PZC
Greta Garbo
Parade van beelden over het kunsten
Opera over
Van Gogh
Een gezellig
mo(nu)mentje
Jons Viruly
Het feestje
van Pia Beek
Gouden
Jubileum
week-uit
29
ZATERDAG 3 NOVEMBER 1990
Onthullingen
Decorontwerper
Charisma
In 1976 schreef de Pools-Amerikaanse dichter en schrijver
Antoni Gronowicz een biografie over Greta Garbo, de
geheimzinnige Zweedse schoonheid die zich in 1942 uit de
filmwereld terugtrok en haar imago van ongrijpbare ster
daarna krampachtig cultiveerde. Het manuscript bleef
jarenlang in de kluis van uitgeverij Simon Schuster
liggen, omdat het pas na Garbo's dood gepubliceerd mocht
worden. De Nederlandse vertaling verscheen onder de titel
Garbo, haar levensverhaal.
Rat op het
spoor van
De Sfinx
Beroemdheden hebben hun
biograaf vaak niet voor het
uitkiezen, maar zelden zal iemand
het zo slecht getroffen hebben als
Greta Garbo. Haar biograaf noem
de zich jarenlang haar vriend, en
voerde naar eigen zeggen vele per
soonlijke gesprekken met de mys
terieuze ster. Zo nu en dan sloop hij
even weg uit haar gezelschap om
stiekem op het toilet wat aanteke
ningen neer te kladden. Riooljour-
nalistiek in de meest letterlijke zin
van het woord.
In zijn voorwoord beschrijft Gro
nowicz het moment dat Garbo
doorkreeg dat er méér stak achter
al die vriendelijke aandacht. De
schrijver trotseert de woede van de
ster zonder schaamte. „Ze wist dat
ik voor alle tijd die ik aan haar be
steed had nooit iets had terugge
kregen", noteert onze biograaf ver
ongelijkt, waarmee hij zijn treurig-
stemmende mentaliteit wel erg en
thousiast bloot legt.
Alsof die heimelijke werkwijze nog
niet genoeg was, schreef Grono
wicz het boek ook nog eens als een
autobiografie. 'Een literaire aan
pak', noemt hij het zelf, maar over
tuigend is zijn handelwijze niet.
Aanvankelijk gebruikt hij nog af
wisselend de derde en de eerste
persoon, maar na verloop van tijd
kruipt de schrijver ongegeneerd in
de huid van zijn slachtoffer. Hij
presteert het zelfs om de laatste ge
dachten van Garbo's stervende va
der op te tekenen, terwijl de goede
man op dat moment met niemand
meer sprak. Je kunt zo'n werkwijze
Greta Garbo
'sappig' noemen, maar 'honds'
lijkt me een treffender benaming.
Het zet bovendien de geloofwaar
digheid op losse schroeven. Had
gewoon een mooie roman geschre
ven, denk je dan.
Rest de vraag of de dubieuze ont
hullingen over het leven van Greta
Garbo ons werkelijk iets wijzer
maken over de Zweedse actrice,
die al spoedig na haar entrée in
Hollywood als De Sfinx door het le
ven ging. Informatief zijn sommige
gedeeltes zeker, met name die
waarin de enorme invloed van re
gisseur Mauritz Stiller op haar
werk aan bod komt. De verhou
ding tussen Garbo en Stiller wordt
in Garbo, haar levensverhaal be
schreven in bijna psychotherapeu
tische termen, en dat drukt je op
nieuw met de neus op de ergerlijke
constructie van deze quasi-auto-
biografie. Je voelt dat op zulke mo
menten Gronowicz aan het inter
preteren slaat, maar de tekst blijft
suggereren dat Garbo zelf aan het
woord is. Die tweeslachtigheid
blijft je voortdurend bij, ook in de
onthullingen over Garbo's bi-sex-
uele voorkeuren en haar romances
met beroemdheden.
Daarbij komt dat de Nederlandse
vertaling van Gronowicz' boek aan
de houterige kant is. Het Ameri
kaans schemert er regelmatig
doorheen, wat ook blijkt uit het
feit dat de in Europa onder zijn ei
gen naam Victor Sjöström bekend
staande regisseur consequent met
zijn Amerikaanse naam Victor
Seastrom wordt aangeduid.
