NAVO-nieuwe-stijl in de steigers
Vrije zondag komt steeds meer onder druk
Betrouwbaarheid
van het CDA als
coalitiepartner
Het opschonen van
de WAO-statistiek
opinie en achtergrond
Golfcrisis bracht ontnuchtering: wereld nog lang geen oase van veiligheid
levensbeschouwing
ZATERDAG 25 MEI 1991
Van onze correspondent
Hans de Bmijn in Brussel)
Anderhalf jaar na de val van
de Berlijnse Muur, die het
begin van het einde van het
Warschaupakt inleidde, lijkt de
NAVO eindelijk gereed om zich
aan de nieuwe realiteiten in Eu
ropa aan te passen. Een nieuwe
NAVO-strategie, nieuwe mili
taire doctrines en een nieuwe
organisatie van de NAVO-
strijdkrachten in Europa zijn
daarvan het gevolg.
De ministers van defensie van
het Atlantisch bondgenoot
schap komen volgende week in
Brussel bijeen om die nieuwe mi
litaire organisatie in de grond
verf te zetten. Een week later
vergaderen de ministers van
buitenlandse zaken in Kopenha
gen en de regeringsleiders van
zestien landen beslissen in het
najaar definitief over de 'NAVO
nieuwe stijl'.
Die NAVO van straks zal duide
lijk afwijken van die van nu om
dat de veiligheidssituatie in Eu
ropa is veranderd. Toen de Sov
jetunie nog de grote, boze 'beer'
was, die zijn klauwen stevig in
Oost-Europa had geplant, was
duidelijk waar de NAVO voor
stond. Er was, dacht men ten
minste, een militaire dreiging
waartegen het westen zich te
weer moest kunnen stellen.
Daartoe stond een massale geal
lieerde troepenmacht aan voor
al de Duits-Duitse grens tegen
over de even massale eenheden
van het Pakt van Warschau. Dat
werd de 'voorwaartse verdedi
ging' genoemd, die de tegen
stander ervan moest weerhou
den het NAVO-gebied aan te val
len. Nucleaire wapens, en de be
reidheid die te gebruiken, zorg
den voor aanvullende afschrik
king.
De omwenteling in Oost-Europa
heeft aan al die zekerheden een
eind gemaakt. Er zijn andere
voor in de plaats gekomen; de
Sovjetunie is niet langer de vij
and maar een, zij het wat aarze
lende, vriend. De landen in
Oost-Europa zijn bijna bondge
noten geworden. Dreiging uit
het oosten is er niet meer. Dat
heeft gevolgen voor de organisa
tie van onze defensie.
Op hun top van juli vorig jaar in
Londen staken de NAVO-leiders
de 'hand van vriendschap' uit
naar de vroegere vijanden en zij
gaven opdracht om een nieuwe
NAVO-strategie te ontwerpen,
waarin rekening werd gehouden
met die veranderde situatie. De
meeste landen rekenden zich on
middellijk rijk. Geen dreiging-
meer? Dan kan ook ons leger
kleiner, luidde overal de reactie.
Ontnuchtering
De Golfcrisis leidde tot een ont
nuchtering. Het wegvallen van
de dreiging in Europa betekende
nog niet dat de wereld ineens
een oase van veiligheid was ge
worden. Europese veiligheidsbe
langen konden ook ver buiten
Europa bedreigd worden. Politi
ci die al bezig waren het 'vredes-
dividend' te innen, kwamen be
drogen uit. De Golfoorlog kostte
handenvol geld.
Bovendien zal inkrimping van
de in Europa gestationeerde le
gers met 40 tot 50 procent zeker
niet evenveel aan besparingen
opleveren. De nieuwe NAVO-
strijdkrachten zullen kleiner en
multinationaal, maar vooral fle
xibeler en mobieler worden. Dat
vergt transportmiddelen die er
nu veelal niet zijn en die vele mil
jarden guldens zullen gaan kos
ten.
