PZC Tuig van de riche Sanering landbouw beheerst Genève Iwwi 1 mt lü opinie en achtergrond Lonen verpleegkundigen stijgen nauwelijks VRIJDAG 13 JULI 1990 Pensioenen Mager Drastische ingreep ramp voor bedrijfstak Superheffing Sanering Meetlat Sleutelen n u/ Vv i, v - m Elleboog denkwijzer r Knuppel b&S ao2 Wankele vrede ziekenhuizen Van onze verslaggeefster Angela van der Jagt) De rust is weergekeerd aan het ziekenhuisfront. Bon den en werkgevers hebben een cao afgesloten en verpleegkun digen en verzorgenden voeren voorlopig geen actie meer. Maar wat is er nu eigenlijk be reikt in negen weken van bezet tingen, zondagsdiensten, werk onderbrekingen en vele uren overleg? Een loonsverhoging van vier procent voor alle gedi plomeerde werknemers in het ziekenhuiswezen en van tien procent voor in-service leerlin gen per 1 september 1990 en de belofte dat er geld komt voor achtduizend nieuwe arbeids plaatsen ter verlichting van de werkdruk. Dat lijkt heel wat, maar de vraag is of het in de praktijk ook werkelijk iets voorstelt. De par tijen zijn het met elkaar eens dat de tien procent voor leerlingen iets is waar iedereen tevreden mee kan zijn. De eerste vier maanden van hun opleiding krij gen leerlingen zakgeld. Dat wordt verhoogd van 395 naar 495 gulden per maand. De rest van het eerste jaar verdienen ze 1.279 gulden bruto per maand. Het tweede jaar is dat 1.504 gulden, het derde en vierde jaar 1.945. Dat wordt respectievelijk 1.407, 1.654 en 2.140 gulden. Voor het overige mag echter nauwelijks van een verbetering worden gesproken. De nieuwe cao geldt met terugwerkende kracht vanaf 1 april 1990. Maar de salarisverhoging gaat pas in op 1 september. Dat betekent over de hele periode tot 1 april 1991 dus geen vier procent, maar slechts 2,3. Daarbij komt dat een deel van de loonsverhoging opnieuw wordt gefinancierd uit onder meer een premieverlaging van het pensioenfonds PGGM. Wan neer deze sigaar uit eigen doos van de paar procentjes wordt af getrokken, blijft 1,4 procent over. Een eenmalige uitkering van 675 gulden die uiterlijk in september wordt uitbetaald, maakt het een beetje goed, maai de achterstand die verpleegkun digen hebben, wordt er niet klei ner van. Sterker nog, de achter stand is alleen nog maar groter geworden. Het Verbond van Ne derlandse Ondernemingen heeft berekend dat in de cao's die dit jaar zijn afgesloten de loonsver hoging gemiddeld uitkomt op 3,28 procent. Begin volgend jaar besluiten de cao-partijen in het ziekenhuis wezen hoe de loonruimte voor 1991 wordt ingevuld. Dat levert zeker geen loonsverhoging van twaalf procent op, dus die ach terstand blijft voorlopig nog wel. De AbvaKabo vindt dat het geld dat bij het PGGM vandaan komt niet mag worden afge trokken van de loonsverhoging. „Pensioenpremie bestaat uit een werkgevers- en een werkne mersdeel. Als de premie dus wordt verlaagd, betalen zowel de werknemers als de werkge vers minder aan het PGGM. Met het geld dat de werkgevers min der betalen, kunnen ze doen wat ze willen. Ze kunnen daar bij voorbeeld nieuwe bedden voor kopen, maar wij hebben ge vraagd of ze het geld wilden ge bruiken om de lonen te verho gen. Er is dus geen sprake van een sigaar uit eigen doos, want het is geld van de werkgevers", zegt AbvaKabo-woordvoerder Gerard Veth. De vereniging Verplegenden en Verzorgenden in Opstand denkt daar heel anders over. De pen sioenpremie die de werkgevers voor hun werknemers aan het PGGM betalen staat bij de post loonkosten. Als de premie dus wordt verlaagd, dalen de loon kosten voor de werkgever en je zou dus kunnen zeggen dat het geld dat voortkomt uit die da ling van de werknemers is. Daar komt nog bij dat het maar de vraag is of het PGGM door al die premieverlagingen straks nog genoeg geld over heeft om de pensioenen uit te keren óf