PZC Greet De Vries- Hommes week-in 33 ZATERDAG 7 JULI 1990 Overleg heilig Milieubox Bevlogen en vol dadendrang gaat Greet de Vries-Hommes (1944) in 1987 als gedeputeerde namens de PvdA, het milieu in Zeeland beheren. Als specialist verkeer en waterstaat sinds 1978 in provinciale staten actief, moet ze zich op een geheel nieuw werkterrein begeven. Ze ervaart dat het optreden als dagelijks bestuurder van de provincie een gans andere opstelling vereist dan het opereren als gewoon statenlid. „Ik ben nu misschien iets minder onbesuisd," zegt ze eind 1987. Komend voorjaar zijn er statenverkiezingen. Greet de Vries staat te trappelen om aan een nieuwe ronde als gedeputeerde te beginnen, vooropgesteld dat de partij haar weer op het Abdijpluche wil hebben. Hoewel teleurstellingen en politieke nederlagen haar niet bespaard zijn gebleven, is het heilig vuur wanneer het om milieu gaat, nog volop aanwezig. Kroon op het werk van de afgelopen drie jaar is voor Greet de Vries-Hommes de presentatie van Kerend Tij, het eerste Zeeuwse Milieubeleidsplan. Een citaat uit Kerend Tij. „De Zeeuwse Delta is helemaal niet zo schoon als sommigen menen. De vervuiling van de Westerschelde is in hun ogen slechts een lokale smet op het verder zo schone Zeeuwse blazoen, een smet die ook nog eens op rekening van de Belgen kan wor den geschoven. Dergelijke ideeën kunnen gemakkelijk als fabeltje worden ontmas kerd." Het gaat niet om kritiek van een actiegroep, maar om de mening van het Zeeuwse college van gedeputeerde staten. Een dagelijks provinciebestuur, dat zich tot nu toe niet écht om het milieu heeft bekommerd. Het wordt ook in diplomatie ke bewoordingen toegegeven: „In deze provincie heeft het milieubeleid niet steeds op alle fronten de prioriteit gehad die nodig was." In gewone mensentaal be tekent dat: We hebben er geen bal van te recht gebracht. Het zijn de keiharde feiten - en de lonken de statenverkiezingen - waarvoor de da mes en heren gedeputeerden de ogen niet meer kunnen sluiten. Nogmaals Kerend Tij: „De werkelijkheid is dat Zeeland op alle fronten - verzuring, vermesting, ver spreiding van milieugevaarlijke stoffen, verstoring van natuurgebieden, enzo voort - niet onder doet voor de rest van het land. De werkelijkheid is dat deze agrarische provincie met zijn geringe in wonertal de vijfde provincie is op de rang lijst van bronnen van luchtverontreini ging. En dan zijn er nog specifiek Zeeuwse milieuproblemen als de vermesting, die in vrijwel de hele provincie in de sloten een forse algenbloei veroorzaakt." Kerend Tij is door gedeputeerde staten - waarin ver tegenwoordigd CDA, PvdA en VVD - uit gebracht. Voor milieugedeputeerde Greet de Vries-Hommes moet dat een fikse op steker zijn. Als de woorden ook werkelijk in daden worden omgezet, staat Zeeland een nieuw tijdperk te wachten, waarin al maar meer plaats maakt voor: mag het ietsje minder. Wanneer het met het eerste Zeeuwse Milieubeleidsplan net zo gaat als met het Nationaal Milieubeleidsplan (veel geschreeuw, weinig wol) dan verandert er weinig. Hooguit zal de burger zijn afval ge scheiden moeten inleveren. Maar gedepu teerde De Vries-Hommes ziet het voorals nog zonnig in. - De Zeeuwse overheid - waterschappen, gemeenten, provincie - laat het milieu veelal aan het kortste eind trekken. „In het verleden zijn de zaken wat onder gewaardeerd. Dat is aan het veranderen. Er vindt nu een omslag plaats. Dat heeft in Zeeland wat langer geduurd dan elders in het land. Je moet natuurlijk wel een draagvlak hebben in de samenleving, wil je een milieubeleid gestalte