PZC
Annie M.G. Schmidt
Pietje Bell in een nieuwe jas
Samenwerken met
Annie is heerlijk
Fiep
Westendorp
week-uit
Ër
27
ZATERDAG 13 OKTOBER 1990
Zouden er Nederlanders bestaan die nooit iets
van haar gelezen hebben? Die geen liedje van
haar uit hun hoofd kennen? Je zult ze
waarschijnlijk met een lampje moeten zoeken. De
ochtend voordat ik op weg ga om haar te
interviewen, lopen mijn kinderen door het huis
hun ochtendlied te zingen: Dikkertje Dap. Puur
toeval.
Beestje
Secretaresse
Actie
.1
t 'I
A^Kpui
Duizendpoot
Stampertjes
Annie M. G. Schmidt schreef
Kinderboekenweekgeschenk
ANNIE M. G. SCHMIDT bezoekt Zeeland
op MAANDAG 15 OKTOBER
van 16.00-17.30 uur bij boekhandel FAN0Y in Middelburg
KOM VERKLEED ALS EEN FIGUUR UIT EEN VAN
DE BOEKEN VAN ANNIE M. G. SCHMIDT
EN WIN EEN PRIJS
Ik ben 8
Annie M.G. Schmidt, 79, schreef
talloze liedjes, gedichten,
hoorspelen, musicals en kinder
boeken. Ze maakte ook het Kin
derboekenweekgeschenk van dit
jaar, Jorrie en Snorrie, een span
nend en grappig verhaal over een
slim meisje en een aardige conduc
teur.
Over het verzoek om het Kinder
boekenweekgeschenk te maken,
hoefde ze niet lang na te denken.
„Maar ik heb wel gezegd: dan doe
ik het met Fiep samen. Dat vind ik
leuk."
Met Fiep Westendorp werkt ze
echt samen, vertelt Annie
Schmidt, ,,en dat heb je niet veel
met een tekenaar. Meestal schrijf
je je tekst, die stuur je op, en dan
gaat de tekenaar aan het werk. Zo
als Fiep en ik het doen, dat is veel
leuker.
Ik zeg bijvoorbeeld tegen haar: het
gaat over een man met een snor.
Maar: een leuke man met een
snor. Dat moet ik erbij zeggen, an
ders tekent ze misschien een kin
derachtige of strenge man. Zo gaat
dat, snap je. Dat is bij andere teke
naars nooit zo geweest. Alleen met
Wim Bijmoer wel. Hij illustreerde
vroeger mijn gedichtjes en deed
dat ook heel goed en heel leuk."
Gevraagd of Fiep Westendorp ook
wel eens invloed heeft gehad op
haar werk, zegt Annie Schmidt:
„Nauwelijks. Kijk, de verbeelding
van een schrijver werkt natuurlijk
anders dan die van een tekenaar.
Je kunt elkaar wel inspireren, door
gesprekken of door te lachen over
iets. En Fiep zegt wel eens dingen
als doe er zus of zo'n beestje in of
'laat de honden maar weg'. Want ze
vindt dat ze geen honden kan teke
nen. Dat kan ze best hoor. Maar ik
kan daar als schrijver niet echt re
kening mee houden. Dat zou ook
verkeerd zijn."
Doordat Annie Schmidt erg slecht
ziet, ging het schrijven van Jorrie
en Snorrie, zoals ze zelf zegt 'een
beetje tobberig'. „Ik tik op z'n ou
derwets, niet op een computer,
maar op mijn ouwe Duitse typma
chine. Bij het typen is het slecht
zien niet zo'n groot probleem, want
ik heb vroeger nog Schoevers ge
daan, en weet de toetsen dus wel te
vinden. Maar ik kan niet terugle
zen wat ik geschreven heb, en dat
maakt het een beetje moeizaam."
„Het is een jaar of vijf, zes geleden
gekomen. Plotseling, van de ene
dag op de andere. Ik had één oog
dat nog vrij goed was. Maar op een
ochtend werd ik wakker en toen
kon ik niet meer lezen. Dat was een
enorme klap."
De oorzaak van haar slechte ogen,
vertelt Annie Schmidt, is een ziek
te van het netvlies waardoor ader
tjes springen. Dan ontstaan er lit
tekens waardoor het netvies stug
wordt. „Het is een ouderdoms
kwaal, die betrekkelijk veel voor
komt. Ik kan ook geen gezichten
meer zien, ik moet altijd raden wie
er voor me staat.