dat het nodig is de premies in de na bije toekomst weer te verhogen. Zo vreemd is die gedachte niet. Het Algemeen Burgerlijk Pen sioenfonds heeft ook jarenlang niets anders gedaan dan de pre mies voor ambtenaren te verla gen. Vorige week bleek opeens dat het fonds daar wat al te voortvarend in is geweest en dat de premies nu weer moeten wor den verhoogd. Dan de werkdruk, het andere grote probleem in de gezond heidszorg, dat overigens niet los mag worden gezien van de hoogte van de lonen. In de over eenkomst staat dat bijna een miljard gulden extra wordt uit getrokken om de knelpunten in de zorgsector op te lossen. Een deel daarvan moet worden gebruikt om de grote werkdruk te verminderen. Met deze toe zegging kunnen de komende ja ren achtduizend nieuwe arbeids plaatsen worden gecreëerd op afdelingen waar de werkdruk het hoogst is. Allemaal leuk en aardig, maar waar denken overheid, werkge vers en bonden de mensen van daan te halen die die arbeids plaatsen willen innemen? Er be staat geen instelling in de ge zondheidszorg waar niet een bak met vacatures is. En er bestaat geen opleiding voor verpleeg kundigen waar zich genoeg leer lingen aanmelden. Het gaat zelfs al zo ver dat ziekenhuizen pre mies uitkeren aan mensen die een opleiding bij hen willen vol gen. Zo krijgen nieuwe leerling verpleegkundigen in het psy chiatrisch ziekenhuis Delta in Rotterdam vierduizend gulden. Dat toont aan dat werkdruk oók met geld te maken heeft. De werkdruk is groot omdat er veel te weinig verpleegkundigen zijn. De enig juiste oplossing zou zijn een heel grote loonsverhoging- voor alle verpleegkundigen en verzorgenden. Acties als deze zijn voorlopig van de baan, na het afsluiten van een nieuwe cao (foto Lex de Meester) Naast de loonsverhoging voor leerling-verpleegkundigen is het echt concrete dat is bereikt met de overeenkomst en het cao-akkoord dat geen actie meer wordt gevoerd in het zie kenhuiswezen. De VVIO roept daar voorlopig ook niet meer toe op. De vereniging heeft haar leden ook niet opgeroepen massaal te gen het akkoord te stemmen, hoewel de 'Opstandigen' verre van tevreden zijn met de nieuwe cao. „We willen onze leden niet fru streren, want ze hebben weken lang actie gevoerd voor dit ak koord. Bovendien is bet een feit dat we er door de acties toch meer hebben uitgesleept dan er eerst inzat", aldus Astrid Slap- pendel van de VVIO. De VVIO gaat zich nu richten op wat overheid, werkgevers en bonden hebben afgesproken. Slappendel: „We zullen scherp in de gaten houden hoe het geld dat extra wordt vrijgemaakt, wordt besteed. We zullen er voor strijden dat dat geld alleen wordt gebruikt voor verplegen den en verzorgenden en dan vooral voor hun lonen en func tiewaardering. Daarnaast gaan we proberen voor elkaar te krij gen dat er een aparte cao komt voor verplegenden en verzorgen den. Nu geldt de cao nog voor al le werknemers in het ziekenhuis wezen, dus ook voor onder meer keukenpersoneel en mensen van de technische dienst". (Van onze economische redacteur Jan Harren De landbouw hangt van subsidies aan elkaar. En als er geen geld wordt gegéven of geëist, zijn er wel andere maatregelen die de internatio nale handel aan banden leg gen. De Europese Gemeen schap voert er al jaren een bit tere woordenstrijd over met vooral de Verenigde Staten. De Amerikanen vinden dat het binnen tien jaar afgelopen moet zijn met de in hun ogen buitensporige wijze waarop Europa zijn agrariërs be schermt. Maar Europa is voor zichtig, en niet in de laatste plaats als gevolg van de grote invloed die de groene bedrijfs tak politiek heeft. Onder voorzitterschap van de Nederlander ir. A. de Zeeuw, speciaal adviseur van minister van landbouw Gerrit Braks, is deze week bij de GATT in Ge nève het overleg over de subsi dies hervat. De GATT is het in