PZC Annie M.G. Schmidt Pietje Bell in een nieuwe jas Samenwerken met Annie is heerlijk Fiep Westendorp week-uit Ër 27 ZATERDAG 13 OKTOBER 1990 Zouden er Nederlanders bestaan die nooit iets van haar gelezen hebben? Die geen liedje van haar uit hun hoofd kennen? Je zult ze waarschijnlijk met een lampje moeten zoeken. De ochtend voordat ik op weg ga om haar te interviewen, lopen mijn kinderen door het huis hun ochtendlied te zingen: Dikkertje Dap. Puur toeval. Beestje Secretaresse Actie .1 t 'I A^Kpui Duizendpoot Stampertjes Annie M. G. Schmidt schreef Kinderboekenweekgeschenk ANNIE M. G. SCHMIDT bezoekt Zeeland op MAANDAG 15 OKTOBER van 16.00-17.30 uur bij boekhandel FAN0Y in Middelburg KOM VERKLEED ALS EEN FIGUUR UIT EEN VAN DE BOEKEN VAN ANNIE M. G. SCHMIDT EN WIN EEN PRIJS Ik ben 8 Annie M.G. Schmidt, 79, schreef talloze liedjes, gedichten, hoorspelen, musicals en kinder boeken. Ze maakte ook het Kin derboekenweekgeschenk van dit jaar, Jorrie en Snorrie, een span nend en grappig verhaal over een slim meisje en een aardige conduc teur. Over het verzoek om het Kinder boekenweekgeschenk te maken, hoefde ze niet lang na te denken. „Maar ik heb wel gezegd: dan doe ik het met Fiep samen. Dat vind ik leuk." Met Fiep Westendorp werkt ze echt samen, vertelt Annie Schmidt, ,,en dat heb je niet veel met een tekenaar. Meestal schrijf je je tekst, die stuur je op, en dan gaat de tekenaar aan het werk. Zo als Fiep en ik het doen, dat is veel leuker. Ik zeg bijvoorbeeld tegen haar: het gaat over een man met een snor. Maar: een leuke man met een snor. Dat moet ik erbij zeggen, an ders tekent ze misschien een kin derachtige of strenge man. Zo gaat dat, snap je. Dat is bij andere teke naars nooit zo geweest. Alleen met Wim Bijmoer wel. Hij illustreerde vroeger mijn gedichtjes en deed dat ook heel goed en heel leuk." Gevraagd of Fiep Westendorp ook wel eens invloed heeft gehad op haar werk, zegt Annie Schmidt: „Nauwelijks. Kijk, de verbeelding van een schrijver werkt natuurlijk anders dan die van een tekenaar. Je kunt elkaar wel inspireren, door gesprekken of door te lachen over iets. En Fiep zegt wel eens dingen als doe er zus of zo'n beestje in of 'laat de honden maar weg'. Want ze vindt dat ze geen honden kan teke nen. Dat kan ze best hoor. Maar ik kan daar als schrijver niet echt re kening mee houden. Dat zou ook verkeerd zijn." Doordat Annie Schmidt erg slecht ziet, ging het schrijven van Jorrie en Snorrie, zoals ze zelf zegt 'een beetje tobberig'. „Ik tik op z'n ou derwets, niet op een computer, maar op mijn ouwe Duitse typma chine. Bij het typen is het slecht zien niet zo'n groot probleem, want ik heb vroeger nog Schoevers ge daan, en weet de toetsen dus wel te vinden. Maar ik kan niet terugle zen wat ik geschreven heb, en dat maakt het een beetje moeizaam." „Het is een jaar of vijf, zes geleden gekomen. Plotseling, van de ene dag op de andere. Ik had één oog dat nog vrij goed was. Maar op een ochtend werd ik wakker en toen kon ik niet meer lezen. Dat was een enorme klap." De oorzaak van haar slechte ogen, vertelt Annie Schmidt, is een ziek te van het netvlies waardoor ader tjes springen. Dan ontstaan er lit tekens waardoor het netvies stug wordt. „Het is een ouderdoms kwaal, die betrekkelijk veel voor komt. Ik kan ook geen gezichten meer zien, ik moet altijd raden wie er voor me staat. Ik word niet helemaal blind, want vormen, kleuren en licht blijf ik zien. Maar voor iemand die zijn he le leven gelezen heeft, is het een