NAVO-nieuwe-stijl in de steigers Vrije zondag komt steeds meer onder druk Betrouwbaarheid van het CDA als coalitiepartner Het opschonen van de WAO-statistiek opinie en achtergrond Golfcrisis bracht ontnuchtering: wereld nog lang geen oase van veiligheid levensbeschouwing ZATERDAG 25 MEI 1991 Van onze correspondent Hans de Bmijn in Brussel) Anderhalf jaar na de val van de Berlijnse Muur, die het begin van het einde van het Warschaupakt inleidde, lijkt de NAVO eindelijk gereed om zich aan de nieuwe realiteiten in Eu ropa aan te passen. Een nieuwe NAVO-strategie, nieuwe mili taire doctrines en een nieuwe organisatie van de NAVO- strijdkrachten in Europa zijn daarvan het gevolg. De ministers van defensie van het Atlantisch bondgenoot schap komen volgende week in Brussel bijeen om die nieuwe mi litaire organisatie in de grond verf te zetten. Een week later vergaderen de ministers van buitenlandse zaken in Kopenha gen en de regeringsleiders van zestien landen beslissen in het najaar definitief over de 'NAVO nieuwe stijl'. Die NAVO van straks zal duide lijk afwijken van die van nu om dat de veiligheidssituatie in Eu ropa is veranderd. Toen de Sov jetunie nog de grote, boze 'beer' was, die zijn klauwen stevig in Oost-Europa had geplant, was duidelijk waar de NAVO voor stond. Er was, dacht men ten minste, een militaire dreiging waartegen het westen zich te weer moest kunnen stellen. Daartoe stond een massale geal lieerde troepenmacht aan voor al de Duits-Duitse grens tegen over de even massale eenheden van het Pakt van Warschau. Dat werd de 'voorwaartse verdedi ging' genoemd, die de tegen stander ervan moest weerhou den het NAVO-gebied aan te val len. Nucleaire wapens, en de be reidheid die te gebruiken, zorg den voor aanvullende afschrik king. De omwenteling in Oost-Europa heeft aan al die zekerheden een eind gemaakt. Er zijn andere voor in de plaats gekomen; de Sovjetunie is niet langer de vij and maar een, zij het wat aarze lende, vriend. De landen in Oost-Europa zijn bijna bondge noten geworden. Dreiging uit het oosten is er niet meer. Dat heeft gevolgen voor de organisa tie van onze defensie. Op hun top van juli vorig jaar in Londen staken de NAVO-leiders de 'hand van vriendschap' uit naar de vroegere vijanden en zij gaven opdracht om een nieuwe NAVO-strategie te ontwerpen, waarin rekening werd gehouden met die veranderde situatie. De meeste landen rekenden zich on middellijk rijk. Geen dreiging- meer? Dan kan ook ons leger kleiner, luidde overal de reactie. Ontnuchtering De Golfcrisis leidde tot een ont nuchtering. Het wegvallen van de dreiging in Europa betekende nog niet dat de wereld ineens een oase van veiligheid was ge worden. Europese veiligheidsbe langen konden ook ver buiten Europa bedreigd worden. Politi ci die al bezig waren het 'vredes- dividend' te innen, kwamen be drogen uit. De Golfoorlog kostte handenvol geld. Bovendien zal inkrimping van de in Europa gestationeerde le gers met 40 tot 50 procent zeker niet evenveel aan besparingen opleveren. De nieuwe NAVO- strijdkrachten zullen kleiner en multinationaal, maar vooral fle xibeler en mobieler worden. Dat vergt transportmiddelen die er nu veelal niet zijn en die vele mil jarden guldens zullen gaan kos ten. Bovendien worden de wapens steeds geavanceerder. De Golf oorlog heeft geleerd dat een le ger dat de modernste hi-tech wa pens heeft bijna onverslaanbaar is. Ook de NAVO-strijdkrachten zullen, al zijn ze kleiner, het bes te van het beste willen hebben. Maai- dat is peperduur. Ook de controle van de ontwapenings akkoorden kost veel geld. Weg vredesdividend. De nieuwe NAVO-strijdkrach ten moeten aan geheel nieuwe dreigingen het hoofd bieden. Niet meer in de eerste plaats van de Sovjetunie, maar vanuit het Midden-Oosten, van de islamiti sche landen langs de Middel landse Zee, en van de instabiele landen als Joegoslavië. Om ons daartegen te beveiligen is geen groot landleger