kunnen ge ven. Het is hetzelfde als met stoplichten. Ze moeten zin hebben, anders rijdt men er doorheen. We moeten zorgen voor een goede regelgeving en handhaving, naast voorlichting en educatie. En overleg. Ik geloof heilig in overleg. Twee jaar geleden had ik nooit gedacht dat de gemeenten zouden meewerken aan een ander afval beleid. Door goed overleg is dat nu be reikt." - Neem de waterschappen. Het bestuur van Noord- en Zuid-Beveland weigerde te zorgen voor betere milieucontrole in het buitengebied. ,,Ik was ook reuze teleurgesteld toen ik het hoorde. Hier klopt iets niet. Ik heb be grepen dat het dagelijks bestuur van het waterschap het onderling niet eens was en dus was het verhaal naar de algemene ver gadering niet sterk. Er is hier geen sprake van een omslag." - Neem de gemeenten. Volgens een top man van het ministerie komen die niet met plannen en subsidieverzoeken op milieu gebied. „Het is niet helemaal waar dat er onvol doende initiatieven worden genomen. Er is om subsidie te krijgen een drempel van tenminste 70.000 inwoners. Je moet voor Zeeland die drempel niet te strak hante ren. Gemeenten moeten wel zelf achter Gedeputeerde Greet de Vries Hommes: het tij keert (foto Wim Riemens) Zeeuws milieuplan is geen papieren tijger Met dit beeld presenteert de provincie Zeeland 'Kerend Tij' het eerste Zeeuwse milieuplan initiatieven staan. Iets van bovenaf opleg gen kan even werken, maar mislukt op termijn. Dat zijn korte termijn-successen. Ik vind wel dat je niet alleen met gemeen ten moet praten. Zonodig moetje dingen opleggen." - Noem eens een leuk milieu-initiatief van een Zeeuwse gemeente. „Ik moet wel nadenken. Je ziet dat een ge meente als Valkenisse begonnen is met in voering van een milieubox. Dat initiatief wordt vrij snel door twee gemeenten ge volgd. Dan heb je er nog maar drie van de 30, maar ik hoop dat de rest uiteindelijk ook meedoet, zodat het klein chemisch af val rigoreus uit het milieu gehaald wordt. Ik zeg niet dat de gemeenten een uitmun tend milieubeleid voeren. Ze zitten een beetje met het probleem dat ze niet alles weten. Er zijn allerlei illegale zaken die moeilijk te achterhalen zijn." - Economie en recreatie krijgen in het be leid altijd voorrang. „Of dat zo is, weet ik niet. Er is ook wel voorrang voor het milieu. In West- Zeeuwsch-Vlaanderen wordt door de ge meente Oostburg de recreatieve ontwik keling afgeremd. Er staat tegenover dat de gemeente Sluis uitbreiding van kam peren wil in een richting die absoluut niet kan. Neem de landinrichting voor West- Zeeuwsch-Vlaanderen. Ik hoop dat het een herinrichting van de kuststrook wordt en geen ruilverkaveling. Gedepu teerde staten hebben een voorkeur voor herinrichting. De tegenstanders daarvan hebben gewoon koudwatervrees. Het is de doodnormaalste zaak van de wereld dat bij landinrichting het algemeen belang meetelt. Als men de emoties loslaat en zui ver zakelijk redeneert, dan ligt voor de kust van West-Zeeuwsch-Vlaanderen her inrichting voor de hand. Men moet er geen prestigezaak van maken." - Neem de provincie. Die loopt bepaald niet voorop bij het uitzetten van een crea tief milieubeleid. „De provincie laat wel steken vallen. Ik denk aan het Rammekensschor. Dat had nooit aangewezen mogen worden als spe ciedepot. Gelukkig worden dergelijke fou ten minder; de omslag in denken werkt ook door in het provinciehuis. Je merkt dat het idee van een duurzame ontwikke ling meer ingang vindt. De omslag is er in het college van gedeputeerde staten. An ders had men niet het Zeeuws Milieube leidsplan geaccepteerd. Dan