Het legioen van de naamlozen Koning Klant weer terug op de troon REGARDE LA VIE AUTREMENT Vergaarbak voor wanhopigen Nieuwe wet beschermt consument reportage ZATERDAG 20 APRIL 1991 sbw 39 Oosteuropeanen proberen zich sinds de omwentelingen van 1989 bij bosjes een plaats te verwerven in het staalharde elitekorps van het Vreemdelingenlegioen. Ze geloven niet in het succes van de hervormingen in hun landen. Ze zijn op de vlucht voor de absolute macht die op de achtergrond doorregeert, of voor een dreigend bestaan zonder baan. Vooral Poolse jongens zijn gebiologeerd door de toch al zo vaak ontrafelde mythe van la légion. Wie past de witte pet van het Vreemdelingenlegioen? (foto GPD De mannetjesputters van het légion stampten tijdens de Golfoorlog door tot diep in Irak (foto ANP) De Franse douanier op het vliegveld van Straatsburg trekt een 'oh la la'- gezicht. ,,U wilt naar het Vreemdelingen legioen? Kijk eens aan! Wel, de kazerne ligt in het oostelijke deel van de stad, er gens langs de Rijn. Succes ermee." Een half uur later, in het stadscentrum, produ ceert een gendarme slechts een smalend gehinnik om zoveel onbenul. Geen vier kante kaken, wel een ronde rug, wat heb jij daar te zoeken?, denken zijn ogen. De kazerne ligt aan de Rue de l'Ostende, langs een Rijn-tak. Op de witte, drie meter hoge muur die het plompe gebouw van de burgerwerëld scheidt, is over een lengte van twintig meter LEGION ETRANGE- RE gekalkt. Een aangeplakte foto en pro file van een noeste legionair roept wer vend Regarde la vie autrement. Oftewel: bekijk het leven eens van een andere kant; de overtreffende trap van het Nederlandse 'was het wel zo leuk wat ik deed vandaag'. Na de toegangspoort volgt een bruine deur. De bel is alvast luid. Een vertwijfeld kijkende korthaar doet open. Aan het ac cent te horen is het een menselijke uitvoe ring van de Duitse herder. Tot zover klopt het dus. Le Chef? Ah! Die verschijnt toevallig net achter hem, op weg naar buiten. Zijn pet staat recht, zijn hoofd op lunch. Het is een gezette man, een vijftiger met, vreemd ge noeg, goeiige ogen. „Wat? Oh nee, hier komt niemand binnen zonder overleg met het departement." Na de korte tegenwer ping denkt de officier twee, drie seconden na. „Alors, entrez", zegt hij zomaar. De overgang van de felle Straatsburgse Zon naar de sombere, hoge gangen van de kazerne is groot. Na twee trappen met hol- gelopen treden duikt de man een kamer in. Hij zet zijn pet af en gaat achter een bureau zitten. Hij leunt achterover, strekt zijn armen uit en trommelt vervolgens ontspannen met zijn vingers op het bu reaublad. „Allez, stel uw vragen!" Saai „Souville is mijn naam, Chef du Batail- lon." Zijn ogen glinsteren, zijn mond glim lacht. Is dit te rijmen met dat nietsont ziende legioen? Al die beestachtige verha len, en dan zo'n man? Gretig vertelt monsieur Souville dat zijn aanmeldingsbureau thans 24 uur per dag open is. „Sinds een jaar is dat noodzake lijk. We hebben nou eenmaal de goede ge woonte iedereen te ontvangen die zich presenteert. Nu zijn dat vooral Oosteuro peanen. Veel Polen, ook wel Tsjechen, Hongaren, maar toch vooral Polonais, sinds die geen visum meer nodig hebben. Van de 35 jongemannen die we binnen hebben voor de driedaagse keuring, zijn er 22 Pool. Alle soorten mensen komen, van stratemakers tot ministers, bij wijze van spreken. Het gaat niet om afkomst, het gaat om de fraternité, om absolute broe derschap, trouw aan elkaar, trouw aan het legioen. Dat is altijd onze kracht ge weest." De Oosteuropese run past, zegt Souville, geheel in de historie van het legioen. „Sinds de oprichting in 1831 was het le gioen steeds een afspiegeling van de we reldgebeurtenissen. De mens reageert heel direct. De aanmeldingen komen dan ook met golven." Bruutheid De golf Oosteuropeanen bereikt momen teel niet alleen Straatsburg, ook de bu reaus in Lille en Parijs staan onder druk. Aanbod te over. „Van elke zeven aanmel ders blijft er uiteindelijk maar eentje over", aldus de trotse Chef. De verhalen over de bruutheid, de