PZC 90/ /91 Lasers en camera's in de buikholte I 45 ZATERDAG 29 DECEMBER 1990 Kijkbuis Wegstralen Galsteenvergruizer Herstel In sommige westerse landen, zoals Nederland, maken chirurgen in steeds mindere mate gebruik van het operatiemes. Geopereerd wordt er nog volop, maar steeds vaker met geavanceerde technieken als piepkleine camera's en brandertjes, lasers en (andere) geautomatiseerde apparatuur. Onze verslaggever nam een kijkje achter de schermen en sprak met deskundigen: „We zijn in een stroomversnelling geraakt." Turend naar het scherm en ondertussen de operatie-instrumenten besturend maakt chirurg dr A. camera hanteert. (Foto Cees Otten) Links naast hem de expert die de Jansen van het Antonius Ziekenhuis in Nieuwegein de galblaas los van de lever. WÊmmmm High Tech vervangt klassieke operatie Uiterst geconcentreerd kijkt chirurg dr A. Jansen van het Antonius Zieken huis in Nieuwegein naar de monitor aan de andere kant van de operatietafel. Zo juist heeft hij weer een klein sneetje ge maakt in de buik van zijn geheel verdoof de patiënt, een 38-jarige man uit Leerdam. De man had geregeld heftige pijnaanval- len door galstenen en Jansen haalt de ver oorzaker van die stenen, de galblaas, nu uit het lichaam. Hij doet dit niet meer door een grote snee in de buik te maken, zoals vroeger, inds enige maanden be perkt hij zich tot vier kleine gaatjes waar door via buisjes microscopische (opera- tie-)instrumenten in het lichaam worden gebracht. Een van die apparaatjes is een door een expert bestuurde piepkleine ca mera, die fraaie kleurenbeelden uit het binnenste van het lichaam opvangt en doorzendt. Die beelden verschijnen sterk vergroot op de 'televisie' achter de opera tietafel. Door het sneetje dat dr Jansen nu heeft aangebracht brengt hij een paktang naar binnen. Op de monitor verschijnt het in strument levensgroot in beeld, met vlak daarachter de glanzend uitziende donker bruine lever en daaraan vast de veel klei nere, grijze galblaas. Turend naar het scherm en ondertussen met zijn handen de instrumenten besturend, grijpt Jansen met de paktang de galblaas. Nadat een tweede paktang de galblaas ook beet heeft, brengt de chirurg een cliptang naar binnen. Doordat deze tang is geautomati seerd kan hij zènder het instrument te ver wisselen een aantal clips aanbrengen ter afsluiting van de afvoergang van de gal blaas. De afsluiting is nodig om lekkage van gal te voorkomen. Jansen gebruikt de cliptang ook om het slagadertje naar de galblaas dicht te maken tegen bloedin gen. De cliptang gaat eruit, een brandertje komt erin. Als Jansen daarmee de gal blaas wil losbranden van de lever lijkt het even mis te gaan. Er ploft iets, de beelden op de monitor worden zwarter. Een assis tente roept „Uit uit!" door de operatie-ka mer, waar de stilte normaal gesproken slechts wordt verstoord door piepjes van het hartslag-apparaat en korte medede lingen van de chirurg als „Ik zie de gal blaas niet meer" en „Hij zit behoorlijk vast". Dr Jansen blijft echter kalm: een ringetje van het apparaat waarmee de buik van de patiënt is opgeblazen om be ter te kunnen zien heeft het begeven. Daardoor is even de druk weggevallen. Als het ringetje is vervangen, gaat de ope ratie door. Nadat de galblaas los is, trekt Jansen haar razendsnel door een gaatje onder de navel naar buiten. Het blaasje kan er niet hele maal door en de chirurg besluit eerst de steentjes te verwijderen. Als dat is ge beurd kan de galblaas uit het lichaam: „We zijn klaar, de operatie is geslaagd." De camera-methode die dr Jansen heeft gebruikt om de operatie te laten slagen zonder een grote snee in het lichaam te maken, is een techniek die in Nederland dit jaar voor het eerst is gebruikt bij gal