Ik word niet helemaal blind, want
vormen, kleuren en licht blijf ik
zien. Maar voor iemand die zijn he
le leven gelezen heeft, is het een
ramp om niet te kunnen lezen. Ik
kan er moeilijk buiten. Ik ben er ie
dere dag weer treurig over. Voor
een schrijver is lezen leven.
Het nare vind ik vooral dat ik niet
meer even snel iets kan opzoeken,
in de Van Dale, het telefoonboek of
de krant van gisteren. Dat is een
dagelijkse kwelling.
Je went natuurlijk aan alles. Ik ben
veel meer naar muziek gaan luiste
ren. Ik verzamel mensen om me
heen om gesprekken te voeren, iets
waar ik vroeger vaak geen tijd voor
had. Dat heb ik nu wel."
Om te helpen met haar correspon
dentie, het lezen van de krant en
het bijhouden van de administra
tie heeft Annie Schmidt een secre-
Annie M.G. Schmidt foto ANP)
taresse die drie ochtenden in de
week komt. En iedere zaterdag
middag komt er een groep acteurs
bij haar thuis die samen een to
neelstuk voorlezen.
„Dan worden keurig de rollen ver
deeld. Zo hebben we ongeveer de
hele toneelliteratuur doorgewerkt,
want in de loop van de jaren heb
ben we honderden toneelstukken
gelezen. Het is een hele hechte club
geworden, een vriendenclub van
acteurs."
Sinds november '81 woont Annie
Schmidt, die opgroeide in het
Zuidbevelandse Kapelle en later
in Vlissingen werkte, weer in Am
sterdam nadat ze tien jaar in
Frankrijk was vanwege de gezond
heid van haar (overleden) man.
„We hebben in die tijd ook ons huis
in Berkel en Rodenrijs aangehou
den, anders hield ik het niet uit in
die olijfbomentuin, waar het zo stil
was in de winters. Ik miste Neder
land. Je hebt je eigen taal nodig als
schrijver, je moet horen wat de
mensen tegen elkaar zeggen bij de
bakker, bij de drogist en op de ra
dio.
Ik zit natuurlijk als schrijver met
mijn eigen taal heel dicht bij de
spreektaal. Ik heb een scherp oor
voor wat mensen tegen elkaar zeg
gen. Als ik dat niet hoor, krijg ik
heimwee."
Wat je ook leest van Annie M.G.
Schmidt, Otje, Pluk van de Pette-
flet, Tante Patent of gedichten, het
is nooit saai. Het lijkt alsof haar
teksten bijna schaterlachend en
met gemak geschreven zijn. Als ik
vraag of dat ook zo is, zegt ze:
„Als ik weet waar ik naartoe wil,
gaat het eigenlijk heel gemakke
lijk, dat is waar. Maar voor het
zover is, dat kan lang duren. Het
meeste werk doe ik terwijl ik op de
bank lig te denken of terwijl ik
boodschappen loop te doen.
Kijk, ik schrijf altijd sprookjes,
verhalen die eigenlijk onzin zijn.
Maar ze moeten wel logisch zijn in
zichzelf. Als dat niet zo is, gooi ik
het weg. Ik heb wel eens een heel
manuscript weggegooid. Het ligt
ook aan de leeftijd. Voor kinderen
van 11 of 12 moetje anders schrij
ven dan voor kinderen van 7 of 8.
De leeftijd die ik zelf altijd gehou
den heb is 8. En ik schrijf toch ei
genlijk voor mezelf. Ik denk dat
dat het hele punt is. Ik ben 8. En ik
heb inderdaad vaak plezier bij het
schrijven. Ik schiet ook wel eens in
de lach als ik achter m'n schrijfma
chine zit."
Jorrie en Snorrie is een verhaal
met veel vaart en actie. Annie
Schmidt: „Ja dat vind ik goed, om
dat kinderen er door de televisie
aan gewend zijn dat er veel gebeurt
en dat het tempo hoog is. In de te
keningen van Fiep zit ook altijd
spanning en actie."
Tijdens de kinderboekenweek
gaat Annie Schmidt een keer of vijf
signeren. „Dat vind ik enig. Vooral
samen met Fiep is het heel gezellig
en leuk. Als ik zit te signeren ko
men er drie generaties voorbij. De
oma's van in de zestig en zeventig,
die vroeger mijn boeken hebben
voorgelezen. Hun kinderen, de
moeders, en de kleinkinderen, die
mijn boeken nu weer voorgelezen
krijgen. Dat vind ik iets heel bij
zonders. Dat mijn werk zo lang
rechtop blijft staan, daar kan ik
niet dankbaar genoeg voor zijn.
