Simone de Beauvoir
Een uitgever
en zijn vak
De zaak notaris X
Paul Koeck
week-uit
23
Wim Schouten
ZATERDAG 22 SEPTEMBER 1990
Levensafspraak
Minnaar
Seksualiteit
Die van ons
Gedurfd
Strijdlust
Publiciteit
Toen Simone de Beauvoir in 1986 op 78-jarige leeftijd
overleed had zij nog nooit een knoop aan een jas gezet,
een maaltijd bereid, een stofzuiger gehanteerd; ze had geen
kind gebaard, was niet getrouwd geweest, maar ze had toch
allesbehalve als een non geleefd. Ruim vijftig jaar had ze een
band met Jean-Paul Sartre, vele andere liefdes met mannen
en vrouwen had ze gekend. Haar grootste hartstocht was
schrijven, denken, ze is een van de invloedrijkste feministes
van deze eeuw geworden, werkelijk wereldberoemd. In 1985,
kort voor haar dood, verscheen een biografie, geschreven
door Claude Francis en Fernande Gontier, die haar
gedurende tien jaar hebben gekend en de gesprekken op de
band hebben vastgelegd. Simone de Beauvoir is een ietwat
rommelig en kletserig boek dat ook nog eens super-slordig
door Margreet Hirs vertaald werd, maar het verdient toch
aandacht, in de eerste plaats misschien omdat het een
onpartijdig licht werpt op de merkwaardige verhouding die
er tussen De Beauvoir en Sartre heeft bestaan en een beeld
geeft van de tijd waarin zij het actiefst waren.
Tussen glorie en vervloeking
De hoogtijdagen van het exis
tentialisme, zo tussen 1945 en
1960, liggen alweer >ver achter ons.
De hoofdfiguren van het tijdperk,
Sartre (1905-1980) en Simone de
Beauvoir (1908-1986) zijn min of
meer een legende geworden. Zel
den zijn mensen zo opgehemeld en
zo verguisd, zo op handen gedra
gen en zo gehaat als zij. Vele jaren
lang hebben zij de Parijse intellec
tuele scène beheerst en hun uit
straling was uiteindelijk wereld
wijd. Ze leefden tussen glorie en
vervloeking. Men stond hen naar
het leven (er werden bommen in
hun woningen gelegd), arresteerde
hen, maar zij werden soms ook als
vorsten in het buitenland ontvan
gen. Sartre kreeg zelfs de Nobel
prijs voor literatuur, die hij weiger
de. Hun leven was vaak één groot
tumult, hartstochten brachten
hen in de krankzinnigste situaties.
Ze praatten, ruzieden, werkten,
schreven als bezetenen, bereisden
een groot deel van de wereld, hiel
den lezingen. Hoewel ze elk een
aanzienlijk oeuvre op hun naam
hebben, deden ze veel samen. Ze
bespraken alles, bekritiseerden el
kaar, bewerkten soms eikaars tek
sten. Hun invloed was immens: ze
hadden als wereldverbeteraars
overal commentaar op.
Wat er uiteindelijk van zal blijven
valt nog niet te zeggen. Ze hebben
de wind buitengewoon sterk mee-
gehad, hun filosofie van persoonlij
ke vrijheid en hun opvattingen
over verantwoordelijkheid en
schuld, hun atheïsme, sloegen ge
weldig aan in de tijd van de kolos
sale morele kater na
Wereldoorlog II.
Sindsdien is gebleken op hoeveel
verkeerde paarden weer werd ge
wed, het engagement van menig
boek bevreemdt alleen nog maar,
stilistisch waren ze geen van bei
den briljant. Het valt vooral te vre
zen dat er van De Beauvoirs zuiver
literaire oeuvre weinig beklijven
zal. Haar essays en vooral Le deu-
xième sexe houden het waar
schijnlijk wat langer uit.
