Hannes ving haar op...
Avontuur op de mooiste rivier van Europa
PZC
Politiek
echtpaar
Donau
vlotters
reportage
25
TERNEUZEN
HOLLAND
ZATERDAG 18 MEI 1991
T wee witte palen markeren het
privé-domein van de familie De
Vries. Een stulpje tussen Oostburg en
Waterlandkerkje op ruim een kwart
hectare grond. Schapen, fruitbomen
en een tuin, waarin het groen na een
winterslaap nauwelijks is ontwaakt.
In het huis aan de Philipsweg
bekomen Greet en Hannes de Vries
van zes enerverende maanden. Een
portret van een Fries echtpaar in de
Zeeuwse politiek.
Een Fries echtpaar in de Zeeuwse politiek: Greet en Hannes de Vries foto Caviïie Schelstraete)
De appelflappen liggen klaar. De koffie
staat te dampen en de werkster van
het echtpaar De Vries is druk bezig orde in
het huishouden te brengen. „Heerlijk",
zucht gedeputeerde Greet (47), „zo'n dag
je vrij." In alle rust nemen ze die ochtend
de dagelijkse vracht kranten door.
Die vermaledijde kranten, die maanden
achtereen met name voor Greet de Vries
weinig opbeurende berichten bevatten.
Eerst het ge-elleboog voor de eerste plaats
op de lijst van de PvdA voor de statenver
kiezingen - een strijd waarin zij de Vlis-
singse wethouder Daan Bruinooge voor
moest laten gaan - vervolgens de provin
ciale belastingaffaire, die haar even deed
weifelen. Stoppen met de politiek of door
gaan. Ze ging door, ondanks het feit dat
verschillende PvdA-afdelingen in Zeeland
haar kop wilden zien rollen, ondanks het
feit dat (toen nog) collega-gedeputeerde
E. Maris-Koster meende dat ze uit solida
riteit met de overige collegeleden moest
opstappen.
„Greet is van allerlei dingen beticht",
sneert Hannes (48). „Frauduleus hande
len, zakkenvullen) en wat al niet meer.
Sommige journalisten hebben de afgelo
pen tijd slechte journalistiek bedreven. Ze
veroordeelden mensen zonder erbij stil te
staan dat een aantal zaken met betrek
king tot de hele affaire naar buiten werd
gebracht - anoniem - door figuren die een
rekening te vereffenen hadden. Het is, dat
weet nu iedereen, begonnen bij het CDA.
Daar zat een ontsteking, die tot uitbar
sting is gekomen."
Wisten de PvdA-bestuurders af van het
vereffenen van belastingschulden van
(oud)-gedeputeerden uit de provinciekas?
Waren zij op de hoogte van het discutabe
le declaratiegedrag en hielpen zij mee aan
het in de doofpot steken van dit alles? Vra
gen waarop PvdA-ers in de provincie be
gin dit jaar een antwoord wilden. Een on
derzoek (later nog eens dunnetjes overge
daan door de commissie-Van Water
schoot, maar dan gericht op alle betrokke
nen) volgde. „Dat onderzoek wees uit dat
mij niets ten laste kon worden gelegd. Wel
bleek dat ik me beter had moeten laten
informeren. Dat ik een domme gans zou
zijn geweest, is overdreven. Toegegeven,
ik ben te goed van vertrouwen geweest
toen ik aantrad. Ik heb verzuimd om, op
het moment dat de kwestie aan de orde
kwam, alle stukken over die zaak op te
vragen en door te nemen. Maar dat kun je
redelijkerwijs niet van een nieuwe be
stuurder verwachten."
„Ik vind achteraf wel dat de kwestie ope
ner afgehandeld had moeten worden. Heel
de toestand was niettemin voor mij onbe
grijpelijk. Temeer, omdat ik er nauwelijks
bij betrokken was geweest. Ik kreeg een
soort Kafka-achtig gevoel over me. Zo van
'gaat het nu echt om mij'. Die kritiek vond
ik zoiets raars eigenlijk. Ik had hard ge
werkt en de vruchten van mijn werk be
gonnen net - om het zo maar te zeggen - te
vallen. Mijn milieubeleidsplan was goed
ontvangen, mijn milieuprogramma stond
op stapel. Alles liep net lekker en dan
zoiets stoms. Dat zou me de nekslag ge
ven? Nee, dat kon niet."
De kritiek verstomde niet. Toen in februa
ri de krant meldde dat 'de PvdA foute poli
tici aanhield' wou ze er de brui aangeven.