Mensen komen zelfs met hele oude
stukgelezen boekjes waar ze dan
een handtekening in willen heb
ben. Dat vind ik enig. Het is een he
le leuke bevestiging van je werk.
Het is zo oprecht. De kinderen wor
den niet meegesleurd, ze komen
uit zichzelf en willen me er iets over
zeggen. Wat ik ook leuk vind is als
ze mij het verhaal gaan vertellen."
Als ik vraag of ze favorieten heeft
onder de kinderboeken die ze
schreef, zegt Annie Schmidt na
enig nadenken: Heksen en zo
vind ik wel een mooie verzameling
sprookjes. En Pink vind ik een heel
leuk boek, moet ik bekennen. Dat
heb ik pas op een bandje voorgele
zen, dus zo kwam ik daarachter.
Wantje gaat natuurlijk niet steeds
je oude werk doorlezen, dat doe je
niet.
Van Abeltje dat ik indertijd ge
schreven heb, heel lang geleden,
wordt nu een soort musicalfilm ge
maakt. Toen er een synopsis van
het scenario moest komen, bleek
dat ik niet goed meer wist hoe het
verhaal ging. Toen heeft mijn zoon
Flip Abeltje aan me voorgelezen.
Dat was enig."
Ze vertelt hoe haar kleinzoon van 2
dol is op een versje dat als volgt
gaat:
Ga je de wijde wereld in
Pimmetje Dimmetje Dee
breng dan voor de koningin
een kakketoetje mee.
Annie Schmidt realiseerde zich
niet dat het een versje was dat ze
zelf geschreven heeft, tot haar zoon
het tegen haar zei.
Inge van den Blink
De complete Pietje Bellserie,
bestaande uit Pietje Bell, Pietje
Bell's goocheltoeren, Pietje Bell is weer
aan de gang. Pietje Bell gaat vliegen, De
vlegeljaren van Pietje Bell. Pietje Bell in
Amerika en De zonen van Pietje Bell,
zijn door illustratrice Gerda van Gijzel
voorzien van een nieuw kaft met
prachtige tekeningen. De eenvoudige
zwart-wit tekeningen van Henri Pieck
in het boek bleven gehandhaafd. De
Pietje Bellboeken worden uitgegeven
in een uitvoering met een hard kaft, die
bijna identiek is aan de allereerste
druk.
Het uitgeversechtpaar P.F.A.
Stanco-Gerla, dat sinds 1987
de traditionele uitgeverswerk
zaamheden van Gebr. Kluitman
voortzet, heeft ter gelegenheid van
het 650-jarig bestaan van Rotter
dam en de uitgave van de veertig
ste druk van het eerste deel. ge
meend de omslagen te moeten ver
nieuwen. Ter gelegenheid van de
kinderboekenweek en het 650-ja-
rig bestaan van Rotterdam wor
den de originele tekeningen van de
kaften in de woonplaats van Gerda
van GijzelRoermond geëxposeerd.
In de boeken wordt Gerda van Gij
zel, zoals dat bij jongensboeken ge
bruikelijk blijkt te zijn, vermeld als
G. van Gijzel. Vrouwennamen
mochten vroeger en vandaag-de-
dag blijkbaar niet. In de nieuwe
uitgaven van de Pietje Bellboeken
worden wel verscheidene ouder
wetse begrippen in voetnoten uit
gelegd; zoals baker (wordt nu een
vroedvrouw genoemd) en tover
lantaarn (toestel waarmee plaatjes
vergroot kunnen werden op een
groot wit schermOok staat er uit
leg over bij voorbeeld de waarde
van een paar schoenen (de lezer
tjes moeten de prijzen in het boek
met zes of zeven vermenigvuldigen Roermond is het Rotterdamse ver-
om op een met vandaag te vergelij- leden ingestapt om de omslagen
ken bedrag uit te komen) of uitleg van de, door Chris van Abkoude
over de drie klassen in de vroegere geschreven, kinderboeken naar
Nederlandse treinen. eer en geweten te kunnen tekenen.
