Vervoerder
in hart
en nieren
Maastricht verslaat de Kalverstraat
Schikker BV
Duur
winkelen
PZC vrije tijd
ZATERDAG 18 MEI 1991 J J
Jaap Schikker kent zijn bedrijf door en
door. Hij is er in opgegroeid. Ooit zat
hij zelf achter het stuur. Vanaf het mo
ment dat hij en zijn broer de zaak overna
men van vader Schikker stond voor hem
het regelen voorop. Een vervoerder in hart
en nieren. Zowel in uiterlijk als manieren.
Goed gevleesd, een paar knoestige knuis
ten. En een man die zegt waar het op staat.
Zonder omhaal.
Een computersysteem helpt Schikker bij
het vinden van ladingen. Via dat systeem
wisselen vervoerders onderling vrachten
uit. Handig voor bijvoorbeeld het regelen
van een terugvracht. Niemand wil immers
na het afleveren van een lading terugke
ren met een lege auto. Dat kost geld. Het
beeldscherm laat zien of de vervoerder die
een partij schoenen in Worms moet bezor
gen in die omgeving ook een terugvracht
kan vinden. Minimaal twee dagen voordat
de vrachtwagen vanuit Borssele vertrekt,
moet de reis geregeld zijn.
Voor meer dan 90 procent rijdt de trans
porteur internationaal. Het bietenvervoer
is een van de weinige klussen binnen
's lands grenzen. Ieder najaar, 16 weken
lang, van 's ochtends vroeg tot 's avonds
laat rijden de volgeladen vrachtwagens
richting Brabant. Gezamenlijk vervoeren
ze zo'n 50.000 ton.
Duiven
De transporteur heeft meer regelmatig te
rugkerende klusjes. Het duiventransport
voor de Zeeuwse zaterdagvliegers bijvoor
beeld. Een delicate aangelegenheid, er
hoeft maar iets te gebeuren of de vogeltjes
liggen met de pootjes omhoog. Schikker,
anders zo recht toe recht aan, praat er lief
devol over. „We hebben daarvoor twee
speciale wagens. Die kunnen elk zo'n 8500
duiven vervoeren. In de auto's kan 1000
liter drinkwater en 500 kilo voer. We gaan
als het nodig is tot aan de Pyreneeën. Een
chauffeur zonder gevoel voor die beesten
zet ik niet op de auto. Dat kun je de vogels
niet aandoen. Het vervoer vergt toch wel
wat extra's. De man achter het stuur moet
bijvoorbeeld goed opletten dat er genoeg
lucht circuleert. Zeker als het warm weer
is."
Behalve duiven en bieten vervoert Schik
ker bijvoorbeeld ook gevaarlijke stoffen.
Het bedrijf telt acht wagens met een zoge
heten ADR-uitrusting. Met die voertuigen
mag alles mee behalve dynamiet. Ze zijn
voorzien, van brandblussers en bescher
mende kleding. Met deze auto's transpor
teert Schikker een brandbaar goedje als
verf.
Schikker rijdt gedeeltelijk op vaste lijnen.
Iedere week bijvoorbeeld een paar be
stemmingen in Engeland en Spanje. Het
bedrijf vervoert veel stukgoed. De handel
zit zo op het eerste gezicht soms vreemd in
elkaar. Rollen papier voor drukkerijen
gaan van Duitsland richting Engeland.
Maar gek genoeg ook omgekeerd van En
geland naar Duitsland.
Avonturier
Het vinden van goede chauffeurs voor al
dat werk wordt steeds moeilijker, volgens
Schikker. De belangstelling voor het zwa
re beroep is tegenwoordig mager. Bij de
keuze van zijn personeel gaat hij zorgvul
dig te werk. „Het moet toch een beetje een
avonturier zijn", schetst Schikker het
ideale profiel van de chauffeur. „En je
moet zeker weten dat iemand zelfstandig
kan werken. Want zodra de man achter
het stuur hier de hoek om rijdt, moet hij
het helemaal alleen doen."
De zak van Zuid-Beveland. De gemeente
Borsele telt er maar liefst 53 transportbe
drijven; rijkelijk veel voor zo'n platte-
landsgemeneente. De rijksweg ligt nabij
en de grond is goedkoop. De meeste grote
bedrijven begonnen klein. Met een of twee
auto's. Nog steeds is de agrarische sector
een van de belangrijke werkverschaffers.
Het industriegebied Vlissingen-Oost
zorgt eveneens voor wat klandizie.
