PZC
Guus Hiddink
Afbouwen met witbier en gezellig klappen
Ludo Peeters
week-in
ZATERDAG 27 OKTOBER 1990 33
Informant
Bescheiden
Discipline
Toekomst
Respect
Zwaar jaar
Ex-PSV-trainer Guus Hiddink is bij de Turkse club
Fenerbahce in een totaal andere wereld terecht
gekomen. Letterlijk dag: en nacht wordt hij gevolgd door de
(schandaal)pers, de supporters gunnen hem ook nauwelijks
rust, maar blijven voorlopig in hem geloven en in het
bestuur heeft hij te maken met onzichtbare tegenstanders.
Hiddink: „Maar zolang de sterke mannen van dit moment
het voor het zeggen hebben is er niet zoveel aan de hand. Die
hebben mijn positie nog nooit ter discussie gesteld".
Guus Hiddink: minimaal drie jaar nodig om van Fenerbahce een machtige club te maken (foto Cor Mulder!ANP)
Onzichtbare tegenstanders
in bestuur van Fenerbahce
Fenerbahce in Istanbul is veruit de po
pulairste voetbalclub in Turkije. De
hoofdrolspeler is de Achterhoeker Guus
Hiddink, de ex-trainer van PSV en drie
maanden oefenmeester van de miljoenen
ploeg aan de Bosporus. Zijn medespelers:
fans die hem aanbidden, bestuursleden
die tegen hem samenspannen en een klein
legertje sportjournalisten, dat hem het
liefst tot op het toilet volgt.
Ze deinzen werkelijk nergens voor terug
om de Turkse krantelezer dagelijks te
kunnen tracteren op een smakelijke por
tie Hiddink-leesvoer. De Instanbuler pa
parazzi nemen op een gegeven moment
zowaar een kortgerokte schone dame in
de arm, die samen met hen een val opzet
voor de Hollander. Hiddink trapt er blind
in en krijgt het er knap moeilijk mee. In de
kranten verschijnen prachtige kleurenfo
to's, die een amoureuze relatie suggere
ren. De blonde juffrouw is in één klap een
nationale beroemdheid. Maar, ze am
bieert dan ook een carrière als buikdanse
res.
Klein voorbeeldje van de praktijken van
de Ottomaanse sportpers. De verslagge
ver van deze krant volgt op donderdag
morgen de training van Fenerbahce. Zijn
Turkse collega's loeren hem ongegeneerd
aan, sommigen maken stiekem foto's.
Over en weer wordt geen woord gespro
ken. De andere dag wordt de Nederlandse
journalist in enkele Turkse kranten met
naam en toenaam uitvoerig geciteerd.
„Als Fenerbahce zaterdag thuis verliest
van Izmir vliegt hij de laan uit". Of: „Hid
dink heeft al contacten met enkele Neder
landse clubs, hij kan morgen bij ons zo aan
de slag". Fenerbahce wint met 6-2 van Iz
mir, Hiddink mag dus blijven...
De trainer van Fenerbahce zit nu drie
maanden in de sprookjesachtige mooie
metropool op de grens van Europa en
Azië, maar hij valt nog elke dag van de ene
verbazing in de andere. „Werkelijk, Fellini
had hier een prachtige film kunnen ma
ken. Een paar weken geleden wilde ik een
speler gaan bekijken bij Rode Ster Belgra
do. Ik had geen zin in al die journalisten
achter me aan, dus ik bestelde zelf een
vliegticket naar Belgrado. Ik reed 's mor
gens in alle vroegte naar het vliegveld en
wie zit er in het vliegtuig? Ja hoor, zo'n
jongen van zo'n sportblaadje".
„Die had", denkt Hiddink, „kennelijk een
informant bij het reisbureau zitten. Ik doe
niet moeilijk en zeg: als het wat wordt met
die speler krijg jij de primeur, maar er wor
den van mij geen foto's gemaakt bij het
stadion. Ik ben bij Rode Ster nog niet uit
de taxi gestapt of hij begint al te knippen.