meer nodig, maar kleinere, flexibele en mo biele eenheden. Zesde ontwerp De ministers van defensie en buitenlandse zaken krijgen de komende weken het zesde ont werp op tafel van de nieuwe, aan de veranderingen aangepaste NAVO-strategie. Daaraan is sinds september vorig j aai- door hoge diplomaten en militairen op het NAVO-hoofdkwartier in Brussel gewerkt. Een vooral po litiek en minder militair stuk dan vergelijkbare teksten uit het verleden. Crisisvoorkoming en -beheer sing, vreedzame regeling van conflicten, bescherming van de democratie. Dat zijn de hoofd thema's. Er wordt vooral aan dacht besteed aan wapenbe heersing en aan het tegengaan van de verspreiding van wapen technologie. Maar een aantal be grippen uit het oude, vertrouw de NAVO-jargon zullen er toch weer niet in ontbreken. De geïntegreerde commando structuur van de NAVO blijft on aangetast, de gemeenschappe lijke planning en de militaire procedures zullen niet wezenlijk veranderen. En evenmin zal de verzekering ontbreken dat het operatiegebied van de NAVO- strijdkrachten beperkt blijft tot het NAVO-verdiagsgebied. Mili taire operaties daarbuiten ko men niet voor rekening van de NAVO. Kernwapens Kernwapens blijven een onlos makelijk deel van de NAVO- strategie. Ter afschrikking van De dreiging uit het Oosten is er niet meer. 'Geen tanks', een symbolische oproep boven de hoofden van duizenden op het Wenceslasplein in Praag bij de herdenking van de invasie van het Warschaupakt (1968) in Tjechoslowakije (foto Pavel HoresjilAP) eventuele (uiteraard Russische) tegenstanders, en als 'laatste redmiddel', wanneer gewone wa pens niet meer helpen. Maar het aantal kernwapens zal drastisch worden verminderd. Van de 3500 kernkoppen die er nu nog in Eu ropa zijn zullen er hooguit 1000 overblijven. De nucleaire artillerie (kanon nen, raketten) wordt afgeschaft en vanaf waarschijnlijk pas 1996 vervangen door vanuit vliegtui gen af te vuren raketten met een bereik van 450 kilometer (de Tactical Air to Surface Missile, ofwel TASM). Of en hoeveel che mische wapens er in de nieuwe NAVO-strijdkrachten zullen blijven is een kwestie waar nog over gepraat wordt. De strategie van het 'aangepas te antwoord', waarop de NAVO vele jaren heeft gerekend, blijft intact, maar deze woorden ko men in het nieuwe strategie-do cument niet meer voor. Het aan gepaste antwoord betekent dat de NAVO de tegenstander in het onzekere laat met welke (nu cleaire of conventionele) wapen zij agressie zal beantwoorden. Dat principe verandert niet. De nieuwe NAVO-strategie had al klaar kunnen zijn, ware het niet dat de Europese landen in een moeizame discussie gewik keld zijn over de rol van de Euro pese Gemeenschap en de West- europese Unie bij het bepalen van een Europees veiligheidsbe leid. NAVO-diplomaten zeggen ronduit gefrustreerd te zijn, om dat door het uitblijven van een duidelijke Europese visie ook hun werk vertraging oploopt. Maar hoge NAVO-kringen waar schuwen tegen een zelfstandig Europees veiligheidsbeleid, om dat dat ten koste gaat van de NAVO. De NAVO is het belang rijkste orgaan voor overleg over de Europese veiligheid en moet dat blijven, zo zegt NAVO-secre- taris-generaal Wörner en met hem vooral de Amerikanen, maar ook de Nederlandse minis ter Van den Broek. Tegen versterking van de Euro pese pijler in de NAVO heeft nie mand bezwaar. En de Westeuro- pese Unie kan een prima brug tussen de EG en de NAVO vor men. Maar van 'Europeanise ring' van de NAVO-strategie mag geen sprake zijn. In de maanden tot de NAVO-topc.on- ferentie zullen de bondgenoten de Europese en de Atlantische visie met elkaar moeten verzoe nen. We zouden vreemd staan te kijken als morgen de pas toor of de dominee zou zeggen: 'Het is vandaag zondag, dus ik werk niet in de kerk'. Ook voor de brandweer, de politie, het openbaar vervoer en de ge zondheidszorg vinden we het normaal dat hun dienstverle ning tijdens de zondagen ge woon