Voor Schikker is het dorp Borssele altijd
het thuishonk geweest. Toch scheelde het
enkele jaren geleden maar weinig of hij
had z'n biezen gepakt. Aanleiding daar
voor was de wens van de gemeente dat de
onderneming zou vertrekken uit de be
bouwde kom. Uiteindelijk belandde
Schikker op een industrieterrein even bui
ten het dorp. „We zijn gebleven omdat we
hier nu eenmaal van oudsher zitten", luidt
de eenvoudige verklaring. „Maar", voegt
de ondernemer er direct aan toe. „Er zijn
betere lokaties denkbaar. „Hier in Borsse
le houdt de wereld op. We zijn aan drie
kanten ingesloten door het water, de veer-
verbindingen zijn slecht en er komen geen
passanten langs." Wat Schikker betreft
mag de Westerschelde Oeververbinding
(WOV) morgen klaar zijn. Hij denkt dat
die ontsluiting een behoorlijke stimulans
voor het transport zal zijn.
De ondernemer gunt zich geen gelegen
heid om eens tevreden achterover te leu
nen. „Want", zo moppert hij, „Het zijn
moeüijke tijden voor onze branche. Alleen
al dit jaar zijn de brandstofprijzen zo'n 25
keer gewijzigd. Door die instabiliteit kun
nen we nauwelijks goede afspraken ma
ken met opdrachtgevers. Bij het vaststel
len van een vervoersprijs moeten we im
mers rekenig houden met brandstofkos
ten." Ook de loonstijgingen, de eventuele
invoering van de snelheidsbegrenzer en
de volgens hem wel zeer strenge controle
op rijtijden bezorgen de ondernemer grij
ze haren. „Neem nu die loonstijging. Die
tast onze concurrentiepositie in het bui
tenland aan. Wij rijden veel op Spanje
waar de loonontwikkeling minder fors is.
Spaanse transporteurs kunnen de prijs re
latief laag houden terwijl wij onze tarieven
moeten opvoeren."
Hoe groot de rampspoed ook mag zijn,
Schikker houdt vertrouwen in de toe
komst. Het bedrijf is behoorlijk groot en
kan wel tegen een stootje. De onderne
ming bestaat al 65 jaar. Grootvader
Schikker begon in 1926 met paard en wa
gen. Een T-Ford was de eerste auto. Te
genwoordig heeft de transporteur 27 grote
vrachtwagen-combinaties en 30 chauf
feurs in vaste dienst. De bruto-omzet
schommelt tussen de vier en vijf miljoen
gulden. Jaarlijks vervoert Schikker zo'n
150.000 ton. Enorme ladingen tegelijk. On
danks die massaliteit houden de gebroe
ders Schikker het kleine in ere; ook het
bankstel van tante Truus mag mee als er
nog een gaatje vrij is in een van de vracht
wagens.
Marten de Jongh
Jaap Schikker spreekt een aardig mondje over de grens. Telefonisch,
van achter zijn bureau, regelt de 47-jarige directeur van het
Borsselse transportbedrijf Schikker BV z'n vrachtjes. Of dat nu gaat in
het Frans, Duits of Engels, de Zeeuwse tongval blijft. In het
kraakheldere kantoortje op het industrieterrein Quistenburg is de lijn
vrijwel constant bezet. Schikker belt of wordt gebeld: door z'n
chauffeurs bijvoorbeeld die hem constant op de hoogte houden van
waar ze zitten. Bij Schikker komen alle draadjes samen. Binnen Europa
vervoert de transporteur van alles en nog wat. Postduiven, kunsthars,
papier, televisiekabels, suikerbieten, noem het maar op.
Amsterdam mag terug naar af met zijn
verlopen Kalverstraat. Maastricht heeft
't: de Grote Staat.
Zegge en schrijven tweeduizend gulden brengt
elke vierkante meter in deze winkelstraat op.
Dat is vierhonderd guldens meer dan in
Monopoly's meest begeerde en gevreesde
straat.
Vijfhonderd meer dan in de Haagse
Spuistraat. Om maar te zwijgen over de
weggevertjes in de Groningse Heerestraat (f
1450) en de Arnhemse Ketelstraat (f 1350).
Afgepast 251 stappen, langer is de Gro
te Staat in Maastricht niet. Wie vanaf
het Vrijthof deze beklinkerde trechter in
loopt, passeert links welgeteld zevenen
twintig winkels. De overkant telt maar
één pand minder.
