Voor een normaal mens
is zo'n dag een verzoeking
PZC
Rook
Oranjefeest
reportage
27
ZATERDAG 4 MEI 1991
Holland vierde
koninginnedag. De
burgemeesters van Culemborg
en Buren verklaarden daags na
het bezoek van koningin
Beatrix trots en tevreden te
zijn. 'Een uniek en eenmalig
feest', noemde de Culemborgse
burgemeester mevrouw
Bloemendaal de viering van
koninginnedag in haar
gemeente.
Maar hoe uniek was dat
geklompendans eigenlijk? En
geniet koningin Beatrix
werkelijk van een Betuwse
bruiloft uit Zoelmond? Een
rondgang langs enkele
oranjekenners. Oud
hoofddirecteur van de
Rijksvoorlichtingsdienst Gijs
van der Wiel: „Je moet er toch
niet aan denken dat deze
vertoning zich nog tientallen
jaren voortsleept."
De scholieren vierden feest,
want Bea was in Buren. Cu
lemborg legde het qua oranje-ver
sieringen af tegen de rijkste ge
meente van Nederland, al stond
daar tegenover dat de demonstra
tie van duikvereniging Dipnoi in
de Culemborgse haven als een van
de hoogtepunten van het konink
lijk bezoek aan de Betuwe werd be
schouwd.
Het bezoek werd verslagen door er
varen reporters, in opperste staat
van paraatheid. Tegen acht uur
kwam het eerste bericht binnen
dat representatief zou zijn voor de
aard van de verslaggeving van de
rest van de dag. Een verslaggever
meldde licht ontsteld dat de Afri-
kaantjes, dezelfde morgen nog ge
plant op het Weeshuisterrein te
Buren, reeds voor aankomst van
de Oranjes waren vermorzeld door
de grote voeten van een fanfare en
aanstormend joumalistenvolk.
Dat is het nieuws van koninginne
dag 1991.
Televisie-verslaggevers van de
Nos doen drie uur lang verslag
van een perfect uitgevoerd draai
boek. Kroonprins Willem Alexan
der en zijn jarige oom Pie ter van
Vollenhoven sleuren leden van de
volksdansgroep Oriënt over een
podium. Spontane ontmoetingen
met sigaren- en meubelmakers.
Enthousiast interviewt Nos-ver-
slaggever Michiel Berssenbrugge
(die journalistieke furore maakte
als producent van de tv-registra-
ties tijdens de RSV-enquête) een
meisje dat bloemen mag aanbie
den aan de koningin. Berssenbrug
ge: „Zit je op school?". Meisje:
„Ja". Berssenbrugge: In Culem
borg?" Meisje: „Ja". Einde inter
view.
Konden de verslaggevers iets an
ders? Ze hadden niet veel alterna
tieven. Een heel medialeger werd
losgelaten op een ballonnen opla
tend en hoepelend volk, dat spon
taan wordt toegesproken en spon
taan wordt toegezwaaid door de fa
milie van Oranje. Is dit modern ko
ningschap tijdens een uniek en
eenmalig feest?
Veranderen
Gijs van der Wiel, oud-hoofddirec
teur van de Rijksvoorlichtings
dienst, vraagt zich sinds afgelopen
woensdag in elk geval af of de ver
jaardag van onze vorstin op deze
voet moet blijven doorgaan. Hij
beantwoordt die vraag al een dag
later met 'nee'.
„Ik moet er toch niet aan denken
dat deze vertoning zich nog tien
tallen jaren voortsleept", bromt
hij. „Het achterliggende idee is
goed, maar de uitvoering wordt
een eindéloze herhaling van zet
ten: klompendansen, matten-
vlechten, volksdansjes, en als het
èrg uitbundig wordt vallen ze in
het water."
„Ik meen zelfs gezien te hebben, en
dat kan iedereen trouwens, dat het
de koninklijke gasten ook langza
merhand de neus uitkomt. De ko
ningin blijft wel uiterst vriendelijk,
maar dat maakt de vertoning mis
schien wel des te gevaarlijker, on
echter. Van de andere kant: geen
kwaad woord over al die mensen
die zo hun best doen, en voor zo'n
dorp is het een natuurlijk een bele
venis. Maar het wordt tijd voor een
andere aanpak, met behoud van
de goede elementen."