blaas-operaties. De methode, die chirur gen in Frankrijk twee jaar geleden voor het eerst toepasten, werd een halfjaar ge leden overgenomen door twee ziekenhui zen in Eindhoven. Een ziekenhuis in Maastricht volgde als derde en al snel daarna mocht het St. Antonius Zieken huis in Nieuwegein zich de vierde trotse gebruiker van de zogeheten 'kijkbuis'-ap- paratuur noemen. Inmiddels is met de ca mera-methode ook al een eierstok verwij derd. Jansen verwacht dat de techniek in zo'n hoog tempo wordt verfijnd en verbe terd, dat ze binnenkort eveneens kan wor den toegepast bij andere operaties: „Dit wordt dè vervanger van de klassieke ope ratie! Je kunt best spreken van een om wenteling in de buikchirurgie." Toch is de camera- ofwel kijkbuis-metho- de niet écht nieuw. Sinds ongeveer tien jaar gebruiken specialisten de techniek al bij sterilisaties. Iemand als prof dr J.D.F. Habbema, hoogleraar medische beslis kunde aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam, rekent de kijkbuis-appara- tuur dan ook niet tot de categorie specta culaire technieken. „High tech (geavan ceerde technieken) hoeft niet spectaculair te zijn! High tech is een algemeen begrip waaronder bij voorbeeld chips en ook de camera in het lichaam vallen. Het zijn al oudere technieken die vrijwel geruisloos verbeteringen in de gezondheidszorg heb ben gebracht." Wat Habbema echt spectaculair vindt zijn de long- en levertransplantaties die sinds kort in sommige Nederlandse ziekenhui zen plaatsvinden. En het gebruik van la sers, waarbij de specialist net als bij de kijkbuismethode minder ingrijpend in het lichaam van de patiënt hoeft te werken. „Ook het gebruik van lasers is op zich geen nieuwe handeling", aldus Habbema. „Maar je ziet wel in snel tempo experimen tele lasertoepassing." Iemand die aan een nieuwe lasertoepas sing werkt, is prof dr C. Borst van het Aca demisch Ziekenhuis Utrecht. Borst is hoogleraar experimentele cardiologie. Sa men met zijn medewerkers en met steun van de Nederlandse Hartstichting doet hij sinds enige jaren onderzoek naar nieuwe methoden om afgesloten bloedvaten zón der chirurgie open te maken. Afgesloten of dichtgeslibde bloedvaten kunnen een hartinfarct veroorzaken. „Normaal ge sproken maakt de chirurg een omleiding, een nieuw kanaal waar het bloed door heen kan stromen. Dat werkt heel goed! Maar een groot nadeel van deze methode is dat de chirurg de patiënt moet opensnij den en dat hij onder narcose moet worden gebracht. Dichtslibbing van de bloedva ten komt vooral voor bij oudere mensen. Maar juist deze mensen lopen onder nar cose meer risico dan jongeren. Een nadeel van opereren is ook dat de patiënt langer in het ziekenhuis moet blijven dan bij een vervangende methode." Vandaar de experimenten met technie ken die chirurgie overbodig moeten ma ken, aldus de hoogleraar. Bij patiënten met een bloedvat dat al wel gedeeltelijk, maar nog niet geheel is dichtgeslibd wordt al lang de bekende dotter-methode toegepast. Hierbij stuurt de specialist, na dat de patiënt lokaal is verdoofd en een grote slagader in de lies is aangetrokken, een voerdraad naar het betreffende bloed vat. Die voerdraad kan hij volgen via rónt- gendoorlichting. Over de draad schuift hij een dottercatheter: een buisje met een ballonnetje dat hij in het bijna dichtge slibde gedeelte van het bloedvat brengt om de vaatwand op te rekken en zo het gaatje dat nog aanwezig was te vergroten Borst en zijn medewerkers proberen nu voor gehéél afgesloten bloedvaten een zelfde soort snij-vrije methode te ontwik kelen. Die methode zou dan in plaats van met een voerdraad gepaard moeten gaan met de door prof Habbema zo spectacu lair genoemde lasers: „Met een voerdraad kom je soms niet door een