Simone de Beauvoir Een uitgever en zijn vak De zaak notaris X Paul Koeck week-uit 23 Wim Schouten ZATERDAG 22 SEPTEMBER 1990 Levensafspraak Minnaar Seksualiteit Die van ons Gedurfd Strijdlust Publiciteit Toen Simone de Beauvoir in 1986 op 78-jarige leeftijd overleed had zij nog nooit een knoop aan een jas gezet, een maaltijd bereid, een stofzuiger gehanteerd; ze had geen kind gebaard, was niet getrouwd geweest, maar ze had toch allesbehalve als een non geleefd. Ruim vijftig jaar had ze een band met Jean-Paul Sartre, vele andere liefdes met mannen en vrouwen had ze gekend. Haar grootste hartstocht was schrijven, denken, ze is een van de invloedrijkste feministes van deze eeuw geworden, werkelijk wereldberoemd. In 1985, kort voor haar dood, verscheen een biografie, geschreven door Claude Francis en Fernande Gontier, die haar gedurende tien jaar hebben gekend en de gesprekken op de band hebben vastgelegd. Simone de Beauvoir is een ietwat rommelig en kletserig boek dat ook nog eens super-slordig door Margreet Hirs vertaald werd, maar het verdient toch aandacht, in de eerste plaats misschien omdat het een onpartijdig licht werpt op de merkwaardige verhouding die er tussen De Beauvoir en Sartre heeft bestaan en een beeld geeft van de tijd waarin zij het actiefst waren. Tussen glorie en vervloeking De hoogtijdagen van het exis tentialisme, zo tussen 1945 en 1960, liggen alweer >ver achter ons. De hoofdfiguren van het tijdperk, Sartre (1905-1980) en Simone de Beauvoir (1908-1986) zijn min of meer een legende geworden. Zel den zijn mensen zo opgehemeld en zo verguisd, zo op handen gedra gen en zo gehaat als zij. Vele jaren lang hebben zij de Parijse intellec tuele scène beheerst en hun uit straling was uiteindelijk wereld wijd. Ze leefden tussen glorie en vervloeking. Men stond hen naar het leven (er werden bommen in hun woningen gelegd), arresteerde hen, maar zij werden soms ook als vorsten in het buitenland ontvan gen. Sartre kreeg zelfs de Nobel prijs voor literatuur, die hij weiger de. Hun leven was vaak één groot tumult, hartstochten brachten hen in de krankzinnigste situaties. Ze praatten, ruzieden, werkten, schreven als bezetenen, bereisden een groot deel van de wereld, hiel den lezingen. Hoewel ze elk een aanzienlijk oeuvre op hun naam hebben, deden ze veel samen. Ze bespraken alles, bekritiseerden el kaar, bewerkten soms eikaars tek sten. Hun invloed was immens: ze hadden als wereldverbeteraars overal commentaar op. Wat er uiteindelijk van zal blijven valt nog niet te zeggen. Ze hebben de wind buitengewoon sterk mee- gehad, hun filosofie van persoonlij ke vrijheid en hun opvattingen over verantwoordelijkheid en schuld, hun atheïsme, sloegen ge weldig aan in de tijd van de kolos sale morele kater na Wereldoorlog II. Sindsdien is gebleken op hoeveel verkeerde paarden weer werd ge wed, het engagement van menig boek bevreemdt alleen nog maar, stilistisch waren ze geen van bei den briljant. Het valt vooral te vre zen dat er van De Beauvoirs zuiver literaire oeuvre weinig beklijven zal. Haar essays en vooral Le deu- xième sexe houden het waar schijnlijk wat langer uit. Simone de Beauvoir werd 9 januari 1908 in het hartje van Parijs, Mont- parnasse, geboren. De mooie naam stelt niet veel voor: het adellijke predikaat was in de 19e eeuw uit de lucht komen vallen en het deed meer schade dan goed omdat haar vader er enkel het recht aan meen de te mogen ontlenen op alles neer te zien, vooral op werken en op geld, dat hij niet bezat. Hij be steedde vrijwel al zijn tijd en ener gie aan amateurtoneel. Zijn vrouw was een mooie bankiersdochter, maar helaas, haar vader ging fail liet en raakte in het gevang, een diepe schande