Bovendien worden de wapens
steeds geavanceerder. De Golf
oorlog heeft geleerd dat een le
ger dat de modernste hi-tech wa
pens heeft bijna onverslaanbaar
is. Ook de NAVO-strijdkrachten
zullen, al zijn ze kleiner, het bes
te van het beste willen hebben.
Maai- dat is peperduur. Ook de
controle van de ontwapenings
akkoorden kost veel geld. Weg
vredesdividend.
De nieuwe NAVO-strijdkrach
ten moeten aan geheel nieuwe
dreigingen het hoofd bieden.
Niet meer in de eerste plaats van
de Sovjetunie, maar vanuit het
Midden-Oosten, van de islamiti
sche landen langs de Middel
landse Zee, en van de instabiele
landen als Joegoslavië. Om ons
daartegen te beveiligen is geen
groot landleger meer nodig,
maar kleinere, flexibele en mo
biele eenheden.
Zesde ontwerp
De ministers van defensie en
buitenlandse zaken krijgen de
komende weken het zesde ont
werp op tafel van de nieuwe, aan
de veranderingen aangepaste
NAVO-strategie. Daaraan is
sinds september vorig j aai- door
hoge diplomaten en militairen
op het NAVO-hoofdkwartier in
Brussel gewerkt. Een vooral po
litiek en minder militair stuk
dan vergelijkbare teksten uit
het verleden.
Crisisvoorkoming en -beheer
sing, vreedzame regeling van
conflicten, bescherming van de
democratie. Dat zijn de hoofd
thema's. Er wordt vooral aan
dacht besteed aan wapenbe
heersing en aan het tegengaan
van de verspreiding van wapen
technologie. Maar een aantal be
grippen uit het oude, vertrouw
de NAVO-jargon zullen er toch
weer niet in ontbreken.
De geïntegreerde commando
structuur van de NAVO blijft on
aangetast, de gemeenschappe
lijke planning en de militaire
procedures zullen niet wezenlijk
veranderen. En evenmin zal de
verzekering ontbreken dat het
operatiegebied van de NAVO-
strijdkrachten beperkt blijft tot
het NAVO-verdiagsgebied. Mili
taire operaties daarbuiten ko
men niet voor rekening van de
NAVO.
Kernwapens
Kernwapens blijven een onlos
makelijk deel van de NAVO-
strategie. Ter afschrikking van
De dreiging uit het Oosten is er niet meer. 'Geen tanks', een symbolische oproep boven de hoofden van
duizenden op het Wenceslasplein in Praag bij de herdenking van de invasie van het Warschaupakt
(1968) in Tjechoslowakije (foto Pavel HoresjilAP)
eventuele (uiteraard Russische)
tegenstanders, en als 'laatste
redmiddel', wanneer gewone wa
pens niet meer helpen. Maar het
aantal kernwapens zal drastisch
worden verminderd. Van de 3500
kernkoppen die er nu nog in Eu
ropa zijn zullen er hooguit 1000
overblijven.
De nucleaire artillerie (kanon
nen, raketten) wordt afgeschaft
en vanaf waarschijnlijk pas 1996
vervangen door vanuit vliegtui
gen af te vuren raketten met een
bereik van 450 kilometer (de
Tactical Air to Surface Missile,
ofwel TASM). Of en hoeveel che
mische wapens er in de nieuwe
NAVO-strijdkrachten zullen
blijven is een kwestie waar nog
over gepraat wordt.
De strategie van het 'aangepas
te antwoord', waarop de NAVO
vele jaren heeft gerekend, blijft
intact, maar deze woorden ko
men in het nieuwe strategie-do
cument niet meer voor. Het aan
gepaste antwoord betekent dat
de NAVO de tegenstander in het
onzekere laat met welke (nu
cleaire of conventionele) wapen
zij agressie zal beantwoorden.
Dat principe verandert niet.
De nieuwe NAVO-strategie had
al klaar kunnen zijn, ware het
niet dat de Europese landen in
een moeizame discussie gewik
keld zijn over de rol van de Euro
pese Gemeenschap en de West-
europese Unie bij het bepalen
van een Europees veiligheidsbe
leid. NAVO-diplomaten zeggen
ronduit gefrustreerd te zijn, om
dat door het uitblijven van een
duidelijke Europese visie ook
hun werk vertraging oploopt.