totale afsluiting heen. Wat wij willen is met'laserstralen, die we via dunne glasvezels ter plekke brengen, een gaatje in de afsluiting bran den. Bij afgesloten bloedvaten in het been lukt dat tot nog toe heel aardig! Maar bij de kransslagader van het hart blijkt het moeilijker te liggen, onder meer doordat dit bloedvat kronkelig is, terwijl de slaga der in het been recht is." Het gebruik van lasers om afgesloten kransslagaders te openen bevindt zich dus nog in een experimenteel stadium, al wordt de methode in de Verenigde Staten en in onder andere het Academisch Me disch Centrum in Amsterdam al voorzich tig toegepast bij hartpatiënten. Juist dat experimentele karakter van toe passing van lasers in de gezondheidszorg weerhoudt sommige specialisten ervan ze nu al te gebruiken. Dr Jansen van het St. Antonius Ziekenhuis in Nieuwegein zou best lasers in plaats van de door hem toe gepaste diathermie (verhitting) kunnen gebruiken om een galblaas los te maken van de lever. Maar hij doet het niet, omdat 'het toch nog blijkt tegen te vallen wat je met lasers extra kunt doen'. Neurochirurgen maken al wél gebruik van nieuwe lasertechnieken. Ze doen dit ech ter normaal gesproken niet als vervan ging van, maar als aanvulling op al be staande operatie-methoden. Neurochi- rurg prof dr C.A.F. Tulleken van het Aca demisch Ziekenhuis Utrecht daarover: „Met lasers kun je weefsel, bij voorbeeld een tumor, wegstralen. Maar een laser kan niet zomaar door een schedel heen. En we zijn nog niet zover dat we vanuit het been veilig met lasercatheters naar de herse nen kunnen. Als we dat al zouden kunnen, dan zou de gewone manier van schedel- lichten toch nog iets veiliger zijn dan werken met een lasercatheter. Zo'n cathe ter breng je in het bovenbeen aan en stuur je naar het hoofd. Dat heeft het nadeel dat als er complicaties optreden, je er niet bij bent." Maar toegepast of niet, volgens de des kundigen worden de technieken op me disch gebied in steeds sneller tempo ver béterd en verfijnd. Zoals neurochirurg W.P. Vandertop van het Academisch Zie kenhuis Utrecht het zegt: „We zijn in een stroomversnelling geraakt. De CT Scan ner (waarmee de specialist bij diagnose stelling zonder vervelende behandelingen en röntgenstraling in het lichaam kan kij ken) werd geïntroduceerd in 1976. Vier jaar later kon je zeggen dat het apparaat niet meer te vergelijken was met het oor spronkelijke. Maar het is nu al zo dat de MRI (apparaat voor magnetische re sonantie, waarmee ook zonder nare be handelingen en röntgenstraling in het li chaam kan worden gekeken) van dit jaar al niet meer is te vergelijken met die van vorig jaar. En er is alweer een nieuwe ont wikkeling op komst. Een van onze neuro- radiologen heeft dit jaar in de Verenigde Staten de nieuwste computertechniek ge zien: de driedimensionale magneetscan, waarmee je dus ook in de diepte kunt kij ken. Nu is de apparatuur nog te uniek en te duur om op grote schaal te gebruiken. Maar zodra er veel toepassings-mogelijk- heden zijn loopt het storm." Soms gaan de ontwikkelingen zelfs zo snel dat een bepaalde nieuwe methode nog maar net in gebruik is of er is alweer een nieuwe, nög betere techniek beschikbaar. Zo besloten de vernieuwingsgezinde di recteuren en stafleden van het St. Anto nius Ziekenhuis in Nieuwegein vorig jaar als een van de eersten in het land een - gehuurde - vergruizer te gebruiken om galstenen te vernietigen. Met dit apparaat kunnen de steentjes via geluidsgolven en zonder chirurgie worden vergruisd tot ele- mentjes van drie tot vier millimeter. Medi cijnen zouden zorgen voor vernietiging van die elementjes. Maar de resultaten vielen tegen: al na een jaar bleek 30 pro cent van de patiënten opnieuw galstenen te