Cultuur en
paradijselijke
stranden
Verrassing tussen de moors en lochs
vrije tijd
35
r
Northumbria
ZATERDAG 18 MEI 1991
Ruim vier uur waren we
onderweg om vanuit Madrid de
Atlantische Oceaan over te steken,
toen er gemeld werd dat we gingen
landen. Volgens de vluchtinformatie
zouden er negen uur voor nodig zijn
om Cuba te bereiken. De ontspannen
glimlach waarmee de stewardessen
liepen te controleren of we de
veiligheidsriemen dichtklikten, leek
evenwel niet te wijzen op een
noodsituatie. Gespannen kijkend
door het raampje van de Iljoesjin zag
ik opeens sneeuw! Eindeloze witte
vlakten, besneeuwde dennenwouden
en bevroren meertjes: Canada!
Gander, om precies te zijn, gelegen
op Newfoundland. En het was er
twintig graden onder nul.
Het imposante fort Castillo de la Fuerza domineert de haveningang van Havana (foto GPD)
Het oude centrum van Havana
Het Westcubaanse Pinar del Rio is het centrum van de tabaksteelt (foto GPD)
Sommige van de Russische Iljoesjin-
toestellen waar maatschappij Cuba-
na mee vliegt, kunnen de oversteek vanuit
Europa niet in één ruk maken. Ze vliegen
eerst vier uur in noordwestelijke richting
en landen dan in Gander, om bij te tanken
en dan het restant van de reis in zuid
westelijke richting te vervolgen. Overi
gens vliegt Iberia wel altijd zonder tussen
stop, net als de Duitse chartermaatschap
pijen.
Een reis naar Cuba houdt gegarandeerd
verrassingen in. Dat is wat er zo'n aardige
vakantiebestemming van maakt, voor
wie van een tikkeltje avontuur houdt ten
minste. Steeds meer Nederlanders schrik
ken er niet voor terug 3000 gulden te be
steden aan één vakantie en steeds vaker
strijken ze dan neer in de Caribean. Voor
dat bedrag kun je vijftien dagen terecht
op Cuba, dat beschikt over alles wat de
andere bestemmingen van dat gebied
eveneens hebben, maar daarnaast veel
meer biedt. Zoals enige prachtig gecon
serveerde steden uit de Spaanse koloniale
tijd (Trinidad en Santiago de Cuba), afwis
selende, soms buitengewoon spectaculai
re landschappen en de curieuze kenmer
ken van een socialistische staat onder de
tropenzon.
Dat politieke aspect hoeft niemand schrik
aan te jagen. De repressie op Cuba is al
lang niet meer zo sterk als in de jaren zes
tig en zeventig het geval is geweest, al wil
Fidel Castro van geen 'glasnost' weten.
Maar toeristen, omdat ze harde valuta
meebrengen, zijn voor het regime buiten-
toerisme
ITTTT
gewoon welkom en men maakt het ze
daarom zo veel mogelijk naar de zin. Met
name Canadezen koesteren Cuba al heel
lang als ideale vakantiebestemming.
Vanuit het luxe standpunt van de buiten
staander heeft het eerlijk gezegd wel een
paar charmes, zoals je op dit eiland in de
Caribean plotseling weer geconfronteerd
wordt met eigenaardigheden die in Oost-
Europa al weer achterhaald zijn. Zoals je
in Havana de Russische Lada's, Tsjechi
sche motors-met-zijspan en stokoude
Amerikaanse Chevy's en Cadillacs over
de fameuze zeeboulevard Malecon ziet
scheren, waar naast het gebouw van de ge
sloten Amerikaanse ambassade talrijke
muurtjes zijn volgeschilderd met revolu
tionaire graffiti.