Simone de Beauvoir werd 9 januari
1908 in het hartje van Parijs, Mont-
parnasse, geboren. De mooie naam
stelt niet veel voor: het adellijke
predikaat was in de 19e eeuw uit de
lucht komen vallen en het deed
meer schade dan goed omdat haar
vader er enkel het recht aan meen
de te mogen ontlenen op alles neer
te zien, vooral op werken en op
geld, dat hij niet bezat. Hij be
steedde vrijwel al zijn tijd en ener
gie aan amateurtoneel. Zijn vrouw
was een mooie bankiersdochter,
maar helaas, haar vader ging fail
liet en raakte in het gevang, een
diepe schande in die tijd. De fami
lie De Beauvoir had altijd moeite
de eindjes aan elkaar te knopen,
maar kon niettemin de beide doch
ters (Simone had een twee jaar jon
gere zuster, Hélène, die als schilde-
ven. Dat hield in dat beiden ver
houdingen met anderen mochten
hebben, kortstondige avonturen
zowel als diepgaande langdurige
affaires. Ze zouden nooit tegen el
kaar liegen, niets voor elkander
verbergen en alles zou gemeen
schappelijk zijn: werk, plannen en
ervaringen. Ze zouden elkaar zorg
vuldig op de hoogte houden van
hun belangrijke liefdes.
Deze afspraken tussen een vieren
twintigjarige jongeman en een
eenentwintigjarig meisje lijken
hersenschimmig, absurd. Maar het
wonderbaarlijke is dat ze de basis
werden voor een van de grote en
merkwaardige liefdes van deze
res enige faam verwierf) een goede
opvoeding geven. Hun kunstzinni
ge aspiraties werden aangemoe
digd. Dat het later mis ging met de
vader spreekt haast vanzelf, maar
in de ontvankelijke jaren heeft de
enthousiaste man beslist geen
slechte invloed op zijn kinderen
gehad. Simone en haar zuster re
belleerden niettemin tegen de
dwang van hun burgerlijke opvoe
ding, voelden zich aankomende
kunstenaars die zich dienden te
bevrijden van fatsoensregels en
van ieder gezag.
Simone ging filosofie studeren aan
de Sorbonne, verloor haar geloof
en ontmoette in 1929 Sartre die di
rect een onuitwisbare indruk op
haar maakte. Hij was drie jaar ou
der dan zij en zeer vrijgevochten
van opvattingen. Met hem is zij
een heel uitzonderlijke afspraak
aangegaan die door beiden tot Sar-
tres dood, dus ruim vijftig jaar, na
gekomen is. Ze zouden nooit met
elkaar trouwen, nooit samenwo
nen, maar wel altijd de belangrijk
ste persoon in eikaars leven blij-
eeuw. Ze hebben er naar geleefd en
dat werd natuurlijk de vrouw De
Beauvoir veel meer kwalijk geno
men dan de man Sartre. Ze hebben
bewezen dat het kan, al blijft het
vanzelfsprekend een zwak punt
dat er uit hun verhouding geen
kinderen zijn voortgekomen, zo
dat men niet weet hoe zij dan de
problemen zouden hebben opge
lost. Voor een experiment dat een
vriendin, Madame Morel, hen
voorstelde hebben ze zich niet ge
leend. Die wilde dat zij een kind
maakten 'om te zien wat er uit
kwam'. Ze bood aan het op te voe
den om de loop van hun bestaan
niet in de war te schoppen.
Maar zelfs zonder kinderen, op wel
ke manier dan ook grootgebracht,
is het menigmaal buitengewoon
moeilijk voor hen geweest om de
afspraak na te komen. Sartre, die
zeer gemakkelijk ontvlamde en
ondanks zijn korte gestalte en le
lijkheid vrouwen om de vinger wist
te winden, had talrijke verhoudin
gen die hem soms in vreemde si
tuaties brachten. Hij moest Simo
ne dus alles opbiechten, maar
diende voor die veroverde vrou
wen wel eens de band met haar te
bagatelliseren. Dat is een keer
zover gegaan dat hij doodgemoe
dereerd Simones brieven (die ze
voor haar werk nodig had) vernie
tigde. Dat moest hij haar weer ver
tellen, en Simone vond het, te
recht, een ietwat harde leerschool
der liefde.
Zelf heeft zij ook zeer grote liefdes
buiten Sartre om gekend. Een van
de aanleidingen tot het boek van
Francis Gontier was de ontdek
king van de vele brieven die De
Beauvoir tussen 1947 en 1960 aan
haar Amerikaanse minnaar Nel
son Algren heeft geschreven. Maar
liefst 1682 pagina's die vaak het le
ven van dag tot dag weergeven.
Algren wist van de band met Sar
tre, maar hij kon zich er niet bij
neerleggen, het kwam tot grote
conflicten. Later had hij rancuneu
ze gevoelens, maar hij zag haar wel
scherp: 'Ze praatte, praatte met
dat eigenaardige hoge, heldere,
snelle en wat schorre stemmetje.