„Toen ik die kop las, wilde ik er echt mee
ophouden. Ik ging naar huis, was ont
daan. Dat woordje 'fout', dat kon op mij
geen betrekking hebben."
Thuis ving Hannes haar op. Liet haar d'r
hart luchten, poetste de bumper van zijn
auto en dreigde vervolgens het journaille
in de provincie van de weg af te rijden.
„Achteraf ben ik blij te zijn aangebleven.
Het rapport van binnenlandse zaken is
duidelijk. Formeel is er niets misgegaan in
Zeeland, er is niet gehandeld in strijd met
de provinciewet, alleen de staten hadden
beter geïnformeerd moeten worden. Ik
heb veel van de affaire geleerd. Als me nu
zoiets weer zou overkomen, dan zal ik niet
aarzelen om alle relevante stukken op te
vragen. Maar goed, eigenlijk is dat boek
nu afgesloten. Over en sluiten maai'. Het is
alleen doodzonde dat de laatste bestuur
speriode zo moest eindigen. Zonde ook
voor die collega's die vertrekken moes
ten."
Er waren nog andere dompers. De teleur
stellende verkiezingsuitslag voor de PvdA
en - als gevolg van die uitslag - het verlies
van haar milieu-portefeuille. „Ja, daar
heb ik zwaar de pest over in. Ik zie nog zo
veel dingen waai' ik dolgraag iets aan zou
willen doen. Een goed milieu is voor Zee
land onmisbaar. Maar goed. mijn huidige
portefeuille met natuur en landschap, re
creatie en toerisme is ook niet onaardig..."
Hegemonie
Een niet onaardige portefeuille, maar dan
in de gemeente Oostburg, ging voorbij
aan echtgenoot Hannes. Terwijl Greet
worstelde met de naweeen van de belas
tingaffaire, vocht Hannes het gevecht om
de hegemonie binnen de PvdA in West-
Zeeuwsch-Vlaanderen uit. Na het plotse
linge vertrek van wethouder Trees de
Blok (Dorpsbelangen en Toerisme) leek
een deelname van de PvdA aan de Oost-
burgse regeringsploeg voor de hand lig
gend. De twee sociaal-democratische
troonpredenten (De Vries en J. Wielakker)
joegen echter een wig in de afdeling.
Spoedoverleg volgde en uiteindelijk kreeg
de Oostburgse CDA-formatrice een eisen
pakket opgedist dat niet te verteren viel.
De PvdA was slechts bereid mee te rege
ren als de zittende leden van het dagelijks
bestuur van Oostburg zouden opkrassen,
de borrelflessen op het gemeentehuis niet
meer uit de kast zouden komen en de
PvdA niet opgezadeld zou worden met de
portefeuille welzijn. Het CDA hield de eer
aan zichzelf en leverde een eigen - tweede
- wethouder.
„Of het wijs is geweest om met die eisen te
komen? Daar heb ik mijn twijfels over. De
afdeling heeft echter beslist en daar con
formeer je je aan. Eerlijk gezegd - anderen
mogen daar anders over denken - zat ik
niet te springen om weer wethouder te
worden. De vorige drie jaren heb ik niet
onprettig met de collegeleden Thomaes
en De Feijter samengewerkt. Los daarvan
wilde ik geen wethouderszetel, omdat ik
weer op school begonnen was. Bovendien,
en dat had ik bij de college-onderhande
lingen vorig jaar al nadrukkelijk gesteld,
voelde ik niets voor opnieuw die porte
feuille welzijn. Ik zag de bui al hangen. De
jaren daarvoor mocht ik telkens bij de ver
enigingen en instellingen komen met
slechte boodschappen. Ruim 3.5 ton aan
structurele bezuinigingen mocht ik door
voeren. En nu met de bezuinigingen van
de Tussenbalans in het verschiet. Nee.
dank je. Ik was al eens de boodschapper
van het slechte nieuws geweest en dat
heeft ook meegespeeld bij de laatste ver
kiezingen."
Dat Wielakker wel trek had om het be
stuurderspluche te bezetten was nooit tot
Hannes doorgedrongen. „Mensen hebben
me weieens gezegd dat hij aasde op mijn
positie, maar ik heb daar nooit iets van ge
merkt. Dat het tot een botsing kwam, ach
ja, de pikorde binnen de afdeling en fractie
is nu vastgesteld Mijn relatie met Wielak
ker is puur zakelijk en dat zal wel nooit
anders worden ook."