„De koningin doet het zeker zeer
professioneel", vindt mevrouw
M.J. Spiering, hoofdredacteur van
het maandblad Vorsten. „Maar
wat de koningin er echt van vindt?
Laat ik het zo zeggen: voor een nor
Het Oranjefeest in Buren: de prinsen slaan op de Kop van Jut. Geheel rechts koningin Beatrix (foto ANP/Frans Vanderlinde)
maal mens is zo'n dag een verzoe
king. En aangezien de koningin
een normaal mens is, geldt dat ook
voor haar."
Spiering vindt de huidige manier
waarop koninginnedag wordt ge
vierd in elk geval totaal onge
schikt om op de televisie te verto
nen. „Slechte één keer per jaar pre
senteert de koninklijke familie
zich aan het volk. En wat zie je:
niet één ceremonie. De camera is
vooral gericht op een wandelende
Hare Majesteit en incidenteel an
dere leden die dan een dansje ma
ken. Je ziet niets, alleen een wirwar
van mensen. Vroeger, met het défi
lé op Soestdijk, stond de familie
anderhalf uur op het bordes en al
die tijd waren ze goed te bezichti
gen. Dat was de functie van konin
ginnedag, waai- bovendien vereni
gingen uit het hele land bij waren
betrokken. De mensen missen het
défilé, dat horen we nog steeds zeer
vaak."
Leuk
De Culemborgse burgemeester
mevrouw Bloemendaal begrijpt
niet veel van alle kritiek. „Ik heb
alleen maar positieve reacties ont
vangen", zegt ze. „Het was ont
spannen, leuk en vrolijk en echt
spontaan. In heel Nederland wordt
op deze manier koninginnedag ge
vierd. Het is ook de nadrukkelijke
wens van de koningin dat er niets
in het programma wordt gewij
zigd. De koningin is 364 dagen per
jaar serieus bezig met werkbezoe
ken en één dag viert ze feest. Dat is
ook een deel van het vorstenhuis.
Bovendien waren de kijkcijfers
voor een uitzending als uit Culem
borg onthullend hoog; voor heel
veel mensen voldoet het dus ken
nelijk wel."
Maar waren die kijkcijfers wel zo
hoog? De afdeling Kijk- en Luis ter
onderzoek van de Nos meldt een
gemiddelde kijkdichtheid van vijf
tien procent: ongeveer 2 miljoen
mensen. Waardering: 7,2. Ter ver
gelijking: in het laatste jaar van
het défilé op Paleis Soestdijk in
1979 was de kijkdichtheid 41 pro
cent met een waardering van 7,6.
In 1978 keek 33 procent. Iets min
der dan in '79 maar nog altijd ruim
tweemaal zoveel als op 30 april
1991.
Koninginnedag 1991 in Zierikzee foto Pieter Honhoff)
Koekhappen
NCRV's Dick Passchier, jarenlang
verslaggever bij de défilés op
Soestdijk, heeft dinsdag zijn ogen
dan ook nauwelijks droog kunnen
houden. „Ik heb het voor het eerst
sinds jaren weer gezien", zegt hij.
„Verschrikkelijk. In 1981 moest
het défilé maar eens ophouden, zo
werd gezegd. Dat gedoe met die
krentenbroden, daar moesten we
vanaf. De viering van koninginne
dag moest zakelijker worden, meer
het karakter krijgen van een werk
bezoek waarvan dan op een jour
nalistieke wijze verslag van kon
worden gedaan. Daar kon ik vrede
mee hebben. Maar wat zie je nu?
Gewoon jaren vijftig. Geschoolde
journalisten als Joop Daalmeijer
en Oskar van den Kroon zijn koek
happen en zeskampen aan het ver
slaan. En dat moeten ze niet doen,
want over zeskampen ga ik."