Maar hoge NAVO-kringen waar
schuwen tegen een zelfstandig
Europees veiligheidsbeleid, om
dat dat ten koste gaat van de
NAVO. De NAVO is het belang
rijkste orgaan voor overleg over
de Europese veiligheid en moet
dat blijven, zo zegt NAVO-secre-
taris-generaal Wörner en met
hem vooral de Amerikanen,
maar ook de Nederlandse minis
ter Van den Broek.
Tegen versterking van de Euro
pese pijler in de NAVO heeft nie
mand bezwaar. En de Westeuro-
pese Unie kan een prima brug
tussen de EG en de NAVO vor
men. Maar van 'Europeanise
ring' van de NAVO-strategie
mag geen sprake zijn. In de
maanden tot de NAVO-topc.on-
ferentie zullen de bondgenoten
de Europese en de Atlantische
visie met elkaar moeten verzoe
nen.
We zouden vreemd staan te
kijken als morgen de pas
toor of de dominee zou zeggen:
'Het is vandaag zondag, dus ik
werk niet in de kerk'. Ook voor
de brandweer, de politie, het
openbaar vervoer en de ge
zondheidszorg vinden we het
normaal dat hun dienstverle
ning tijdens de zondagen ge
woon doorgaat. Verder vragen
wij als consumenten juist tij
dens onze vrije zondag van an
deren hun diensten, bijvoor
beeld van de werkenden in de
horeca, bij recreatie- en sport
instellingen en bij de omroe
pen. Maar ook andere vormen
van zondagsarbeid zijn we
heel normaal gaan vinden,
vooral waar het werken in
haar begin de dag van de vie- m
ring van de opstanding van Je
zus Christus. Dus in de eerste
plaats een dag van bezinning
op haar bronnen en bestem
ming, een dag van vieren, een
feestdag. Zolang de christelijke
kerk een minderheid vormde,
moest die viering plaatsvinden
in de vrije uren van de dag, die
voor het overige een gewone
werkdag was. Pas toen het
christendom een staatsgods
dienst werd is van de zondag
een echte vrije dag gemaakt.
Om dat mogelijk te maken
werd een wet uitgevaardigd
waardoor bepaalde werkzaam
heden uitdrukkelijk verboden
werden. Daarmee kreeg de zon
dag trekken van de joodse sab-
ploegendiensten noodzakelijk
wordt geacht. Dat kan zijn om
dat het produktieproces niet
zomaar stop gezet kan worden,
zoals in de veehouderij en in
de chemische industrie. Of om
dat er naar onze mening goede
economische argumenten
voor zijn om ook op zondag
door te blijven werken.
We zien steeds meer het opruk
ken van uiterst geavanceerde
machines, in allerlei bedrijfs
takken Die machines zijn niet
alleen enorm duur, ze veroude
ren ook erg snel. De tijd om dit
met de produktie terug te ver
dienen, neemt dus af. Daarom
moet de bedrijfstijd verlengd
worden, zodat de machines
niet stil staan, maar zoveel mo
gelijk gebruikt worden. Van
daar het streven naar flexibili
sering. minder star maken van
de arbeidstijden zodat er 24 uur
per dag en 7 dagen van de week
gewerkt kan worden; Op deze
manier is het ook mogelijk te
gemoet te komen aan het stre
ven naar arbeidstijdverkorting
voor de werknemers. Vakbon
den zien er een goed middel in
om de werkloosheid te bestrij
den. Want over langere tijd
moeten meer mensen aan het
werk zijn. Zo komt de vrije zon
dag steeds meer onder druk te
staan. Maar ook bij onszelf is de
oude en vertrouwde 'zondags
beleving' minder geworden. Ên
daarmee is, hoe men dat ook
waardeert, een grensvervaging
opgetreden tussen de zondag
en de 'gewone' dagen.