in die tijd. De fami lie De Beauvoir had altijd moeite de eindjes aan elkaar te knopen, maar kon niettemin de beide doch ters (Simone had een twee jaar jon gere zuster, Hélène, die als schilde- ven. Dat hield in dat beiden ver houdingen met anderen mochten hebben, kortstondige avonturen zowel als diepgaande langdurige affaires. Ze zouden nooit tegen el kaar liegen, niets voor elkander verbergen en alles zou gemeen schappelijk zijn: werk, plannen en ervaringen. Ze zouden elkaar zorg vuldig op de hoogte houden van hun belangrijke liefdes. Deze afspraken tussen een vieren twintigjarige jongeman en een eenentwintigjarig meisje lijken hersenschimmig, absurd. Maar het wonderbaarlijke is dat ze de basis werden voor een van de grote en merkwaardige liefdes van deze res enige faam verwierf) een goede opvoeding geven. Hun kunstzinni ge aspiraties werden aangemoe digd. Dat het later mis ging met de vader spreekt haast vanzelf, maar in de ontvankelijke jaren heeft de enthousiaste man beslist geen slechte invloed op zijn kinderen gehad. Simone en haar zuster re belleerden niettemin tegen de dwang van hun burgerlijke opvoe ding, voelden zich aankomende kunstenaars die zich dienden te bevrijden van fatsoensregels en van ieder gezag. Simone ging filosofie studeren aan de Sorbonne, verloor haar geloof en ontmoette in 1929 Sartre die di rect een onuitwisbare indruk op haar maakte. Hij was drie jaar ou der dan zij en zeer vrijgevochten van opvattingen. Met hem is zij een heel uitzonderlijke afspraak aangegaan die door beiden tot Sar- tres dood, dus ruim vijftig jaar, na gekomen is. Ze zouden nooit met elkaar trouwen, nooit samenwo nen, maar wel altijd de belangrijk ste persoon in eikaars leven blij- eeuw. Ze hebben er naar geleefd en dat werd natuurlijk de vrouw De Beauvoir veel meer kwalijk geno men dan de man Sartre. Ze hebben bewezen dat het kan, al blijft het vanzelfsprekend een zwak punt dat er uit hun verhouding geen kinderen zijn voortgekomen, zo dat men niet weet hoe zij dan de problemen zouden hebben opge lost. Voor een experiment dat een vriendin, Madame Morel, hen voorstelde hebben ze zich niet ge leend. Die wilde dat zij een kind maakten 'om te zien wat er uit kwam'. Ze bood aan het op te voe den om de loop van hun bestaan niet in de war te schoppen. Maar zelfs zonder kinderen, op wel ke manier dan ook grootgebracht, is het menigmaal buitengewoon moeilijk voor hen geweest om de afspraak na te komen. Sartre, die zeer gemakkelijk ontvlamde en ondanks zijn korte gestalte en le lijkheid vrouwen om de vinger wist te winden, had talrijke verhoudin gen die hem soms in vreemde si tuaties brachten. Hij moest Simo ne dus alles opbiechten, maar diende voor die veroverde vrou wen wel eens de band met haar te bagatelliseren. Dat is een keer zover gegaan dat hij doodgemoe dereerd Simones brieven (die ze voor haar werk nodig had) vernie tigde. Dat moest hij haar weer ver tellen, en Simone vond het, te recht, een ietwat harde leerschool der liefde. Zelf heeft zij ook zeer grote liefdes buiten Sartre om gekend. Een van de aanleidingen tot het boek van Francis Gontier was de ontdek king van de vele brieven die De Beauvoir tussen 1947 en 1960 aan haar Amerikaanse minnaar Nel son Algren heeft geschreven. Maar liefst 1682 pagina's die vaak het le ven van dag tot dag weergeven. Algren wist van de band met Sar tre, maar hij kon zich er niet bij neerleggen, het kwam tot grote conflicten. Later had hij rancuneu ze gevoelens, maar hij zag haar wel scherp: 'Ze praatte, praatte met dat eigenaardige hoge, heldere, snelle en wat schorre stemmetje. Wat zei ze? De seksualiteit van de mensheid zal veranderen. Sartre moet rust nemen. De doden