ramp om niet te kunnen lezen. Ik kan er moeilijk buiten. Ik ben er ie dere dag weer treurig over. Voor een schrijver is lezen leven. Het nare vind ik vooral dat ik niet meer even snel iets kan opzoeken, in de Van Dale, het telefoonboek of de krant van gisteren. Dat is een dagelijkse kwelling. Je went natuurlijk aan alles. Ik ben veel meer naar muziek gaan luiste ren. Ik verzamel mensen om me heen om gesprekken te voeren, iets waar ik vroeger vaak geen tijd voor had. Dat heb ik nu wel." Om te helpen met haar correspon dentie, het lezen van de krant en het bijhouden van de administra tie heeft Annie Schmidt een secre- Annie M.G. Schmidt foto ANP) taresse die drie ochtenden in de week komt. En iedere zaterdag middag komt er een groep acteurs bij haar thuis die samen een to neelstuk voorlezen. „Dan worden keurig de rollen ver deeld. Zo hebben we ongeveer de hele toneelliteratuur doorgewerkt, want in de loop van de jaren heb ben we honderden toneelstukken gelezen. Het is een hele hechte club geworden, een vriendenclub van acteurs." Sinds november '81 woont Annie Schmidt, die opgroeide in het Zuidbevelandse Kapelle en later in Vlissingen werkte, weer in Am sterdam nadat ze tien jaar in Frankrijk was vanwege de gezond heid van haar (overleden) man. „We hebben in die tijd ook ons huis in Berkel en Rodenrijs aangehou den, anders hield ik het niet uit in die olijfbomentuin, waar het zo stil was in de winters. Ik miste Neder land. Je hebt je eigen taal nodig als schrijver, je moet horen wat de mensen tegen elkaar zeggen bij de bakker, bij de drogist en op de ra dio. Ik zit natuurlijk als schrijver met mijn eigen taal heel dicht bij de spreektaal. Ik heb een scherp oor voor wat mensen tegen elkaar zeg gen. Als ik dat niet hoor, krijg ik heimwee." Wat je ook leest van Annie M.G. Schmidt, Otje, Pluk van de Pette- flet, Tante Patent of gedichten, het is nooit saai. Het lijkt alsof haar teksten bijna schaterlachend en met gemak geschreven zijn. Als ik vraag of dat ook zo is, zegt ze: „Als ik weet waar ik naartoe wil, gaat het eigenlijk heel gemakke lijk, dat is waar. Maar voor het zover is, dat kan lang duren. Het meeste werk doe ik terwijl ik op de bank lig te denken of terwijl ik boodschappen loop te doen. Kijk, ik schrijf altijd sprookjes, verhalen die eigenlijk onzin zijn. Maar ze moeten wel logisch zijn in zichzelf. Als dat niet zo is, gooi ik het weg. Ik heb wel eens een heel manuscript weggegooid. Het ligt ook aan de leeftijd. Voor kinderen van 11 of 12 moetje anders schrij ven dan voor kinderen van 7 of 8. De leeftijd die ik zelf altijd gehou den heb is 8. En ik schrijf toch ei genlijk voor mezelf. Ik denk dat dat het hele punt is. Ik ben 8. En ik heb inderdaad vaak plezier bij het schrijven. Ik schiet ook wel eens in de lach als ik achter m'n schrijfma chine zit." Jorrie en Snorrie is een verhaal met veel vaart en actie. Annie Schmidt: „Ja dat vind ik goed, om dat kinderen er door de televisie aan gewend zijn dat er veel gebeurt en dat het tempo hoog is. In de te keningen van Fiep zit ook altijd spanning en actie." Tijdens de kinderboekenweek gaat Annie Schmidt een keer of vijf signeren. „Dat vind ik enig. Vooral samen met Fiep is het heel gezellig en leuk. Als ik zit te signeren ko men er drie generaties voorbij. De oma's van in de zestig en zeventig, die vroeger mijn boeken hebben voorgelezen. Hun kinderen, de moeders, en de kleinkinderen, die mijn boeken nu weer voorgelezen krijgen. Dat vind ik iets heel bij zonders. Dat