Daar werd ik dus goed flauw van. Ik pak
zijn camera af en haal het rolletje eruit.
Valt 'ie voor me op z'n knieën. 'Meneer
Hiddink, ik heb een vrouw en kinderen,
mag ik mijn rolletje terug?'. Ik zeg: jij
krijgt je rolletje niet terug, jij moet je aan
je afspraken houden".
Nee, dan de fans van Fenerbahce. Van hen
heeft Hiddink nog het minste last. Ze dra
gen de vroegere trainer van „Pie-es-vie"
op handen. Honderden, merendeels jonge
werkloze Turken hangen hele dagen rond
bij het oefenveld in het stadsdeel Kadiköy
in Aziatisch Instanbul. Ze steken hun
neus bijna door het gaas om van de trai
ning niets te hoeven missen. Fenerbahce
presteerde tot nu toe matig. De club drong
tegen Guimares voor het eerst sinds zeven
jaar wel door tot een tweede Europa Cup
ronde (woensdagavond verloor Fenerbah
ce in die tweede ronde thuis met 0-1 van
Atalanta uit het Italiaanse Bergamo
maar in de nationale competitie kwam de
Turkse topclub nog niet veel verder dan
een bescheiden positie in de middenmoot.
De prestaties zijn nogal wisselend. Thuis
een paar nederlagen, uit soms goeie uit
slagen. Bij de aanhang van Fenerbahce
heeft Hiddink echter nog steeds royaal
krediet. De fans, bijna in koor: „Hij kan
zich hier binnen een jaar niet bewijzen. Hij
kent de ploeg nog onvoldoende. Hij heeft
minimaal drie jaar nodig om van Fener
bahce een machtige club te maken. Dat
Fenerbahce niet regelmatig presteert ligt
aan de spelers zelf. Zij beschikken niet
over voldoende kwaliteiten. Wij staan he
lemaal achter Hiddink. Want hij is groot
en blijft groot". De taxi-chauffeur, suppor
ter van Besiktas, is het daar helemaal mee
eens, maar toch vreest hij het ergste voor
de toekomst van de Nederlander. „Op den
duur zal hijnet als al die andere Europese
trainers die we hier hebben gehad, het bij
ons niet redden. Het Turkse voetbal zit
raar in elkaar".
Hiddink zit op zijn praatstoel in de lounge
van het Büyük Sürmeli Hotel, één van de
meeste exclusieve hotels van de stad.
„Het publiek is niet dom. Ze zien dat het
team zich voor de volle honderd procent
inzet, maar dat het basisteam nog niet
stabiel genoeg is om elke week de volle
buit binnen te halen. Voor mijn komst zijn
er enkele verkeerde spelers gekocht. Bo
vendien heb ik op dit moment nogal wat
geblesseerde spelers. Waar het bij de
Turkse voetballers vooral aan ontbreekt
is de mentaliteit en tactische discipline.
Individueel en technisch zijn ze over het
algemeen goed. Ik mis zowel voor, midd-
den als achter spelers die de toon aange
ven. Er zijn echt versterkingen nodig,
maar we zijn gebonden aan de regel van
maximaal drie buitenlandse spelers per
club. En we hebben we al twee buitenlan
ders: doelman Schumacher en een Joego
slaaf'.
De Nederlandse trainer, losjes gekleed in
poloshirt en trainingsbroek, valt in Hotel
Sürmeili op tussen de goed in het pak zit
tende internationale zakenlieden en ge
fortuneerde toeristen. Zijn suite kost per
dag een kleine miljoen Turkse lires, zo'n
700 gulden, in Turkije gelijk aan een bo-
venmodaal maandsalaris. „De verschillen
tussen rijk en arm in Turkije zijn gigan
tisch. Je hebt in dit land een flinterdunne,
schatrijke toplaag. Zeg maar de mensen
die het bestuur van Fenerbahce vormen.
Mijn materiaalman, die zich al dertien
jaar met hart en ziel voor de club inzet,
verdiende driehonderd gulden per
maand. Moet daar ook nog twee studeren
de kinderen in Ankara van onderhouden.