zijn beter aan de aarde aangepast dan de levenden. Bost maakt deel uit van de filmkeuring. Ik wil gaan skiën. Merleau-Ponty zelfs na het einde van de wereld, als alles weer tot chaos is geworden, zou ze nog praten.' Algren zou de dag nadat hij fel over haar uitgevallen was sterven. Hij nam het haar kwalijk dat zij in haar memoires uit zijn brieven ge citeerd had: 'Liefdesbrieven moe ten privé zijn. Ik ben overal ter we reld in bordelen geweest. Die vrou wen doen altijd de deur dicht, of je nu in Korea of in India bent. Maar die vrouw heeft de deur wagenwijd opengezet en ze heeft het publiek erbij geroepen en de pers....' Het is goed te weten dat Algren toestemming gegeven had uit de brieven te citeren. Toch kreeg hij na die uitval een hartaanval en be zweek, 72 jaar oud. Een andere grote liefde van De Beauvoir is Claude Lanzmann ge weest, zeventien jaar jonger dan zij zelf. Met hem heeft zij wel vele ja ren samengewoond. Ook met vrou wen had zij, haar leven lang, vaak vriendschappen die liefdes moeten heten. Ze vond vrouwen aantrek kelijker dan mannen. 'Ze zijn mooier, zachter, hun huid is pretti ger. Ze hebben in het algemeen meer charme.' En 'Op zichzelf is de homoseksualiteit net zo beper kend als de heteroseksualiteit: het ideaal zou zijn evengoed een vrouw als een man te kunnen beminnen of welk menselijk wezen ook, zon der daarbij angst, dwang of ver plichting te voelen'. Persoonlijk vind ik het jammer dat De Beauvoir in haar autobiografi sche geschriften, ook al is ze totaal niet preuts, altijd een beetje een slag om de arm houdt. Zelf vindt ze dat blijkbaar ook: 'Als ik mijn me moires moest herschrijven, dan zou ik heel openhartig overzicht geven van mijn seksualiteit. Maar dan werkelijk oprecht en dat van uit een feministisch standpunt. Ik zou de vrouwen graag vertellen hoe ik mijn seksualiteit beleefd heb, want dat is geen individuele kwestie, maar een politieke. Inder tijd heb ik dat niet gedaan, omdat ik de dimensie en het belang van dat probleem niet begrepen had noch de noodzaak van individuele openhartigheid.' Zoiets toont De Beauvoir - helaas! - in een notedop. Van haar fascinerende leven geeft het boek van Francis Gontier, welke bezwaren men er ook tegen kan hebben, een redelijk idee, ook omdat tegenstemmen niet hele maal ontbreken. Al had men er graag meer gehoord, want de uitla tingen van Simone de Beauvoir, soms ongelooflijk naïef, soms on voorstelbaar opgeblazen, zijn lang niet allemaal bewonderenswaar dig. Hans Warren C. Francis en F. Gontier: Simone de Beauvoir, vert. Margreet Hirs; geïll., 364 pag., 45,-; De Prom, Baarn. Nu eens geen schrijver of dichter voor het voetlicht, maar een uitgever. Je hoort en ziet ze zelden. Een uitgever laat zich kennen in de boeken die hij in zijn fonds opneemt. Aan cïat uitgeven zitten natuurlijk ook verhalen vast. De gepensioneerde Wim Schouten -met Geert Lubberhuizen jarenlang het gezicht van De Bezige Bij - bewees dat twee jaar geleden met de uitgave van zijn memoires Een vak vol boeken. De Stichting Literaire Activi teiten Zeeland (SLAZ) laat dinsdag 25 september uitgever Wim Schouten nog eens aan het woord. Over zijn vak, zijn contac ten met schrijvers en zijn bestsel lers. In 1940 begon Wim Schouten als vrijwilliger in het Centraal Boek huis in Amsterdam. De plannen voor een studie theologie liet hij op dat moment varen, omdat - zo schrijft hij in zijn memoires - de be zetenheid voor boeken een onge neeslijke ziekte was geworden. Zijn eerste betaalde baan kreeg hij nog tijdens de bezettingsjaren bij Boekhandel Broese in Utrecht, waar Chris Leeflang de scepter zwaaide. Geert Lubberhuizen en Charles van Blommenstein maakten in die tijd naam met