stituut waar afspraken worden gemaakt over de handel en over tarieven die daarin gel den. Daarbij gaat het vooral over exportsubsidies, impor theffingen en invoerbeperkin gen. In Houston, waar de rege ringsleiders van de zeven kapi taalkrachtigste landen bijeen waren, werd al een zekere over eenstemming bereikt. Maar de eenvoudigste weg is daar niet aangegeven. De Zeeuw komt de volgens landbouwkringen .twijfelachti ge' eer toe, dat hij het overleg uit het slop heeft weten te trek ken. Hij heeft een aantal ideeën op papier gezet die in Houston door de Amerikanen als de De Zeeuw-papers van harte wer den omhelsd. In Nederland heeft het Landbouwschap zich er allerminst positief over uit gelaten. Het vreest voor een te snelle afbraak van de subsidies en andere beschermende maatregelen. En in het verleng de daarvan voor een ramp voor de bedrijfstak. Dat de subsidie-regelingen van de EG een veel te grote smak geld kosten, spreekt zo langzamerhand niemand meer tegen. Binnen de EG is daarom op een aantal punten ingegre pen. Zo wordt te grote melk- produktie sinds 1984 afge straft door de superheffing, een boete voor elke liter melk die een boer meer op de markt brengt dan hem is toegestaan. De superheffing is gevolgd door een maatregel die de graanboeren treft. Die krijgen nog slechts tot een bepaalde hoeveelheid de minimumprijs. Komen ze met méér, dan gaat de prijs omlaag. Alles met het doel de produktie van graan te beperken en overschotten weg te werken en voor de toekomst te voorkómen. Snijden in de beschermende maatregelen is hachelijk; een drastische sanering van de be drijfstak zal het gevolg zijn. Bij het Landbouw-Economisch Instituut (LEI) in Den Haag volgt drs. Siemen van Berkum de ontwikkelingen op de voet: „Europa telt nu zo'n 11 miljoen boerenbedrijven. Je kunt op je klompen aanvoelen dat er daarvan een behoorlijk aantal zal verdwijnen". Maar of het een kwart zal zijn of meer of minder, aan zo'n voorspelling waagt hij zich niet. Mèt het verdwijnen van bedrij ven zal ook een verschuiving optreden in de produktiegebie- den. Frankrijk leent zich nu eenmaal beter voor het verbou wen van graan dan bijvoor beeld Nederland. Het ligt voor de hand om te veronderstellen dat de graanteelt in Nederland zal verminderen ten gunste van de Fransen. Tegelijkertijd zal de Nederlandse zuivelpro- duktie in belang kunnen toene men ten koste van bijvoor beeld de Italianen. Loslaten van de garantieprij zen zal ook leiden tot goedko pere boodschappen. Door de zogeheten 'interventie' liggen de garantieprijzen hoger dan de prijs die de boeren er op de vrije wereldmarkt voor kunnen maken. Het verdwijnen van de garantieprijzen zou voor de boeren dus vooralsnog beteke nen dat ze met lagere verkoop prijzen genoegen moeten ne men. Recent zijn Nederlandse tuin ders al tegen zo'n situatie opge lopen. Paprika's vallen niet on der een regeling. Daar is men dus afhankelijk van wat de markt ervoor wil betalen. Vorig jaar waren dat mooie prijzen. Gevolg was dat het teelt-areaal dit jaar aanzienlijk groter was. Het grote aanbod paprika's leidt onmiddellijk tot lagere prijzen. De vraag is of die ook een stijgende vraag tot gevolg hebben. Het overleg van de G-7, het ge zelschap dat in Houston bijeen was, heeft nu een systeem aan bevolen dat de subsidiestro men geleidelijk aan zou kun nen indammen. Belangrijk onderdeel is de meetlat die wordt gelegd naast de inkomens. Die meetlat geeft aan in welke mate boeren profi teren van subsidies en andere maatregelen waardoor de han del wordt beïnvloed. Het is geen probleem om vast te stellen hoeveel geld een boer méér heeft gekregen door bij voorbeeld een exportsubsidie. Ruwweg kun je zeggen: het ver schil tussen de garantieprijs en de prijs die deze boer zou heb ben gekregen op de vrije markt. Er