Zij zwalkte door het geschonden
Illustratrice Gerda van Gijzel uit centrum. Zij werd geïnspireerd
Cf-! R VAh
GEB
De nieuwe Pietje
door bekenden, vrienden en een
oom van haar schoonzoon. Zij
stuurden haar historische foto's,
tekeningen, prenten of verhalen
toe. Een van haar zoons studeert in
de Maasstad. „Ik heb hem inmid
dels drie keer helpen verhuizen.
Ook daardoor heb ik inzicht in de
stad gekregen," legt Gerda uit.
Bij de Laurenskerk snoof zij toch
net die sfeer op waardoor zij de illu
straties hedendaags maar toch
nostalgisch kon maken. De Lau-
renstoren prijkt op twee van de
omslagen. Bijzonder trots is Gerda
op de opmerking van „oudere Rot
terdammers, die het weten kun
nen" dat haar Rotterdamse Pietje
Bell-straatje uitkijkend op de Lau
renskerk sprekend lijkt op een van
de echte stegen van voor de Twee
de Wereldoorlog. „Je denkt dat het
niet telt. maar die echte sfeer is be
langrijk. Je ziet het niet als het
klopt. Maar wanneer de tekenin
gen niet stroken met de waarheid,
valt dat onmiddellijk op. Die op
merkingen waren dus een compli
ment," lacht de illustratrice, die
Pietje Bell „een verrukkelijke ven
tje" vindt. „Dat die boeken ook nu
nog staande blijven temidden van
de honderden nieuwe uitgaven ie
der jaar. Dat grenst aan het onge
looflijke." zegt Gerda van Gijzel.
MA
Gerda van Gijzel is een echte dui
zendpoot. Zij werd in Amsterdam
geboren. Onder de naam Gerda
van Tol werd zij in de Nederlandse
modewereld een begrip. Voor mo
dehuizen als C&A. V&D, Schunck
de Daco groep, Livera en vele an
deren tekende zij de mode-illustra
ties voor de advertenties. Zij ver
vaardigde alle illustraties voor het
Ze is de tekenares van Jip en
Janneke, Floddertje, Otje. en van
Pluk van de Petteflet. En ze houdt niet
van publiciteit. 'Geen journalist komt
met dat doel bij haar de drempel over'
schreef Wim Hora Adema in 1969 en
daar veranderde nadien niet veel aan.
Wel iets, want op de avond dat ik bij
haar aanbel, heeft Fiep Westendorp (73)
net de hele dag 'die jongens van de
VPRO' over de vloer gehad. Ze kwamen
filmen voor het kinderprogramma op
zondagochtend. „Aardige jongens",
zegt ze vrolijk. Ze heeft ze na
binnenkomst meteen aan een tafel
geïnstalleerd met mappen vol werk
van haarzelf: illustraties en
tekeningen. „Ik dacht: dan zijn ze even
zoet, en kan ik lekker mijn eigen gang
gaan."
De naam van Fiep Westendorp
is in de loop van de tijd onver
brekelijk bij die van Annie M.G.
Schmidt gaan horen. Ze maakten
dit jaar het kinderboekenweekge
schenk Jorrie en Snorrie, in op
dracht van de CPNB.
„Een vreselijk boekje!" roept Fiep
daarover boos. Niet dat het ver
haal van Annie Schmidt niet goed
zou zijn, of dat haar eigen illustra
ties niet zouden deugen, maar het
gaat om de druk, daarbij is van al
les mis gegaan.
„Ik had in mijn tekeningen veel
grijzen gebruikt, en er zijn overal
zwarte klodders in gekomen. Kijk
maar. Maar zo gaat het meestal. Er
is eigenlijk niet één boek waar ik
wat de druk betreft, tevreden over
ben, behalve dit." Ze pakt
Rijmpjps en versjes uit de nieuwe
doos érbij, van Han. G. Hoekstra,
met illustraties van haarzelf, een
boek uit 1976.
Ook over het omslag van Jorrie en
Snorrie, waarop een blauw titel-
etiketje gedrukt werd is ze niet
echt tevreden. „Dat mag je best in
de krant zetten, dat het lelijk is."
Ze vouwt het boekje open. Over de
voor- en achterkant loopt een illu
stratie van de 'jubeltrein'. Fiep
dekt het etiketje af en zegt: „Zie je
hoe het had kunnen worden, met
gewone letters, zonder etiketje?"
Ik zie het.
