Het gehucht (14) Sporen van metershoge vloedgolf in Noordzee week-in zaterdag 25 augustus 1990 31 Moriaanshoofd Achter de dijk Schotland Koolstofmeting Romeinen De hele wereld is er al ge weest. Ze hebben er 'Zim- mer frei'. Toch kan Moriaans- hoofd geen toeristische trek pleister worden genoemd. De voormalige woning van de hoofdonderwijzer en de mo len herinneren aan vervlogen tijden. Merjaen, een gehucht op een steenworp van de Oos- terschelde. Ze kunnen zich er nog druk maken om een bus hokje. SIGNALEMENT MORIAANSHOOFD Gemeente: Middenschouwen Ligging: aan de provinciale weg, hal verwege Zierikzee en Haamstede Aantal huizen: een vijftiental Voorzieningen: een bushalte van lijn 133 Het bushokje staat in Merjaen (foto Wim Riemens) Een erkende toeristische trekpleister is het Middenschouwse gehucht Moriaanshoofd zeker niet: in de VVV-folders is het vergeefs zoeken naar 'Merjaen.' Maar dat wil bepaald niet zeggen dat er nooit toeristen komen. De drukke provinciale weg tussen Zierikzee en de Schouwse Westhoek, voert hen er automatisch naar toe. Ik heb de hele wereld hier al gehad", y beweert A. Verhage, eigenaar van molen De Zwaan. „Veel Duitsers natuur lijk, maar ook Polen en Canadezen. Als ik tijd heb, ga ik even met hen naar boven om de molen te laten zien. De taal is wel eens moeilijk. Engels en Duits gaan nog, maar Pools, daar maak je helemaal niets van." De uit de buurt van Leerdam afkomstige molen kwam in 1866 in de plaats voor een andere, die gesloopt was. Oorspronkelijk was de achtkantige molen met rieten bo venkruier gebouwd als watermolen, maar in Moriaanshoofd is die nooit als zodanig gebruikt. In het Schouwse gehucht is De Zwaan een korenmolen geworden. „De molen moest destijds", weet Verhage, „een bepaald aantal meters van de de Ou de Hoofdweg vandaan staan. Later werd de provinciale weg wel ineens vlak langs de molen gelegd. Zodat die nu pal aan de weg staat, wat natuurlijk veel mensen trekt." Verhages vader was molenaar en tot voor een jaar of vijftien terug draaide de molen nog regelmatig. Nu gebeurt dat nog maar heel zelden, een paar keer in het jaar. Dat doet Verhage dan voor zichzelf, voorna melijk om het mechaniek te onderhou den. Hoewel de molen er heel aardig uit ziet, zou een kleine opknapbeurt op zijn plaats zijn. „Maar alle aandacht en geld van de gemeente gaan naar de Lelie, hè, en da's wel een beetje jammer. Want hoe lan ger je wacht, hoe slechter die wordt en hoe meer het gaat kosten." Aan de provinciale weg die Moriaans hoofd doorsnijdt, staat nog een andere herinnering aan vroeger tijden: de woning van de hoofdonderwijzer. De school heeft een kort, maar bloeiend bestaan gekend. In 1914 was volgens P. J. Boot het school bestuur van de toekomstige christelijke school al opgericht. Maar aangezien tot 1920 alleen het openbaar onderwijs van rijkswege werd bekostigd, wachtte men tot de 'gelijkschakeling' voordat de school daadwerkelijk werd gebouwd. In 1921 werd trots de eerste steen gelegd van de Christelijke Nationale School Mo riaanshoofd, in 1922 kwamen de eerste kinderen op de twee-mansschool. De on derwijsvoorziening bleek een schot in de roos: in de jaren dertig stonden er zelfs drie onderwijzers voor de klas. Tijdens de ramp evenwel werd de school beschadigd en men besloot die niet te herstellen maar in Kerkwerve een nieuwe bijzondere school op te richten. De kinderen kwamen, weet Boot, overal vandaan. Van Schutje tot de Kooiweg bij Zierikzee. De schoolvereniging Samuël stelde om de beurt een hervormde, gere formeerde dan wel christelijk gerefor meerde hoofdonderwijzer aan, precies overeenkomstig de geloofsrichting van de inwoners van Moriaan. Tot de afscheiding rond de eeuwwisseling ging de hele Moriaanse gemeenschap in Kerkwerve ter kerke. Toen scheidden zich de wegen en kerkten de gereformeerden in Zierikzee en de hervormden in Kerkwer ve, zoals nu nog steeds het geval is. Boot was en is gereformeerd en ging en gaat 's zondags naar Zierikzee. Vroeger koos iedereen, afhankelijk van de finan ciële positie, zijn eigen vervoermiddel: „De boeren gingen met een koetsje en stalden de paarden op het Plein van Ka- zoek in Zierikzee. De arbeiders liepen, en wij gingen op de fiets." Nu neemt iedereen, behalve op een mooie zomerse zondag, de luxe wagen. Door diezelfde auto is het leven weliswaar makkelijker geworden, maar ook ongezel liger, vindt het echtpaar Bos. „Je pakt de auto en je bent weg, he, waar dan ook naar toe. Vroeger kon dat niet, dus