doorgaat. Verder vragen wij als consumenten juist tij dens onze vrije zondag van an deren hun diensten, bijvoor beeld van de werkenden in de horeca, bij recreatie- en sport instellingen en bij de omroe pen. Maar ook andere vormen van zondagsarbeid zijn we heel normaal gaan vinden, vooral waar het werken in haar begin de dag van de vie- m ring van de opstanding van Je zus Christus. Dus in de eerste plaats een dag van bezinning op haar bronnen en bestem ming, een dag van vieren, een feestdag. Zolang de christelijke kerk een minderheid vormde, moest die viering plaatsvinden in de vrije uren van de dag, die voor het overige een gewone werkdag was. Pas toen het christendom een staatsgods dienst werd is van de zondag een echte vrije dag gemaakt. Om dat mogelijk te maken werd een wet uitgevaardigd waardoor bepaalde werkzaam heden uitdrukkelijk verboden werden. Daarmee kreeg de zon dag trekken van de joodse sab- ploegendiensten noodzakelijk wordt geacht. Dat kan zijn om dat het produktieproces niet zomaar stop gezet kan worden, zoals in de veehouderij en in de chemische industrie. Of om dat er naar onze mening goede economische argumenten voor zijn om ook op zondag door te blijven werken. We zien steeds meer het opruk ken van uiterst geavanceerde machines, in allerlei bedrijfs takken Die machines zijn niet alleen enorm duur, ze veroude ren ook erg snel. De tijd om dit met de produktie terug te ver dienen, neemt dus af. Daarom moet de bedrijfstijd verlengd worden, zodat de machines niet stil staan, maar zoveel mo gelijk gebruikt worden. Van daar het streven naar flexibili sering. minder star maken van de arbeidstijden zodat er 24 uur per dag en 7 dagen van de week gewerkt kan worden; Op deze manier is het ook mogelijk te gemoet te komen aan het stre ven naar arbeidstijdverkorting voor de werknemers. Vakbon den zien er een goed middel in om de werkloosheid te bestrij den. Want over langere tijd moeten meer mensen aan het werk zijn. Zo komt de vrije zon dag steeds meer onder druk te staan. Maar ook bij onszelf is de oude en vertrouwde 'zondags beleving' minder geworden. Ên daarmee is, hoe men dat ook waardeert, een grensvervaging opgetreden tussen de zondag en de 'gewone' dagen. Rustdag De zondag is voor de christelij ke geloofsgemeenschap vanaf bat. Het ritme van zes-plus-één voor de dagen is het ritme van Israël. Zowel de christelijke wereld als die van de islam hebben hun weken aan Israël te danken. Daarom wordt de zondagshei liging later ook gemotiveerd met het vierde van de tien ge boden: zes dagen werken en een dag rusten. De Bijbel maakt meer duidelijk over de werkelijke zin van de zondag. In de scheppingsverhalen wordt verteld, dat. God rustte op de zevende dag. Rusten na gedane arbeid. Maar dit rusten betekent niet louter passivi teit, helemaal niets doen. maar; tot je bestemming ko men. Zoals de nomaden rusten als zij na een zware trektocht hun tenten kunnen opzetten en even thuis zijn. Niet eindeloos werken en niet mateloos zor gen maken, maar ook uitbla zen en op adem komen. Even is het leven, zoals het zou kunnen zijn. Alsof de schepping af is. Mensen hebben dat gewoon nodig. Verder gaat het er in de Bijbel ook over, dat wij onszelf en an deren. ook de dieren, de vrij heid gunnen die ons eenmaal vergund is. De vrijheid om geen slaaf en verslaafde te worden van alles wat ons opzweept of neerslaat. Rust en ontspan ning. dat is de ene kant van de zaak. Bevrijding, paal en perk stellen aan de dwang van werk en winst, aan de druk van de economie als bepalende factor in onze samenleving, dat is de andere kant. Zo is de zondag een wekelijks terugkerend te ken. dat het nooit de bedoeling niet voor vele anderen. Toch kan hier verwezen worden naar een lange traditie, die bepa lend is geweest voor onze cul tuur. Bovendien zou de keus voor welke andere dag dan ook alleen maar erg kunstmatig zijn. Minstens zou men kunnen zeggen: inderdaad