Eerlijk gezegd, je ziet de sjiek er niet aan
af. C A, Hema, V D, Dixon, Mister Mi-
nit, Van Haren, Kreymborg, Jamin, Ben
netton, Miss Etam en andere filialen,
schuilgaand achter plastic puien.
Kortom, een winkelcentrum van, pak
hem beet Zeist of Zwolle. Maar dan met
publiek dat winkelt met een zachte g.
Wie .verder kijkt dan de knalkoopjes moet
wel het verschil opvallen met de Kalver
straat, ooit de 'kakmadam' van Amster
dam.
Niet één ondernemer stalt zijn negotie uit
op de kasseien. Slalom je in de Kalver
straat tussen rekken met jeans, namaak-
Nikes en strandslippers, in de Grote Staat
heeft Koning Klant nog vrij baan.
„Dat is ook conform het stadsbeleid", ver
duidelijkt; Peter Haane, algemeen secreta
ris van de Kamer van Koophandel in Lim
burgs hoofdstad. „Maastricht wil graag
dat behouden wat Amsterdam heeft ver
loren: een gezellig, sfeervol winkelhart.
Waar het nog fun is om te shoppen. En
waar de ene winkelier de concurrent niet
wegduwt met nog meer koopwaar voor de
deur. De Grote Staat is een pareltje. Maas
tricht doet er goed aan dit kleinood te
koesteren."
Dat de Grote Staat zich nu landelijk eta
leert als de promenade met de duurste
winkelruimte per vierkante meter ver
baast hem allerminst. „Omdat Maas
tricht zich steeds meer profileert als een
internationale stad, stijgt ook de vraag
naar meër plek voor winkels."
In en rondom de Grote Staat is echter
geen schop grond te koop of te huur. Toch
staan kapitaalkrachtige kooplieden als
McDonalds, Marks Spencer, de Bijen
korf en tot voor kort Hout-Brox te dringen
om juist daar ook de kassa te laten rinke
len. „Deze ondernemers wensen uitslui
tend filialen op zogeheten A-l lokaties.
Dat is nu eenmaal hun uitgangspunt van
beleid. Inderdaad, ook al moeten ze er
goudgeld voor betalen."
Juist om deze goudvissen niet voorbij te
laten zwemmen, heeft het stadsbestuur
van Maastricht onlangs besloten het win
kelhart uit te breiden met 15.000 vierkan
te meter. Voor de aantrekkelijkheid van
de Maasstad turft Peter Haane nog wat
meer redenen. „De aanwezigheid van een
universiteit en een academisch zieken
huis levert zeker honderd miljoen gulden
aan extra koopkracht op. Bovendien ver
dient de Maastrichtenaar gemiddeld ge
nomen redelijk tot goed."
Aan zijn naaste buren, de Belgen en Duit
sers, verdient Maastricht wel, maar niet
overdreven veel. Hooguit tien procent,
meent Kamer van Koophandel-secretaris
Haane. Paul Remarque zou zó bij Haane
op schoot kunnen kruipen. Vanuit het C
A-bastion in Amsterdam steekt hij de lof
trompet over de Grote Staat, waaraan
even breed als voordelig het Maastrichtse
filiaal is opgetrokken. „Een winkelstraat
met sfeer in een stad met allure en waarte
gen Aken, Heerlen en Luik het nu al afleg
gen. Deze ontwikkeling is reeds jaren
voorzien. Want wat kenmerkt de onderne
mer? Precies, dat hij vijf jaar vooruit'
denkt. Voor ons komt de koppositie van
de Grote Staat dan ook niet als een verras
sing." Of de klant over een tijdje toch min
der voordelig uit is bij C A in Maas
tricht?
Remarque: „Wel nee, hoe duur de meters
ook zijn, we blijven trouw aan onze slogan.
Natuurlijk heeft het effect op de winst
marges. Daar staat echter tegenover dat C
A al haar filialen in eigendom heeft."
Textiel-titaan C A mag dan lachend
naar de bank lopen, meubelinrichter Mi-
chiel Bury denkt aan meer dan alleen een
vet banksaldo. Een sluipende verloede
ring. Dat leest hij op de achterkant van
het inderdaad aanlokkelijke prijskaartje
van 2000 gulden per vierkante meter.
De Grote Staat in Maastricht, Nederlands duurste winkelstraat (foto Widdershoven)
Hij wijst vanachter de strak gelakte eiken
houten winkelpui de straat in. "Kleren en
schoenen, daarmee is de Grote Staat nu
volgepropt. Mooie zaken hoor, daar wil ik
geen verkeerd woord over zeggen. Maar
aan die van vroeger kunnen ze niet tippen.