illegale uitgaven. Zij besloten na de Duitse capitulatie hun activiteiten bovengronds voort te zetten. Niet met een gewo ne literaire uitgeverij, maar met een schrijverscoöperatie. Wim Schouten werd gevraagd met hen zitting te nemen in de directie van de Coöperatieve Vereniging De Bezige Bij. Een illuster drieman schap, dat erin slaagde één van de grootste uitgeverijen in Nederland op te bouwen. Lubberhuizen on derhield de contacten met de au teurs, Van Blommenstein nam de produktie voor zijn rekening en Schouten zorgde voor de financiën en de verkoop. De eerste jaren dreef de coöpera tieve uitgeverij op het succes van Willy Corsari, die met zijn roman Die van ons de harten van de lezers stal. Lang niet iedereen was blij met het succes van de volksschrij ver. Bezige Bij-voorzitter Sjoerd Leiker toonde zich principieel: „Als De Bezige Bij zonder Corsari niet kan leven, dan moeten we de moed hebben haar op te heffen." Wim Schouten koos een realisti scher benadering, hij begreep dat een bestseller de positie van de uit geverij kon versterken. In die begintijd slaagde de Bij er ook in de grotere namen in het fonds op te nemen. Menno ter Braak met Over waardigheid en macht en Eddy du Perron met In- dies memorandum zorgden voor een literaire klank. Bert Schier- beek publiceerde als voorloper van de vijftigers zijn roman Terreur te gen terreur. De novelle Le silence de la mer van Vercors was de eer ste buitenlandse uitgave, die in een Nederlandse versie van Hugo Lampo in het fonds van de Bezige Bij verscheen. De concurrentie tussen de Neder landse uitgeverijen was sterk. Het lukte De Bezige Bij om aankomen de schrijvers als Harry Mulisch en Hugo Claus binnen te halen. Er wa ren ook teleurstellingen, zoals het vertrek van Simon - later Gerard - van het Reve. Na de uitgave van De ondergang van de familie Bos- lowits stapte de auteur van De avonden over naar Geert van Oor schot. „Dat had niet mogen gebeu ren", schreef Schouten later. Ook de afwijzing van de roman De tra nen der acacia's van Willem Fre- derik Hermans beschouwde hij la ter als een miskleun. Angst dat het boek op de pauselijke index zou worden geplaatst, speelde bij de af wijzing een rol. Wim Schouten stapte in 1956 over naar Papiergroothandel Proost en Brandt en in 1972 werd hij bij Klu- wer directeur van de groep algeme ne boeken en tijdschriften. Verder was hij actief voor de CPNB, de Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek en richtte hij een boekenclub op. Al die jaren bleef hij als bestuurslid bij de Bezi ge Bij betrokken. De SLAZ kondigt voor dinsdag een avond aan vol anekdotes, ver halen en herinneringen van een man, die met Lubberhuizen en Geert van Oorschot tot de legen darische uitgevers in Nederland kan worden gerekend. J. v. D. Een vak vol boeken, lezing van Wim Schouten; dinsdag 25 september om 20 uur in de aula van de Zeeuwse Biblio theek in Middelburg. Wim Schouten (foto Jan van der Weerd) Paul Koeck (geb. 1940) schrijft vaak over maatschappelijke kwesties. Romans van hem zijn gewijd aan de gehandicaptenzorg, aan de Ierse kwestie, aan neokoloniale perikelen. Zijn nieuwe boek, Notaris X, is een documentaire over een zaak die de afgelopen jaren in Vlaanderen de gemoederen bezighield. Een kind gedraagt zich enigszins onge woon, bezigt een verdacht woord. De ouders, de onderwijzers krijgen een ver moeden. Voor je het weet, is onder deze omstandigheden een nieuw zedenschan- daal geboren, een zoveelste incestzaak, een volgende kinderporno-affaire. In negenennegentig van de honderd ge vallen blijkt er niets aan de hand te zijn, maar het kwaad is dan al geschied. Kinde ren vertellen precies wat hun bevooroor deelde ondervragers willen