Ik heb die zaak bij het bestuur aangekaart
en ze hebben er wat aan gedaan. Het was
geen onwil van ze, maar zo liggen de ver
houdingen hier nu eenmaal".
Hiddink wordt de hele dag vergezeld door
zijn tolk Ayhan Demir, die vloeiend Turks
en Nederlands spreekt. Demir heeft intus
sen voor zijn werkgever al een lijstje met
voetbaltermen in het Turks opgesteld.
„Daar red ik me in de directe communica
tie aardig mee. Voorlopig heb ik nog geen
tijd om de taal te leren", 's Avonds komt
de trainer slechts sporadisch zijn hotel
uit. De schandaalpers had het liever an
ders gezien, maar hij heeft geen tijd voor
uitstapjes in de bruisende stad.
„Af en toe een hapje eten in een restaurant
aan de Bosposrus en dan weer aan de slag.
Er is bij Fenerbahce nog bergen werk te
verzetten. Ik ben ook 's avonds meestal
met de club bezig. Er zit geen structuur in.
Het wordt een héle toer hier een topclub
naar Westeuropees model van te maken,
maar het kan wel, mits de organisatori
sche basis maar goed is. Ik heb nu nog te
maken met onzichtbare tegenstanders in
het bestuur".
„Kijk", legt Hiddink uit, „Fenerbahce is
een club met een enorm potentieel. De
club leeft in heel Turkije. Men zegt wel
eens dat de vereniging vijftien miljoen
aanhangers telt. En er is geld genoeg.
Maar eerst moeten de taken en verant
woordelijkheden goed worden geschei
den. Ik heb bijvoorbeeld de medische en
paramedische afdeling eerst goed op po
ten gezet. Er zijn vijftien tot twintig artsen
lid van de club, maar er was geen echte
clubarts. Die heb ik nu aangewezen. Een
fysiotherapeut kenden ze hier niet. Die
heb ik uit Duitsland laten komen. Er
wordt veel vergaderd bij Fenerbahce,
maar weinig gedaan. Ze leven bij de dag.
Eén van de eerstewoorden die ik in het
Turks heb geleerd was toplanti (vergade
ring). Ze duren heel lang, want alle 25 be
stuursleden komen aan het woord.
De Achterhoeker is sinds deze zomer nog
maar één keer teruggeweest in Zelhem.
Fenerbahce nam hem vrijwel volledig in
beslag. Over een paar maanden zal zijn
vrouw wat vaker bij hem zijn wanneer hij
een royale villa aan de Zee van Marmara
betrekt. „Dat duurt nog even, want de hui
dige bewoner laat een ander optrekje bou
wen. Ik hoop dan eindelijk een beetje rust
te krijgen. Van dat huis ben ik helemaal
weg. Mooi zwembad, drie terrassen en he
lemaal ommuurd. Dan hoef ik niet de hele
dag over mijn schouder te kijken. Nee, het
bestuur laat me niet volgen. Dat moeten
ze ook niet flikken".
Nees Westerhout en
Ali Caglayan
Als 37-jarige neemt Ludo Peeters morgen (zondag) in 'zijn' Brecht afscheid van
het peloton. Met 75 overwinningen bij de profs behoort hij niet tot de grootste
naoorlogse Belgische wielrenners. Merckx, Van Looy en Godefroot vergaarden
aanzienlijk meer eerste plaatsen. Peeters zal echter altijd te boek blijven staan als
de prof die zich zowel in de rol van kopman en knecht thuisvoelde, etappes won in
de Tour, gele truien droeg, klassiekers op z'n naam schreef, maar in dienst van de
sprinter ook een hele ploeg op sleeptouw nam in een finale.
Ken renner die het respect afdwong met prestaties. Aanvankelijk zeven jaar bij
IJsboerke, vervolgens drie jaar bij Post (Raleigh), daarna vijf seizoenen bij Raas
(Kwantum en Superconfex) en in z'n nadagen een seizoen bij het Spaanse Paternina
en één bij Stuttgart. Peeters viel nooit op door opzienbarende uitspraken en werd al
evenmin betrapt op het gebruik van doping. Hij betreurt slechts dat-ie nooit
kampioen van België is geworden, bij Raas wegging en... dat-ie, vanwege het grote
geld, vijfjaar te vroeg is geboren.