Toen had je een prachtige bloemenzaak,
meer juweliers, een porseleinzaak. Het pu
bliek van toen paradeerde hier graag.
Klopt, je ziet nu veel meer mensen dan
vroeger. Maar dat kleinere aantal had wel
een grotere portemonnee op zak."
Bury doet al sinds 1913 in meubels en per
zen. Zijn vader al leverde zit- en leefcom-
fort aan vooraanstaande Maastrichtse fa
milies zoals de porselein-dynastie Regout.
Hun klandizie is kwijnende. Hun hoge he
renhuizen in de binnenstad zijn verruild
voor luxe flats in de buitenwijken. Of voor
een villa net over de Belgische grens in La-
naken, waai- de fiscale wind bijna is gaan
liggen.
„Af en toe komen ze langs om een stoel te
lateri overtrekken of voor nieuwe vitrage
in de residentiële flat," schokschoudert
Bury. Vooraan in de zeventig is hij, maar
vitaal genoeg om twee traptreden tegelijk
te nemen als hij voorgaat haar de reden
waarom hij niet voor het grote geld
zwicht. Hoog achter zijn kapitale winkel
pand pronkt namelijk een achterhuis met
terrastuin. Een groene oase op niveau,
hartje stad. Met blijvend uitzicht op oude
daken en jonge duiven.
Begrijpelijk dat hij de zeker vijftig aanbie
dingen. waaronder dubbeldikke van
McDonald's, gewóón onder in de bureaula
laat liggen. „Als ik er straks niet meer ben,
moeten mijn kinderen maar zien wat ze
met dit pand doen. Opvolgers heb ik niet.
Twee getrouwde dochters. Mijn enige
zoon is arts..."
Bury gidst me door zijn hoogpolige nering
en zucht zonder spijt: „Als ik het morgen
tegen achttienhonderd gulden per vier
kante meter verhuur, beur ik inderdaad
meer dan ik nu kan verdienen. Maar waar
vind ik dan zo'n paleiselijke plek?"
Door naar kunsthandel Dejong, vlak
naast de snelle hap van Snacksons. Recht
tegenover juwelier Heygele, die liever
geen commentaar geeft op de monopolie
positie van de Grote Staat.
Fons Dejong wankelt wel even, maar gaat
(vooralsnog) niet door de knieën voor de
verleidelijke vierkante meterprijs van
tweeduizend piek.
Familietrots houdt hem overeind. Vanal
1903 doen de Dejongs goed zaken in de
Grote Staat. De kunstwinkel mikt nog
naar zweet van Dejongs grootvader. Zit
nog vol vingerafdrukken van zijn vader.
„Bovendien vind ik me op mijn vijfenvijf
tigste nog te jong om de rest van mijn le
ven met de hond te gaan wandelen."
Toch zou zijn winkel nu f 180.000 huur op
brengen, stook ik nog even. „Wie kan
zoiets nou opbrengen? Ik heb best een
leuk zaakje, maar zo'n huur zou ik niet
kunnen betalen."
De 'parel van Maastricht' telt ook twee
kroonjuweeltjes: Maison Louis en Maison
Groutars zijn beide hofleverancier. Niet
dat ze ooit een paar sokken of 'n lefdoekje
aan*Soestdïjk hebben verkocht. Dit uit
hangbord is het vorstelijke schouderklop
je voor elke zaak die het een eeuw of langer
vol houdt.
De Groutars doen al 162 jaar in textiel.
Vandaar het royale schild boven de voor
gevel dat door vier houtgesneden vrou
wen sierlijk wordt gestut.
Van de omhoog geschoten vierkante-me-
terprijs loopt mevrouw Groutars niet
naast haar pumps. „Leuk meegenomen
als je op je zaak bent uitgekeken. Maar
wat schiet je er mee op als je hier nog altijd
fluitend door de winkel loopt..."
Ook de Groutars zouden veel liever zien
dat de Grote Staat weer allure krijgt. Dat
er minder schilderijtjes en zelf gefröbelde
sieraden op straat aan de man worden ge
bracht. Anders wordt het in no time tóch
de Kalverstraat.
Iets verderop, op de hoek van de Spil-
straat, stalt een zwarte muzikant een xy
lofoon van kokosnoten uit. Zes trottoirte
gels is zijn negotie lang, drie tegels breed.
Iets meer dan anderhalve vierkante me
ter. Of wel drieduizend gulden. Gratis, net
als zijn muziek.
Hans Toonen