de zondag, want waarom niet? Groot goed Eén dag in de week rusten vraagt rust om je heen... (foto DP A van Gods schepping is ge weest. dat de mensen onder worpen worden aan de schijn baar op zichzelf staande econo mische processen, die als het ware een goddelijk karakter aangenomen hebben. Als christenen en kerken opko men voor de zondagsrust, dan is dat nooit alleen omdat zij de mogelijkheid van de zondagse kerkdienst en het kerkbezoek veilig willen stellen. Het gaat er om dat. de vrije zondag, een rustdag, voor de hele samenle ving. kerkgaand of niet, een weldaad is waar we niet slordig mee om kunnen springen. Samen vieren Dat een mens regelmatig rust nodig heeft is iedereen wel dui delijk. Ook dat werken en rus ten met elkaar verbonden moe ten zijn in een goed leefbaar rit me. Maar dat zou ook kunnen in het kader van een 'glijdende werkweek', waarbij niet ieder een op dezelfde dag de rusttijd heeft. Dus waarom dan toch vasthouden aan die zondag? Als kerken opkomen voor de zondagsrust, dan betekent dat ook het opkomen voor een ge meenschappelijke rustdag. Ui teraard beseffen de kerken hierbij ook. dat niet voor ieder een de zondag die meerwaarde heeft die hij voor christenen heeft of zou moeten hebben. In de christelijke geloofstraditie is de zondag de opstandings dag, waarop niet alleen uitge rust kan worden, maar waarop men ook samen in de liturgi sche viering toegerust kan wor den voor daadwerkelijk gelo ven op de gewone door-de- weekse dagen. Zo kan de zon dag ook een dag zijn die ver wijst naar een toekomst, waar in zwoegen, onderdrukking, moeite en pijn, afgedaan zullen hebben. Want veel mannen en vrouwen ervaren de dagelijkse realiteit van de betaalde arbeid of juist het ontbreken van die arbeid, als belastend of knel lend. Moeten anderen zich dan maar aansluiten bij deze zondag? Ook in een maatschappij en een cultuur, die niet meer be heerst wordt door het christen dom? Want argumenten die voor christenen gelden, gelden Er zijn enkele goede argumen ten te geven voor een zoveel mogelijk gemeenschappelijke vrije zondag als rustdag. In de eerste plaats: rusten vraagt rust om je heen en dus het zoveel mogelijk terugdrin gen van de commercie. Recla me op radio en tv is daar een klein stukje van. Bij die rust hoort verder ook het op een of andere manier kunnen deelnemen aan het ge meenschapsleven. Je moet eens echt toe kunnen komen aan het gezin, de familie, vriendschappen. Op die ma nier kunnen we alleen samen, mensen van allerlei levens overtuigingen, een teken stel len dat er grenzen zijn aan de overheersing en de druk van economie en techniek. Het gaat om één dag in de week, waarop een mens- en mi lieu-vriendelijk levenspatroon kansen krijgt. Dat grote goed mogen wij ons niet bij stukjes en beetjes laten afnemen. Voor welk motief van winst en ge mak dan ook. De zondag is de dag waarop de vraag 'wat bent u?' onderbroken wordt door de vraag: 'wie bent u?'. Die vraag geldt niet alleen christenen, maar alle mensen. En daar moet ruimte voor blijven. Want de mens is er niet voor de pro duktie, maai' de produktie is er voor de mens. Van verschillende kanten krij gen kerken vragen van werkne mers voorgelegd over toename van de zondagsarbeid. Daarom heeft de Raad van Kerken een brief geschreven over 'Werken op Zondag'. De brief beschrijft beknopt de situatie, argumen ten en gezichtspunten met be trekking tot de zondagsarbeid en geeft een aantal suggesties voor gemeenten en parochies om het onderwerp op de agen da's te plaatsen en er iets mee te doen. Het gaat daarbij om de terechte aandacht voor heel de mens in het geheel van zijn arbeidsomstandigheden bin nen een economisch bestel, dat de mens niet in alle opzichten vrij en gelukkig maakt. Jan W. Scheffers (De in dit artikel genoemde briefis verkrijgbaar bij de Raad van Ker ken, Kon. Wilhelminalaan 5, 3818 HN Amersfoort) Van onze parlementaire redacteur Henri Kruithof) Het lijkt