Oud-RVD-directeur Van der Wiel
noemt de nieuwe aanpak van Bea
trix' verjaardag vanaf 1981 toch
„een enorme onwenteling" verge
leken met vroeger. „Het volk gaat
niet meer naar de troon, maar de
vorstin daalt van die troon af en
mengt zich onder de mensen. Van
een tamelijk feodaal idee naar een
democratische vorm. Dat was ook
Prins Claus, burgemeester mevrouw W.H.J. Bloemendaal-Lindhout en de koningin wandelen door
Culemborg foto ANP!Arthur Bastiaajise)
hard nodig, want het défilé op
Soestdijk was al te lang onderwerp
van cabaretgrappen: de cadeaus
achter de rododendrons."
„Maar ik ben eerlijk gezegd bang
dat we die grappen nu weer gaan
krijgen als 30 april blijft zoals het
nu is. En dan zal er niet veel veran
deren, want het circuit dat deze
dingen bedenkt wil juist voor grap
pen niet zwichten. Wel voor serieu
ze kritiek."
Volksfeest
Van de Wiel heeft die serieuze kri
tiek: „Koninginnedag heeft nu een
gespleten karakter. De grote mas
sa van de mensen trekt naar vrij
markten, en dat zijn vooral in ste
den als Amsterdam en Utrecht
grote volksfeesten. Die mensen be
kommeren zich nauwelijks om de
verjaardag van de koningin. Daar
naast begeeft Beatrix zich naar
een dorpje, waar klaarblijkelijk
nog steeds mensen zin hebben om
naar haar te komen kijken en mee
te feesten. Daar wordt een ritueel
opgevoerd, dat nu al een sjabloon
is, en datje na een paar keer inder
daad voor gezien houdt. Het is mo
gelijk, die twee uitersten in een
nieuwe formule te combineren, en
het is hoog tijd dat daar eens over
wordt nagedacht."
Hij wil wel een voorzetje geven: „Ik
kan me voorstellen, dat op de och
tend van koninginnedag in grote
plaatsen officiële bijeenkomsten
plaatsvinden, in Amsterdam bij
voorbeeld in het Concertgebouw of
op de Dam - niet plechtig, wel aan
trekkelijk voor het grote publiek.
De koningin zou bij zo'n manifes
tatie kunnen zijn, telkens in een
andere gemeente, met bij voor
beeld een rijtoer, maar we moeten
wel oppassen voor het oude feoda
le Soestdijk-effect. De rest van de
dag kan dan opgaan aan echte
volksfeesten zoals vrijmarkten."
Zit zo'n nieuwe aanpak eraan te
komen? Van de Wiel: „Nee, dan
had ik het wel ergens gehoord.
Maar als u en ik beginnen te den
ken dat het hard nodig is, dan zal
het in hofkringen ook wel leven,
dat hoop ik tenminste."
Voor H. Bax, hoofd van de afdeling
pers en publiciteit van de Rijks
voorlichtingsdienst, hoeft het ech
ter allemaal niet zo nodig anders.
„Als het Nederlandse volk konin
ginnedag wil vieren met koekhap
pen en brandspuiten, dan is dat
koninginnedag", vindt hij. „Dat is
een diepgewortelde traditie. En
het uitgangspunt van de koningin
was de vraag: hoe viert het volk ko
ninginnedag? Zo wil zij het ook."
Toch is Bax wel gevoelig voor de
kritiek, vooral die van zijn voorma
lige hoofddirecteur Van der Wiel.
„Er zijn op zich geen plannen de
opzet te veranderen, maar Van der
Wiel is wel een man naar wie wordt
geluisterd. Uw verhaal komt mooi
op tijd, want maandag gaan wij de
ze laatste viering evalueren. Mis
schien hebben we er nog iets aan."
- En de koninginHoe heeft zij het
bezoek aan Buren en Culemborg
ervaren?
Bax: „Ze vond het heel leuk."
- Echt waar?
Bax: „Ja, echt waar."
- U kunt natuurlijk ook niets an
ders zeggen?
Bax: „Nee, uiteraard niet."
Bert van den Hoed
en Jos Goos
Je hebt net lekker gege
ten. Mooi wijntjegeuri
ge koffie. Misschien nog een
pousse-cafeetje erbij. Je
smaakpapillen en reukze
nuwen genieten gelukzalig
na van een gastronomisch
hoogstandje. Dan worden
diezelfde zenuwen plotse-
ling geteisterd door een
scherpe. doordringende
geur. Je buurman aan het
tafeltje naast je, of erger
nog: je disgenoot, steekt
een sigaret op en rook krin
gelt in je neusgaten. Nog
een geluk als het geen si
gaar is.