Wat zei ze? De seksualiteit van de
mensheid zal veranderen. Sartre
moet rust nemen. De doden zijn
beter aan de aarde aangepast dan
de levenden. Bost maakt deel uit
van de filmkeuring. Ik wil gaan
skiën. Merleau-Ponty zelfs na
het einde van de wereld, als alles
weer tot chaos is geworden, zou ze
nog praten.'
Algren zou de dag nadat hij fel over
haar uitgevallen was sterven. Hij
nam het haar kwalijk dat zij in
haar memoires uit zijn brieven ge
citeerd had: 'Liefdesbrieven moe
ten privé zijn. Ik ben overal ter we
reld in bordelen geweest. Die vrou
wen doen altijd de deur dicht, of je
nu in Korea of in India bent. Maar
die vrouw heeft de deur wagenwijd
opengezet en ze heeft het publiek
erbij geroepen en de pers....'
Het is goed te weten dat Algren
toestemming gegeven had uit de
brieven te citeren. Toch kreeg hij
na die uitval een hartaanval en be
zweek, 72 jaar oud.
Een andere grote liefde van De
Beauvoir is Claude Lanzmann ge
weest, zeventien jaar jonger dan zij
zelf. Met hem heeft zij wel vele ja
ren samengewoond. Ook met vrou
wen had zij, haar leven lang, vaak
vriendschappen die liefdes moeten
heten. Ze vond vrouwen aantrek
kelijker dan mannen. 'Ze zijn
mooier, zachter, hun huid is pretti
ger. Ze hebben in het algemeen
meer charme.' En 'Op zichzelf is de
homoseksualiteit net zo beper
kend als de heteroseksualiteit: het
ideaal zou zijn evengoed een vrouw
als een man te kunnen beminnen
of welk menselijk wezen ook, zon
der daarbij angst, dwang of ver
plichting te voelen'.
Persoonlijk vind ik het jammer dat
De Beauvoir in haar autobiografi
sche geschriften, ook al is ze totaal
niet preuts, altijd een beetje een
slag om de arm houdt. Zelf vindt ze
dat blijkbaar ook: 'Als ik mijn me
moires moest herschrijven, dan
zou ik heel openhartig overzicht
geven van mijn seksualiteit. Maar
dan werkelijk oprecht en dat van
uit een feministisch standpunt. Ik
zou de vrouwen graag vertellen
hoe ik mijn seksualiteit beleefd
heb, want dat is geen individuele
kwestie, maar een politieke. Inder
tijd heb ik dat niet gedaan, omdat
ik de dimensie en het belang van
dat probleem niet begrepen had
noch de noodzaak van individuele
openhartigheid.'
Zoiets toont De Beauvoir - helaas!
- in een notedop.
Van haar fascinerende leven geeft
het boek van Francis Gontier,
welke bezwaren men er ook tegen
kan hebben, een redelijk idee, ook
omdat tegenstemmen niet hele
maal ontbreken. Al had men er
graag meer gehoord, want de uitla
tingen van Simone de Beauvoir,
soms ongelooflijk naïef, soms on
voorstelbaar opgeblazen, zijn lang
niet allemaal bewonderenswaar
dig.
Hans Warren
C. Francis en F. Gontier: Simone de
Beauvoir, vert. Margreet Hirs; geïll.,
364 pag., 45,-; De Prom, Baarn.
Nu eens geen schrijver of dichter
voor het voetlicht, maar een
uitgever. Je hoort en ziet ze zelden. Een
uitgever laat zich kennen in de boeken
die hij in zijn fonds opneemt. Aan cïat
uitgeven zitten natuurlijk ook verhalen
vast. De gepensioneerde Wim Schouten
-met Geert Lubberhuizen jarenlang
het gezicht van De Bezige Bij - bewees
dat twee jaar geleden met de uitgave
van zijn memoires Een vak vol boeken.
De Stichting Literaire Activi
teiten Zeeland (SLAZ) laat
dinsdag 25 september uitgever
Wim Schouten nog eens aan het
woord. Over zijn vak, zijn contac
ten met schrijvers en zijn bestsel
lers.
In 1940 begon Wim Schouten als
vrijwilliger in het Centraal Boek
huis in Amsterdam. De plannen
voor een studie theologie liet hij op
dat moment varen, omdat - zo
schrijft hij in zijn memoires - de be
zetenheid voor boeken een onge
neeslijke ziekte was geworden.