afran selingen van recruten, de martelpraktij ken van (onder-)officieren in het vreemde lingenlegioen zijn even legendarisch als het verpletterende optreden van het lé gion in oorlogstijd, zoals onlangs nog in Irak. Deserteurs kunnen aardige verhalen vertellen over de gewoontes in het le gioen: vijf trappen tegen je nieren als je vouw niet helemaal recht in je broek zit, bijvoorbeeld. Chef du Bataillon Souville beperkt zich tot de opmerking dat „wie tekent, tekent voor een ander leven." Daar moet je goed op voorbereid zijn, vindt hij. „Wie hier komt wordt medisch gekeurd en daarna langdurig ondervraagd. Ah, de selectie be gint al bij de entrée. We kijken goed. Hoe presenteert iemand zijn paspoort?" Sou ville beukt zijn hand op het bureaublad. Zo moet het dus. „Hoe is de blik in hun ogen? Dat soort dingen. Degenen die over blijven gaan door naar Aubagne, waar een zware fysieke training als vervolgkeuring wacht." Souville zucht theatraal. Hij is los. „Vaak bouw, dan kan ik u laten zien wat er zo al gebeurt," Plotseling draait hij zich om en grijpt de hoorn van zijn telefoon. „Ja, Sou ville hier! Heb je een Pool die Engels, Frans of Duits spreekt? Oké, dan komen we." De harde legionair? Het lijkt er steeds minder op. We bestijgen nog een trap. Op de volgende verdieping bevindt zich een trieste, don kere, kale zaal. waarin de 35 jongens rond hangen, allen gekleed in een vaalblauw trainingspak. Wat tafels, stoelen en een te levisie, meer niet. „Dit is de ontspannings ruimte", aldus Souville. De zaal is al even opwekkend als de rest van het gebouw. Nergens is ook maar één plant te vinden, zelfs geen uitgedroogde cactus. Zes aspirant-legionairs komen nieuwsgie rig naar de openstaande zaaldeur. Uitein delijk selecteert Souville de Pool Tomasz (20) en de Tsjech Peter (22) voor een „kort onderhoud." De Chef waarschuwt mild: „Achternamen gebruiken we niet, want legionairs zijn doorgaans zeer gehecht aan anonimiteit." Ook de Joegoslaaf Ilic gaat mee, een stuk graniet dat al jaren dient in het legioen. Wit We lopen naar een kantine-achtige ruimte vol vaantjes, medailles en heldhaftige af beeldingen. De kantine heet officieel de mess te zijn voor officieren en - zeer geëer de - veteranen van het legioen. Tomasz. het kleine maar geblokte Pooltje, doet als, eerste zijn relaas, de handen constant ach ter zijn rug verbergend. „Ik weet nog pre cies wanneer ik besloot om naai- het le gioen te gaan. Dat was op 6 maart, toen de oproep voor het Poolse leger thuis in mijn bus viel. Het leger in Polen is verschrikke lijk impopulair. Na 45 jaar communisti sche onderdrukking zijn de offi eieren vo rig jaar alleen maar van stoel verwisseld. Het is nog steeds het oude liedje." Overdrijving In het legioen bén je iemand. Maar je achternaam raak je kwijt (foto ANP hebben ze alles verloren als ze bij ons ko men. Hun vrouw, familie, hun werk. Ze zien het légion niet als ideaal, meestal ko men ze uit wanhoop. Nee, nee, de motiva tie is daarmee nog niet negatief! Het is juist positief dat ze over hun lot kunnen heenstappen en hier durven aankloppen." Souville verheft zich uit zijn stoel. „Ah non. verder kunt u hier echt niemand spreken. De jongens zijn deze drie dagen intern en dat is een besloten zaak. We ma ken straks wel een rondje door het ge Tomasz is een rappe prater. „Ik wilde een ander leven. Daarom heb ik voor het le gioen gekozen. Ik wil mijzelf hier perfect maken, dat kan, dat voel ik." Chef Souvil le tikt hem op de schouder en damt hem in. Deze overdreven zelfpresentatie zint Souville niet. „Kalm aan jongen! Tomasz vervolgt: „Het vreemdelingenle gioen is heel geliefd in Polen. Veel mannen spreken er lovend over. Dat heeft te ma ken met de 'spirit', met de geldingsdrang van de Polen. Ze willen allemaal 'iemand' zijn." Bij elke woord houdt Tomasz de se lectie-procedure in zijn achterhoofd. De Tsjech Peter is minder opdringerig. Een fragiele jongen, het prototype van de bijna afgestudeerde electrotechnisch-in- genieur die hij zegt te zijn. „Ik had geen geld meer om mijn