de maand april de bes
te tijd om naar Gran Canaria te reizen.
Op de beschutte, wat lager gelegen hel
lingen zijn plantages met papaya's, ba
nanen en citrusvruchten aangelegd
waarvan drie- tot viermaal per jaar kan
worden geoogst.
Eigenlijk wil alles wel groeien en bloeien
op Grand Canaria, als er maar genoeg
water is. Dit nu, de watervoorziening, is
een voortdurende zorg voor de Cana-
riërs. Er is weliswaar een grote ontzil-
tingsinstallatie in aanbouw en met be
hulp van stuwdammen zijn er grote wa
terreservoirs in de bergen aangelegd,
maar ondertussen is het behelpen. De
meeste huizen hebben op het dak water
tanks staan die zijn aangesloten op een
leidingnet.
Gemiddeld eenmaal per week kunnen
deze tanks worden gevuld en op zo'n dag
zet iedereen de wasmachine aan en
wordt alles wat water kan bevatten ge
vuld; als reserve, wantje bent nooit zeker
wanneer er weer water is. Een aangena
me bijkomstigheid van de stuwmeren in
de bergen is de zwemgelegenheid in deze
gebieden. Langs de glooiende oevers van
deze meren is de vegetatie meer dan wel
ig en dat maakt het aangenaam vertoe
ven.
De bewoners van de bergen hebben het
Met La Palma, Gomera, Hierro,
Fuerteventura, Lanzarote en
Tenerife vormt Gran Canaria de
Canarische Eilanden. Een groepje
Spaanse vulkanische eilanden in de
Atlantische Oceaan op ongeveer 300
kilometer uit de kust van Marokko.
Gran Canaria, ongeveer zo groot als de
provincie Utrecht, is al jaren een druk
bezocht vakantieoord. Vrijwel alle
toeristen worden gehuisvest langs de
oostkust van het eiland. De strook
tussen de hoofdstad Las Palmas en
Maspalomas, die door de bevolking
'sahara' wordt genoemd, is
volgebouwd met hotels van vage
architectuur waar toeristen zich
schijnbaar willoos laten opstapelen
om vervolgens de 'playa' een vakantie
lang niet meer te verlaten. Jammer,
want het binnenland van Gran
Canaria is de moeite waard.
De uitbater van het Canarische eet
huis, is wat klein van stuk. Ter com
pensatie maakt hij een hoop drukte. Met
zijn tengere lijfje, de moderne bandplooi-
broek tot onder de oksels opgehesen,
stapt hij geagiteerd door het etablisse
ment om gasten en personeel hun plaats
te wijzen. Na het behoorlijke ontbijt tij
dens de vliegreis en de copieuze lunch in
het hotel hebben we niet zo'n honger en
besluiten ons te beperken tot een paar
voorgerechten.
Traditioneel Canarisch zijn de kleine, in
de schil gekookte aardappeltjes overgo
ten met een pittige, ruim van knoflook
voorziene, tomatensaus. Wanneer ik met
mes en vork de kleine piepertjes probeer
te schillen, staat, als een duvel uit een
doosje, het kleine mannetje naast me.
Hij pakt mes en vork uit m'n handen en
begint met kittige gebaartjes de aardap
peltjes in partjes te snijden. Wanneer hij
een stukje aan de vork prikt, door de
saus haalt en aanstalten maakt om me te
voeren, grijp ik, net zo gedecideerd als
hij, in. Eten kan ik al heel lang zelf en de
bedoeling is duidelijk: de piepers worden
met schil en al gegeten.
In de middag hebben we al kennisge
maakt met Gran Canaria. Een bus, met
aan boord een gids, voerde ons van Playa
del Ingles via Ingenio en Telde naar de
Pico Bandama, een berg met bovenin
een krater met een doorsnee van een ki
beter. Zij zijn niet alleen aangesloten op
het leidingnet; ze kunnen daar ook ge
bruikmaken van een leidingnet dat zui
ver bronwater aanvoert. Heerlijk koel
water dat zonder gevaar voor darm-ma
laise gedronken kan worden.
Grotvvoningen
Een relatief groot aantal bergbewoners
woont in zogenaamde grotwoningen. Na
tuurlijke holtes in de bergwand zijn met
een beetje hak- en breekwerk omge
toverd tot koele woninkjes. Een kleine
aanbouw ervoor, een waranda eraan
maakt het geheel tot heel behoorlijke on
derkomens. Tijdens onze jeep-safari
stopt gids Miguel onverwacht bij zo'n
woning. De bewoner, een oude man, laat
ons gastvrij toe.
Wij, tien blommige Hollanders, staan
een beetje onwennig in het kleine prope
re slaapkamertje, met in de rots uitge
hakte nissen die dienst doen als kast en
waar een statieportret van Juan Carlos
en zijn Sophietje broederlijk naast zo'n
zelfde afbeelding van generaal Franco
hangt. In de pronkkamer staat tegen
over een groot kunstleren bankstel een
prachtig opgemaakt bed. Heel knus ligt
er een kindeke Jezus tussen de kussens,
vanaf de wanden gadegeslagen door een
zedige Madonna en een afbeelding van
een schaarsgeklede wulpse dame. Gek
genoeg past het allemaal in deze omge
ving. Wij klimmen weer in de jeeps en het
oude heertje blijft, met een handvol siga
ren, ietwat verbijsterd achter.
Voor zover de bewoners van de bergen
niet in de toeristencentra werken, voor
zien ze voor een groot deel in hun eigen
behoeften. Mals, graan, aardappelen en
tomaten groeien snel en de meesten heb
ben nog wat geiten die in de bergen hun
eigen kostje opscharrelen en eenmaal
per dag bij elkaar gedreven en gemolken
worden.
Bij de jeep-safari is een lunch inbegre
pen. Volgens het programma moeten we
omstreeks één uur bij de 'cantina' in de
bergen arriveren. Wanneer we om half
vier het eethuis naderen, ontvangt Mi
guel via z'n portofoon de melding dat het
eten klaar staat, maar het brood op is.
Met een kleine omweg stoppen we in een
minuscuul gehucht, waar we bij een bak
ker verrukkelijk vers brood halen. De
lunch, door ons omstreeks borreltijd ge
nuttigd, is bijzonder smakelijk. Een
enorme ijzeren bak met in een steenoven
gaar gesudderde kippebouten en een
bak met een frisse salade worden op een
lange tafel uitgestald. Uitgehongerd en
aangespoord door Miguel en de kok val
len we met handen en voeten op het eten
aan. De rode Canarische wijn is vast en
zeker door engeltjes gemaakt,
Stella Smeding