Vrienden, vijanden. Tijden van voor- en
tegenspoed. Het echtpaar De Vries weet
er alles van. „Als de laatste zes maanden
bepalend zouden zijn voor het spel in de
politieke arena, dan zeg je op grond van
wat wij hebben meegemaakt: je bent zot
om je met politiek bezig te houden. De af
gelopen zeventien jaar hebben we echt
hartstikke mooi werk kunnen verrich
ten". mijmert Greet. Haar man herinnert
zich nog goed hoe ze ruim twintig jaar ge
leden vanuit Friesland kwamen afzakken.
„De tijd van de gemeentelijke herindelin
gen. Een leuke tijd. Die kwestie hield de
gemoederen bezig. Ik was actief binnen de
afdeling en in 1974 rolde ik de raad bin
nen."
Greet hield zich binnen de partij bezig
met het vrouwenwerk en daarnaast verg
de de opvoeding van de dochters Caroline
en Hannelore veel tijd. Wijlen Paul Boers-
ma peilde in 1977 haar interesse voor de
provinciale politiek en een klein jaar later
stapte Greet de statenzaal binnen. Even
lonkte de Tweede Kamer, maar uiteinde
lijk gaf het gewest Zeeland de voorkeur
aan minderheden- en onderwijsspecialist
JohnLilipaly. 'Generaliste' Greet de Vries
werd in 1987 lid van het dagelijks bestuur
van de provincie.
Greet de Vries meent dat nu, na de rappor
tage van Biza, de tijd is aangebroken om
helemaal opnieuw te beginnen. „Die nieu
we haardracht, mijn nieuwe brilloze look
heeft daar overigens niets mee te maken.
Mijn haren hangen los, omdat opsteken
niet meer ging, mijn haren braken af. Ou-
derdomsverschijnselen dus. Dat geldt ook
voor de contactlenzen die ik nu draag.
Maar goed, ik word zo langzamerhand
weer mezelf."
Conny van Gremberghe
Het moet nü gebeuren. Als hij het niet doet,
veroordeelt hij zichzelf tot 'levenslang
spijl'. De Terneuzense politieman Bojan
Goricki hoopt in juni zijn jongensdroom in
vervulling te zien gaan. Op een vlot de mooiste
rivier van Europa - de veelbezongen 'schóne,
blaue Donau' - afzakken.
Als jochie zag Joegoslaaf Goricki eens
een film over een avontuurlijke vlo-
treis door de Balkan. De verhalen van
Tom Sawyer en Huckleberry Finn die op
een houten plankiertje over de Mississippi
voeren, wakkerden het vuur van verlan
gen aan. Gedoofd is dat vuur sindsdien
niet meer. „Ik ben nu 41, over een paar jaar
ben ik misschien te oud. Daarom ben ik
eind vorig jaar serieus op zoek gegaan
naar mannen die ook nog eens op avon
tuur willen. Mannen ja, want vrouwen aan
boord zou moeilijkheden met het thuis
front kunnen opleveren."
Het vinden van medereizigers leverde
geen enkel probleem op. De handige buur
man Johan IJsebaert, die werd verzocht
om mee te helpen het vlot in elkaar te zet
ten, wilde graag mee. Journalist Marcel
Modde, die werd gevraagd om een verhaal
over de voorgenomen reis te maken, was
ook te vinden voor een avontuurlijke vlo-
treis. Buurman en verslaggever charter
den drie vrienden uit Zaamslag en het
Goereese Middelharnis en het door Goric
ki gewenste zestal was compleet. In vier
maanden tijd werden vervolgens het vlot
Proefvaart met het Donauvlot op de Otheense kreek bij Terneuzen foto Camïle Schelstraete)
gebouwd, de benodigde reisdocumenten
aangevraagd en - om er niet helemaal een
reis naar het einde van te maken - een
aantal sponsors aangezocht.
Nu de voorbereidingen zo goed als rond
zijn, wachten de Donauvlotters '91 vol on
geduld op de laatste dag van mei. De 31-
ste wordt het vlot in een vrachtwagen ge
laden en naar het Duitse Regensburg ver
voerd. De bron van de Donau ligt welis
waar enkele honderden kilometers ver
derop in het Zwarte Woud. Maar pas bij
Regensburg wordt de rivier bevaarbaar
voor het zo'n acht bij vier meter metende
vlot. Tussen de Beierse stad en de mon
ding in de Zwarte Zee moeten zo'n 2300
kilometer Donau voorden afgelegd. De zes
avonturiers verwachten die afstand in
twee weken te overbruggen. Voor de te
rugreis per (boemel)trein denken ze dan
nog eens ruim een week nodig te hebben.
