week-uit De zilveren microfoon van Kees Slager De unieke Maagd van Onno Greiner Eigenzinnig ZATERDAG 1 SEPTEMBER 1990 2 5 Tegenstroom Ontmoeten Zijn naam is onverbrekelijk verbonden met Zeeuwse periodieken waarin het (vermeend) feilen van alles wat in deze provincie enige autoriteit geniet, op onbarmharige wijze aan de kaak werd gesteld. Roemruchte krantjes als de Gouden Delta en Nieuw Zeeland, waarin hij met scherpgeslepen pen ten strijde trok tegen de 'machtwellust' en het 'onbenul' van Zeeuwse officials. Maar of dat veel zoden aan de dijk heeft gezet? „Die autoriteiten", concludeert Kees Slager (52) uit 's Heerenhoek achteraf, „gaan er toch gewoon mee door. En komen straks vanzelf wel op hun plaatsje in de geschiedenis terecht." Dus laat hij tegenwoordig vooral de 'mensen aan de basis' hun verhaal vertellen. De Nipkow-jury honoreerde zijn VPRO-radioprogramma Het Spoor Terug vorige week vrijdag met de Zilveren Reiss Microfoon 1990. 'Sociale geschiedverklanking', waarin 'gewone mensen minstens zo belangrijk zijn als coryfeeën', zo betitelde de jury deze 'unieke' vorm van 'oral history'-journalistiek. Kees Slager: „Een dominee doet toch ook z'n best terwijl er nog maar tachtig luisteraars in de kerk zitten" (foto Willem Mieras) Een tegenstroompje van gewone stemmen Het is altijd weer de vraag of Magere Hein hem niet te snel af zal zijn. Steeds maar weer die onzekerheid of de Gouden Bron, via heel veel via's op het spoor gekomen, misschien niet al net over de eindstreep van het aardse leven is ge trokken. „Bijna wekelijks", zegt Kees Sla ger, bedenker en eindredacteur van het VPRO-radioprogramma Het Spoor Te rug, „zijn we bezig met een race tegen de klok. Helaas hebben we al vaak verloren. En zijn er meeslepende herinneringen, misschien waardevolle aanvullingen of correcties op de officiële geschiedenis met de ooggetuigen in het graf verdwenen." Al die keren dat het wel lukte, hebben dan toch in ieder geval een vorm van 'radioge- schiedschrijving' opgeleverd die 'al sinds een aantal jaren zo hoog en constant' is, dat de Nipkow-jury er dit jaar de Zilveren Reiss Microfoon aan heeft toegekend. Het programma reconstrueert periodes en ge beurtenissen uit de recente vaderlandse geschiedenis. En wel door onbekend ge bleven ooggetuigen van toen voor de mi crofoons van nu te halen. „Weggesleept", zoals Kees Slager dat zelf uitdrukt, „voor de poorten van Dood en Dementie." De jury: „Het Spoor Terug doet veel meer dan de microfoon bij de Gouden Bron houden: regelmatig confronteert het ge tuigenissen met elkaar op een wijze die de luisteraar de mogelijkheid biedt zelf con clusies te trekken." Het jury-rapport geeft daar een 'prachtig voorbeeld' van: „De combinatie van Den Doolaards lyrische verslagen over de herovering van Zeeland op het water, de herinneringen die hij er nu aan heeft en het verhaal van een land arbeider, die ontnuchterend de onbaat zuchtigheid van de aannemershelden van toen relativeert." Kees Slager (52) uit 's Heerenhoek nam de lof, mede namens de zes programma-me dewerkers, dankbaar in ontvangst. Om meteen daarna een noodkreet te slaken. Er is in Nederland, constateert hij, nauwe lijks ruimte voor een serieuze aanpak - overzichtelijk, kritisch en boeiend - van de gesproken geschiedenis op de radio. „Doodzonde dat zoveel uniek materiaal dagelijks verdwijnt. Zelfs binnen de VPRO is het nog altijd knokken om Het Spoor op de been te houden." Eigenlijk, vindt Slager, hoort de NOS het te doen. „Daar verzamelen ze wel alle spookverhalen die oude boswachters uit Loon op Zand of Vlagtwedde zich nog we ten te herinneren. En elk besje dat nog drie regels van een volksliedje uit de vori ge eeuw kan mummelen wordt ook op de band en in het archief vastgelegd. Alle maal prachtig, maar als het om politieke of sociaal-culturele zaken gaat, dan zijn ze niet thuis. Ja, er is een programma, waarin 'portretten van prominenten' worden uit gezonden. Maar juist de niet zo prominen ten zijn van belang als je de officiële ge schiedenis completer wilt maken. En die hoor ik niet. Hooguit af en toe bij de VARA als Marcel van Dam even niet oplet." Het Spoor