Belangrijker dan deze detailkri
tiek is een herhaling van de consta
tering dat er met het boek van An
toni Gronowicz iets fundamenteel
mis is. Garbo kan zich niet meer
verdedigen, al bevat het boek
voorin wel de uitdrukkelijke ver
melding dat Miss Garbo elke be
trokkenheid met het boek ont
kent. Voor de verontwaardigde
Garbo-fan is er één troost: Garbo
overleefde haar pseudo-biograaf
ruimschoots, Gronowicz verwis
selde al in 1985 het tijdelijke voor
het eeuwige.
Rob de Kam
Antoni Gronowicz. Garbo, haar levens
verhaal. Uitgeverij Luitingh-Sijthoff.
Prijs: 39,50.
Op de affiche, een grote zwarte
rechthoek, staat een keukenstoel
zo scheef, dat hij dreigt om te vallen.
Het is een stoel die we van schilderijen
van Vincent van Gogh kennen, en we
hebben het over de affiche van de
opera 'Un malheureux vêtu de noir'
van Jan van Vlijmen, die op 16
november in première gaat in de
Stadsschouwburg in Amsterdam.
Componist Jan van Vlijmen wil
pas na de premiere van zijn
Van Gogh-opera interviews geven,
maar regisseur-decorontwerper
Axel Manthey (1945) heeft zichzelf
geen zwijgplicht opgelegd. Hij lijkt
daarvoor ook te vervuld van het 'i-
dee Van Gogh': „Van Gogh is de
verpersoonlijking van de mythe
over het kunstenaarschap gewor
den; door zijn waanzin, het gebrek
aan erkenning tijdens zijn leven en
het feit dat een schilderij van hem
nu 75 miljoen dollar opbrengt.
Daarom heb ik van deze opera een,
laten we zeggen, 'parade' van beel
den en situaties over de positie van
de kunstenaar in de maatschappij
willen maken. Het levensverhaal
van Van Gogh is exemplarisch
voor dat thema."
Het libretto voor de opera -letter
lijk vertaald 'Een ongelukkige in
het zwart gekleed' (een uitspraak
van Paul Gauguin red.)- is van de
Belgische auteur Johan Anthie-
rens. Het was nog niet klaar op het
moment dat Manthey voor het
project werd aangetrokken. „Er
was een tekstontwerp waaraan
nog van alles ingevuld moest wor
den en ook de noten lagen er nog
niet compleet", zegt de regisseur.
„Nu hebben we een opera van ne
gen scènes, die gebaseerd is op bio
grafisch materiaal uit Van Goghs
laatste levensjaren. Het verhaal
wordt verteld aan de hand van Vin
cent en zijn broer Theo, die ik zelf
graag als afsplitsingen van één fi
guur beschouw. Vincent is iemand
met een obsessie die zijn bedoelin
gen, ondanks alle moeilijkheden
die hij met de wereld om hem heen
heeft gehad, toch heeft kunnen
verwezenlijken. Theo heeft altijd
geprobeerd de eisen van zijn omge
ving, zijn broer, zijn vrouw, zijn
kunsthandel en later zijn kind, in
te willigen. Het is een erg burgerlij
ke houding en de hoeveelheid ei
sen is teveel voor hem geweest. Hij
is eraan onderdoor gegaan. Ik heb
die aspecten sterk willen bena
drukken: zoiets kan in het theater
beter dan in film of op tv."
In de enscenering van Manthey -
hij is de laatste jaren vooral be
kend geworden als decorontwer
per en heeft daarna de 'natuurlij
ke' stap naar het regisseren én ont
werpen gemaakt - spelen elemen
ten uit het populaire Van Gogh-
beeld een onmiskenbare rol: „De
opera begint met het beeld van het
afgesneden oor, dat wordt afge
beeld met een stoel als de achter
grond. Daarvoor zit op het podium
Vincent die net zijn oor heeft afge
sneden. In de vierde scène, die in
een gekkenhuis speelt, verscheu
ren andere patiënten heel lang
zaam een aantal bekende schilde
rijen van Vincent.
Ik heb me daarbij laten inspireren
door een uitspraak van Artaud, die
gezegd heeft dat de maatschappij
Van Gogh heeft vermoord. In die
scène verbeelden de patiënten die
maatschappij. In de volgende sce
ne is van een van die verscheurde
schilderijen nog een klein stukje
over: het geeft aan dat Vincent
langzaam steeds meer beschadigd
wordt. Ook de kantelende stoel
wordt symbolisch gebruikt: ze
staat voor de dood."