Zijn eerste betaalde baan kreeg hij
nog tijdens de bezettingsjaren bij
Boekhandel Broese in Utrecht,
waar Chris Leeflang de scepter
zwaaide.
Geert Lubberhuizen en Charles
van Blommenstein maakten in die
tijd naam met illegale uitgaven. Zij
besloten na de Duitse capitulatie
hun activiteiten bovengronds
voort te zetten. Niet met een gewo
ne literaire uitgeverij, maar met
een schrijverscoöperatie. Wim
Schouten werd gevraagd met hen
zitting te nemen in de directie van
de Coöperatieve Vereniging De
Bezige Bij. Een illuster drieman
schap, dat erin slaagde één van de
grootste uitgeverijen in Nederland
op te bouwen. Lubberhuizen on
derhield de contacten met de au
teurs, Van Blommenstein nam de
produktie voor zijn rekening en
Schouten zorgde voor de financiën
en de verkoop.
De eerste jaren dreef de coöpera
tieve uitgeverij op het succes van
Willy Corsari, die met zijn roman
Die van ons de harten van de lezers
stal. Lang niet iedereen was blij
met het succes van de volksschrij
ver. Bezige Bij-voorzitter Sjoerd
Leiker toonde zich principieel:
„Als De Bezige Bij zonder Corsari
niet kan leven, dan moeten we de
moed hebben haar op te heffen."
Wim Schouten koos een realisti
scher benadering, hij begreep dat
een bestseller de positie van de uit
geverij kon versterken.
In die begintijd slaagde de Bij er
ook in de grotere namen in het
fonds op te nemen. Menno ter
Braak met Over waardigheid en
macht en Eddy du Perron met In-
dies memorandum zorgden voor
een literaire klank. Bert Schier-
beek publiceerde als voorloper van
de vijftigers zijn roman Terreur te
gen terreur. De novelle Le silence
de la mer van Vercors was de eer
ste buitenlandse uitgave, die in
een Nederlandse versie van Hugo
Lampo in het fonds van de Bezige
Bij verscheen.
De concurrentie tussen de Neder
landse uitgeverijen was sterk. Het
lukte De Bezige Bij om aankomen
de schrijvers als Harry Mulisch en
Hugo Claus binnen te halen. Er wa
ren ook teleurstellingen, zoals het
vertrek van Simon - later Gerard -
van het Reve. Na de uitgave van
De ondergang van de familie Bos-
lowits stapte de auteur van De
avonden over naar Geert van Oor
schot. „Dat had niet mogen gebeu
ren", schreef Schouten later. Ook
de afwijzing van de roman De tra
nen der acacia's van Willem Fre-
derik Hermans beschouwde hij la
ter als een miskleun. Angst dat het
boek op de pauselijke index zou
worden geplaatst, speelde bij de af
wijzing een rol.
Wim Schouten stapte in 1956 over
naar Papiergroothandel Proost en
Brandt en in 1972 werd hij bij Klu-
wer directeur van de groep algeme
ne boeken en tijdschriften. Verder
was hij actief voor de CPNB, de
Collectieve Propaganda van het
Nederlandse Boek en richtte hij
een boekenclub op. Al die jaren
bleef hij als bestuurslid bij de Bezi
ge Bij betrokken.
De SLAZ kondigt voor dinsdag
een avond aan vol anekdotes, ver
halen en herinneringen van een
man, die met Lubberhuizen en
Geert van Oorschot tot de legen
darische uitgevers in Nederland
kan worden gerekend.
J. v. D.
Een vak vol boeken, lezing van Wim
Schouten; dinsdag 25 september om 20
uur in de aula van de Zeeuwse Biblio
theek in Middelburg.
Wim Schouten (foto Jan van der Weerd)
Paul Koeck (geb. 1940) schrijft vaak over
maatschappelijke kwesties. Romans van
hem zijn gewijd aan de gehandicaptenzorg,
aan de Ierse kwestie, aan neokoloniale
perikelen. Zijn nieuwe boek, Notaris X, is een
documentaire over een zaak die de afgelopen
jaren in Vlaanderen de gemoederen bezighield.
Een kind gedraagt zich enigszins onge
woon, bezigt een verdacht woord. De
ouders, de onderwijzers krijgen een ver
moeden. Voor je het weet, is onder deze
omstandigheden een nieuw zedenschan-
daal geboren, een zoveelste incestzaak,
een volgende kinderporno-affaire.