Rustdag
De zondag is voor de christelij
ke geloofsgemeenschap vanaf
bat. Het ritme van zes-plus-één
voor de dagen is het ritme van
Israël.
Zowel de christelijke wereld als
die van de islam hebben hun
weken aan Israël te danken.
Daarom wordt de zondagshei
liging later ook gemotiveerd
met het vierde van de tien ge
boden: zes dagen werken en
een dag rusten. De Bijbel
maakt meer duidelijk over de
werkelijke zin van de zondag.
In de scheppingsverhalen
wordt verteld, dat. God rustte
op de zevende dag. Rusten na
gedane arbeid. Maar dit rusten
betekent niet louter passivi
teit, helemaal niets doen.
maar; tot je bestemming ko
men. Zoals de nomaden rusten
als zij na een zware trektocht
hun tenten kunnen opzetten en
even thuis zijn. Niet eindeloos
werken en niet mateloos zor
gen maken, maar ook uitbla
zen en op adem komen. Even is
het leven, zoals het zou kunnen
zijn. Alsof de schepping af is.
Mensen hebben dat gewoon
nodig.
Verder gaat het er in de Bijbel
ook over, dat wij onszelf en an
deren. ook de dieren, de vrij
heid gunnen die ons eenmaal
vergund is. De vrijheid om geen
slaaf en verslaafde te worden
van alles wat ons opzweept of
neerslaat. Rust en ontspan
ning. dat is de ene kant van de
zaak. Bevrijding, paal en perk
stellen aan de dwang van werk
en winst, aan de druk van de
economie als bepalende factor
in onze samenleving, dat is de
andere kant. Zo is de zondag
een wekelijks terugkerend te
ken. dat het nooit de bedoeling
niet voor vele anderen. Toch
kan hier verwezen worden naar
een lange traditie, die bepa
lend is geweest voor onze cul
tuur. Bovendien zou de keus
voor welke andere dag dan ook
alleen maar erg kunstmatig
zijn. Minstens zou men kunnen
zeggen: inderdaad de zondag,
want waarom niet?
Groot goed
Eén dag in de week rusten vraagt rust om je heen... (foto DP A
van Gods schepping is ge
weest. dat de mensen onder
worpen worden aan de schijn
baar op zichzelf staande econo
mische processen, die als het
ware een goddelijk karakter
aangenomen hebben.
Als christenen en kerken opko
men voor de zondagsrust, dan
is dat nooit alleen omdat zij de
mogelijkheid van de zondagse
kerkdienst en het kerkbezoek
veilig willen stellen. Het gaat er
om dat. de vrije zondag, een
rustdag, voor de hele samenle
ving. kerkgaand of niet, een
weldaad is waar we niet slordig
mee om kunnen springen.
Samen vieren
Dat een mens regelmatig rust
nodig heeft is iedereen wel dui
delijk. Ook dat werken en rus
ten met elkaar verbonden moe
ten zijn in een goed leefbaar rit
me. Maar dat zou ook kunnen
in het kader van een 'glijdende
werkweek', waarbij niet ieder
een op dezelfde dag de rusttijd
heeft. Dus waarom dan toch
vasthouden aan die zondag?
Als kerken opkomen voor de
zondagsrust, dan betekent dat
ook het opkomen voor een ge
meenschappelijke rustdag. Ui
teraard beseffen de kerken
hierbij ook. dat niet voor ieder
een de zondag die meerwaarde
heeft die hij voor christenen
heeft of zou moeten hebben. In
de christelijke geloofstraditie
is de zondag de opstandings
dag, waarop niet alleen uitge
rust kan worden, maar waarop
men ook samen in de liturgi
sche viering toegerust kan wor
den voor daadwerkelijk gelo
ven op de gewone door-de-
weekse dagen. Zo kan de zon
dag ook een dag zijn die ver
wijst naar een toekomst, waar
in zwoegen, onderdrukking,
moeite en pijn, afgedaan zullen
hebben. Want veel mannen en
vrouwen ervaren de dagelijkse
realiteit van de betaalde arbeid
of juist het ontbreken van die
arbeid, als belastend of knel
lend.