'Socialismo o muerteis de kreet die j e het
vaakst tegenkomt. Of kijk naar de Plaza
de la Revolución, een gigantisch met pal
men omzoomd plein, met aan de ene kant
een portret van Che Guevara, zo groot als
de zijgevel van een flatgebouw. En aan de
andere kant het monument voor de natio
nale held José Marti die in 1895 sneuvelde
(onthoofd!) in de onafhankelijksheidstrijd
tegen de Spanjaarden.
Vriendelijk
De gewone Cubanen zijn buitengewoon
vriendelijk en gastvrij en ze praten opval
lend makkelijk over wat er deugt en niet
deugt aan hun maatschappij. Door veruit
de meesten wordt Castro nog steeds op
handen gedragen, maai- de onvrede over
schaarste aan tal van alledaagse artikelen
en voedingsmiddelen (waar de toerist alle
maal niets van hoeft te merken) wordt niet
onder stoelen of banken gestoken. Aan de
andere kant prijst men zich op Cuba ge
lukkig over de zeker voor die regio voor
treffelijke sociale, medische en educatieve
voorzieningen.
Dit eiland drukt je niet om de haverklap
met je neus op de keerzijde van je eigen
luxe als toerist. Onbeschrijfelijke armoe
de, bedelende kinderen, hoererende tie
ners, agressie en onveiligheid, vormen fac
toren die elders in Latijns-Amerika de
Westeuropeaan kunnen schokken, maar
niet in het land van Castro. Cubanen zijn
ook zelden te betrappen op die best begrij
pelijke afgunst van bij voorbeeld Oosteu
ropeanen, wier frustraties nogal eens wil
len ontaarden tot vijandigheid jegens toe
risten. Je kunt in Havana in het holst van
de nacht door de schitterende oude stad
gaan wandelen, zonder dat je iets onaan
genaams zal overkomen. Wel is er een ge
rede kans aldus verzeild te raken in een
bruisend straatfeest met een fantastische
'salsa'-band.
Havana is een erg aangename, leefbaar
gebleven stad met twee miljoen inwoners.
Op cultureel gebied is er veel te doen. Cu
ba heeft een grote reputatie op balletge-
bied, concerten van lokale topmusici als
Pablo Milanès of Silvio Rodriguez zijn wa
re happenings, maar ze vormen bepaald
niet de enige manier waarop men de bij
zondere muzikaliteit en danslustigheid
kan ervaren van de Cubanen die qua le
venslust sterk verwant zijn aan de Brazi
lianen, met wie ze ook de gewoonte ge
meen hebben om carnaval zeer langdurig
en uitbundig te vieren. Speciaal Santiago
de Cuba, waar de meeste inwoners van
Afrikaanse herkomst geconcentreerd zijn,
heeft op dit gebied een grote reputatie.
Oude forten
Het aantrekkelijkst aan de hoofdstad is
het oude centrum. Vier imposante forten
(het Castillo de la Fuerza staat er al sinds
1538) domineren de haveningang waarvan
de westkade onmiddellijk aansluit op het
oude centrum dat buitengewoon schilder
achtig is en waar met financiële steun van
de Unesco de renovatie krachtdadig ter
hand is genomen. De Plaza de Armas,
sinds 1519 het centrum van de Spaanse
hegemonie over midden-Amerika. staat
er weer glorieus bij, gedomineerd door het
Palacio de los Capitanes Generales en be
schaduwd door even monumentaie pal
men. De trottoirs zijn gemaakt van hout
en van de Spaanse stenen waarmee in
vroeger eeuwen, als ballast, de schepen
geladen werden die daarna met goud en
zilver naar het moederland moesten te
rugkeren. En nog indrukwekkender is een
steenworp verderop de Plaza de la Cate-
dral, waar de in 1704 gebouwde kathe
draal (Columbus heeft er lange tijd begra
ven gelegen) geflankeerd wordt door mag
nifieke barokpaleizen.