Terug begon in 1984. Een paar maanden 'opfrissingsverlof („Zoiets be stond toen nog.") leerden Kees Slager dat de radio vrijwel nergens ter wereld conse quent aan 'oral history' doet. „Ik kwam er achter dat zoiets eigenlijk alleen maar in Engeland en Schotland gebeurt, vooral bij de lokale stations van de BBC. Bij het centrale BBC-archief hadden ze er een apart budget voor. Als ze een interessante ooggetuige ontdekken, waarmee ze een gat in hun verzameling kunnen vullen, wordt er meteen een journalist op afge stuurd. Misschien dat het materiaal pas over vijf jaar wordt gebruikt, maar dan hébben ze het in elk geval. Kijk dat is de manier om de race met Magere Hein te winnen." Oral history. In wetenschappelijke krin gen doen ze er vaak wat schampertjes over, zeker wanneer de journalistiek zich ermee bezig houdt. De Nipkow-jury on derkent dat aan het genre hoge eisen moe ten worden gesteld: „De authenticiteit en levendigheid van het ego-document kent als schaduwzijde het gevaar van al te gro te subjectiviteit. Naast de directe betrok Deze week opende prinses Margriet stadsschouwburg De Maagd in Bergen op Zoom. Niet zo maar een theaterruimte want de accommodatie is geplaatst in een voormalige Waterstaatskerk. Nu zijn er in Nederland wel vaker theaters in kerken gerealiseerd, maar de Amsterdamse architect Onno Greiner heeft er een bijzonder sfeervol theater van gemaakt waarin ruim zeshonderd bezoekers kunnen. Een gesprek. Mensen met elkaar in contact bren gen. Dat is volgens Onno Greiner een van de belangrijkste functies van een theater. Het is belangrijk dat - anders dan in een bioscoop - mensen elkaar kunnen zien: „Dat hoort bij theater en is bovendien gezellig." Een ander belang rijk uitgangspunt van de architect is dat je de bezoekers zo dicht mogelijk bij het toneel brengt. „Het gaat om de span ning, de interactie tussen de acteurs en het publiek." De architect maakte van een kerk een volwaardige theateraccommodatie. Dat klinkt simpel, maar had behoorlijk wat voeten in aarde. Nadat B en W het Am sterdams bureau opdracht had gegeven te onderzoeken of er in de Maagdkerk een schouwburg voor 650 toeschouwers kon worden gerealiseerd, is er door Onno Greiner Martien van Goor architecten bv veel gemeten, gekeken, nagedacht, geschetst en getekend. Wat nu iedereen kan zien in het centrum van de Scheldestad kan niet anders dan 'geslaagd' worden genoemd. Het theater in Bergen op Zoom is warm, eigenzinnig en eigentijds. Vooral dat laatste is op merkelijk, want een ruimte uit 1829 her- bestemmen is bepaald geen sinecure. Komt bij dat ook de kerk als zodanig nog te ervaren is. Zoals de architect het zelf zegt; „Het gebouw blijft de kerk aanto nen. Dat is ook niet vreemd, want het is tenslotte als kerk gebouwd. Maar aan de andere kant is er bovenal het theater. Ik vind het goed als mensen zeggen: Dat is 'n theater in een voormalig kerkgebouw. Ik denk dat dat gelukt is." Anders dan met brede gebaren de kerk te ontmante len en een vrijwel geheel nieuwe omge ving te maken, toont Greiner zich in Ber gen op Zoom een bescheiden en tegelij kertijd doortastende ontwerper. Greiners plan toont respect voor de be staande omgeving zonder afbreuk te kenheid is er immers het probleem van het selectieve geheugen." Kees Slager: „Je moet natuurlijk wel steeds meerdere mensen laten praten. Als je maar voldoende getuigen hebt, denk ik dat je wel ongeveer bij de waarheid komt. Het maakt ook uit of zoiemand zichzelf aanbiedt of datje zelf op zoek gaat. Als je zelf, na soms weken zoeken, via, via, via, iemand te pakken hebt gekregen, iemand die vaak niet eens wil praten, iemand die je moet overhalen, dan loop je in ieder ge val niet het risico dat je een geromanti seerd verhaal krijgt." „Ik denk dat door ons programma een he leboel stukken uit de recente geschiede nis voelbaarder zijn gemaakt, meer zijn gaan leven voor het publiek, dan door al die dikke pillen die door doctorandussen geschreven zijn. Zodra die heren of dames een titel voor hun naam hebben staan, zweren ze bij geschreven bronnen. Maar wat is de waarheid in officiële stukken? In notulen wordt veel verdoezeld, juist