In negenennegentig van de honderd ge
vallen blijkt er niets aan de hand te zijn,
maar het kwaad is dan al geschied. Kinde
ren vertellen precies wat hun bevooroor
deelde ondervragers willen horen, bezorg
de familieleden raken in paniek, de hulp
verleners storten zich op het geval, de pers
krijgt lucht van het verhaal. Redelijke ar
gumenten helpen niet meer om de massa
hysterie te stuiten, velen geloven heilig
dat er vreselijke dingen zijn gebeurd, men
eist krachtige maatregelen die dikwijls
nog ijlings genomen worden ook. Zonder
geldige reden worden kinderen aan de ou
derlijke macht onttrokken, onschuldige
vaders in de gevangenis gezet, aan onge
gronde verdachtmakingen hecht men ge
loof.
Zulke toestanden hebben zich in de Ver
enigde Staten al tientallen malen voorge
daan. Maar ook in Nederland grijpt de
massahysterie soms om zich heen, als het
vermoeden rijst dat men zich aan kinde
ren vergrepen heeft. Bizarre verhalen wer
den voor waar gehouden, de welzijnswer
kers organiseerden gretig een heksen
jacht, juist in zich progressief noemende
bladen verschenen dreigende berichten.
Zowel in het geval 'Oude Pekela' als bij
het 'Bolderkarschandaal' viel vooral de
kwalijke rol van de professionele hulpver
leners op. In een vergelijkbare zaak die de
afgelopen jaren in Vlaanderen speelde,
springt met name de hetze die de krant De
Morgen en het weekblad Humo organi
seerden in het oog. Het gaat om de zaak
van 'notaris X', een man die door zijn ex-
vrouw valselijk werd beschuldigd van in
cest. Heel Vlaanderen heeft de sensatione
le verwikkelingen gevolgd, Paul Koeck
vertelt nu het ware verhaal.
Zijn Notaris X is een belangwekkend en
exemplarisch boek. Uit dit geval valt veel
te leren over laster en haat, over goede wil
en kwade trouw, over waanbeelden en
overdrijving, over taboes en sensatie
zucht, over rechtvaardige rechters en een
verblinde pers. Het is ook een gedurfd
werk: Koeck bestrijdt grootheden die
voor elke vooruitstrevende Vlaming haast
onaantastbaar zijn. De schijn was hele
maal tegen notaris X, maar Koeck verliet
zich daar niet op. Hij las de dossiers, sprak
met betrokkenen, zette de feiten op een
rij. Geen lezer van dit boek zal aan de toe
dracht kunnen twijfelen, zo overtuigend
presenteert Koeck het materiaal. Zijn sar
castische commentaren en boze uithalen
waren wat dat betreft tamelijk overbodig.
Ook al wordt notaris X met deze docu
mentaire recht gedaan, men blijft achter
met de trieste indruk dat deze affaire en
kel slachtoffers kent.
Overigens: de Belgische rechters hebben
altijd in de onschuld van X geloofd. Ze wa
ren doof voor de publieke opinie, bleken
strikt onafhankelijk, spraken bezonnen
vonnissen uit.
Maar links Vlaanderen lijkt wel gehersen
spoeld door een complot-theorie. Alles
wat er in België misgaat, wijt men al snel
WSËÈ
•f
PaulKoeck
aan hooggeplaatste rechtse samenzweer
ders. Van notaris X maakte men gemaks
halve ook weer een rechts-radicaal, een
aanhanger van Hitier. Dat X.werd vrijge
sproken, zelfs de voogdij over de kinderen
kreeg, verklaarde men uiteraad 'als een
complot van extreem-rechts'. X zou
machtige vrienden hebben, invloed in de
hoogste kringen. Daar zouden de rechters
voor gezwicht zijn, daarom zou de waar
heid zoals progressieve Vlamingen die in
pacht menen te hebben geweld zijn aange
daan. Men begon een agitatiecampagne,
die in beschaafde landen zijn weerga nau
welijks kent. Ik ben daarom heel be
nieuwd hoe men nu bij De Morgen en Hu
mo reageert. Hoe ver gaat hun angst voor
correct gedragen. Eerst probeert ze hem
in zijn beroepsleven te treffen. Ze uit aller
lei klachten over dubieuze transacties in
zijn notarispraktijk. Als die ongegrond
worden bevonden, gooit ze het over een
andere boeg.
gezichtsverlies? Zullen de verantwoorde
lijken die allen een grote naam te verlie
zen hebben het boetekleed aantrekken?