De nieuwere wijken van de stad strekken
zich uit langs de kustboulevard, de Male
con, om op enige kilometers van het cen
trum de wijk Vedado te bereiken waar de
grote hotels staan met als meest markan
te bouwwerk Hotel Nacional. in 1921 neer-
geplant door de Amerikanen en tot de val
van president Batista in 1958, functione
rend als hét gokbolwerk van de Mafia. Die
zeekant van Havana is spectaculair. De
Malecon vormt 's avonds het decor van de
grootste pantoffelparade van de Cari
bean. maar ik vond het persoonlijk licht
teleurstellend om te ontdekken dat tus
sen oceaan en boulevard zich geen stran
den bevinden.
Havanna is dus geen badplaats. Daarvoor
moetje 140 kilometer verderop zijn. Op de
landtong Varadero is het vrijwel onmoge
lijk om je er nog bewust van te blijven dat
je je in een socialistische volksrepubliek
bevindt. Je betaalt er in dollars. Varadero
is Cuba's belangrijkste toeristendistrict.
De Duitse touroperators waar het Neder
landse Vernu Reizen mee samenwerkt
hebben hun hotels en appartemencom-
plexen allemaal in dit gebied, waar fraaie
palmenstranden alle soorten van sportfa
ciliteiten te bieden hebben. Hier heeft de
Cubaanse overheid, in samenwerking met
Spaanse, Franse en Duitse ondernemers,
de ontwikkelling van de toeristenindus
trie kordaat ter hand genomen. En zonder
dat men het uit de hand heeft laten lopen.
Cuba is geen Aruba. Maar wie gesteld is op
luxe, kan zijn luxe krijgen. Want Cuba is
ook geen Oost-Europa waar het zelfs in de
beste hotels vaak nog behelpen is.
Voor wie Varadero te 'mondain' zou vin
den, hoewel daar weinig reden toe is, heeft
Cuba nog een locatie in petto die pas echt
paradijselijk genoemd kan worden: Cayo
Largo. Het is een eilandje van 38 vierkante
kilometers, dat op een kleine sector met
een hotel, een appartementencomplex en
wat restaurants na, maagdelijk is geble
ven. Het zeer fijne zand op de stranden is
er blinkend wit en voelt als fluweel aan ie
voeten. Koraalriffen veroorzaken in het
kristalheldere water van de ontelbare
baaitjes betoverend mooie schakeringen
in tinten blauw en turquois. Pelikanen
scheren er over een kalme branding.
Cayo Largo heeft gemiddeld 270 dagen
zon per jaar, maar met een beetje bewol
king is het er eigenlijk nog mooier. De ge
middelde temperatuur van water èn lucht
is 26 graden, wat betekent dat het er zelfs
hartje winter (januari net als bij ons) nog
steeds aangenaam toeven is. Het eilandje
is bereikbaar per vliegtuig (zo'n fraaie
klassieke Dakota of een eveneens door
propellors aangedreven Antonov-26) en
die vlucht kost 49 dollar. Op Cayo Largo
wordt voornamelijk kreeft gegeten die ter
plekke gevangen wordt.
Tabak
Een streek van Cuba die men evenmin on
bezocht mag laten is te vinden op de
westelijke punt van het 1250 kilometer
lange eiland (autohuur is mogelijk, met de
trein reizen is spotgoedkoop), in de pro
vincie Pinar del Rio. Daar liggen de be
faamde tabaksplantages die de beste si
garen ter wereld opleveren. Die zijn ver
houdingsgewijs zeer goedkoop te krijgen,
maar dat vormt niet de voornaamste re
den om die kant op te reizen. Er ligt daar
namelijk een grillige bergketen die bij
Vinales een wondermooie vallei vormt,
bezaaid door reusachtige bultige, begroei
de kalksteenformaties die men 'mogotes'
noemt.
Traditionele boerderijtjes met rieten da
ken en bosjes palmbomen wisselen er de
plantages af waar boeren hun ploeg laten
trekken door witte ossen. Als daar 's och
tends vroeg of 's avonds laat nevelflarden
door die vallei heen trekken en als de luch
ten boven de bergen van roodkoper zijn,
levert dat panorama's op die je van je le
ven niet meer vergeet.