Marten Beinema opnieuw te lukken. On danks een meerderheid in de Tweede Kamer die voorstander is van de invoering van reclame op radio en tv op zondag, ziet hij er mogelijk toch weer kans toe om het tegen te houden. Zeker is het nog niet (de VVD heeft de sleutel in handen), maar hij lijkt het huzarenstukje toch weer te gaan uithalen. De Tweede Kamer stemde deze week met ruime meerderheid voor een amendement waarbij de weg naar de zondagsreclame wordt vrijgemaakt. Het verzet van het CDA leek eindelijk ge broken. Zeker gezien eerdere uitlatingen van de CDA-medias- pecialist Beinema, dat zijn frac tie weliswaar tegen deze 'schen ding van de zondagsrust' bleef, maar dat hij in z'n eentje de maatschappelijke ontwikkelin gen niet kon tegenhouden. Maar hij zag toch weer een mo gelijkheid om als minderheid de wil aan de meerderheid op te leg gen. Het amendement, van de zondagsreclame maakt name lijk onderdeel uit van een wets ontwerp dat de komst van een legale Nederlandse commercië le zender mogelijk maakt. Nu de zondagsreclame daarin is inge bracht, heeft het CDA besloten tegen het wetsontwerp te stem men. En daarmee lij kt Beinema (want hij is het die de CDA-fractie ie dere keer weer zo ver krijgt om zijn opvatting te steunen, on danks het feit dat de CDA'ers er verder niet zo'n bezwaar meer tegen hebben) de 'zondags schennis' opnieuw te kunnen te genhouden. Want de WD denkt er om heel andere redenen ook over tegen het wetsvoorstel te stemmen. Minister d'Ancona werd furieus. Openlijk trok ze de betrouw baarheid van de coalitiepartner in twijfel. Was niet in het regeer akkoord afgesproken dat de komst van commerciële televi sie onder voorwaarden mogelijk gemaakt zou worden? En nu krabbelde het CDA toch weer te rug. Het CDA brengt daar tegenin dat de zondagsreclame niet door het kabinet in het wetsvoorstel was gebracht, maar door de VVD met steun van PvdA en D66. Om die reden staat het het CDA volgens Beinema vrij om alsnog tegen het wetsvoorstel te stemmen. De PvdA brengt daar weer te genin dat over de zondagsrecla me niets in het regeerakkoord is geregeld, zodat dat een zogehe ten 'vrije kwestie' is. Regerings fracties mogen dus zonder over leg met de coalitiepartner bepa len hoe ze over zo'n onderwerp zullen stemmen. Harde aanpak Het is de vraag of de harde aan pak van d'Ancona tactisch han dig is. Door zich zo onomwonden over het CDA uit te laten, jaagt ze automatisch ook de CDA-be- windslieden tegen zich in het harnas. Als ze echter rustif gewacht op een kabinetst* over dit onderwerp, zou zt ker hebben gestaan met de mentatie dat het CDA ziel tantieert van een kabi standpunt. In het verleden heeft het zich in soortgelijke kwestiei eens beroepen op de integ van de coalitiepartner. Biji thanasie-wetgeving waarsc de het CDA zijn toenmalige litiepartner WD. niet te gaan. Deelname aan de reg betekende volgens het toen dat de VVD niet k met wisselende meerdert moest proberen haar zin d( drijven. Die uitspraak van toen lijk CDA nu vergeten te zijn. komt Beinema ook wel go» Hij kan die vermaledijde: haags spoor l I I I I i i i i i- onvermijdelijke zondags! me nog even tegenhouden] voor eeuwig, dat weet hij ze] wel. In Trouw liet Beinema tijd geleden al weten zijn i te zullen opgeven, omde dacht het niet langer te ku volhouden. Maar hij ziet nu weer een gaatje. In centrum macht Het CDA zit al decennia la het centrum van de macht kun je de christen-democ niet verwijten. Zij hebbend sitie bij de gratie van de s wisselende regeringspar' PvdA en VVD, die elkaa voortduring hebben uitges van samenwerking. Zolani het geval is, zal het CDi zwaar stempel op de mac ons land blijven drukken. Om die reden is het ook nt vraag of de VVD haar vera gen het wetsvoorstel zal bl volhouden. Weliswaar vint liberale mediaspecialist i Dees dat de voorwaarden de oprichting van een legal derlandse commerciële n. veel te strigent zijn en dati door de kans dat het ei