PZC Het gehucht (16) Die vluchtelingen hebben hulp nodig week-in 33 ZATERDAG 22 SEPTEMBER 1990 SIGNALEMENT PLAKKEBORD gemeente: Oostburg ligging: 2 kilometer ten zuiden van Waterlandkerkje, tegen de grenzen met België en de gemeente Aardenburg aantal inwoners: 16 aantal huizen: zeven bedrijvigheid: garage voor tractoren en landbouwmachines Haard Prettig wonen Struikelen René Hoonhorst Verhalen Buurvrouwen Interessant Teus Molenaar Bevolkingsexplosie in Plakkebord Een kronkelig, knotwilgig, karakteris tiek Zeeuws-)Vlaams dijkje en toch, op de keper beschouwd, niet meer dan een straat die naar de Belgische grens leidt. Een garage voor tractoren en landbouw machines en zes huizen. Met een beetje goed wil kan de hoeve op de hoek van de Sint Lievensdijk er ook nog worden bijge teld. Tenslotte draagt de historische boer derij de naam van het gehucht: 't Plakke bord. Dit groepje huizen is desalniettemin op haast elke kaart terug te vinden. De over levering wil dat de naam uit de Middeleeu wen stamt. Het Zwin slingerde zich nog door half Zeeuwsch-Vlaanderen om uit eindelijk in de Braakman over te vloeien. De bewoners van het Eiland, nu nog de naam van een aangrenzende polder, leef den gescheiden van de rest van de bevol king. De 'publicatiën van hunnen Hoog- mogenden en van de Heeren 's Lands van den Vrije' werden op deze plek aange plakt, leert een oud boek met toponiemen (plaatsnaamverklaringen) van de Zeeuw se Bibliotheek in Middelburg. De huidige bewoners van Plakkebord hoeven niet meer naar een aanplakbord te lopen om te weten wat er in de rest van de wereld te koop is. Het publicatiebord is al eeuwen geleden neergehaald - de 'Hoog- mogenden' zijn natuurlijk ook niet meer wat ze geweest zijn - en ook hier worden kranten bezorgd, rinkelen telefoons en vallen blauwe enveloppen in de bus met de mededeling hoeveel en wanneer belas ting moet worden betaald. Verstoken van informatie zijn de Plakkeborders dus niet, maar onaangekondigd bezoek is weer even iets anders. Petra de Mey schrikt daarom wel even als iemand 'zomaar' de tuin inloopt, op zoek naar een voordeur en een bel. Zodra de be zoeker echter het doel van zijn komst ont hult, breekt er een glimlach door op haar gezicht. „Pak een stoel en kom er bij zit ten. Koffie?" Als jonge (28) moeder van twee dochters ziet ze niet zo vaak 'vreemd volk'. De oudste van zes naar school, in Waterlandkerkje, brengen en weer opha len is haar dagelijkse uitstapje. De rest van de tijd binden de jongste spruit van 2,5 jaar, de zes geiten en de vijf katten Pe tra aan huis en haard. In de winter zorgt die haard voor voldoen de werk. „We stoken hout in de kamer en in de keuken. Met hakken en klieven van de benodigde blokken ben ik 's winters wel een tijdje zoet. Daarnaast vind ik het in die donkere dagen breien leuk. Maar natuurlijk zijn er momenten dat ik me ver veel." De nadelen vallen overigens weg tegen de voordelen van het vrijstaande huis in het buitengebied, haast Petra zich er aan toe te voegen. Als een Girolami is ze geboren en getogen in Waterlandkerkje en nu, na zo'n zeven jaar, ziet ze zichzelf nog steeds als iemand 'van 't Kerkje'. Een Plakke- bordse heeft ze zich nimmer gevoeld. Echt hecht is het contact van de familie De Mey met de overige tien inwoners ook niet. „We hebben geen hekel aan elkaar, maar we overlopen de buren niet. Wel kunnen we altijd bij elkaar aankloppen als we iets vergeten zijn of ergens hulp bij nodig heb ben." Ook Maria van Steen vindt dat heel pret tig. Met zoon Erwin en haar vriend is ze dik vijf jaar geleden naar Plakkebord ver huisd. De woning is intussen volledig ge renoveerd. En dat dat menige zweetdrup pel heeft gekost, is aan de naam van het stulpje af te lezen: Hard Labeur. „Er had den eerst oude mensen in gewoond. En la ter vóór wij het kochten hebben er nog Belgische stewardessen ingezeten die na drukke werkzaamheden hier van hun jet lag herstelden. Maar die mensen hadden natuurlijk niet zoveel oog voor het onder houd. De kozijnen bijvoorbeeld waren zo rot als een mispel; daar drukte je zo met een vinger doorheen. D'r zaten ook van die kleine ruitjes in. Leuk vanaf de buiten kant, maar binnen scheelt het vooral