Geen grammetje aangekomen, afge
traind lijf. Zo oogt'ie. Een man in
conditiê. Toch heeft Ludo Peeters de
voorbije maanden nauwelijks naar het
rijwiel 'omgezien.' Een val in de Ronde
van België betekende slechts dat de car
rière van de voormalig wegkapitein van
Raas enkele dagen eerder werd afgeslo
ten dan de bedoeling was. Peeters maalt
niet naar de fiets, heeft het te druk met
het opzetten van een sportzaakje en
wordt bovendien veelvuldig gevraagd
om zijn visie te geven op de Belgische
wielersport.
Dwars tegen alle adviezen van medici
om de fiets nu abrupt aan de haak te han
gen, bouwt Ludo Peeters af op de manier
die hem het beste lijkt. Met witbier, uren
gezellig 'klappen' over de wielersport,
een huldiging hier, een ererondje met
bloemen daar en het promoten van z'n
zaakje.
Waarschuwende woorden van artsen
neemt hij weliswaar voor waar aan, maar
hij betrekt ze niet op z'n eigen persoon
tje. „Ik kende m'n grenzen, heb ze slechts
zelden overschreden. Ben erg zuinig ge
weest op m'n lijf, heb me altijd voortreffe
lijk laten soigneren. Na het wielrennen is
er immers nog leven. En, natuurlijk groei
je naar zo'n afscheid toe. Ik was er eigen
lijk al maanden mee bezig. De behoefte
om dagelijks nog uren te trappen.... Nee,
asjeblieft, bespaar me die ellende. On
verantwoord? Ach. m'n lichaam is oké".
„M'n toekomst. Dat hield me bezig. Hele
dagen thuiszitten, daar zou m'n vrouw
chagrijnig van worden. Maar als (assis
tent) ploegleider weer weken van huis,
nee, dat zag ze ook niet zitten. Toen is het
idee voor een sportzaakje ontstaan. Nu
zegt de naam van Ludo Peeters ze nog
wat. over vijf jaar kennen ze me niet
meer
Het verhaal dus over 'hoe het ook kan.'
Of liever: hoe een oud-prof wel op eigen
poten kan staan. Peeters: ..Als je tenmin
ste je hersens gebruikt".
Waarmee de link gelegd met Johan van
der Velde, die in de nadagen van z'n car
rière het spoor volledig bijster raakte.
Tot tweemaal toe werd de Rijsbergenaar
betrapt op diefstal. Vervolgens gaf hij
openlijk toe dat de amfetaminen hem de
baas zijn.
Peeters over Van der Velde: ..Neem maar
van mij aan dat het al veel eerder fout
was gegaan, mocht'ie geen wielrenner
zijn geweest. Ze hebben hem jaren bege
leid en daardoor bleefie overeind. Wat
Ludo Peeters (links) met Jacques Hanegraaf in de tijd, dat beiden voor Jan Raas
reden (foto Cor Vos)
heeft Rini Wagtmans niet voor die knaap
gedaan? Begeleiding na de carrière, ach,
geklets, 't Zit in het 'manneke' zelf. In het
karakter van Johan. En dan nog zo'n
trap na in de richting van Ruud Bakker.
Ontstellend goedkoop om een ander ver
antwoordelijk te stellen voor je eigen fou
ten".
Peeters zelf heeft nooit aan de schand
paal gestaan vanwege het gebruik van
ongeoorloofde preparaten. Kan daarom
ook gemakkelijk beweren dat hij niet
weet of het peloton slikt. „Ik heb nooit
iets gezien", klinkt het volstrekt onge
loofwaardig uit de mond van een man die
alle ins en outs van het profmetier kent.