horen, bezorg de familieleden raken in paniek, de hulp verleners storten zich op het geval, de pers krijgt lucht van het verhaal. Redelijke ar gumenten helpen niet meer om de massa hysterie te stuiten, velen geloven heilig dat er vreselijke dingen zijn gebeurd, men eist krachtige maatregelen die dikwijls nog ijlings genomen worden ook. Zonder geldige reden worden kinderen aan de ou derlijke macht onttrokken, onschuldige vaders in de gevangenis gezet, aan onge gronde verdachtmakingen hecht men ge loof. Zulke toestanden hebben zich in de Ver enigde Staten al tientallen malen voorge daan. Maar ook in Nederland grijpt de massahysterie soms om zich heen, als het vermoeden rijst dat men zich aan kinde ren vergrepen heeft. Bizarre verhalen wer den voor waar gehouden, de welzijnswer kers organiseerden gretig een heksen jacht, juist in zich progressief noemende bladen verschenen dreigende berichten. Zowel in het geval 'Oude Pekela' als bij het 'Bolderkarschandaal' viel vooral de kwalijke rol van de professionele hulpver leners op. In een vergelijkbare zaak die de afgelopen jaren in Vlaanderen speelde, springt met name de hetze die de krant De Morgen en het weekblad Humo organi seerden in het oog. Het gaat om de zaak van 'notaris X', een man die door zijn ex- vrouw valselijk werd beschuldigd van in cest. Heel Vlaanderen heeft de sensatione le verwikkelingen gevolgd, Paul Koeck vertelt nu het ware verhaal. Zijn Notaris X is een belangwekkend en exemplarisch boek. Uit dit geval valt veel te leren over laster en haat, over goede wil en kwade trouw, over waanbeelden en overdrijving, over taboes en sensatie zucht, over rechtvaardige rechters en een verblinde pers. Het is ook een gedurfd werk: Koeck bestrijdt grootheden die voor elke vooruitstrevende Vlaming haast onaantastbaar zijn. De schijn was hele maal tegen notaris X, maar Koeck verliet zich daar niet op. Hij las de dossiers, sprak met betrokkenen, zette de feiten op een rij. Geen lezer van dit boek zal aan de toe dracht kunnen twijfelen, zo overtuigend presenteert Koeck het materiaal. Zijn sar castische commentaren en boze uithalen waren wat dat betreft tamelijk overbodig. Ook al wordt notaris X met deze docu mentaire recht gedaan, men blijft achter met de trieste indruk dat deze affaire en kel slachtoffers kent. Overigens: de Belgische rechters hebben altijd in de onschuld van X geloofd. Ze wa ren doof voor de publieke opinie, bleken strikt onafhankelijk, spraken bezonnen vonnissen uit. Maar links Vlaanderen lijkt wel gehersen spoeld door een complot-theorie. Alles wat er in België misgaat, wijt men al snel WSËÈ •f PaulKoeck aan hooggeplaatste rechtse samenzweer ders. Van notaris X maakte men gemaks halve ook weer een rechts-radicaal, een aanhanger van Hitier. Dat X.werd vrijge sproken, zelfs de voogdij over de kinderen kreeg, verklaarde men uiteraad 'als een complot van extreem-rechts'. X zou machtige vrienden hebben, invloed in de hoogste kringen. Daar zouden de rechters voor gezwicht zijn, daarom zou de waar heid zoals progressieve Vlamingen die in pacht menen te hebben geweld zijn aange daan. Men begon een agitatiecampagne, die in beschaafde landen zijn weerga nau welijks kent. Ik ben daarom heel be nieuwd hoe men nu bij De Morgen en Hu mo reageert. Hoe ver gaat hun angst voor correct gedragen. Eerst probeert ze hem in zijn beroepsleven te treffen. Ze uit aller lei klachten over dubieuze transacties in zijn notarispraktijk. Als die ongegrond worden bevonden, gooit ze het over een andere boeg. gezichtsverlies? Zullen de verantwoorde lijken die allen een grote naam te verlie zen hebben het boetekleed aantrekken? Of zullen ze Koeck het leven zuur gaan maken? Op 