had men niet in het sociaal-economisch beleidsplan de duurzaamheid opgevoerd. En in Zeeland aan Zet is er de zoneringsgedachte, waar bij je het milieu probeert te dienen en te gelijk een stukje economische ontwikke ling mogelijk maakt. Er zijn trieste voor beelden, zoals sloop van een woonwijk in Sluiskil. Ik zie dat toch als een voorbeeld van goed milieubeleid. Niet met allerlei lapmiddelen proberen de woningen te be houden, maar zorgen voor een fatsoenlij ke oplossing. Het kost tijd. We hebben er 50 jaar over gedaan om de zaak te verzie ken en je mag niet verwachten dat het in één jaar opgelost wordt." - Het provinciaal bestuur gedoogt teveel. Bedrijven mogen lustig doorgaan met ver vuilen. De normen worden rekkelijk toe gepast. „De provincie heeft niet altijd de moge lijkheden om eisen te stellen. Er is ook rijksbeleid waaraan we ons moeten hou den. De uitstoot door bedrijven stijgt nu nog wel, straks als het Nationaal Milieu beleidsplan uitgevoerd wordt, niet meer. Ik ben voor een gebiedsgerichte benade ring. Niet naar één bedrijf kijken, maar naar een heel industriegebied. De zaken optellen, uitgaan van de totale milieube lasting. Dat gaat gebeuren. Ik pleit ook voor het gebruiken van 10% van de be drijfswinst voor milieumaatregelen. Dat heb ik interprovinciaal aangekaart. Het wordt bekeken. Ik denk dat bedrijven zo'n bepaling niet eens zo verstrekkend vin den, als ze de uitgaven van de belasting mogen aftrekken." - De landbouw wordt door de provincie erg ontzien. Waarschijnlijk blijft zelfs de distelverordening gehandhaafd. „Ik weet het niet. Gedeputeerde staten staan achter afschaffing van de verorde ning. Je moet dan wel een extra maaibe- leid voeren en dat zal de provincie ook doen. Voor het landbouwbeleid stellen we in Kerend Tij ook een aantal eisen." - Als milieugedeputeerde bent u heel be hoedzaam bezig en moeten er nogal eens tegenvallers worden geïncasseerd. „Het kan me niet zoveel schelen op welke wijze iets gebeurt, als het maar gebeurt. Wanneer ik eens 'n keer onder de grond door moet, dan doe ik dat. Soms is dat fru strerend, maar ik ben een geboren opti mist. Ik denk dat het werkt als je er zelf in blijft geloven. Zonder goede medewerkers en contacten in de samenleving lukt het niet. Je leert wel relativeren en je moet te gelijk de dingen niet loslaten. Een beetje terriergedrag vertonen." - In de bescherming van de Oosterschel- de-waarden langs de Oesterdam hebt u gefaald. „Ik heb moeten toegeven en ben daar woest over. Maar er zitten nog een paar ijzers in het vuur. Minister Braks is ge vraagd via de Natuurbeschermingswet de Oosterscheldekant ontoegankelijk te ver klaren. Dan mag er gewoon niemand ko men. Ik kon niets regelen en heb daar vre selijk de pest over in. Als gemeentebestu ren het nut van een goede bescherming van natuurwaarden niet inzien, dan kan ik niet op m'n eentje vanuit Middelburg zeggen dat het anders moet. De gemeente besturen hebben nu beloofd dat ze zullen meewerken. Ik ga er vanuit dat het ge beurt." - U loopt wel meer stuk op de houding van bestuurders en burgers. „Men is onvoldoende doordrongen van de noodzaak het milieu te behoeden. Je moet voortdurend praten en proberen te over tuigen. Uitleggen waarom iets moet en niet kan. Als mensen een stukje gemak moeten inleveren ten gunste van het mi lieu, dan is het milieugevoel niet zo groot. Dat geldt ook voor gemeentebesturen. Ik merk wel dat men zich een heel klein beetje begint te schamen af en toe. Dat men zegt: dat kunnen we de natuur niet aandoen." - Vandaar uitbreiding van minicampings en