Moeten anderen zich dan maar
aansluiten bij deze zondag?
Ook in een maatschappij en
een cultuur, die niet meer be
heerst wordt door het christen
dom? Want argumenten die
voor christenen gelden, gelden
Er zijn enkele goede argumen
ten te geven voor een zoveel
mogelijk gemeenschappelijke
vrije zondag als rustdag.
In de eerste plaats: rusten
vraagt rust om je heen en dus
het zoveel mogelijk terugdrin
gen van de commercie. Recla
me op radio en tv is daar een
klein stukje van.
Bij die rust hoort verder ook
het op een of andere manier
kunnen deelnemen aan het ge
meenschapsleven. Je moet
eens echt toe kunnen komen
aan het gezin, de familie,
vriendschappen. Op die ma
nier kunnen we alleen samen,
mensen van allerlei levens
overtuigingen, een teken stel
len dat er grenzen zijn aan de
overheersing en de druk van
economie en techniek.
Het gaat om één dag in de
week, waarop een mens- en mi
lieu-vriendelijk levenspatroon
kansen krijgt. Dat grote goed
mogen wij ons niet bij stukjes
en beetjes laten afnemen. Voor
welk motief van winst en ge
mak dan ook. De zondag is de
dag waarop de vraag 'wat bent
u?' onderbroken wordt door de
vraag: 'wie bent u?'. Die vraag
geldt niet alleen christenen,
maar alle mensen. En daar
moet ruimte voor blijven. Want
de mens is er niet voor de pro
duktie, maai' de produktie is er
voor de mens.
Van verschillende kanten krij
gen kerken vragen van werkne
mers voorgelegd over toename
van de zondagsarbeid. Daarom
heeft de Raad van Kerken een
brief geschreven over 'Werken
op Zondag'. De brief beschrijft
beknopt de situatie, argumen
ten en gezichtspunten met be
trekking tot de zondagsarbeid
en geeft een aantal suggesties
voor gemeenten en parochies
om het onderwerp op de agen
da's te plaatsen en er iets mee
te doen. Het gaat daarbij om de
terechte aandacht voor heel de
mens in het geheel van zijn
arbeidsomstandigheden bin
nen een economisch bestel, dat
de mens niet in alle opzichten
vrij en gelukkig maakt.
Jan W. Scheffers
(De in dit artikel genoemde briefis
verkrijgbaar bij de Raad van Ker
ken, Kon. Wilhelminalaan 5, 3818
HN Amersfoort)
Van onze parlementaire
redacteur Henri Kruithof)
Het lijkt Marten Beinema
opnieuw te lukken. On
danks een meerderheid in de
Tweede Kamer die voorstander
is van de invoering van reclame
op radio en tv op zondag, ziet hij
er mogelijk toch weer kans toe
om het tegen te houden. Zeker is
het nog niet (de VVD heeft de
sleutel in handen), maar hij
lijkt het huzarenstukje toch
weer te gaan uithalen.
De Tweede Kamer stemde deze
week met ruime meerderheid
voor een amendement waarbij
de weg naar de zondagsreclame
wordt vrijgemaakt. Het verzet
van het CDA leek eindelijk ge
broken. Zeker gezien eerdere
uitlatingen van de CDA-medias-
pecialist Beinema, dat zijn frac
tie weliswaar tegen deze 'schen
ding van de zondagsrust' bleef,
maar dat hij in z'n eentje de
maatschappelijke ontwikkelin
gen niet kon tegenhouden.
Maar hij zag toch weer een mo
gelijkheid om als minderheid de
wil aan de meerderheid op te leg
gen. Het amendement, van de
zondagsreclame maakt name
lijk onderdeel uit van een wets
ontwerp dat de komst van een
legale Nederlandse commercië
le zender mogelijk maakt. Nu de
zondagsreclame daarin is inge
bracht, heeft het CDA besloten
tegen het wetsontwerp te stem
men.