Pieter van Lierop
In hel als hotel ingerichte Lumley
Castle lijken de tijden van Upstairs-
Downstairs te zijn herleefd. In witte
schortjes en dito mutsjes getooide
meiskes gaan geruisloos rond in de
ontbijtzaal. Een knusse ambiance van
vervlogen tijden die plots wordt
verscheurd door een droge knal en een
theatraal ter aarde stortende heer. Moord
bij de cornflakes, dat is toch wel even
schrikken...
Maar natuurlijk, we hadden het kun
nen weten. Lumley Castle had zich
al gepresenteerd als zijnde 'geen gewoon
hotel' en derhalve voor de gasten maar
een moord-mysterie op het menu ge
plaatst. Dat wordt dan ook prompt aan
het ontbijt geserveerd, inclusief een pij
prokende wijsneus, die als detective de
eters aan scherpe ondervraging onder
werpt.
Aan Britten is dit soort mystery-enter
tainment zeer wel besteed. De voorgaan
de avond al bezorgde het klagelijke ge
luid van de doedelzak je op de duistere,
nevelige kasteelbinnenplaats lichte ril
lingen. Maar bij de talrijke voornamelijk
Britse gasten maakte het spookachtige
effect wel een heel diepe indruk. Laat er
overigens geen misverstand over be
staan: het uit de dertiende eeuw stam
mende kasteel herbergt een voortreffe
lijk en uiterst sfeervol hotel. Voor gasten
met een hang naar vervlogen tijden is het
er heerlijk toeven. Lumley Castle domi
neert het plaatsje met de welluidende
naam Chester-le-Street, zo ongeveer
halfweg Durham en Newcastle.
We hebben het dus over Northumbria,
het noordelijkste deel van Engeland.
Schitterende vakantiestreek en ook nog
eens (voor een korte vakantie) makkelijk
vanuit Nederland bereikbaar voor de rei
ziger die per ferry uit Rotterdam in de ha
ven van Huil arriveert.
De malheur van Northumbria is dat het
in het toeristische verkeer een soort
doorgangshuis is. Elk jaar weer door
kruisen legers toeristen het gebied op
weg naar een Schotse vakantiebestem
ming. Er zijn er maar weinigen die hun
snelle doortocht gebruiken om ook ken
nis te maken met de Noord-Engelse
streek. Voordeel overigens voor degenen
die dat wel doen is dat ze daardoor in alle
rust en stilte van het ruige, imposante
landschap en, niet te vergeten, van de
boeiende historie van Northumbria kun
nen genieten.
Eigenlijk toch wel verrassend om - tus
sen de schoonheid en stilte van de North
Yorkshire Moors en de al veel bezongen
lochs van Schotland - nóg een gebied te
ontdekken dat zoveel charmes voor de
vakantieganger in petto heeft. Voor
zover althans de bezoeker de sereniteit
van een haast leeg, weids golvend land
schap en de sfeer van een roemrucht ver
leden als vakantiecharme weet te waar
deren.
Historie
Northumbria is een gebied met een tur
bulente historie. Eeuwenlang was het de
arena waarin Engelsen en Schotten hun
burenruzies uitvochten. Trouwens, de
Romeinse keizer Hadrianus liet er al een
robuuste muur bouwen; dwars door het
land, van zee tot zee, om al te onderne
mende Schotse belagers van het lijf te
houden. Restanten van de Romeinse
muur, de Hadrian Wall, zijn nog te zien.
Van wat later tijden zijn de vele kastelen
in het gebied die getuigen van de voort
durende strijd tegen de Schotten. Geen
wonder dat Walter Scott de kathedraal
van Durham in een gedicht beschrijft als
'half kerk van God, half kasteel tegen de
Schotten'. De imposante kathedraal is
een van de meest markante kerken van
Engeland. Er bestaan prachtige legen
den over. De kerk is ook de lustplaats
van Cuthbert, de beroemdste heilige in
deze contreien, de streek die als wieg
geldt voor het christendom in Groot-
Brittanniè.