mijn werk zo lang rechtop blijft staan, daar kan ik niet dankbaar genoeg voor zijn. Mensen komen zelfs met hele oude stukgelezen boekjes waar ze dan een handtekening in willen heb ben. Dat vind ik enig. Het is een he le leuke bevestiging van je werk. Het is zo oprecht. De kinderen wor den niet meegesleurd, ze komen uit zichzelf en willen me er iets over zeggen. Wat ik ook leuk vind is als ze mij het verhaal gaan vertellen." Als ik vraag of ze favorieten heeft onder de kinderboeken die ze schreef, zegt Annie Schmidt na enig nadenken: Heksen en zo vind ik wel een mooie verzameling sprookjes. En Pink vind ik een heel leuk boek, moet ik bekennen. Dat heb ik pas op een bandje voorgele zen, dus zo kwam ik daarachter. Wantje gaat natuurlijk niet steeds je oude werk doorlezen, dat doe je niet. Van Abeltje dat ik indertijd ge schreven heb, heel lang geleden, wordt nu een soort musicalfilm ge maakt. Toen er een synopsis van het scenario moest komen, bleek dat ik niet goed meer wist hoe het verhaal ging. Toen heeft mijn zoon Flip Abeltje aan me voorgelezen. Dat was enig." Ze vertelt hoe haar kleinzoon van 2 dol is op een versje dat als volgt gaat: Ga je de wijde wereld in Pimmetje Dimmetje Dee breng dan voor de koningin een kakketoetje mee. Annie Schmidt realiseerde zich niet dat het een versje was dat ze zelf geschreven heeft, tot haar zoon het tegen haar zei. Inge van den Blink De complete Pietje Bellserie, bestaande uit Pietje Bell, Pietje Bell's goocheltoeren, Pietje Bell is weer aan de gang. Pietje Bell gaat vliegen, De vlegeljaren van Pietje Bell. Pietje Bell in Amerika en De zonen van Pietje Bell, zijn door illustratrice Gerda van Gijzel voorzien van een nieuw kaft met prachtige tekeningen. De eenvoudige zwart-wit tekeningen van Henri Pieck in het boek bleven gehandhaafd. De Pietje Bellboeken worden uitgegeven in een uitvoering met een hard kaft, die bijna identiek is aan de allereerste druk. Het uitgeversechtpaar P.F.A. Stanco-Gerla, dat sinds 1987 de traditionele uitgeverswerk zaamheden van Gebr. Kluitman voortzet, heeft ter gelegenheid van het 650-jarig bestaan van Rotter dam en de uitgave van de veertig ste druk van het eerste deel. ge meend de omslagen te moeten ver nieuwen. Ter gelegenheid van de kinderboekenweek en het 650-ja- rig bestaan van Rotterdam wor den de originele tekeningen van de kaften in de woonplaats van Gerda van GijzelRoermond geëxposeerd. In de boeken wordt Gerda van Gij zel, zoals dat bij jongensboeken ge bruikelijk blijkt te zijn, vermeld als G. van Gijzel. Vrouwennamen mochten vroeger en vandaag-de- dag blijkbaar niet. In de nieuwe uitgaven van de Pietje Bellboeken worden wel verscheidene ouder wetse begrippen in voetnoten uit gelegd; zoals baker (wordt nu een vroedvrouw genoemd) en tover lantaarn (toestel waarmee plaatjes vergroot kunnen werden op een groot wit schermOok staat er uit leg over bij voorbeeld de waarde van een paar schoenen (de lezer tjes moeten de prijzen in het boek met zes of zeven vermenigvuldigen Roermond is het Rotterdamse ver- om op een met vandaag te vergelij- leden ingestapt om de omslagen ken bedrag uit te komen) of uitleg van de, door Chris van Abkoude over de drie klassen in de vroegere geschreven, kinderboeken naar Nederlandse treinen. eer en geweten te kunnen tekenen. Zij zwalkte door het geschonden Illustratrice Gerda van Gijzel uit centrum. Zij werd geïnspireerd Cf-! R VAh GEB De nieuwe Pietje door bekenden, vrienden en een oom van haar schoonzoon. Zij stuurden