Volgens Manthey kan dit verhaal
niet uitgebeeld worden zonder het
element van distantie dat wij ten
opzichte ervan hebben gekregen:
„Alle scenes zijn aan de hand van
brieven en dagboeken nauwkeurig
te dateren en per scene laat ik dan
ook een tekstbord met de histori
sche datum verschijnen."
Voor Manthey is theater maken
het werken met éen 'systeem van
beelden en betekenissen' die als
signalen naar het publiek gaan. Bij
opera is de veelheid van signalen
groot. De muziek zendt haar eigen
signalen uit, de regisseur-ontwer
per voegt daar een laag aan toe.
„De muziek van Van Vlijmen is erg
sterk en expressief en een deel van
de gebaren van de zangers ontwik
kelt de gestes van de muziek ver
der. Vaak is de muziek erg beweeg
lijk, en daarbij maak ik dan langer
durende bewegingslijnen, als een
soort contrapunt. In het theater
moet namelijk niet op twee manie
ren hetzelfde gezegd worden."
Paul Herruer
'Un malheureux vêtu de noir' wordt in
Amsterdam uitgevoerd op 16,16,19, 23
en 25 november, en in december in Ant
werpen.
Sommige boeken roepen vooral een
verlangen op naar de verhalen die
er niet in staan. Dat is ook een
kwaliteit. Het verlangen wekken naar
méér is een kunst op zich. Toch blijf je,
als je zo'n boek uit hebt, een beetje met
lege handen zitten. Het enige wat je
kunt hopen, is dat een volgend boek
van dezelfde schrijver de schuld inlost.
De verhalen in Jons, het boek
waarmee de actrice Mary
Dresselhuys op haar 83e als schrijf
ster debuteert, hebben die parado
xale kwaliteit om je nieuwsgierig
te maken naar wat niet geschreven
is. Dresselhuys haalt herinnerin
gen op aan het late huwelijksleven
met haar (derde) man, de schrijver
en KLM-piloot A. Viruly. Jons was
zijn bijnaam.
Ze schrijft bijna zoals ze toneel
speelt: achteloos. Het lijkt wel of
de verhalen als het ware vanzelf uit
haar pen gevloeid zijn. Ze hebben
de toon van het eenvoudige, de
stijl van de bescheidene. Annie
M.G. Schmidt schrijft ook graag
zo.
De titel geeft aan dat Jons een pos
tuum eerbetoon is. Viruly (die in
1986 overleed) was de man met wie
Dresselhuys gelukkig was. Dat
schrijft ze zo niet op, maar dat laat
ze zien aan de hand van kleine en
huisbakken gebeurtenissen: die
keer dat hij onder een blauw kos
tuum de verkeerde schoenen aan
trok; toen hij bij Max Heymans
pardoes een mooie cape voor haar
kocht; of die nieuwe auto waar hij
niks van had gezegd. Het zijn anec
dotes die voor de lezer voorname
lijk betekenis krijgen, doordat de
simpele alledaagsheid blijkbaar
een bron van levensgeluk kan zijn.
Af en toe breekt de oppervlakte
even open. In het verhaal Marok
kaan wordt een beetje kabbelend
verteld hoe Dresselhuys (alle per
sonages behouden hun echte na
men) na een etentje de Peugeot in
een greppel rijdt. Jons laat hem de
volgende morgen vroeg door een
Marokkaan naar huis brengen en
houdt daarna hardnekkig vol dat
er helemaal geen ongeluk gebeurd
is. Een op zich flauwe manier van
voor de gek houden. Als lezer snap
je niet dat zij erin trapt. Maar Dres
selhuys raakt in paniek: het ver
schil tussen echt en onecht is voor
oude mensen niet zo vanzelfspre
kend meer. Waar zij die paniek be
schrijft, daar word je even gepakt.