als het gaat om lastige dingen. De officiëlen maken zich altijd mooier dan ze zijn. Daar wordt dan later wel weer geschiedenis op gebaseerd. Ook dat is maar krakkemik kig. Uitgerekend via de 'oral history' kom je dan achter de waarheid." Het Spoor Terug is tegenwoordig op dins dagmiddagen, van 3 tot 4 uur via Radio 2 te beluisteren. Het trekt elke keer pakweg 70.000 luisteraars. Genoeg? „In Hilver- sumse radio-kringen vinden ze het net aan. We hebben ook nog eens een tijdje op Radio 5 gezeten. Dat was een ramp: 20.000 luisteraars. Toen is de pleuris uitgebro ken. Collega's liepen weg. Die voelden zich te goed om voor zo'n klein publiek te werken. Aanstellerij, vind ik dat. Veel luis teraars? Graag natuurlijk. Daar doe je het voor. Maar ik gooi er niet met m'n pet naar op het moment dat het er weinig zijn. Een dominee doet toch ook z'n best terwijl-ie nog maar tachtig luisteraars in de kerk heeft zitten. Wat zeur je dan als je in een keer 20.000 mensen bereikt." Kees Slager, geboren in het Thoolse Scherpenisse, was jarenlang de drijvende kracht achter dwarse Zeeuwse periodie ken als het milieublad De Gouden Delta en het maandblad Nieuw Zeeland. Veelal zonder zich wat aan te trekken van de journalistieke wet van hoor- en weder hoor. Bewust. „Kijk, die autoriteiten wor den toch al steeds gehoord. Dus als ik dan alleen die anderen eens laat horen, dan is dat wederhoor. Zeker als je het hebt over milieu of landschap. Die vogeltjes, die vis sen. die zijn tamelijk onmondig. Dus moet iemand anders het voor hen doen. „Ja, iets prekerigs heeft er altijd wel inge zeten. We gingen er heel dik tegenaan. Ik heb er veel plezier aan beleefd, maar tege lijkertijd weet ik dat het eigenlijk nooit goeie bladen zijn geweest. Omdat je er ge woon de tijd niet voor had. Omdat je toch vaak in je eentje de kar moest trekken. Zeeland is te klein voor zo'n blad. Je moet altijd met vrijwilligers werken. De één heeft ruzie met z'n vrouw, de tweede moet naar z'n zieke moeder. En de volgende keer is er weer iemand gefrustreerd omdat er in z'n verhaal is geknoeid. Op den duur gaat het dan kapot. Maar die krantjes hadden wel een functie. Ze zorgden ervoor dat er toch een soort tegenstroompje was." „Ik heb de ervaring dat elk alternatief pe riodiek uiteindelijk tot teleurstelling leidt. Niet alleen in Zeeland, ook in plaat sen waar universiteiten zijn, gaan ze uit eindelijk kapot. En dan daar nog vaak als gevolg van interne richtingenstrijd. Hoe veel tijd er wel niet verloren ging met el kaar bevechten. Dat is dan weer het zalige van Zeeland, datje dat hier niet hebt." „Toen ik, in 1972 in Zeeland terugkwam, rolde ik zo in de actiegroep Oosterschelde Open. Ik kwam meteen op een vergade ring in Yerseke terecht, gewoon bij zo'n mosselboer in huis. Daar zaten dan een textielhandelaar, een drukker, een mos selvisser en mensen waarvan ik niet eens wist wat ze deden. Ze hadden een stapel post gekregen, gigantisch. Want die club sloeg aan. Niks geen theoretische discus sies. Halverwege de vergadering werd al les opzij geschoven en kwamen er grote potten mossels op tafel. Diepte er ook nog iemand ergens uit een tas een stapel Chicks en Candys op. Platte lol natuur lijk. Kom je uit zo uit de Utrechtse studen tenbeweging, zitje ineens mossels te eten, terwijl iedereen in sexblaadjes zit te neu zen en tegelijkertijd wat voor het milieu zit te doen. Maar die jongens gingen er wel met z'n allen tegenaan." De strijd tegen Zeeuwse autoriteiten en gevestigde belangen. Kees Slager heeft er achteraf bekeken wel heel erg veel vrije tijd in gestoken. „Heel fanatiek. Mis schien een beetje overdreven af en toe. Zo veel hebben we er ook niet mee bereikt. De autoriteiten gaan toch gewoon door. En ze vinden allemaal vanzelf wel hun plaatsje in de geschiedenis. Daarom wil ik de men sen van de basis hun verhalen laten vertel len. Anders hebben die mensen straks niet eens bestaan." Henk Postma gen het als een helder, aangenaam ge heel zien. „De invloed van een ruimte op acteurs en publiek is enorm. Theaterma kers en ook technici onderkennen dat vaak niet, helaas. Ik ben tot de ontdek king gekomen