haar historische foto's, tekeningen, prenten of verhalen toe. Een van haar zoons studeert in de Maasstad. „Ik heb hem inmid dels drie keer helpen verhuizen. Ook daardoor heb ik inzicht in de stad gekregen," legt Gerda uit. Bij de Laurenskerk snoof zij toch net die sfeer op waardoor zij de illu straties hedendaags maar toch nostalgisch kon maken. De Lau- renstoren prijkt op twee van de omslagen. Bijzonder trots is Gerda op de opmerking van „oudere Rot terdammers, die het weten kun nen" dat haar Rotterdamse Pietje Bell-straatje uitkijkend op de Lau renskerk sprekend lijkt op een van de echte stegen van voor de Twee de Wereldoorlog. „Je denkt dat het niet telt. maar die echte sfeer is be langrijk. Je ziet het niet als het klopt. Maar wanneer de tekenin gen niet stroken met de waarheid, valt dat onmiddellijk op. Die op merkingen waren dus een compli ment," lacht de illustratrice, die Pietje Bell „een verrukkelijke ven tje" vindt. „Dat die boeken ook nu nog staande blijven temidden van de honderden nieuwe uitgaven ie der jaar. Dat grenst aan het onge looflijke." zegt Gerda van Gijzel. MA Gerda van Gijzel is een echte dui zendpoot. Zij werd in Amsterdam geboren. Onder de naam Gerda van Tol werd zij in de Nederlandse modewereld een begrip. Voor mo dehuizen als C&A. V&D, Schunck de Daco groep, Livera en vele an deren tekende zij de mode-illustra ties voor de advertenties. Zij ver vaardigde alle illustraties voor het Ze is de tekenares van Jip en Janneke, Floddertje, Otje. en van Pluk van de Petteflet. En ze houdt niet van publiciteit. 'Geen journalist komt met dat doel bij haar de drempel over' schreef Wim Hora Adema in 1969 en daar veranderde nadien niet veel aan. Wel iets, want op de avond dat ik bij haar aanbel, heeft Fiep Westendorp (73) net de hele dag 'die jongens van de VPRO' over de vloer gehad. Ze kwamen filmen voor het kinderprogramma op zondagochtend. „Aardige jongens", zegt ze vrolijk. Ze heeft ze na binnenkomst meteen aan een tafel geïnstalleerd met mappen vol werk van haarzelf: illustraties en tekeningen. „Ik dacht: dan zijn ze even zoet, en kan ik lekker mijn eigen gang gaan." De naam van Fiep Westendorp is in de loop van de tijd onver brekelijk bij die van Annie M.G. Schmidt gaan horen. Ze maakten dit jaar het kinderboekenweekge schenk Jorrie en Snorrie, in op dracht van de CPNB. „Een vreselijk boekje!" roept Fiep daarover boos. Niet dat het ver haal van Annie Schmidt niet goed zou zijn, of dat haar eigen illustra ties niet zouden deugen, maar het gaat om de druk, daarbij is van al les mis gegaan. „Ik had in mijn tekeningen veel grijzen gebruikt, en er zijn overal zwarte klodders in gekomen. Kijk maar. Maar zo gaat het meestal. Er is eigenlijk niet één boek waar ik wat de druk betreft, tevreden over ben, behalve dit." Ze pakt Rijmpjps en versjes uit de nieuwe doos érbij, van Han. G. Hoekstra, met illustraties van haarzelf, een boek uit 1976. Ook over het omslag van Jorrie en Snorrie, waarop een blauw titel- etiketje gedrukt werd is ze niet echt tevreden. „Dat mag je best in de krant zetten, dat het lelijk is." Ze vouwt het boekje open. Over de voor- en achterkant loopt een illu stratie van de 'jubeltrein'. Fiep dekt het etiketje af en zegt: „Zie je hoe het had kunnen worden, met gewone letters, zonder etiketje?" Ik zie het. Fiep Westendorp, geboren in 1916 in Zaltbommel, volgde de Acade mie voor Beeldende Kunst in Rot terdam. Na de Tweede Wereldoor log, die ze in Den Haag doorbracht, verhuisde ze naar