dan trok je vanzelf meer naar elkaar toe. En nu zijn er ook veel meer vreemden bijgekomen. Je kent ze wel, maar we hebben verder geen contact. Iedereen leeft hier op zichzelf." Verhage en Boot verhalen beiden van hun jeugdige zwempartijtjes bij het haventje van Flaauwers. Zéér gezellig. En krabben vangen aan de dijk, dat soort dingen: ze deden het allemaal. De Oosterschelde immers ligt op een steenworp afstand van het gehucht. Toe risten komen van heinde en ver om het water te bekijken en erin te recreëren. Heerlijk zeker, om dat zo binnen handbe reik te hebben? Verhage: „Ik begrijp niet dat ze er allemaal voor komen, wij komen nooit aan de Oosterschelde. Ja, net op zondag, dan gaan we weieens op de fiets langs de dijk naar een vriend, maar ver der? Nee, nooit." De Oosterschelde evenwel zal waarschijn lijk de reden zijn dat Moriaanshoofd een behoorlijk aantal 'Zimmer-frei' heeft. Hoewel, er is nog een attractie: de zend mast van de Moriaanse zendamateur naast het eerste huis vanaf Zierikzee. Ook daarop komt menig toerist af. De belangstelling van de buitenwereld is waarschijnlijk voornamelijk te danken aan de provinciale weg, de 'verkeersader' van Schouwen tussen Zierikzee en de Westhoek. Deze is voor de inwoners van Moriaanshoofd op zijn zachtst gezegd niet altijd even plezierig. Aan het lawaai kan je nog wel wennen, zeggen sommigen, maar als het heel druk is valt er nauwelijks op de weg te komen. Staan ze soms wel een kwartier te wachten. En als ze bij het af slaan niet tijdig richting geven, dan knal len de achterliggers zo boven op hen. Over de provinciale weg gaat ook de bus, tussen Haamstede en Zierikzee. Die stopt in Moriaanshoofd en haalt en brengt daar een 'krootje' schoolkinderen uit Moriaan en de omgeving. Met de abri, het hokje dat de passagiers moet beschermen tegen wind en regen, hebben ze in Moriaans hoofd behoorlijk dol gehad. Het zou aan de noordkant komen, precies daar waar de wind en regen in het gezicht van de wachtenden hun werk kunnen doen. Bo vendien zouden de schoolkinderen dan steeds de straat moeten oversteken, om in de bus te stappen. „Gelukkig is er aan dacht geweest in de media. Toen was het zo klaar, de abri staat nu aan de goede kant", aldus Verhage. Moriaanshoofd in het nieuws, de mediage- bruikers zullen ongetwijfeld gissen naar de herkomst van de naam. Die is onbe kend, maar er zijn wel ideeën over. Mo riaanshoofd zou genoemd kunnen zijn naar de gelijknamige herberg. Aan het ca fé zou een uithangbord hebben gehangen met een 'Moriaantje zo zwart als roet'. Of het heeft van doen met 'Moertjeshoofd', een soort dam in het moerland, zoute grond. Zeker is wel dat niet alleen het ge hucht de vreemde naam heeft. Verhage was laatst onder Gent, in België. Hij dronk daar wat in café... Moriaanshoofd. „Mijn collega zei: jie bin nie ver van 'uus." Maaike van Houten Aardverschuivingen in de Noorse Zee, het deel van de Atlantische Oceaan westelijk van Noorwegen, zouden rampzalige vloedgolven in Noordwest-Europa kunnen veroorzaken. Dat is in een ver verleden al meermalen gebeurd en het zou weer kunnen voorvallen. Het zou dan kunnen gaan om vloedgolven van zeker twintig meter hoog, die met een snelheid van honderd tot tweehonderd meter per seconde over het noordelijk deel van de Atlantische Oceaan en de Noordzee zouden razen. Dergelijke vloedgolven zijn een be kend verschijnsel in de Stille Oceaan. Ze komen vooral veel voor bij Japan. Ze dragen daarom ook een Japanse naam: tsunami. Een tsunami ontstaat als gevolg van aardbevingen in de zeebodem. De enorme grondverzakkingen die als gevolg van aardbevingen op de zeebodem kun nen optreden, veroorzaken vloedgolven van in enkele gevallen soms meer dan driehonderd meter hoog op de plaats van de beving. In open zee daalt de hoogte zeer snel tot enkele meters, maar als er land in de buurt is, kan dat overspoeld worden door een metershoge muur van water. Twee Britse onderzoekers, David Smith en Alastair Dawson, schetsen deze schrik verwekkende mogelijkheid ook voor onze streken in een artikel in New Scientist naar aanleiding van geologische ontdek kingen in het kustgebied van Schotland en de Shetlands. Daar heeft men een dik ke, plotseling neergelegde laag zand ont dekt tussen de lagen klei, slik en veen, die zich sinds 10.000 jaar in dat gebied hebben gevormd. Het zand vormt een opvallende laag. Klei en veenlagen ontwikkelen zich steeds in rustige omstandigheden. Zandlagen kun nen ook in een rustig milieu