een hoop licht. Bovendien zeem je je een onge luk bij het ramen lappen." Maria is bijna een halve eeuw geleden ge boren in een gehucht bij Roosendaal. In tussen is haar geboorteplek Kortendijke opgeslokt door de groeiende Westbra bantse stad. „Ik heb na mijn trouwen eerst een tijd in Oostburg gewoond, maar het buitengebied is altijd blijven trekken. Met hier naast een werkplaats waar nog wat gebeurt, is het echt ideaal. Zonder die bedrijvigheid, het af- en aanrijden van klanten en de geluiden van reparatie werkzaamheden, zou het me misschien tè rustig worden." Voor die bedrijvigheid zorgt de in de loop der jaren uitgedijde smederij van de fami lie Van Acker. Al zo'n zestig jaar verkopen en repareren de Van Ackers landbouw werktuigen en -machines. Dat ze midden in Niemandsland zitten is geen probleem, beweert Marnix van Acker. Begin dit jaar getrouwd, 25 en daarmee het levende be wijs dat het bedrijf voorlopig nog stevig is verankerd in Plakkebord. „We zitten juist hier prima. Als we midden in een dorp za ten, konden we geen kant op. Wij kunnen wat spullen buiten zetten zonder dat de mensen er direct over struikelen. Daar komt bij dat bewoners van het buitenge bied ook eerder genegen zijn even te wach ten als er een machine midden op de weg staat. Moetje in een stad eens proberen." Marnix heeft er, evenals zijn acht jaar ou dere broer Herry, geen enkele moeite mee om in een gat als Plakkebord te wonen. Ze hebben juist een prachtige jeugd gehad. Vriendjes woonden er genoeg in de buurt. Ruimte zat om alle spelletjes te doen waar ze zin in hadden. Herry: „We zetten speur tochten uit door de omgeving, we bouw den een hut en als tiener pikten we - als pa even niet keek - de buks van de muur en dan lagen we een hele middag achter de dijk te knallen op mussen en duiven." Toen Herry en Marnix naar de basisschool gingen, woonden er genoeg kinderen op Het Eiland, Plakkebord, Stroopuit en Goedleven om een busje naar IJzendijke te laten rijden. Vader Arthur moest tegen de oorlog 'op de klompjes' naar 't Kerkje. Hij is nog naar de bewaarschool in Water land-Oudeman aan de andere kant van de grens geweest. Zo gek was dat niet, want kerkelijk hoort het gehucht nog altijd bij het bisdom Gent. Veel Plakkeborders lig gen begraven op het kerkhof van Water land-Oudeman of de begraafplaats van Sint Margriete. De 86-jarige moeder van Arthur woont in tussen al twintig jaar in IJzendijke, maar woonde van '31 tot '70 in Plakkebord. Zij maakte nog een klein beetje van de 'glo rietijd' mee. De cafés waren al een jaar of wat gesloten, maar het kruidenierszaakje en de timmermanswerkplaats vormden samen met de nieuwe smederij van opa Van Acker een 'winkelcentrumpje' in de buurtschap. De oude mevrouw Van Ac ker, afkomstig uit Sint Jansteen, had Ifoto Wim Riemens) eerst een tijdje nodig om de taal van de streek te leren toen haar vader in 1929 be sloot naar Goedleven te verhuizen. „Een heg was bij ons op Steen een 'waere' en hier zeiden ze 'haoge'. Ik heb in die be ginjaren toch vaak moeten vragen wat de buren bedoelden." Maar oma Van Acker raakte snel ingeburgerd. Hoewel het in de crisisjaren niet al te makkelijk was om de eindjes aan elkaar te knopen, koestert ze de herinneringen aan de gezelligheid van die tijd. Arthur rekent uit dat er rond het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog 44 mensen aan de dijk woonden. In tegen stelling tot de huidige generatie voelden de mensen zich destijds wel Plakkebor- der. Oma Van Acker: „Met een man of twintig zingend door de velden naar de kerk in Oudeman. De kermissen in de buurt af: in dat kleine Oudeman bijvoor beeld had je toen drie grote danszalen. En druk dat het daar was. En warm." Nu is het heel wat rustiger net ten zuiden van het stroompje de Passageule. Maar Herry, net enkele maanden geleden met vrouw en zoon in een nieuwe woning vlak naast 'de zaak' getrokken, is niet bang dat zijn zoon van bijna twee over een paar jaar sociaal in de verpietering raakt. „Welnee, behalve de twee kinderen van Petra wo nen er verderop aan de Lievensdijk enkele jonge gezinnen met kinderen. Daarnaast is bij ons zelf de tweede op komst en hoor de ik Marnix vanochtend fluisteren