moet nu ook een manier worden gevonden om vast te stellen in hoeverre deze boer heeft geprofiteerd van andere vormen van steun. Hoe groot bijvoorbeeld moet de bijdrage worden geacht van een maatre gel die de import beperkt? En hoe groot zijn voordeel doordat hij gebruik maakt van gesubsi dieerd onderzoek aan de Land bouwuniversiteit in Wagenin- gen of door een proefstation, of door het Landbouw-Econo misch Instituut? Het gaat daarbij om interne steunmaatregelen, waartoe de minimumprijzen behoren maar ook subsidies op investe ring, vernieuwing, herinrich ting. Nog moeilijker heeft de G-7 het gemaakt door er tege lijkertijd bij af te spreken dat ook de economische en sociale verschillen in de landbouw van de staten in acht moeten wor den genomen. Als de uitkomst is gevonden, kan het inkomensdeel dat aan steunmaatregelen te danken is, geleidelijk aan worden ver laagd. In Genève vergadert deze week een ander forum dan in Houston. De G-7 beperkt zich tot de Verenigde Staten, Cana da, Japan, Frankrijk, (nu nog) de Bondsrepubliek Duitsland, het Verenigd Koninkrijk en Italië. In Genève is het gezel schap groter. Maar ontegen zeggelijk zal de invloed van de daar aanwezige G-7 landen, de belangrijkste EG-gebieden, groot zijn. Hoewel de reactie van de anderen ,ze moeten niet denken dat ze in de G-7 al les kunnen bedisselen' on miskenbaar zal doorklinken. Er zal zeker aan de subsidies worden gesleuteld. De Zeeuw heeft de vergadering een aan tal voorstellen voorgelegd. Ui- 1É% -#*' terlijk 1 oktober wil hij van de deelnemende landen weten of zij op basis van zijn voorstellen verder willen onderhandelen. Een eerste indicatie wil hij daarvan krijgen in de vergader cyclus die voor het einde van de maand moet zijn afgerond. Midden in het schootsveld lig gen de exportsubsidies. Die ga randeren de boer een bepaalde minimumprijs. Wil het buiten land (buiten de EG) minder dan die minimumprijs betalen omdat het op de wereldmarkt goedkoper terecht kan, dan schokt de EG bij. Zakt de we- reldprijs dan wordt de EG-sub- sidie hoger, stijgt de wereld- prijs dan wordt de subsidie la ger. Voorstel van De Zeeuw is nu om de importheffingen op een vast bedrag vast te leggen en daarna over te gaan tot een ge leidelijke verlaging van dat be drag. Dan merkt de Europese, en de Nederlandse boer ook de invloed van de wereldmarkt en zal hij zich moeten aanpassen. Onvermijdelijk zal dat leiden tot een zelfde maatregel in de sfeer van de exportsubsidies. Die zouden allengs ook naar een vast bedrag toe moeten in plaats van de variabele bijdra ge, afhankelijk van de wereld marktprijs. Ander voorstel is om import belemmerende regelingen te vertalen in bepaalde tarieven ('tarification'). Importheffin gen worden al in een bepaald bedrag (al dan niet vast) uitge drukt, maar nu zouden ook be perkingen in hoeveelheden die van een bepaald produkt mo gen worden ingevoerd, in hef fingsbedragen moeten worden vertaald. En ook dan zou tot een geleidelijke verlaging daar van moeten worden overge gaan. Tot nul als het even kan. Het is niet gering waar in Genè ve over wordt onderhandeld. Van Berkum: „Het is jammer dat de mensen er zo weinig van weten en dus ook niet kunnen beseffen hoe diep dit zal ingrij pen. Bijna iedere boer is afhan kelijk van de EG en haar subsi dies. Negentig procent van wat geproduceerd wordt, valt on der markt-ordenende regelin gen. Natuurlijk, in de VS wordt ook gesubsidieerd, maar daar is men toch veel meer afhanke lijk van de ontwikkelingen in de markt. Bij ons is dat niet zo. Als hier aan de maatregelen zou worden gesleuteld, zal dat heel diep in de agrarische sa menleving ingrijpen". (Door René Diekstra) k heb over mensen in het algemeen weinig ontdekt dat 'goed' is. In mijn ervaring zijn de meeste van hen tuig"... Deze bemoedigende