hebben, doordat niet alle elementjes waren verdwenen. Onderzoek elders wees uit dat na vijf tot zes jaar erg veel patiën ten hun oude kwaal weer zouden terug hebben. „De enige echt goede oplossing is dus toch de oude techniek van galblaas verwijdering", aldus chirurg Jansen van het ziekenhuis. En zie, de inmiddels ver fijnde kijkbuis-methode bleek daarvoor bruikbaar. Habbema van de Erasmus Universiteit in Rotterdam vindt dit wel een heel specta culair voorbeeld van de stroomversnel ling in ontwikkelingen op medisch-tech- nisch gebied. Hoewel hijzelf nog wel een aanvulling weet: „In Rotterdam wordt een vergelijkend onderzoek gedaan naar uitbreiding van de mogelijkheden met de galsteenvergruizer. Je ziet nu echter dat er alweer nieuwe technieken overheen ko men." Toch vindt geen van de geïnterviewden dat de ontwikkelingen tè snel gaan. Na tuurlijk zitten er nadelen aan de nieuwe methoden. Ten eerste zijn de bijbehoren de apparaten en instrumenten duur. Zo weet dr Jansen van het St. Antonius Zie kenhuis in Nieuwegein te vertellen dat de kijkbuisapparatuur die hij gebruikt 70.000 gulden kost, een insteekbuis 140 gulden en een automatische cliptang 280. „Het ziekenhuisbudget is daar niet op af gestemd. Dat is afhankelijk van het aan tal bedden en het aantal nieuwe patiën ten, maar niet van de wijze van opereren." Ten tweede is het prachtig om zonder de gebruikelijke grote snee in het lichaam te kunnen opereren. Maar, zoals prof Tulle ken van het Academisch Ziekenhuis Utrecht al zei en wat ook dr Jansen als na deel noemt: als er iets mis gaat kan de spe cialist niet direct ingrijpen. En waar de plof tijdens de galblaas-operatie van Jan sen ook al op wees: de specialist wordt steeds afhankelijker van de techniek. Maar de voordelen van de vernieuwingen en verbeteringen wegen volgens de onder vraagde deskundigen veel zwaarder dan de nadelen. Want ze brengen niet alleen met zich mee dat opereren steeds veiliger wordt, onder meer doordat de chirurg be ter en meer kan zien, maar met de nieuwe technieken is het ook mogelijk in steeds meer gevallen de wonden om in het li chaam te komen zó klein te houden dat de patiënt al na een paar dagen uit het zie kenhuis kan worden ontslagen. Zo kon de 38-jarige man uit Leerdam die dr Jansen van het Antonius Ziekenhuis op donder dag had geopereerd de zaterdag erna al weer naar huis. Bij de klassieke methode van galblaas-verwij dering moet de pa tiënt negen dagen in het ziekenhuis blij ven. Voordeel van kleine wondjes is bo vendien dat de patiënt meestal geen of hooguit minimale littekens overhoudt. In die zin kunnen de ontwikkelingen vol gens de geïnterviewden zelfs niet snel ge noeg gaan. Het niet-commerciële karak ter van de Nederlandse ziekenhuizen zorgt er volgens prof Habbema uit Rotter dam wel voor dat hier in de meeste geval len alleen moderne apparatuur in huis wordt gehaald, nadat daarover goed is na gedacht. Dat maakt het risico op miskleu nen vrij klein. In de Verenigde Staten is dat anders, weet hij: „Daar heb je com merciële concurrentie en is het bezit van het nieuwste van het nieuwste een soort reclame." Tegen de hoge kosten en de groeiende af hankelijkheid van de nieuwe technieken is zo gauw geen remedie te bedenken, maar voor het probleem van niet direct kunnen ingrijpen als er iets mis gaat tij dens de operatie-nieuwe-wijze weet dr Jansen wel een oplossing: „Je kunt altijd nog overgaan op de klassieke methode." Karin Bos Chirurgische ingrepen kunnen tegenwoordig worden uitgevoerd via zeer kleine ope ningen in het lichaam. Soms is snijden zelfs helemaal overbodig. Zal de 'klassieke operatie' verdwijnen? (foto's ANP en AP)

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1990 | | pagina 45