studie af te maken, absoluut geen zicht op werk", beklaagt hij zijn vaderland. „Er verandert in Tsjechoslowakije nog helemaal niets." Mentaal heeft Peter - zegt hij althans - geen enkel probleem met de Grote Stap, met het achterlaten-van zijn familie, zijn oude leven. „Het verschil is datje in het vreemdelingenlegioen onder zware fysie ke druk staat, terwijl je in ons vaderlandse leger ook vaak te maken krijgt met geeste lijke terreur. Soldaten worden steevast getreiterd door dronken officieren. Die ha len walgelijke streken uit en er is niks te gen te doen. Heel frustrerend." Peter heeft kennelijk een flink aantal ver halen over het legioen niet gelezen. „Over vijf jaar is het vast een stuk beter gesteld met de hervormingen in Tsjechoslowa kije. Dan kom ik terug, met mijn verdien de geld." Tomasz hoort Peters motivatie aan - ook diens aankondiging, nu al, dat hij na vijf jaar zeker niet bijtekent - en ruikt een knock out-kans. „Ik wil nog iets zeggen. Mij trekt vooral het avontuur, dat is voor mij de belangrijkste reden, laat dat duide lijk zijn!" Het is de wakende Souville nu veel te duidelijk; hij is er zat van en stuurt de jongens en Ilic weg. Nimes Onderaan de trap, in een kamertje, zit een Roemeense jongen naar een video-presen tatie over het legioen te kijken. „In zijn ei gen taal. We hebben videobanden in veel talen, waarop de meest voorkomende vra gen worden beantwoord", aldus Souville. „Sommige nieuwkomers haken direct na het zien van de band af', vult hij aan. „Wist je dat er nu 106 nationaliteiten in het legioen zijn vertegenwoordigd. Veel toch, bij 8500 man in totaal?" Het gesprek nadert zijn einde. Ter afslui ting wacht nog een hapje bij het onderko men van de veteranen, buiten de kazerne. Bij de poort groet een jong recruutje on handig. Hij lijkt zelfs te willen buigen. Souville rijdt de route naar de rand van de stad geheel op z'n Frans. Haalt zonder om kijken vier auto's rechts in. Links, aan de overkant van het water, staan woonwa gens op een parkeerplein. „Soms staat het barstensvol. Zigeuners, slecht voor onze stad. Kleine dieven. Allemaal ja!" Einde lijk verwachte woorden. Eric Nederkoorn Iedereen heeft het wel eens meegemaakt. Een nieuw apparaat begeeft het na een paar maanden. Met een gerust hart snel je, gewapend met het garantiebewijs, naar de winkelier. Waar de laconieke mededeling dat deze schade toevallig voor eigen rekening is als een bom inslaat. De fabrikant heeft het opgenomen in zijn algemene verkoopvoorwaarden en de klant is dus de klos. Vanaf 1 januari zijn de rollen omgedraaid. Bepalingen die de rechten van de consument knevelen, mogen dan niet meer. Volgens de nieuwe Wet Algemene Voor waarden moeten consumentenorga nisaties er op toezien dat fabrikanten en ondernemers hun voorwaarden aanpas sen en zonodig daarop actie ondernemen. Om zeker te zijn van voldoende rechtswe tenschappelijke ondersteuning voor deze gigantische opdracht, heeft de Consu mentenbond een leerstoel consumenten recht aan de universiteit van Maastricht ingesteld; uniek in de wereld. Aanstaand bijzonder hoogleraar mr dr G.J. Rijken waarschuwt de contractopstellers al bij voorbaat; wie nu zijn Algemene Voor waarden niet aanpast, gaat straks abso luut stuk. Met de Wet Algemene Voorwaarden opent zich een nieuw hoofdstuk in de geschiede nis van de Nederlandse rechtspraak. De uit Dinxperlo afkomstige Rijken, naast zijn functie in Maastricht ook raadsheer- plaatsvervanger aan het Gerechtshof te Arnhem, schildert een turbulent jaar waarin overheid, ondernemers, advoca ten en rechters zich plotseling van een aardverschuivinbg bewust worden: het recht is nu aan de consument. „Jarenlang zijn fabrikant en de onderne mer in het voordeel geweest. En ook de overheid. Die situatie kon ontstaan door dat het burgelijk recht regelend recht is. Het regelt zaken, maar schrijft niets dwin gend voor. Toen in 1838 dat wetboek ge schreven werd, was dat in die ambachte lijke tijd ook niet zo nodig. Maar daarna kwam de massaproduktie", legt Rijken uit. „Ondernemers