En daarmee lij kt Beinema (want
hij is het die de CDA-fractie ie
dere keer weer zo ver krijgt om
zijn opvatting te steunen, on
danks het feit dat de CDA'ers er
verder niet zo'n bezwaar meer
tegen hebben) de 'zondags
schennis' opnieuw te kunnen te
genhouden. Want de WD denkt
er om heel andere redenen ook
over tegen het wetsvoorstel te
stemmen.
Minister d'Ancona werd furieus.
Openlijk trok ze de betrouw
baarheid van de coalitiepartner
in twijfel. Was niet in het regeer
akkoord afgesproken dat de
komst van commerciële televi
sie onder voorwaarden mogelijk
gemaakt zou worden? En nu
krabbelde het CDA toch weer te
rug.
Het CDA brengt daar tegenin
dat de zondagsreclame niet door
het kabinet in het wetsvoorstel
was gebracht, maar door de
VVD met steun van PvdA en
D66. Om die reden staat het het
CDA volgens Beinema vrij om
alsnog tegen het wetsvoorstel te
stemmen.
De PvdA brengt daar weer te
genin dat over de zondagsrecla
me niets in het regeerakkoord is
geregeld, zodat dat een zogehe
ten 'vrije kwestie' is. Regerings
fracties mogen dus zonder over
leg met de coalitiepartner bepa
len hoe ze over zo'n onderwerp
zullen stemmen.
Harde aanpak
Het is de vraag of de harde aan
pak van d'Ancona tactisch han
dig is. Door zich zo onomwonden
over het CDA uit te laten, jaagt
ze automatisch ook de CDA-be-
windslieden tegen zich in het
harnas. Als ze echter rustif
gewacht op een kabinetst*
over dit onderwerp, zou zt
ker hebben gestaan met de
mentatie dat het CDA ziel
tantieert van een kabi
standpunt.
In het verleden heeft het
zich in soortgelijke kwestiei
eens beroepen op de integ
van de coalitiepartner. Biji
thanasie-wetgeving waarsc
de het CDA zijn toenmalige
litiepartner WD. niet te
gaan. Deelname aan de reg
betekende volgens het
toen dat de VVD niet k
met wisselende meerdert
moest proberen haar zin d(
drijven.
Die uitspraak van toen lijk
CDA nu vergeten te zijn.
komt Beinema ook wel go»
Hij kan die vermaledijde:
haags spoor
l I I I I i i i i i-
onvermijdelijke zondags!
me nog even tegenhouden]
voor eeuwig, dat weet hij ze]
wel. In Trouw liet Beinema
tijd geleden al weten zijn i
te zullen opgeven, omde
dacht het niet langer te ku
volhouden. Maar hij ziet nu
weer een gaatje.
In centrum macht
Het CDA zit al decennia la
het centrum van de macht
kun je de christen-democ
niet verwijten. Zij hebbend
sitie bij de gratie van de s
wisselende regeringspar'
PvdA en VVD, die elkaa
voortduring hebben uitges
van samenwerking. Zolani
het geval is, zal het CDi
zwaar stempel op de mac
ons land blijven drukken.
Om die reden is het ook nt
vraag of de VVD haar vera
gen het wetsvoorstel zal bl
volhouden. Weliswaar vint
liberale mediaspecialist i
Dees dat de voorwaarden
de oprichting van een legal
derlandse commerciële n.
veel te strigent zijn en dati
door de kans dat het ei
werkelijk van komt. zeer g
is. Maar of de WD-fractie
zal volgen om dan ook ma
gen het wetsvoorstel te i
men, is zeer de vraag.
De liberalen zijn nog lang
vergeten hoe zij in het tv
kabinet-Lubbers door het
zijn gekleineerd. De frus:
daarover zit de VVD'ers
steeds zeer hoog. Zij m
dinsdag, wanneer er ove
wetsvoorstel wordt gesten
afweging maken of ze het
een hak willen zetten en voi
wetsvoorstel stemmen, of
vasthouden aan het inhoc
ke argument dat dit web
stel eigenlijk niet veel vooi
Maar dan verspeelt de VV1
de door haar gewenste zon
reclame. En of ze dat ervooi
heeft...?.