26 december 1983 verliet de vrouw van notaris X voorgoed de echtelijke woning. Het leek een banale echtscheidingszaak, dat er zo'n hevige rel uit zou groeien kon niemand vermoeden. Maar mevrouw X en haar familie betoonden zich al in het begin haatdragend. De motieven die voor de scheiding werden aangevoerd, waren nog al onzinnig. Al snel opperde mevrouw X ernstiger beschuldigingen. Het wordt de lezer duidelijk dat zij een zieke geest moet hebben, notaris X blijft zich daarentegen Mevrouw X heeft aanvankelijk de voogdij - 'het hoederecht' zoals het in Vlaanderen heet - over de 3-jarige Wim en de 6-jarige Jan gekregen. Aan de notaris is een uitge breid bezoekrecht toegekend. Zijn echtge note wendt nu voor dat de kinderen mis handeld èn verkracht bij haar terugkeren. De aantijgingen worden steeds heftiger, ze laat geen middel onbeproefd. De kinde ren onderwerpt ze aan een eindeloze serie doktersonderzoeken, op een gegeven mo ment hebben de suggestieve ondervragin gen het gewenste effect. Moeder X zegt hen de antwoorden voor, zo rijzen verden kingen tegen haar man. De Belgische politie - door progressieve lieden altijd zéér argwanend bekeken - pakt de zaak tactvol, maar ook slim aan. Zonder dat moeder X het weet, is men de hele dag aanwezig bij een bezoek van de zoontjes aan hun vader. Men stelt vast dat er niets gebeurt, desondanks komt er weer een stroom klachten los van de kant van mevrouw X. Als de politie haar inlicht over de gevolgde tactiek keert ze niet op haar schreden terug. Ze valt juist de be trokken rechercheur aan. Notaris X zou de hand boven het hoofd gehouden wor den. Ze komt verder met uit de lucht ge grepen verhalen over zijn nazi-sympa thieën op de proppen. De rechter weet genoeg, X krijgt de voog dij. De strijdlust van mevrouw X wordt al leen maar verder aangewakkerd. De door het gerecht aangewezen deskundigen ver trouwt ze niet, ze neemt zelf een specialist in de arm, een zekere professor Pyck, die zich onsterfelijk belachelijk maakt door haar relaas onvoorwaardelijk te steunen. De kinderen gunt ze geen rust, de meest penibele beschuldigingen komen los. Er wordt geprocedeerd, mevrouw X zorgt voor anonieme brieven, ze laat haar man achtervolgen. Zelfs zou ze opdracht heb ben gegeven hem te liquideren. De rech ters die zich over de affaire buigen laten zich niet van de wijs brengen: notaris X is onschuldig. De vrouw kan zich daarbij niet neerleg gen. De dertien rechters, de twaalf artsen, vele anderen zouden allemaal betrokken zijn in een duistere samenzwering. Ze ziet nog één mogelijkheid: de pers benaderen. De Morgen en Humo laten zich gemakke lijk voor haar karretje spannen. Een rechts complot? Dan telt blijkbaar geen enkele fatsoensnorm meer en wordt het verstand op nul gezet. X krijgt geen kans voor een weerwoord, leugenachtige be richten verschijnen, actievoerders wor den opgehitst, aan de laster komt geen eind. Een rechtbank in Brussel veroor deelt hun handelwijze aldus: 'Errare hu- manum est, perseverare diabolicum' (Zich vergissen is menselijk, daarin vol harden duivels). De duivels van De Morgen en Humo ble ven desondanks doorgaan met de hetze waar notaris X, zijn nieuwe echtgenote, de kinderen zich niet tegen kunnen verwe ren. Ook Paul Koeck geloofde de artikelen aanvankelijk. Maar hij toont dat voorin genomenheden niet altijd met de werke lijkheid stroken. Zijn getuigenis is zo waarachtig dat het bijna vanzelf ook goe de literatuur werd. Hans Warren Paul Koeck: Notaris X 352 paglf 24,50 Kri- tak, Leuven (vertegenwoordiging in Nederland: Meulenhoff, Amsterdam). Simone de Beauvoir met Jean Paul Sartre (foto ANPi

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1990 | | pagina 23