Amsterdam. Hoewel ze een algemene opleiding kreeg, en beeldend werk in ver schillende stijlen heeft gemaakt, werd Fiep Westendorp vooral be kend als illustrator van kinderboe ken. Behalve boeken van Annie Schmidt 'deed' ze ook boeken van onder meer Henriëtte van Eyk, Mies Bouhuys en Han G. Hoek stra. De samenwerking met Annie Schmidt begon bij Het Parool, een krant die voortkwam uit het verzet en die in in de jaren '50 een broei kas van journalistiek en artistiek talent was: Annie Schmidt, Fiep Westendorp, Wim Bijmoer, Wim Hora Adema, Han G. Hoekstra, Harriet Freezer en Jeanne Roos za ten er onder anderen bij. Over haar manier van werken zegt Fiep Westendorp: „Wat ik héél be langrijk vind is het kontakt met de schrijver. Ik praat altijd veel met de auteur. Ik vraag bijvoorbeeld aan Annie, als ik iemand moet te kenen: hoe zie je die jongen of dat meisje. Het is heerlijk om met Annie sa men te werken. We zijn al zo lang met elkaar bevriend, we hebben hetzelfde gevoel voor humor, al is dat raar om over jezelf te zeggen. We gaan ook altijd samen signe ren, en dan hebben we reuze pret. Maar het is vermoeiend! Als je een paar uur ergens zit, zet je honder den handtekeningen, en je kletst natuurlijk ook met die mensen." Gerda van Gijzel met 'haar' Pietje Bell voor de Laurenskerk in Rot terdam boek dat de Teleac cursus 'Kle ding maken' in 1978 begeleidde. Zij gaf lezingen, vergezeld van zelf ge maakte dia's, over de Parijse haute couture shows. Zij bundelde haar kennis en ervaring in het modevak in het boek 'De Illusie van de Mo de-tekening' in 1987. Het boek werd uitgegeven door Cantecleer en geëxposeerd in het Haags Ge meentemuseum. Tegenwoordig werkt Gerda voor de Brabant Pers, waarvoor zij ie dere half jaar een mode-bijlage sa menstelt. Naast haar drukke mo de-werk tekent Gerda vele portret ten. In maart volgend jaar is er een expositie van portretten die zij maakte van Prins Bemhard te zien. In april werden de eerste vier delen van de nieuwe versies Pietje Bell uitgegeven en vorige week volgden de laatste vier. Marjan Meijer Hartelijk lachend vertelt ze hoe Annie Schmidt haar als dat nodig is, heel precieze kritiek levert. Zo maakte Fiep Westendorp eens een tekening van een kar die volgela den is met spullen. Bovenop wie belt een kom met goudvissen. Annie ziet niet veel meer, maar ze kijkt toch heel nauwkeurig naar de tekeningen die ik maak." Ze doet voor hoe Annie Schmidt met een loep haar tekening afspeurde, en bovenaan gekomen, opmerkte: „Fie-hiep. Waterpas is wél water pas hoor." In haar enthousiasme had Fiep het water in de kom iets te scheef laten klotsen. Fiep Westendorp wordt wel eens vaker door haar potloden en pen selen meegesleept. „In Otje komt een kelder voor, daar zitten mui zen in die zich verstoppen. Ik moest rijen soepblikken tekenen en was toen zo heerlijk met kleur tjes aan het werken! Toen Annie het zag zei ze 'Maar Fiep, dat zijn geen soepblikken, dat zijn verf blikken!' En ze had gelijk!" La chend: „Dat was stom van mij, al licht was dat stom. Toen ben ik he lemaal opnieuw begonnen en heb drie planken met soepblikken ge maakt. We zijn ontzettend op el kaar ingespeeld. En we doen het heel serieus hoor." „Ik hoor meestal van Annie waar het verhaal over zal gaan. Dan wacht ik op de tekst en ga aan het werk. Het is heel belangrijk dat er een goed ritme in komt, dat de illu straties op het juiste moment ko men. En je mag nooit een fout ma ken. In de grote uitgave van Jip en Janneke zit wel een fout. Janneke