dat hij en zijn vrouw volgend jaar ook gezinsuit breiding verwachten. Je komt volgend jaar maar terug om een bericht over de be volkingsexplosie in Plakkebord te ma ken." Asielzoekerscentra (AZC's) schieten als paddestoelen uit de grond. Het is de vraag of er voldoende vrijwilligers zijn om de helpende hand te bieden. Zonder deze 'hulpjes' is een AZC een mankepoot. Bergzicht in Goes zit er wat dat betreft warmpjes bij. AI zijn er natuurlijk nooit genoeg. „Vrijwilligers zijn mensen die weten wat armoede of ellende is", typeert de al wat oudere mevrouw Bliek haar 'collega's'. Het AZC biedt plaats aan een kleine driehonderd vluchtelingen in af wachting van de behandeling van hun asielaanvraag. En in afwachting van een woning elders in het land waar ze verder op het verlossende, maar vaak tegenval lende, antwoord kunnen wachten. Het verblijf in een AZC is niet alles. Het cen trum biedt onderdak en voedsel. Dat is het pakkie-an van de overheid en beroeps- krachen. Om het verblijf van de vluchte lingen te veraangenamen zijn vrijwilligers nodig. Voor tal van zaken: taallessen, biblio theekwerk, kleding sorteren en verkopen, uitleggen wat Nederlandse normen en ge woonten zijn, sport en spel. Noem maar op. Inclusief de gastgezinnen beschikt Bergzicht over een legertje van zo'n hon derd mensen die zich belangeloos voor de vluchtende medemens inzetten. De eerste landelijke vrijwilligersdag, 13 september in Ede, biedt een vluchtig por tret van deze welwillenden. In de goed be zette schouwburgzaal zitten slechts enke le mannen. Onder hen de 65-jarige oud- PTT'er P. van Balen uit Goes. Vanaf het begin, april '88, bezig met de bibliotheek in Bergzicht. Hij reageerde op een oproep vanaf de rooms-katholieke kansel om zich als vrijwilliger aan te dienen. Net met de vut, dacht hij: „Laat ik dat maar doen. Die mensen komen hier niet voor niets. Die kunnen wel wat hulp gebruiken. En het is toch niks voor mij om stil te zitten." Na drie jaar worstelen om de hand te leg gen op goede en voldoende boeken is hij teleurgesteld in de overheid. „Iedereen zegt sympathiek te staan tegenover ons werk, maar geld om boeken te kopn, dat zit er niet in", maakt de kalende Van Ba len zich kwaad. Om met lichte stemver heffing te melden dat hij zelfs bij commis saris der koningin dr C. Boertien bot heeft gevangen. De 63-jarige Goesenaar C. Vrijenhoek is ook via de kerk in Bergzicht terechtgeko men. „Een kennis van mijn vrouw deed er al vrijwilligerswerk en zocht medestan ders." De bouwkundige bij de NS was in de wao geraakt. Als liefhebberij schrijft Vrijep- hoek verhalen. „De ontmoeting met men sen levert altijd stof tot schrijven. En voor al mensen die zoveel hebben meege maakt, die uit andere culturen komen." Ook hij werkt in de bibliotheek, waar hij regelmatig een praatje maakt met de vluchtelingen. „Er zitten mensen bij die echt hulp nodig hebben." Wat hem het meest opviel: „De kinderen lopen hier ook maar rond, terwijl hun Nederlandse leef tijdgenootjes op school zitten. Kinderen zijn altijd de dupe. Dat is een droevige zaak." De 36-jarige J. Ruinard en 33-jarige J. ter Veer wonen naast elkaar in Goes. Beide buurvrouwen togen een jaar geleden naar een voorlichtingsbijeenkomst over vrij willigerswerk in Bergzicht. Sindsdien los sen ze elkaar op maandagmiddagen af in de 'asiel-bibliotheek'. J. Ruinard werkt twee dagen in de week als B-verpleegkundige. Nu de kinderen wat ouder zijn en naar school gaan, had ze tijd over. Als vrijwilliger kun je overal te recht; van buurtwerk tot een vlooiencir cus. Maar daar voelde ze niks voor, het werd Bergzicht. „Tijden kunnen verande ren", legt zij uit. „In dat licht is het niet ondenkbaar dat je zelf ooit eens vluchte ling wordt. Zou je dan niet zelf ook met open armen ontvangen willen worden?" Haar buurvrouw zit in een kerkeraad te Goes. Haar drang iets te willen doen voor medemens lijfde haar in het vrijwilligers leger in. En haar hang naar interessante culturen. Een beetje meisjesachtig gie chelend vertellen ze van die oude man uit een Afrikaans land met zijn negentien vrouwen. „We wilden weieens weten hoe dat nou in de praktijk uitpakt. Welke rechtspositie al die vrouwen