ontstaan, maar er zijn enkele gegevens die erop wij zen dat de in Schotland blootgelegde zandlaag onder extreme condities tot stand is gekomen. In de laag bevinden zich fossiele resten van dieren, die op de bodem van de zee leven. De skeletten van de microfossielen zijn meestal zeer sterk beschadigd. En wat mogelijk nog meer zegt: de zandlaag ligt niet overal horizon taal, maar rijst op tal van plaatsen tegen de rand van de valleien omhoog. Dat alles versterkt de indruk, dat een immense golf met grote kracht op de kust heeft gebeukt en het diep opgewoelde zeezand tot op vrij grote hoogte tegen de helling van de val leien heeft opgestuwd. Het zand is gedateerd met behulp van radioactieve koolstofmetingen op acht ver van elkaar verwijderde locaties in het veen onder en boven de laag. Al die metin gen geven een uitkomst van tussen de 7260-7020 en 6990-6770 jaren geleden. Er moet, dat is duidelijk, zeventig eeuwen ge leden in het Noordzeegebied iets overwel digends hebben plaatsgevonden. Een ge wone storm, hoe zwaar ook, kan het niet geweest zijn, want, zo zeggen Smith en Dawson, de bekende stormramp van 1953, die grote gebieden aan de kust van Neder land en Engeland teisterde (met als tra gisch dieptepunt de overstroming van Zeeuwse en Zuidhollandse eilanden) heeft geologisch gezien nauwelijks een spoor nagelaten. Beide onderzoekers denken dat de dikke zandlaag van 7000 jaar geleden moet wor den toegeschreven aan een tsunami. Die tsunami zou zijn veroorzaakt door een aardverschuiving in de Noorse Zee. De Noorse geoloog Tom Bugge heeft daar na melijk op de rand van het continentale plat sporen ontdekt van drie immense aardverschuivingen. In een ver verleden is daar maar liefst tegen de 6000 kubieke ki lometer aarde de diepzee ingeschoven. Wanneer massa's aarde aan de rand van het continentaal plat naar de diepte ver dwijnen. wordt het peil van het zeewater boven de verschuiving verlaagd. Van alle kanten stroomt dan water naar de lage plek. Het waterpeil aan de kust daalt hier door snel. Omdat het water zeer snel en in grote hoeveelheden naar de plaats van de aardverschuiving stroomt, ontstaat er al daar zeer grote onrust. Door de draaiing van de aarde ontstaan er uitgaande van het in beroering zijnde water elkaar op eenvolgende vloedgolven, die het lage wa terpeil aan de kust zeer snel omhoogja- gen. Dat alles vindt plaats terwijl de aard verschuiving nog aan de gang is. Dergelij ke aardverschuivingen kunnen bijvoor beeld optreden als gevolg van een aardbe ving. De eerste aardverschuiving in wat de No ren het Storeggavlak noemen, vond tus sen 30.000 en 50.000 jaar geleden plaats. Er zakte toen 3880 kubieke kilometer aarde weg. De tweede verzakking vond tussen 8000 en 5000 jaar geleden plaats, en ver oorzaakte waarschijnlijk de in Schotland geconstateerde effecten. Het was in verge lijking met de eerste keer een klein, maar desalniettemin gigantisch gebeuren. Er zakte 1800 kubieke kilometer weg en de daarop ontstane vloedgolf teisterde een gebied van 88.000 vierkante kilometer. De derde verzakking in het Storeggavlak was veel kleiner, en kwam mogelijk snel na de tweede. Misschien is er, historisch gezien, ook re den te denken aan een later tijdstip. Om streeks 100 voor Christus krijgen de Ro meinen het plotseling in het hedendaagse Zuid-Frankrijk te stellen met grote groe pen Kimbren en Teutonen, Germaanse volkeren, die, zo verhalen de Ouden, door immense watervloeden uit hun woonge bieden aan de Oceaan waren verdreven. Die Oceaan was, zo staat wel vast, de Noordzee. Geologische sporen van een tsunami-achtige watervloed in onze stre ken in de tijd kort voor het begin van onze jaartelling zijn echter tot nu toe niet aan getoond. Maar hoe het ook is, de „gelijktij digheid" van de tweede Storeggaverzak- king en de zandlaag in Schotland is niet toevallig: beide verschijnselen moeten iets met elkaar te maken hebben. Vast staat ook. dat de watervloed van ze ventig eeuwen geleden voor de toenmali ge bewoners van de Noordzeekusten een tragedie is geweest. Onder de Schotse zandlaag bevinden zich sporen van plot seling afgebroken culturen. Het is duide lijk, dat toen een aantal prehistorische ge meenschappen is weggevaagd. Men moet er niet aan denken, wat een vierde Storeg- ga-aardverschuiving thans voor gevolgen zou kunnen hebben, ook als die maar een vloedgolf van enkele meters hoog zou ver oorzaken. Kerst Huisman

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1990 | | pagina 31