het toelaten van waterscooters? „Zolang wij het voor het zeggen hebben blijft het maximumaantal plaatsen op mi nicampings vijf, en tien in het hoogsei zoen. Straks bepalen de gemeenten de aantallen zelf. Ik hou m'n hart vast. Ik hoop dat de gemeentebesturen zullen be seffen dat mensen willen kamperen bij een boerderij en niet op een camping. Waters cooters mogen niet. Als vroeger een brom mer teveel lawaai maakte, kreeg je die als pakketje thuisgestuurd. Dat moet met die scooters ook gebeuren. Ik begrijp het niet waarom mensen die dingen gebruiken. Het is het kwijtspelen van een stuk agres sie. Dan zeg ik: loop maar een stuk hard." -- Met het Zeeuws Milieubeleidsplan wilt u duidelijk scoren. „Ik wil presteren ten behoeve van een be ter milieu. Er zijn er nog teveel die preste ren om te presteren. Om er beter van te worden. Dat hoeft voor mij niet. Het ZMP is een plan voor vier jaar, met een uitloop tot 2000. Ik ben ervan overtuigd dat het geen papieren tijger blijft. De Romeinen wisten het al: zonder een goed plan is het een verrekt eind omlopen. Ik ben niet on nozel. Waar we bevoegdheden hebben zul len we de vergunningen en controles aan scherpen. Maar het zal een en/en-beleid moeten zijn. Ook appelleren aan de ver antwoordelijkheden van de mensen zelf. Ze zullen mee moeten werken. Met z'n al len werken aan een andere mentaliteit. Ie dereen weet wat in een vergunning staat en dat hij zich daaraan moet houden. Het is in feite toch belachelijk dat we kapita len moeten uitgeven voor controle." - De provincie steunt niet enthousiast het veranderen van de opvattingen bij de mensen. „We moeten veel meer, vooral door educa tie, het omslagdenken bevorderen. Dat lukt ook wel. Geen spuitbussen meer, fos faatvrije wasmiddelen, milieuvriendelijke verpakkingen. Alleen moeten we verder gaan. Beseffen dat de grond niet alleen van ons is, maar ook van de natuur en on ze kinderen. We doen wel degelijk aan na- tuur- en milieu-educatie. Ik heb geen zin allerlei nieuwe ontwikkelingen te steu nen. Dat is een stuk verspilling. We moe ten de bestaande activiteiten versterken en daarbij is samenwerking gewenst. En de provincie hoeft niet alles te betalen. Ook de gemeenten en het rijk moeten een steentje bijdragen. Gemeenten doen dat nu veel te weinig. Als provincie hebben we veel aan het milieufonds. Daarmee heb ben we al een aantal goede milieuzaakjes kunnen honoreren." - Een kritische organisatie als de Zeeuw se Milieu Federatie is door provinciale staten recent wel meer steun onthouden. „De ZMF vind ik niet lastig. De organisa tie vervult een horzelfunctie. Gedeputeer de staten vinden dat de steun aan de ZMF moet worden vergroot. De recente afwij zing van meer subsidie? Ik zeg niet dat ik daar gelukkig mee ben. Maar het tij is aan het keren. Ik ben er wel voor dat de ZMF meer mensen op projectbasis inschakelt. Dat levert meer rendement op dan het aanstellen van een man." -- Gedeputeerde staten steken hun nek uit met het ZMP. Is het een reëel plan? „Het is een politiek haalbaar plan. Er komt ongetwijfeld commentaar op. De een vindt het te ver gaan, de ander niet ver genoeg. We moeten de inspraak afwach ten en er zonodig ons voordeel mee doen. Wat mij betreft gaat er niks aan de voor stellen af en komt er alleen maar wat bij. Ik hoop dat er opbouwende kritiek komt. Als ze zeggen dat er iets niet deugt, dan svp wel aangeven hoe het wel moet. Ik ben graag bereid - als de mensen mij de kans geven - het plan uit te voeren." Rinus Antonisse

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1990 | | pagina 33