Er zijn meer van die momenten:
een gesprek over ontrouw, de op
luchting als haar man ten onrechte
heeft gedacht dat zij dood op bed
lag, de verliefdheid die zich uit in
het charmante „ik kom een potje
vrijen". Maar het blijven momen
ten, waarin de kunst van het aan
stippen wel erg ver wordt doorge
voerd. Ik zou graag wat meer wil
len lezen over vrijen als je tachtig
bent, of over het besef dat je snel
doodgaat. En hoe was het voor Vi
ruly, die het als schrijver niet gered
heeft, om te leven met een zo suc
cesvol actrice?
Mary Dresselhuys heeft het in dit
kleine requiem voor haar echtge
noot vooral gezellig willen houden.
Ze heeft gekozen voor het opper
vlak dat elke diepte nu eenmaal
heeft. Dat is haar goed recht. Toch
hoop ik dat ze, als het tot nog een
boek komt, met wat minder
schroom haar diepgang zal ontblo
ten.
Hans Stupers
Mary Dresselhuys, Jons. Verhalen. 105
blz. Uitgave: Balans. Prijs 15,-.
Pia Beek
Axel Manthey, regisseur-decorontwerper van de Van Gogh-opera foto Andreas Pohlman/GPD)
Een keurige invitatie met een
keurige tekst. Of we ons
zondagmiddag om twaalf uur maar
even willen melden bij het Circus
Theater in Scheveningen. Pia Beck is
de aanleiding. Omringd door The
Skymasters (bestaan ze dan toch nog?)
en Pim Jacobs, viert ze met een
zondagmiddagconcert haar vijftig-jarig
artiestenjubileum.
4- T~7 al toch niet waar wezen...
L t-JPia Beek vijftig jaar in het
vak? Hoe oud was ze dan toen ze
begon met zingen en spelen? Maar
goed, we hebben iets te vieren, al
dus schetterende teksten die me
mede namens haar fanclub onder
ogen worden geduwd.
Ik denk dat het als volgt in elkaar
zit: Pia is weer eens aan een feestje
toe en ze zoekt een mooie reden
plus een aanleiding. Wat in elk ge
val klopt is dat die vijftig jaar sa
menvallen met het begrip 'goud.'
En Pia Beck is een bijzonder mens.
Daar kan ik een beetje over oorde
len. Niet alleen omdat ik haar dik
wijls heb zien en horen optreden.
Niet alleen, omdat ze een van de
weinigen in het vak is aan wie de
magie van het theater kleeft. En
ook niet alleen omdat Pia dezelfde
is gebleven ondanks het onweer
legbare gegeven dat tijden veran
deren....
Nee, vooral omdat ik geïmponeerd
ben door haar persoonlijkheid, de
kracht van haar aanwezigheid. Je
kunt niet om haar heen. Daar zorgt
ze trouwens wel voor, want een ma
te van handigheid is haar niet
vreemd en daarbij is ze ook nog een
beetje zakenvrouw. Van mij mag
ze. Pia Beck is altijd een 'vrouw
met een mening' geweest. Dat is
sterk. Het heeft haar een plaats ge
geven. Nationaal en internatio
naal. Een plek die ze ooit moest
veroveren, en later soms moest
verdedigen. Daarin was ze princi
pieel, maar nooit echt drammerig.
Haar artistieke kwaliteiten combi
neert ze met een bijzondere uit
straling. Het vedette-schap is haar
godzijdank niet vreemd, want ze is
een van de weinigen in Nederland
die dat 'gewisse etwas' bezit dat we
charisma noemen. Is ze moeilijk?
Ja en nee. Ze weet wat ze wil en wat
ze weet weet ze als geen ander.
Maar je kunt verschrikkelijk met
haar lachen.
In 1987 mocht ik als reizend ver
slaggever mee op toernee naar
Thailand, samen met Pia, haar
vriendin Marga en de muzikale
boys van het trio. Haar humor is
onweerstaanbaar, heb ik ervaren.
Weinigen kunnen een mop vertel
len zoals zij. Spits, geestig, ook in
haar conférences voor een (bijna)
onmogelijk publiek van geslaagde
Hollandse zakenlieden en zelfinge
nomen diplomaten in den vreem
de. Die hadden toch iets van 'laat
de artiesten komen, maar haal het
wasgoed binnen.' Maar uiteraard
kreeg Pia hen plat, finaal en volko
men.
Haar nieuwe album heet 'Beck to
the future.' Niet ten onrechte,
waarschijnlijk.
Jacques d'Ancona