maakten geen contract meer met elke afnemer afzonderlijk, maar legden in een set voor iedereen de algeme ne voorwaarden vast. Met het verstrijken van de jaren kwam dat uiteindelijk neer op een situatie waarin de consument alle recht ontnomen werd. Kocht hij een on deugdelijk produkt, dan had hij geen recht op schadevergoeding. Hij kon ook geen uitstel bedingen van zijn betalings verplichting." Het leek erop dat iedereen de oneerlijke bedingingen van fabrikant, ondernemer, woningverhuurder en zeer zeker ook de overheid, als volkomen normaal be schouwde. Zelfs de rechterlijke macht Vanaf 1 januari kan de consument met de wet in de hand de fabrikant van ondeugdelij ke produkten ter verantwoording roepen (foto ANPi redelijk zijn. In een procedure zal een fa brikant moeten bewijzen dat de bepaalde voorwaarde in dat geval niet onredelijk bezwarend is. Dat is in de praktijk heel moeilijk", zo schetst Rijken de voordelige positie van de consument. In tegenstelling tot bij voorbeeld de wet op de produktaansprakelijkheid, moet de praktijk de nieuwe consumentenwet deels helpen invullen. Uit het dagelijks le ven moeten nieuwe zaken naar voren ko men waarvan een rechter kan bepalen dat de voorwaarde onredelijk bezwarend is. Daarvoor moeten consumentenorganisa ties flink aan het werk. Zij kunnen echter terugvallen op de kennis die al in Maas tricht is verzameld en de ervaringen die op dit vlak zijn opgedaan in de Duitse recht spraak. „Onze wet is haast een kopie van het Alge- meine Geschaftsführungsgesetz. Een groot verschil is wel, dat in Nederland de consumentenorganisaties eerst moeten overleggen met een ondernemersorgani satie alvorens deze voor de rechter ge sleept mag worden. In Duitsland zijn van af 1977 door talloze rechters uitspraken in dergelijke zaken gedaan. Daar kunnen wij ons voordeel mee doen." Wapen dacht in die kaders en sprak met het bur gerlijk wetboek in de hand zonder moeite recht in het nadeel van de toch al bijna rechteloze consument. Per 1 januari zijn de rollen echter omgedraaid. „In de Wet Algemene Voorwaarden is een zwarte lijst opgenomen met bedingingen die absoluut niet meer mogen. Daarnaast is er een grijze lijst met voorwaarden, waarvan het vermoeden bestaat dat ze on De nieuwe wet geeft consumentenorgani saties een machtig nieuw wapen in han den. Vanaf 1 januari kan een brancheorga nisatie met alle aangesloten leden in een keer voor de rechter gedaagd worden. Om de rechtsgang zo kort mogelijk te houden, kunnen de consumentenorganisaties ook nog eens rechtstreeks bij het Gerechtshof in Den Haag aankloppen. Een derde novi teit in juridisch Nederland is, dat de con sument ter plekke met de wet in de hand een bepaling uit een koopcontract kan la ten verwijderen. Daar is geen ingewikkel de procedure meer voor nodig. Hoewel het nog maar acht maanden duurt totdat de nieuwe wet van kracht wordt, hebben de meeste ondernemers hun con- tractén nog niet aangepast. „Ik vrees dat 95 procent van de onderne mers denkt: we zien het wel. Maar die gaan dus echt stuk. Als een fabrikant met onwettige voorwaarden blijft werken, kan hij alles verliezen. Dan zal hij diep in de buidel moeten tasten. Het is ontzettend stom om te zeggen: ik wacht wel af tot de consumentenbond bij mij langs komt." Volgens Rijken is de nieuwe wet vooral te danken aan de rol van de consumentenor ganisaties in de jaren zestig en zeventig. „Maar pas toen de politiek er achter kwam," zo stelt Rijken, „dat het opkomen voor de consument het wel aardig deed, werd consumentenrecht in wetten vastge legd." Het is echter diezelfde overheid die er een handje van heeft onredelijke bepalingen in contracten met burgers op te nemen. „Over het algemeen zijn de overheden nog erger dan de ondernemers. Maar ook zij moeten er rekening mee houden dat zij de gevolgen van de nieuwe wet zullen onder vinden, Passen zij hun voorwaarden niet aan, dan bestaat de kans dat ook zij voor de rechter komen." Arnoud Cornelissen

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1991 | | pagina 39