uitspraak is afkomstig van de misschien wel grootste psycholoog die ooit heeft geleefd heeft: Sigmund Freud. Die uitspraak schoot me te bin nen toen ik een tijdje geleden ge tuige was van de volgende scè ne. De trein met bestemming Am sterdam, waarin ik zat, stond nog op het perron toen een in een wolk van parfum verkerende dame hijgend de coupé kwam binnen stuiven. Enkele tassen met zich mee zeulend. Aan de an dere kant van het gangpad plof te ze neer naast een jongeman, die druk in gesprek was met een jongeman tegenover hem. Het lawaaierige binnendringen van de dame in hun territorium deed het gesprek even stokken. Ver volgens hoorde ik de ene jonge man met een uitgestreken ge zicht tegen de ander zeggen, ter wijl hij op zijn horloge keek: „Zeg, hoe laat precies komen we eigenlijk in Rotterdam aan?" Als door een zenuwprik getrof fen griste de dame haar tassen bij elkaar, panisch uitroepend: „kotterdam! Rotterdam? Oh God, ik dacht dat dit de trein naar Amsterdam was.'". Als een raket schoot ze de coupé uit en het perron weer op. Heel even was het stil in de coupé. Toen be gonnen beide jonge heren onbe daarlijk te lachen. Hoewel ik hun truc om de dame te lozen eigenlijk meer dan schandalig vond, zat ook ik tien minuten later nog af en toe te hikken van de napret. Blijkbaar beleven wij mensen meer dan fatsoenlijk plezier aan het on deruit halen, voor schut zetten of in de val laten lopen van ande ren. Er is waarschijnlijk niet eens veel anders te vinden dat ons zoveel genoegen verschaft dan precies dat. die we zelf ook regelmatig a den willen uitkuren. Vaak wij ons van die behoeftes bij oi zelf niet bewust, maar ook ais, dat wel zijn houden we ze in i dagelijks leven goed verborgt Van kinderen vinden we hetn enigzins acceptabel, hoewel o niet echt leuk, dat ze uit frush tie elkaar proberen te pesten. in te luizen of pijn te doen. Ma als volwassenen worden we v< ondersteld voldoende zem heersing, zelfcontrole te hebb om ons niet meer op die mani te laten gaan. Toch is de werkelijkheid i\ wijls anders: in veel gevallen een volwassen lichaam ni meer dan een vettig pakpapi om een vat vol met vroeg en lal opgedane frustraties en spa ningen. Stelt u zich eens vo wat er zou gebeuren als door e of andere toevallige aanleidt al die rondwandelende vaten i hetzelfde moment zouden spri gen. De ramp zou niet te ovi zien zijn. Een nog betrekkelijk onschuld voorbeeld daarvan zien we c kinderen elkaar na het oven den van hun ouders in de har vliegen over de erfenis. Opee is er even geen rem meer (o rem was de ouder altijdom die als kind opgedane frustr ties eronder te houden. Wat dan aan vuiligheden wordt u gebroed en uitgehaald, hoe van het daaruit voortvloeien. De afgelopen maand heeft het grootste deel van de mannelijke en een groeiend deel van de vrouwelijke wereldbevolking voor de buis of op de tribune een behoorlijke portie vuiligheids- vermaak zitten verorberen. Want daar, uiteindelijk, gaat het bij voetbal natuurlijk om. Een doelpunt of een combinatie kan mooi zijn. Maar wat het spel spannend maakt, ons ophitst, wat ons echt boeit is een knallen de ruzie op het veld. Zo een waarbij geniepig zoordt geschopt, met de elleboog tegen een neus wordt teruggeramd en met agressieve gebaren wordt weg- en teruggeduwd en heen en weer gespuwd. Waarbij een scheidsrechter met een gezicht dat van spanning uit z'n vel knapt overspannen naar een rooie kaart zoekt, maar eerst een gele laat vallen en pas na veel gestuntel de juiste kleur te pakken krijgt. Om 'm dan voor de neus te houden van iemand die zich als een 'maar-hoe-is- het-nou-mogelijk' misdienaar omdraait. Zogenaamd om zijn rugnummer te laten zien. In werkelijkheid laat hij, nu het toch niet meer beroerder kan, heel even zijn broek zakken. Waarna zijn maten aan een