Of zullen ze Koeck het leven zuur gaan
maken?
Op 26 december 1983 verliet de vrouw van
notaris X voorgoed de echtelijke woning.
Het leek een banale echtscheidingszaak,
dat er zo'n hevige rel uit zou groeien kon
niemand vermoeden. Maar mevrouw X en
haar familie betoonden zich al in het begin
haatdragend. De motieven die voor de
scheiding werden aangevoerd, waren nog
al onzinnig. Al snel opperde mevrouw X
ernstiger beschuldigingen. Het wordt de
lezer duidelijk dat zij een zieke geest moet
hebben, notaris X blijft zich daarentegen
Mevrouw X heeft aanvankelijk de voogdij
- 'het hoederecht' zoals het in Vlaanderen
heet - over de 3-jarige Wim en de 6-jarige
Jan gekregen. Aan de notaris is een uitge
breid bezoekrecht toegekend. Zijn echtge
note wendt nu voor dat de kinderen mis
handeld èn verkracht bij haar terugkeren.
De aantijgingen worden steeds heftiger,
ze laat geen middel onbeproefd. De kinde
ren onderwerpt ze aan een eindeloze serie
doktersonderzoeken, op een gegeven mo
ment hebben de suggestieve ondervragin
gen het gewenste effect. Moeder X zegt
hen de antwoorden voor, zo rijzen verden
kingen tegen haar man.
De Belgische politie - door progressieve
lieden altijd zéér argwanend bekeken -
pakt de zaak tactvol, maar ook slim aan.
Zonder dat moeder X het weet, is men de
hele dag aanwezig bij een bezoek van de
zoontjes aan hun vader. Men stelt vast dat
er niets gebeurt, desondanks komt er weer
een stroom klachten los van de kant van
mevrouw X. Als de politie haar inlicht
over de gevolgde tactiek keert ze niet op
haar schreden terug. Ze valt juist de be
trokken rechercheur aan. Notaris X zou
de hand boven het hoofd gehouden wor
den. Ze komt verder met uit de lucht ge
grepen verhalen over zijn nazi-sympa
thieën op de proppen.
De rechter weet genoeg, X krijgt de voog
dij. De strijdlust van mevrouw X wordt al
leen maar verder aangewakkerd. De door
het gerecht aangewezen deskundigen ver
trouwt ze niet, ze neemt zelf een specialist
in de arm, een zekere professor Pyck, die
zich onsterfelijk belachelijk maakt door
haar relaas onvoorwaardelijk te steunen.
De kinderen gunt ze geen rust, de meest
penibele beschuldigingen komen los. Er
wordt geprocedeerd, mevrouw X zorgt
voor anonieme brieven, ze laat haar man
achtervolgen. Zelfs zou ze opdracht heb
ben gegeven hem te liquideren. De rech
ters die zich over de affaire buigen laten
zich niet van de wijs brengen: notaris X is
onschuldig.
De vrouw kan zich daarbij niet neerleg
gen. De dertien rechters, de twaalf artsen,
vele anderen zouden allemaal betrokken
zijn in een duistere samenzwering. Ze ziet
nog één mogelijkheid: de pers benaderen.
De Morgen en Humo laten zich gemakke
lijk voor haar karretje spannen. Een
rechts complot? Dan telt blijkbaar geen
enkele fatsoensnorm meer en wordt het
verstand op nul gezet. X krijgt geen kans
voor een weerwoord, leugenachtige be
richten verschijnen, actievoerders wor
den opgehitst, aan de laster komt geen
eind. Een rechtbank in Brussel veroor
deelt hun handelwijze aldus: 'Errare hu-
manum est, perseverare diabolicum'
(Zich vergissen is menselijk, daarin vol
harden duivels).
De duivels van De Morgen en Humo ble
ven desondanks doorgaan met de hetze
waar notaris X, zijn nieuwe echtgenote, de
kinderen zich niet tegen kunnen verwe
ren. Ook Paul Koeck geloofde de artikelen
aanvankelijk. Maar hij toont dat voorin
genomenheden niet altijd met de werke
lijkheid stroken. Zijn getuigenis is zo
waarachtig dat het bijna vanzelf ook goe
de literatuur werd.
Hans Warren
Paul Koeck: Notaris X 352 paglf 24,50 Kri-
tak, Leuven (vertegenwoordiging in Nederland:
Meulenhoff, Amsterdam).
Simone de Beauvoir met Jean Paul Sartre (foto ANPi