Fiep Westendorp, geboren in 1916
in Zaltbommel, volgde de Acade
mie voor Beeldende Kunst in Rot
terdam. Na de Tweede Wereldoor
log, die ze in Den Haag doorbracht,
verhuisde ze naar Amsterdam.
Hoewel ze een algemene opleiding
kreeg, en beeldend werk in ver
schillende stijlen heeft gemaakt,
werd Fiep Westendorp vooral be
kend als illustrator van kinderboe
ken. Behalve boeken van Annie
Schmidt 'deed' ze ook boeken van
onder meer Henriëtte van Eyk,
Mies Bouhuys en Han G. Hoek
stra.
De samenwerking met Annie
Schmidt begon bij Het Parool, een
krant die voortkwam uit het verzet
en die in in de jaren '50 een broei
kas van journalistiek en artistiek
talent was: Annie Schmidt, Fiep
Westendorp, Wim Bijmoer, Wim
Hora Adema, Han G. Hoekstra,
Harriet Freezer en Jeanne Roos za
ten er onder anderen bij.
Over haar manier van werken zegt
Fiep Westendorp: „Wat ik héél be
langrijk vind is het kontakt met de
schrijver. Ik praat altijd veel met
de auteur. Ik vraag bijvoorbeeld
aan Annie, als ik iemand moet te
kenen: hoe zie je die jongen of dat
meisje.
Het is heerlijk om met Annie sa
men te werken. We zijn al zo lang
met elkaar bevriend, we hebben
hetzelfde gevoel voor humor, al is
dat raar om over jezelf te zeggen.
We gaan ook altijd samen signe
ren, en dan hebben we reuze pret.
Maar het is vermoeiend! Als je een
paar uur ergens zit, zet je honder
den handtekeningen, en je kletst
natuurlijk ook met die mensen."
Gerda van Gijzel met 'haar' Pietje
Bell voor de Laurenskerk in Rot
terdam
boek dat de Teleac cursus 'Kle
ding maken' in 1978 begeleidde. Zij
gaf lezingen, vergezeld van zelf ge
maakte dia's, over de Parijse haute
couture shows. Zij bundelde haar
kennis en ervaring in het modevak
in het boek 'De Illusie van de Mo
de-tekening' in 1987. Het boek
werd uitgegeven door Cantecleer
en geëxposeerd in het Haags Ge
meentemuseum.
Tegenwoordig werkt Gerda voor
de Brabant Pers, waarvoor zij ie
dere half jaar een mode-bijlage sa
menstelt. Naast haar drukke mo
de-werk tekent Gerda vele portret
ten. In maart volgend jaar is er een
expositie van portretten die zij
maakte van Prins Bemhard te
zien.
In april werden de eerste vier delen
van de nieuwe versies Pietje Bell
uitgegeven en vorige week volgden
de laatste vier.
Marjan Meijer
Hartelijk lachend vertelt ze hoe
Annie Schmidt haar als dat nodig
is, heel precieze kritiek levert. Zo
maakte Fiep Westendorp eens een
tekening van een kar die volgela
den is met spullen. Bovenop wie
belt een kom met goudvissen.
Annie ziet niet veel meer, maar ze
kijkt toch heel nauwkeurig naar de
tekeningen die ik maak." Ze doet
voor hoe Annie Schmidt met een
loep haar tekening afspeurde, en
bovenaan gekomen, opmerkte:
„Fie-hiep. Waterpas is wél water
pas hoor." In haar enthousiasme
had Fiep het water in de kom iets
te scheef laten klotsen.
Fiep Westendorp wordt wel eens
vaker door haar potloden en pen
selen meegesleept. „In Otje komt
een kelder voor, daar zitten mui
zen in die zich verstoppen. Ik
moest rijen soepblikken tekenen
en was toen zo heerlijk met kleur
tjes aan het werken! Toen Annie
het zag zei ze 'Maar Fiep, dat zijn
geen soepblikken, dat zijn verf
blikken!' En ze had gelijk!" La
chend: „Dat was stom van mij, al
licht was dat stom. Toen ben ik he
lemaal opnieuw begonnen en heb
drie planken met soepblikken ge
maakt. We zijn ontzettend op el
kaar ingespeeld. En we doen het
heel serieus hoor."