werkelijk van komt. zeer g is. Maar of de WD-fractie zal volgen om dan ook ma gen het wetsvoorstel te i men, is zeer de vraag. De liberalen zijn nog lang vergeten hoe zij in het tv kabinet-Lubbers door het zijn gekleineerd. De frus: daarover zit de VVD'ers steeds zeer hoog. Zij m dinsdag, wanneer er ove wetsvoorstel wordt gesten afweging maken of ze het een hak willen zetten en voi wetsvoorstel stemmen, of vasthouden aan het inhoc ke argument dat dit web stel eigenlijk niet veel vooi Maar dan verspeelt de VV1 de door haar gewenste zon reclame. En of ze dat ervooi heeft...?. Door Kees Wiese) Er is maar één manier om te voorkomen dat in de ko mende jaren het aantal arbeid songeschikten in ons land het magische getal van een miljoen overschrijdt en minister-presi dent Lubbers moet aftreden. Dat is toepassing van een statis tisch trucje. Men make een deel van de arbeidsongeschikten on zichtbaar door ze anders te noe men en in een andere (desnoods nieuwe) regeling onder te bren gen. De statistiek opschonen, heet dat. Voor opschonen komen bijvoor beeld in aanmerking de 150.000 arbeidsongeschikten werkzaam in sociale werkplaatsen of met een aanvullende uitkering in het bedrijfsleven. En de 350.000 mensen die ouder zijn dan 55 jaar en die als werkloze geen sol licitatieplicht meer zouden heb ben. Dat is samen al een half mil joen, oftewel meer dan de helft van de 900.000 arbeidsonge schikten, die nu geboekt staan. Er verandert dan in werkelijk heid niets maar het ziet er poli tiek veel aardiger uit. En in de verwoede discussie over de WAO lijkt het toch vooral daar om te gaan. De aandacht ont breekt immers voor de werkelij ke oorzaken van de hoge arbeidsongeschiktheid: de groei en veroudering van de beroeps bevolking, de prodiiktiviteits- stijging, de harde prestatiecul tuur in de bedrijven, de intensi vering van de arbeid. Niet netjes, zo'n statistisch truc je? Maar is het dan wel netjes de Nederlandse situatie te vergelij ken met de Duitse en dan te zeg gen dat het te gek is dat er in ons land evenveel arbeidsonge schikten zijn als in dat zo veel grotere buurland? Men weet toch dat er twee jaar geleden al leen in West.-Duitsland ook nog zo'n drie miljoen ''Schwerbehin- derten" onder de 65 jaar waren, die niet werkten en in andere re gelingen waren ondergebracht? Waarom dan toch krom doorge redeneerd en op basis van deze onjuiste vergelijking bewezen geacht, dat de hoge art ongeschiktheid niet aa: arbeidsomstandigheden ki gen, omdat die in Duitsk weinig van de Nederlands schillen? De zichtbaarheid van de 1 landse arbeidsongeschikt! het voornaamste problèe wordt smalend herinnerd verwachting van minister kamp in de jaren '60, dathf tal arbeidsongeschikter 15.000 niet zou overschrijd 1969 gebeurde dat al. Nr nam het aantal uitkerii rechtigden sterk toe, mai was logisch: de regeling we mers ook van toepassii niet-loontrekkenden. Na 1980 ging het minder De oorzaak daarvan lag v hand: de VUT werd ingevo veel ouderen met een hoog arbeidsongeschikt te w traden vervroegd uit. Nr opnieuw een sterke stijgin nieuw lag de oorzaak vc hand: de beroepsbev groeide aanzienlijk en du het aantal mensen dat a songeschikt kon worden t Wie de verhouding I werkenden en met-werk wil verbeteren, wacht een ne en humane taak. Maar bij moet bedacht dat ar ongeschiktheid zelf geen is, het is een maatschaf bepaald gevolg van ziekt de arbeid niet aan de m wordt aangepast (en dal ten koste van de produkti' betekent een groei van he tal arbeidsplaatsen ook meer arbeidsongeschik Afschaffing van de VUT hetzelfde effect. En de be bevolking blijft gemiddé der worden: is nu 24 perce der dan vijftig, in het jaar! dat 28 percent en in 20101 cent. De kans op arbeid: schiktheid neemt met de li toe, vertienvoudigt gedi het beroepsleven. Vandaar dat eigenlijk alle opschonen van de statisti oplossing overblijft.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1991 | | pagina 4