Maar zelfs Cuthberts rustplaats is gete
kend door strijd. Op de kust van Nor
thumbria, bij het kloostercomplex van
Lindisfarne, waar de heilige begraven
Terug in de tijd, per antieke dubbeldekker door het openluchtmuseum in Beamisch (foto Chris van Twisk
lag, zetten de Vikings de allereerste voet
op Britse bodem. Daar begonnen hun
veroveringen in een land waar ze zo op
vallend hun stempel op wisten te druk
ken. Om het gebeente van Cuthbert uit
de handen van de overzeese heidenen te
houden, werd het naar de kerk in Dur
ham overgebracht - die was dus toen al
half kasteel, versterkte schuilplaats, al
was het dan niet tegen de Schotten.
Ook in ander opzicht spreekt het verle
den aan. Hier speelde zich de industriële
revolutie af. En nog veel sporen voeren
hiernaar terug. Treinfanaten zullen tus
sen Stockton en Darlington de rails als
bijkans heilige grond beschouwen. Daar
immers maakte in 1825 de stoomtrein
tjoekend en zwoegend zijn aller-, aller
eerste reis. Er is natuurlijk een museum
die dit gewichtige feit alle eer bewijst. Bij
het plaatsje Beamish wordt het verleden
heel attractief verheerlijkt. Het Beamish
openluchtmuseum werd enkele jaren te
rug niet voor niks aangewezen als Euro
pees museum van het jaar.
In het uitgestrekte complex, niet ver van
Durham, betreed je een wereld zoals die
er in het begin van deze eeuw uitzag. De
nostalgie slaat in dit uitgestrekte com
plex onverbiddelijk toe. Een antieke
elektrische tram, een bonkige, hoogwie-
lige dubbeldekker en een ijverig tuffende
en walmende stoomtrein rijden je rond
door het verleden. Je loopt door antieke
straatjes met oude woningen, winkels en
werkplaatsen. Je kunt er nog een kijkje
nemen in een oude tandartsenpraktijk
en zelfs afdalen in een mijn.
Kaasmaker
Op een boerenhoeve keren de tijden van
weleer eveneens terug; je stapt er zestig,
zeventig jaren in de tijd terug. De boer en
boerin spelen het spel perfect en doen er
afstand van alle moderne comfort. Ze
voelen zich geenszins gehandicapt door
het ontbreken van elektrische stroom.
De moderne warme bakker laat hen
evenzeer koud. Ze bakken hun eigen da
gelijks brood. Beleggen het desgewenst'
met ambachtelijk bereide kaas uit de
naastgelegen kaasmakerij. Waar overi
gens ae meest verrassende ontdekking
voor mij de kaasmaker himself was: tus
sen de Engelse kazen stond geen belegen
Brit, maar een volbloed Nederlandse
kaasmaker, de 30-jarige Peter Samson,
afkomstig uit Alphen aan de Rijn.
Ja, het verrassende van Northumbria is
dat het zoveel te bieden heeft. Een uit
bundige natuur (de noordelijke Pennine
Hills en Kielder Water, om enkele
schoonheden te noemen), leuke dorpjes,
landelijke stilte. En - toch wel belangrijk
als het weer wat tegenzit - veel interes
sante attracties en musea. Kinderen be
hoeven er zich allerminst te vervelen. Zo
als onder meer bij Jedburgh in het uitge
strekte Jedforest waar het zeker voor de
jeugd spelen, dwalen en leren is temid
den van honderden dieren en hele kud
den herten. Dan is er natuurlijk ook nog
een mooie kust. Northumbria, een ge
bied waar het heerlijk rondreizen is over
doorgaans stille wegen.
Chris van Twisk