hebben." Vrijwilligers ordenen de bibliotheek van het asielzoekerscentrum te Goes (foto Willem Mieras) Om erachter te komen dat vrouwen nau welijks rechten hebben. „Ik heb al een bod gekregen op mijn dochter", vertelt J. Rui nard. Met wat humor probeert ze in dat soort gevallen de ander niet te kwetsen en haar dochter voor een dergelijk huwelijk te behoeden. Algemene bekendheid in Goes geniet de 54-jarige A. de Pan als heilsoldate. Maar bij de vluchtelingen staat ze te boek als 'mama'. Een zuster heilsoldate nam me vrouw De Pan 2,5 jaar geleden eens mee naar Bergzicht. Sindsdien is zij er blijven hangen. Elke dag is zij wel in het centrum te vinden. „En als ik er niet ben, weten ze mij wel te vinden. Ik woon vlakbij Berg zicht." Terwijl anderen de grens tussen vrijwilli gerswerk en privéleven bewaken, be schikt 'mama' over een wel bijzonder klein niemandsland. „Ik vind het wel ge zellig die mensen over de vloer", verklaart zij monter. Mevrouw Bliek is het niet met haar eens. „Bij mij hoeven ze niet in huis te komen. Ik wil ook mijn eigen leven lei den." Zij krijgt bijval van de 72-jarige me vrouw Van Sabben. „Ik hoef thuis niet eens te praten over het AZC. Ze vinden dat de vluchtelingen te veel in de watten worden gelegd. Maar die mensen hebben het echt niet makkelijk. Als je hun verha len hoort, leven we hier in een paradijs." De krasse vrouw laat de handjes vaker wapperen voor anderen. Zo breit zij vele truien voor de bazaar van de kerk. En zij heeft op al late leeftijd een cursus gevolgd hoe ouderen hulp in huis te geven. 'Mama' verkoopt tweedehands kleding aan de asielzoekers en verstelt kleding. In middels praat zij een beetje Engels en Duits en kan zij Frans verstaan, maar de eerste jaren verliep de communicatie met handen en voeten. En ook dat ging goed. Zij heeft geen moeite met de buitenlan ders. „Ik heb nooit dol met ze." „Dat komt", verkondigt mevrouw Bliek, „door de rol van de vrouw in vele culturen. Die is de spil van het gezin. Moeders wil is wet. Mevrouw De Pan heeft gezag onder de vluchtelingen." Trots vertelt de heilsoldate van een asiel zoeker die inmiddels in Zoetermeer woont, maar helemaal naar Goes afreisde om bij 'mama' een broek te laten herstel len. De vrijwilligers in Bergzicht komen niet alleen uit Goes en omstreken. Zo is me vrouw J. Donze uit Vlissingen er ook vaak te vinden. Overigens pas sinds een week of tien. Zij geeft de asielzoekers voorlichting over het dagelijks leven in ons land: het familieleven, het geldverkeer, eetgewoon ten en dergelijke. In Rotterdam heeft zij een opleiding voor maatschappelijk werk gevolgd. En afge rond, maar (nog) geen baan gevonden. Thuis stil zitten is niets voor haar. Ze noemt dat geestdodend. Haar gedachten gingen uit naar Bergzicht. „Daar is hulp nodig. En dan gaat het om een groep men sen in een heel moeilijke positie; met een onzekere toekomst. Bovendien is het inte ressant. Die mensen hebben tenslotte ge heel andere culturele achtergronden." En dat wil de heer Vrijenhoek ook aan an deren laten zien. „Je hoort vaak mensen kritiek uiten op 'die vluchtelingen'. Dan nodig ik ze altijd uit om eens een kijkje te komen nemen op Bergzicht. Nou, de eer ste moet nog komen." Met hart en ziel zijn ze bezig voor de dolen de medemens. Jong en oud, voornamelijk vrouwen. De mannelijke vrijwilliger heeft zijn arbeidzaam leven erop zitten en be steedt zijn tijd nu op een andere, nuttige manier. Waardering krijgen ze niet altijd. „Je loopt het vuur uitje sloffen om korans te bemachtigen en dan merk je keer op keer dat ze niet worden teruggebracht", vertelt Van Balen van zijn frustraties in de bibliotheek. Een pluim kregen ze daarom op de lande lijke vrijwilligersdag van J. Schuyt, direc teur van de stichting Project Opvang Asielzoekers. Deze organisatie is verant woordelijk voor de kwaliteit van het leven in AZC's. „Het is fantastisch wat u in onze centra aan werk verricht. Er wordt over asielzoekers in de samenleving behoorlijk verschillend gedacht. U opereert in een moeilijk werkveld. Dat maakt onze waar dering alleen maar groter", loofde hij de inzet van al die mensen.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1990 | | pagina 33