Door Kees Wiese)
Er is maar één manier om te
voorkomen dat in de ko
mende jaren het aantal arbeid
songeschikten in ons land het
magische getal van een miljoen
overschrijdt en minister-presi
dent Lubbers moet aftreden.
Dat is toepassing van een statis
tisch trucje. Men make een deel
van de arbeidsongeschikten on
zichtbaar door ze anders te noe
men en in een andere (desnoods
nieuwe) regeling onder te bren
gen. De statistiek opschonen,
heet dat.
Voor opschonen komen bijvoor
beeld in aanmerking de 150.000
arbeidsongeschikten werkzaam
in sociale werkplaatsen of met
een aanvullende uitkering in het
bedrijfsleven. En de 350.000
mensen die ouder zijn dan 55
jaar en die als werkloze geen sol
licitatieplicht meer zouden heb
ben. Dat is samen al een half mil
joen, oftewel meer dan de helft
van de 900.000 arbeidsonge
schikten, die nu geboekt staan.
Er verandert dan in werkelijk
heid niets maar het ziet er poli
tiek veel aardiger uit. En in de
verwoede discussie over de
WAO lijkt het toch vooral daar
om te gaan. De aandacht ont
breekt immers voor de werkelij
ke oorzaken van de hoge
arbeidsongeschiktheid: de groei
en veroudering van de beroeps
bevolking, de prodiiktiviteits-
stijging, de harde prestatiecul
tuur in de bedrijven, de intensi
vering van de arbeid.
Niet netjes, zo'n statistisch truc
je? Maar is het dan wel netjes de
Nederlandse situatie te vergelij
ken met de Duitse en dan te zeg
gen dat het te gek is dat er in ons
land evenveel arbeidsonge
schikten zijn als in dat zo veel
grotere buurland? Men weet
toch dat er twee jaar geleden al
leen in West.-Duitsland ook nog
zo'n drie miljoen ''Schwerbehin-
derten" onder de 65 jaar waren,
die niet werkten en in andere re
gelingen waren ondergebracht?
Waarom dan toch krom doorge
redeneerd en op basis van deze
onjuiste vergelijking bewezen
geacht, dat de hoge art
ongeschiktheid niet aa:
arbeidsomstandigheden ki
gen, omdat die in Duitsk
weinig van de Nederlands
schillen?
De zichtbaarheid van de 1
landse arbeidsongeschikt!
het voornaamste problèe
wordt smalend herinnerd
verwachting van minister
kamp in de jaren '60, dathf
tal arbeidsongeschikter
15.000 niet zou overschrijd
1969 gebeurde dat al. Nr
nam het aantal uitkerii
rechtigden sterk toe, mai
was logisch: de regeling we
mers ook van toepassii
niet-loontrekkenden.
Na 1980 ging het minder
De oorzaak daarvan lag v
hand: de VUT werd ingevo
veel ouderen met een hoog
arbeidsongeschikt te w
traden vervroegd uit. Nr
opnieuw een sterke stijgin
nieuw lag de oorzaak vc
hand: de beroepsbev
groeide aanzienlijk en du
het aantal mensen dat a
songeschikt kon worden t
Wie de verhouding I
werkenden en met-werk
wil verbeteren, wacht een
ne en humane taak. Maar
bij moet bedacht dat ar
ongeschiktheid zelf geen
is, het is een maatschaf
bepaald gevolg van ziekt
de arbeid niet aan de m
wordt aangepast (en dal
ten koste van de produkti'
betekent een groei van he
tal arbeidsplaatsen ook
meer arbeidsongeschik
Afschaffing van de VUT
hetzelfde effect. En de be
bevolking blijft gemiddé
der worden: is nu 24 perce
der dan vijftig, in het jaar!
dat 28 percent en in 20101
cent. De kans op arbeid:
schiktheid neemt met de li
toe, vertienvoudigt gedi
het beroepsleven.
Vandaar dat eigenlijk alle
opschonen van de statisti
oplossing overblijft.