U begrijpt het al: ik ben een
niet-roker. Een verstokte.
En ik houdbovendien van
lekker, uitgebreid tafelen in
een van die vele prima res
taurantjes die België rijk is.
Net als zovele van mijn tij
delijke landgenoten. Maar
het einde van menige maal
tijd gaat letterlijk in rook
op door mensen die na de
laatste hap of slok meteen
met sigaret of sigaar probe
ren elke zintuigelijke herin
nering aan de inspannin
gen van de chef uit te uhs-
sen.
Sommigen doen het zelfs
tussen de gangen! En er zijn
ook heel wat restaurateurs
die, voordat zij met de reke
ning langskomen, de gas
ten een kist met sigaren on
der de neus houden. On
langs bood de gerant van
een verder voortreffelijk
restaurant me ook zo'n si
gaar aan. Op mijn opmer
king dat ik niet rook. kwam
het obligate a?itwoord van
de roker: heel verstandig,
meneer! Maar ivaarom
biedt iemand, die me net
een heerlijk maal heeft
voorgezet, dat dan aaii?
Gelukkig komt er nu een
eind aan mijn klacht. Hoop
ik tenminste. De Belgische
regering heeft bepaald dat
vanaf 1 mei van elk restau
rant of café eenderde van
de publieke ruimte gereser
veerd moet zijn voor niet-
rokers. In navolging van
het al twee jaar geldende
rookverbod in voor het pu
bliek toegankelijke over
heidsgebouwen en -ruim
ten, zoals de hal van het sta-
tion, van het stadhuis of het
politiebureau. Maar nie
mand stoort zich daaraan.
Vandaar mijn twijfels.
Overtreding van die laatste
maatregel kan de rokende
Belg op een boete van een
paar duizend frank komen
te staan. Bij mijn weten zijn
alleen in de eerste maand
een paar rokers geverbali
seerd. Een enkele keer deed
een nog verstoktere niet-ro
ker dan ik aangifte. Maar
straf is nooit opgelegd. De
politie heeft ivel wat beters
te doen. Dit keer is de over
heid echter wat verder
gaan dan alleen te bepalen
waar wel en waar niet ge
rookt mag worden.
In alle cafés en restaurants
moeten in de ruimte waar
wel gerookt mag worden
luchtverversingsinstalla
ties worden aangebracht.
In het Koninklijk Besluit
van 15 mei 1990 staat pre
cies hoe die apparaten
moeten worden aange
bracht en hoeveel doorge
rookte lucht ze moeten kun
nen afzuigen. In ruimten
kleiner dan vijftig vierkan
te meter - vooral veel cafés
halen dat nooit - mag (niet
moet!) de uitbater zelfs een
totaal rookverbod afkondi
gen.
De horeca krijgt van de
overheid een half jaar de
tijd om aan de eisen te vol
doen. De controle erop zal
daarna veel strenger zijn
dan die van het rookverbod
in overheidsgebouwen. Im
mers, niet de politie maar
de voedingsinspectie voert
de controle uit. En die in
specteurs komen toch min-
stensjéén keer per jaar elk
café of eethuis bezoeken.
Hoe je in een café eenderde
van de zaak wilt afscher
men, is overigens nog een
probleem. Net als dat veel
café- en restaurantuitba
ters nu flinke investeringen
moeten doen.
Een goed ventilatiesysteem
kost al gauw duizenden gul
dens. Er zijn al handige jon
gens op de markt versche
nen die eenvoudige dingen
voor woekerprijzen probe
ren te verkopen. Waar de
vraag groot is stijgt de prijs,
nietwaar? Of het allemaal
zal helpen is de vraag. Vol
gens de statistieken zou nog
maar dertig procent van de
Belgen roken en lijkt het
probleem dus niet zo groot.
Maar die zitten dan wel op
vallend vaak in mijn buurt
als ik eet.