Maar aan de aan de vooravond van z'n
afscheidsfeestje op 28 oktober in Brecht,
wil Peeters zich niet bezondigen aan de
ogenschijnlijke openheid waarmee Van
der Velde z'n laatste restje krediet inle
verde. De diplomaat Peeters dus. Ge
zwets wordt niet in dank afgenomen
door de collega's, de waarheid al even
min. Het peloton kent nu eenmaal z'n ei
gen wetten. Hiërarchie, zo heet dat.
De aimabele Belg heeft de regeltjes altijd
gerespecteerd. Viel nooit op door ophef
makende uitspraken. „Ik heb uitslui
tend vrienden in het peloton", zegt hij.
Gevolgd door: „Zie eens wie er allemaal
op mijn afscheid komen. Tot en met Ed
dy Merckx toe. Eén telefoontje was ge
noeg".
Maar, tussen alle vriendelijke woorden
door, geeft Peeters wel aan dat de sfeer in
het peloton de afgelopen jaren is ver
slechterd. „Meer poen, meer stress. De
noodzaak van FICP-punten om te kun
nen starten in de klassiekers en grote
ronden. Die voortdurende spanning. Een
pintje na afloop. Kon vroeger. Nu, ver
geet het maar. Direct naar huis, weg ge
zelligheid.
De organisatie binnen de grote ploegen
is, door de bedragen die in het wereldje
omgaan en de noodzaak van de punten,
steeds strakker aangehaald. Elke prof,
maar vooral de jongere, moet vechten
om te overleven. Gebeurt, vind ik, helaas
te weinig. Er zijn er te veel die met een
verkeerde instelling hun eerste Wedstrij
den rijden. Als een soort nieuwe Merckx.
Die knapen gaan vanzelf op hun bek. En
dat is maar goed ook".
„Als ik terugdenk aan m'n eerste jaar bij
Post. Dat was verdomd zwaar. Ik kwam
van IJsboerke. Uitgeleerd. Dacht dat ik
heel wat in mijn mars had. Maar hoe die
Nederlanders mij als Belg vervolgens
een seizoen lang afknepen, daar werd ik
niet goed van. Knetemann en Raas, die
leverden niets in. Eisten. Maar ik heb ge
leerd, ontzettend veel. Ik deed m'n werk
in de koers voor tweehonderd procent en
presteerde. Ben nooit een mannetje ge
weest dat met de vuist op tafel sloeg, au
toritair tekeer ging. Ik dwong het af met
mijn manier van fietsen. Als prijsrijder
bij Post, later als wegkapitein bij de
ploegleider Raas".
Als geen ander kan hij daarom de verge
lijking maken tussen het tweetal. Pee
ters waagt zich echter niet aan een oor
deel. Bang om op tenen te staan. Toch:
„Post heeft al jaren meer te besteden dan
Raas. Maar grote namen staan niet ga
rant voor een sterk collectief. Je kunt een
ploeg niet kopen. Neem het geval Van
Poppel. Een gouwe bij Raas, bij Post
komt'ie er niet uit. Moet hij zelfs weg.
Post is een prater, probeert te analyse
ren. Maar daarmee krijg je geen karak
ters op dezelfde lijn".
„Raas zegt veel minder. Stapt na een
'verloren' koers in z'n auto en zegt geen
woord. Dan wisten heus wel hoe laat het
was. Raas is geen prater, maar ziet alles
en weet als geen ander een groep jongere
renners, aangevuld met routine, tot een
eenheid te smeden. Hij houdt ook geen
renners vast die denken dat ze elders
meer kunnen verdienen. Geen motiva
tie, geen prestatie. Zo redeneert'ie. Heb
ik zelf ervaren toen ik naar Spanje wilde.
Raas hoorde het bedrag dat ik daar kon
krijgen. Hij gaf me een hand. 'Bedankt
Ludo' en adviseerde me te vertrekken.
Later, spijt als haren op m'n kop. Nog
steeds geen franc ontvangen. Ik proce
deer nu al maanden. Achteraf gezien, één
van de weinige verkeerde beslissingen
die ik in m'n loopbaan heb genomen".
Karei Pleunis
'X