datje met die ellips- of cir kelvorm wonderlijke dingen kunt doen. Als je die vormen in de zaal - horizontaal en vertikaal - kunt laten samenkomen op het toneel, dan ontstaat er hoe dan ook binding met hetgeen op de planken gebeurt. En dat is uiteraard heel belang rijk, want daar gaat het allemaal om." Greiner hecht ook veel waarde aan het in contact brengen van de bezoekers onder ling. „Laat die mensen elkaar zien! Dat is gezellig en bovendien is dat een onder deel van het theaterbezoek; het uitgaan. Anders dan in de bioscoop waar je geen of nauwelijks contact hebt met de ande re bezoekers, willen de mensen in het theater elkaar ontmoeten. De mensen op de balkons zitten ongeveer elf, twaalf meter van elkaar af; dat is een fijne af stand." Naast duidelijkheid en stimulering, is ook de mogelijkheid tot identificatie een vast uitgangspunt van de Amsterdamse architect. Dat laatste onderdeel lijkt in een theateromgeving niet eenvoudig. Greiner: „Klopt. Het vinden van 'jouw' plek in een theater is niet simpel. Voor de werknemers moet het geen probleem zijn, maar voor de bezoekers... Kijk, veel mensen hebben De Maagd vroeger als kerk ervaren en zullen de nieuwe situatie daar tegen afzetten. Dat is volgens mij een onjuist gevoel. Het was een plaats van ontmoeting, en dat is het nu nog. Weliswaar in de vorm van toneel, cabaret en muziek, maar ook dat is een vorm van ontmoeten. Ik vind het dus een heel lo gisch gang. Wederom kun je je zelf uitste kend ontmoeten; word je met dingen ge confronteerd die je aan het denken zet ten. Da's niet veel anders dan vroeger." Over 'vroeger' gesproken: „We moeten eens wat vaker studeren op restaureren en herbestemmen. Als dat op een goede manier gebeurt... Kijk, in De Maagd kan altijd een tapijtenhal, maar een theater blijkt toch prima te kunnen." Rob Schoonen doen aan zijn eigen ideeën. De entree is entree gebleven om vlak daarachter uit te monden in een van de mooiste ruimtes van de schouwburg: de trappen-hai met foyers. Licht en ruim vormen de drie ni- veau's een prachtig voorspel van de zaal en het toneel. Bovendien - en dat is zon der meer een vondst - zijn op de eerste en de tweede verdieping ruimtes ontwor pen waar uitstekend kleine voorstellin gen - en ronde - kunnen worden ge speeld. Door de zaal binnen de bestaan de kolommen te plaatsen ontstonden er links en rechts in de zijbeuken foyers die (overdag) baden in het licht van de glas- in-lood-ramen. De zaal zelf valt op door een hoge mate van intimiteit. Daar heeft de kleur van de stoelen (warm rood), maar meer nog de vorm van de ruimte toe bijgedragen. Het heeft volgens Greiner behoorlijk wat zweetdruppels gekost, maar uiteindelijk werd besloten twee hoefijzer-vormige balkonlagen op te hangen aan de be staande kolommen. Op die manier ont stond er een ruimte die 'slechts' achttien meter lang is en door de ellips-vorm - zo wel horizontaal als vertikaal - als omslo- Het interieur van de De Maagd foto GPD) vond nu eenmaal dat de toren er op moest blijven; het hoort bij het monu ment. Bovendien is het in de stad een beeldbepalend element. Door de andere kleuren, de grote letters en de bollen, heb ik nu wel het gevoel dat het geen kerkto ren meer is. Ik ben het met je eens dat vroeger, toen de toren er nog niet op zat en het geheel was voorzien van een fraaie kroonlijst, de voorgevel mooier was. Maar ja... Ik zit er nu niet meer mee." De ontwerper hoopt, verwacht, dat de mensen die met De Maagd van doen krij- Architect Onno Greiner met een maquette van het voorplein van De Maagd (foto Piet Haiisseii) ten en dus intiem wordt ervaren. Bij het toneel zijn twee kolommen verwijderd, hetgeen een hoofdtoneel oplevert van twaalf bij elf meter; zijtonelen van zes bij twaalf en een achtertoneel van tien bij twaalf meter. In de orkestbak is plaats voor ongeveer veertig musici. De admini stratie en artiesten-ruimtes zijn geves tigd in de voormalige sakristieen en het patronaatsgebouw. „De buitenkant is er niet slechter op ge worden; met de binnenkant ben ik heel blij", zegt Greiner. „Monumentenzorg

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1990 | | pagina 25