zit in de boom met haar schoenen aan, en in de tekst heeft ze haar schoenen uit. Kinderen letten al tijd op zulke dingen, dus daar moet je heel precies mee zijn." Fiep Westendorp tekent nooit naar een voorbeeld of model, ze doet alles uit haar hoofd. „Ik vind mensen interessant. Vooral de houding, hoe iemand zit of kijkt, daar let ik altijd op en ik onthou het zonder me ervan bewust te zijn. Als jij hier straks weggaat, dan kan ik je morgen uittekenen." Ze vertelt hoe in de jaren '50 in Ne derland de humor als genre op bloeide: de stukken van Carmig- gelt, de eerste cartoons, het werk van Annie Schmidt. „Voor de krant moest je als tekenaar met een pook werken, want het was al lemaal in lijncliché." Jip en Janneke werden om die re den figuurtjes in silhouet. Een idee van Fiep Westendorp zelf. Maar in de praktijk viel het niet mee. „Want ik kon ze bijvoorbeeld nooit elkaar laten omhelzen, of een arm tekenen die op een been ligt. Dan werd het een zwarte vlek. Het is al tijd puzzelen geweest, om dat goed te krijgen." „Als ik zo terugdenk heb ik toch wel veel gedaan. Ik heb ook map pen vol werk dat ik voor mezelf heb zitten maken. En ik heb vroeger ook illustraties gemaakt bij verha len voor volwassenen: Jane Eyre, Toergenjev, Heine, Bordewijk, Achterberg. Gewoon grote-men- sen-tekeningen. Wanneer ik mijn liefde uitspreek voor de door haar getekende Stampertjes, de vrolijke jongetjes met warrige haartjes uit Pluk van de Petteflet, zegt ze: „Ik teken zo graag haartjes, hè. Ik doe er lang over, maar ik vind het leuk. Technische dingen interesseren me niet zo erg. Om de trein in Jor rie en Snorrie te kunnen tekenen heb ik de NS gebeld, de educatieve dienst. Toen hebben ze me een paar foto's gestuurd, maar daar had ik niet veel aan. Ik tekende dus een beetje een rare trein, met spaken in de wielen. Toen zei Annie: dan maak ik er wel een 'jubeltrein' van, die kan er een beetje anders uitzien. Dat is toch leuk? Als je zo met iemand kunt sa menwerken?" Inge van den Blink Advertentie Geen schrijfster van kinderboe ken is zo bekend als Annie M. G. Schmidt. Zij heeft voor het eerst sinds jaren weer een boek voor kindéren geschreven. Dat bovendien - om het alle maal nog mooier te maken - is geïllustreerd door Fiep Wes tendorp. Titel: 'Jorrie en Snor rie'. Over de conducteur Snor rie en het meisje Jorrie die we ten te voorkomen dat egeltjes door een trein worden overre den en de trein zelf met al haar passagiers behoeden voor een bomaanslag. Dit grappige en ontroerende boek krijg je cadeau als je tijdens de Kin derboekenweek voor ten minste 19,50 aan kinderboeken koopt. Je moet er maar een beetje vaart achter zetten, want de voorraad is niet onbeperkt en op is op. Annie M. G. Schmidt signeert Jorrie en Snorrie, en natuurlijk ook al haar ande re boeken. Vrijwel zeker wordt Annie M. G. Schmidt vergezeld door Fiep Westendorp, haar vaste illustrator. Annie M. G. Schmidt is schrijf ster van al die prachtige klas sieke kinderboeken, die in geen enkele kinderkamer mogen ont breken, als: Jip en Janneke. Abeltje. Dikkertje Dap, Minoes, Otje. Pluk, Tante Patent en Wi- plala. Kom verkleed als een van deze figuren en breng zo een hulde aan Annie M. G. Schmidt en Fiep Westendorp. De tien leukst verklede kinde ren krijgen een prachtig boek... van Annie M. G. Schmidt (een flink dik boek naar eigen keu ze). Uitslag van deze verkleed partij, diezelfde middag, om 17.30 uur.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1990 | | pagina 27