Het verlangen om echt van wal te steken,
komt intussen niet alleen meer voort uit
zucht naar avontuur. Want agent Bojan
Goricki. bedrijfsbrandweerman Johan
IJsebaert, spuiter Frans den Deurwaar
der, machinebankwerker Marco Troost,
voorman Godert O verweel en verslagge
ver Marcel Modde worden af en toe ziek,
strontziek van hun collega's op de werk
vloer. Modde, lachend: „Als een verhaal
even niet wil lukken, is het direct 'wil het
niet vlotten ventje, zitje weer aan de Do
nau te denken'. Of: 'Marcel, je vrouw aan
de telefoon. Vergeet je niet om vijf uur
naar zwemles te gaan?' Ik word er soms zo
moe van."
Scepsis
Tot nu toe hebben de Donauvlotters de
scepsis van hun collega's het hoofd kun
nen bieden. De financiering is rond. de pa
pieren zijn binnen en het vlot heeft een ge
slaagde proefvaart achter de rug. Maar
een tochtje op de Otheense Kreek is na
tuurlijk wel iets anders dan een kolkende
stroom in de Balkan of de moerassige ri
vierdelta vlak voor de monding. Over
moeilijkheden die ze bij het varen tegen
kunnen komen, maken de Donauvlotters
zich totaal geen zorgen. Ze verwachten
met gemak ruim 200 kilometer per dag af
te leggen. „We gaan tenslotte met de
stroom mee", zegt Goricki.
Belangrijker is echter dat het vlot is uitge
rust met een krachtige buitenboordmo
tor. „Toegegeven, dat is natuurlijk niet zo
spannend als proberen op een paar boom
stammen tegen de stroom in te roeien.
Maar niet-gemotoriseerde vaartuigen mo
gen bijvoorbeeld in Hongarije niet op de
Donau komen", verklaart Modde. Wat
gekscherend voegt hij er aan toe dat hij
verwacht 'als een raket' door het water te
gaan. „De aan Elkaar gelaste vaten zien er
uit als twee Scuds. Maar om eerlijk te zijn:
de stroomsnelheid van de Donau is ge
middeld zo'n acht kilometer per uur. De
motor voegt daar wel twaalf kilometer
aan toe en zo komen we op die twintig ki
lometer per uur."
Het vlot wordt in vier delen per vrachtwa
gen vervoerd naar Regensburg. 'Bouw
meester' Rien van Eijk, chef werkplaats
bij de Scheldevestiging in Terneuzen.
gaat mee om toezicht te houden op het in
elkaar zetten van het vaartuig. Het ver
trek is zaterdag 1 juni vanaf een werf in
Regensburg voorzien. De tocht voert door
zeven landen: Duitsland, Oostenrijk,
Tsjechoslowakije, Hongarije, Joegoslavië,
Roemenië en Bulgarije. Daarnaast willen
de vlotters ook nog even 'illegaal' op een
Russische oever picknicken.
Baarden
Tegen de tijd dat ze de Roemeens-Russi
sche grens naderen zullen de Donauvlot
ters sowieso behoorlijk zwart zijn. Modde:
„Het begin van de Donau is nog redelijk
schoon, maar daarna wordt het vuiler en
vuiler. Bovendien zijn er in de voormalige
Oostbloklanden weinig mogelijkheden
opj eens lekker te douchen aan de boor
den van de rivier. We hebben ook afge
sproken ons die drie weken niet te sche
ren. Zij die willen de Donau varen, moeten
mannen met baarden zijn."
Op de terugweg willen de vlotters nog bij
bekenden van Goricki langs om met 'oude
kennissen' in Joegoslavië feest te vieren.
De Sloveen, geboren in de buurt van de
Ljubljana, verwacht geen grote proble
men bij het doorkruisen van zijn in een
burgeroorlog verzeild geraakte geboorte
land. „De Donau loopt in Joegoslavië niet
direct door de streek waar de grootste on
lusten plaatsvinden. En als we met de
trein terug komen, zullen we brandhaar
den ook mijden", vertelt de agent.
Het vlot zal overigens die treinreis niet
meemaken. De buitenboordmotor is in
bruikleen gegeven en moet terug naar de
fabrikant, maar de rest van het vaartuig
willen de Donauvlotters aan 'padvinders'
geven. Of ze welpen, kabouters, rowans en
andere scouts kennen in Oost-Europa we
ten ze niet zeker. Modde: „Maar ze zullen
daar in Roemenië toch zeker wel een afde
ling Zwarte Zeeverkenners hebben...
René Hoonhorst