„Ik hoor meestal van Annie waar
het verhaal over zal gaan. Dan
wacht ik op de tekst en ga aan het
werk. Het is heel belangrijk dat er
een goed ritme in komt, dat de illu
straties op het juiste moment ko
men. En je mag nooit een fout ma
ken. In de grote uitgave van Jip en
Janneke zit wel een fout. Janneke
zit in de boom met haar schoenen
aan, en in de tekst heeft ze haar
schoenen uit. Kinderen letten al
tijd op zulke dingen, dus daar moet
je heel precies mee zijn."
Fiep Westendorp tekent nooit
naar een voorbeeld of model, ze
doet alles uit haar hoofd. „Ik vind
mensen interessant. Vooral de
houding, hoe iemand zit of kijkt,
daar let ik altijd op en ik onthou
het zonder me ervan bewust te zijn.
Als jij hier straks weggaat, dan kan
ik je morgen uittekenen."
Ze vertelt hoe in de jaren '50 in Ne
derland de humor als genre op
bloeide: de stukken van Carmig-
gelt, de eerste cartoons, het werk
van Annie Schmidt. „Voor de
krant moest je als tekenaar met
een pook werken, want het was al
lemaal in lijncliché."
Jip en Janneke werden om die re
den figuurtjes in silhouet. Een idee
van Fiep Westendorp zelf. Maar in
de praktijk viel het niet mee.
„Want ik kon ze bijvoorbeeld nooit
elkaar laten omhelzen, of een arm
tekenen die op een been ligt. Dan
werd het een zwarte vlek. Het is al
tijd puzzelen geweest, om dat goed
te krijgen."
„Als ik zo terugdenk heb ik toch
wel veel gedaan. Ik heb ook map
pen vol werk dat ik voor mezelf heb
zitten maken. En ik heb vroeger
ook illustraties gemaakt bij verha
len voor volwassenen: Jane Eyre,
Toergenjev, Heine, Bordewijk,
Achterberg. Gewoon grote-men-
sen-tekeningen.
Wanneer ik mijn liefde uitspreek
voor de door haar getekende
Stampertjes, de vrolijke jongetjes
met warrige haartjes uit Pluk van
de Petteflet, zegt ze: „Ik teken zo
graag haartjes, hè. Ik doe er lang
over, maar ik vind het leuk.
Technische dingen interesseren
me niet zo erg. Om de trein in Jor
rie en Snorrie te kunnen tekenen
heb ik de NS gebeld, de educatieve
dienst. Toen hebben ze me een
paar foto's gestuurd, maar daar
had ik niet veel aan.
Ik tekende dus een beetje een rare
trein, met spaken in de wielen.
Toen zei Annie: dan maak ik er wel
een 'jubeltrein' van, die kan er een
beetje anders uitzien. Dat is toch
leuk? Als je zo met iemand kunt sa
menwerken?"
Inge van den Blink
Advertentie
Geen schrijfster van kinderboe
ken is zo bekend als Annie M.
G. Schmidt. Zij heeft voor het
eerst sinds jaren weer een
boek voor kindéren geschreven.
Dat bovendien - om het alle
maal nog mooier te maken -
is geïllustreerd door Fiep Wes
tendorp. Titel: 'Jorrie en Snor
rie'. Over de conducteur Snor
rie en het meisje Jorrie die we
ten te voorkomen dat egeltjes
door een trein worden overre
den en de trein zelf met al
haar passagiers behoeden voor
een bomaanslag. Dit grappige
en ontroerende boek krijg je
cadeau als je tijdens de Kin
derboekenweek voor ten minste
19,50 aan kinderboeken
koopt. Je moet er maar een
beetje vaart achter zetten, want
de voorraad is niet onbeperkt en
op is op.
Annie M. G. Schmidt signeert
Jorrie en Snorrie,
en natuurlijk ook al haar ande
re boeken.
Vrijwel zeker wordt Annie M.
G. Schmidt vergezeld door Fiep
Westendorp,
haar vaste illustrator.
Annie M. G. Schmidt is schrijf
ster van al die prachtige klas
sieke kinderboeken, die in geen
enkele kinderkamer mogen ont
breken, als: Jip en Janneke.
Abeltje. Dikkertje Dap, Minoes,
Otje. Pluk, Tante Patent en Wi-
plala. Kom verkleed als een
van deze figuren en breng zo
een hulde aan Annie M. G.
Schmidt en Fiep Westendorp.
De tien leukst verklede kinde
ren krijgen een prachtig boek...
van Annie M. G. Schmidt (een
flink dik boek naar eigen keu
ze). Uitslag van deze verkleed
partij, diezelfde middag, om
17.30 uur.