borst-aan-borst belegering van de kaar tentrekker beginnen en zijn supporters steun verlenen door een liefkozend „hi, ha, hon- delu..". Op zulke momenten zitten halve volkstammen op de punt van hun stoel wippend te hopen dat het nu eens een echte voltallige mepperij wordt. Je kunt bijna de zuchten horen die uit teleurstel ling in talloze huiskamers wor den geslaakt, als de boosdoener uiteindelijk toch met hangende schouders het veld afstapt en zijn collega's hun zelfbeheersing hervinden. Op slag schenken we hun onze medelijden en sympa thie. Ze moeten het immers op nemen tegen een getalsmatig overmachtige vijand. Iedere vol gende vuile actie waarmee ze van nu af aan het aangedane 'onrecht' betaald weten te zet ten, schenkt ons een diepe bevre diging. Eigenlijk zouden we zelf de uitvoerders van de ge rechtvaardigde wraak willen zijn. Maar het kunnen ervaren van een soort van plaatsvervan gende genoegdoening is ook al iets. Het is precies vanwege dit soort dingen dat voetbal ons zo fasci neert, ook als het vertoonde spel voetbaltechnisch om te huilen is. Op het veld staan twee en twin tig mannen die met stilzwijgende toestemming van de halve mens heid allerlei frustraties uitleven, ifMNPliillMt 'succes' wordt genoten, is son met geen pen te beschrijven. Vanaf de vroegste tijden hebbi mensen zich daarom gerea seerd, dat het voor een enigszh vreedzame samenleving nod was om zodanige uitlaatkleppt voor innerlijke spanningen t frustraties te verzinnen dat u elkaar niet onderling zoudi gaan aftuigen of afmaken. Et veel gebruikte uitlaatklep m oorlog voeren tegen vreemde tegen personen van wie je ni afhankelijk bent. Maar voor degenen die niet ac een oorlog deelnamen, moestt creatieve ideeën worden b dacht. De oplossing was te dot alsof, te spelen alsof het oorlt was. Het 'panem et circensei het brood en spelen van de ft meinen had precies die fundi Het brood diende voor het stille van de honger en de spelen die den voor het stillen van de bloet dorst. De Romeinen vatten dt laatste nogal letterlijk op en gen er geen been in om mense elkaar echt te laten afslachten i dat door wilde beesten te late doen. Trouwens in een versla van een voetbalwedstrijd uit o zeventiende eeuw wordt nog gi sproken van een slachtveh waar de spelers vandaan kome met bebloede koppen, gebroke beenderen, uit de kom getrol ken ledematen en verwondinge die hun leven verkorten. Zo bont maken wij het dus nu meer. Maar nog altijd make spelen, vooral sportspelen zoal het voetbal, duistere driften it onze ziel los; soms hebben di maar heel weinig nodig om it echte bloeddorst om te slaan Maar waarom nou net bij sport Het antwoord ligt in het feit da in de loop van de eeuwen het nu. nopolie op het uitoefenen van It chamelijk geweld (gelukkig!) i' handen van de staat of de ove 1 heid is komen te liggen. De ind viduele burger heeft niet he recht zijn buurman met eet knuppel het rechte pad op t slaan, maar de ME mag dat oj gezag van de staat wel. Alleen A sport vormt een uitzondering o] het staatsmonopolie van ge weid. Onze vecht- en wreed heidslust vindt in sportwedstrij den een maatschappelijk geac cepteerde emotionele uit laatklep. Het kijken naar eer handjevol medemensen die bin nen een duidelijk afgebakendt speelruimte en volgens strengt regels tegen elkaar tekeer uw gen gaan, biedt ons de mogelijk heid al onze wrede of agressieve lusten innerlijk in een soort van dagdroom bot te vieren zodat wij zelf geen gevaarlijke dingen hoevengaan doen. En als het dan toch een keer uit de hand loopt, gebeurt dat, onder invloed van drank of de massa, natuurlijk niet op maar langs de rand van het veld. Want langs de richel, op de tribune of voor de buis, zit het echte tuig. Advertentie (caafV

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1990 | | pagina 4