Jan
Akkerman
North Sea Jazz minder compact
week-uit ZATERDAG 7 JULI 1990 25
Papiertje
Volumepedaal
Gewroet
Akkerman is niet iemand die straks in het
Concertgebouw koortsachtig op zoek
gaat naar allerlei concerten van collega-
gitaristen. ,,Op het North Sea is John Lee
Hooker eigenlijk de enige waar ik echt in
geïnteresseerd ben. En als Sarah Vaughan
nog had geleefd, dan had ik ook haar ook
dolgraag weer eens willen horen. Philip
Caterine vind ik een goede gitarist, daar
heb ik een binding mee. Hij is een authen
tieke gitarist. Maar iemand als John
McLaughlin? Ik weet niet wat ik daar mee
aan moet. Straks staat hij weer in zo'n
paars nachthemd met twee eskimo's te
spelen. Het zegt me niets. Hij had een keer
een stuk geschreven dat begon met dezelf
de tonen als de vijfde van Beethoven.
Toen een interviewer daar een opmerking
over maakte, zei hij: 'oh, wat een aardig
toeval'. Dus hij heeft wel humor, met z'n
paarse nachthemd. Maar muzikaal geloof
ik hem niet. Nee, ik houd me meer bij de
oude garde: Wes, Django, Chet Baker. En
gewone eenvoudige stevig op-en-neer
rock van Joe Walsh, Bob Seeger en Clap
ton, vind ik lekker om naar te luisteren.
Een beetje oorboter voor alle smaken. En
Billy Gibbons van ZZ Top natuurlijk, dat
is helemaal te gek."
„Ik ben voor zestig procent tevreden met
de nieuwe cd. In dit geval heb ik mijn lot in
de handen van de heer Miles Copeland ge
legd. Ik had veertig stukken gecompo
neerd en hij heeft er tien uitgezocht voor
de cd. Het moest een rock and roll-plaat
worden. Maar ik blijk toch wel wat anders
te verstaan onder rock and roll dan hij.
Maar daar bestaat niet alleen die veertig
procent ongenoegen uit. Ik vond het ook
jammer dat er nou net geen geld genoeg
was voor blazers. Aan de andere kant
werd er wel een smak poen neergeteld
voor een strijkersgroep onder leiding van
de vader van Christine McVie. Maar dat
zooitje was zo verschrikkelijk dronken en
vals. Die opnamen zijn zo weer van de
band gewist. Ik heb een contract voor nog
wel een stuk of drie, vier cd's. Ik heb begre
pen dat Miles z'n hele leven wel met me
door wil gaan. 'Het beste is nog lang niet
uit jou gehaald', zei hij. Ik denk dat hij ge
lijk heeft. Ik doe er zelf van alles aan, maar
ik weet niet waar het aan ligt. Het ouwe
wijf wil gewoon nog niet plat."
„Je hebt genoeg musici die hun emoties
van een papiertje lezen. Daar is niets ver
keerds aan. Je kunt het muziekmaken ook
gewoon als een vak zien, een ambacht. Er
zitten hele loonzagerijen mee vol. Ik heb
er alle respect voor. Om van hot naar her
te racen met je cellootje of je viooltje on
der je snelbinder."
„Ik zie die jazzopleidingen van tegenwoor
dig best zitten. Het enige wat er nog aan
ontbreekt is een carrière-bouwplaat: als
ik dat stuk van die en die daar speel, dan
kom ik er ook wel. Nou vergeet het maar.
Jongens die gitaarspelen mooi vinden,
kunnen naar zo'n schooltje en worden
meteen om de oren geslagen met het beste
van het beste. In mijn tijd was dat niet zo.
Ik zag in een film een of andere lulhannes
met een gitaar en ik ben vijf keer naar die
bioscoop geweest om een akkoordje op te
schrijven. Als je zo'n opleiding kan krij
gen, dan heb je daar baat bij. Er zijn in de
kunst alleen zeer veel die zich geroepen
voelen, maar er zijn zo weinig die ant
woord krijgen. Als je echt iets wilt berei
ken, dan kost dat gewoon energie. Naast
zo'n conservatorium zouden ze een bor
deel moeten bouwen en een kroeg. Elke
nacht verplicht tot zes uur zuipen, een
stootje pepmiddellen, en dan gewoon 's
ochtends om negen uur bij de les zijn."
„Nederland heeft geen eigen rock-circuit.
Het is hier heel hard om een ronde tafel
lopen zodat je naar je eigen achterste kan
kijken. We gaan wel met twintig, dertig
duizend man naar ene meneer Prince kij
ken of naar de Rolling Stones, maar een
eigen rock-cultuur hebben we niet. Wat
mij nou goed deed, was dat Harry Muskee
in Vredenburg. Vijfentwintig jaar in het
vak, en dan ausverkauft. Dat vond ik nou
mooi."
„Ik sta op de nominatie voor de nieuwe
wereldtournee van Sting, maar dan sta je
toch als sideman achter Sting. Ik zit er
niet echt op te wachten. Ik ben op het
ogenblik lekker met mijn eigen dingen be
zig."
Ton Ouwehand
Jarenlang gold Jan Akkerman als
de zo niet beste, dan toch zeker
bekendste gitarist van ons land. Op
zijn solo als 'Hunter' in Russian Spy
and I, halverwege de jaren '60, brak
menig beginnend gitarist in het
gunstigste geval z'n vingers of anders
vertwijfeld zijn hele gitaar. Samen
met het dunne stemmetje van Kaz
Lux vormde zijn gitaarspel de harde
kern van de formatie Brainbox en de
eerste helft van de jaren zeventig
was hij met de orgel ,en fluitspelende
jodelaar Thijs van Leer het gezicht
van een van de belangrijkste
muzikale exportproducten die
Nederland ooit heeft gekend: Focus.
Daarna volgde een periode van wisse'-
vallige platen. Zijn oude vlammende
stijl was opgegaan in producties die voor
vlees, vis, noch vegetarisch konden door
gaan. Na de uitnodiging voor 'The Night
Of The Guitar', waarmee hij een wereld
tournee maakte in het gezelschap van gi
taar-helden van weleer en de daaruit
voortgevloeide nieuwe compact disc The
Noise of Art lijkt het oude vuur terug bij de
gitarist. Er staat een tournee met popster
Sting op stapel. En op het komende North
Sea Jazz Festival heeft hij een ereplaatsje
in de Guitar Extravaganza. Daar staat hij
met een eigen bigband tussen gitaar
cracks als Lee Ritenour, John McLaugh
lin en Philip Catherine.
„Nee, het is niet de eerste keer dat ik op
North Sea sta. Meestal speelde ik daar in
session-verband. Met Hans Dulfer heb ik
er opgetreden, met onze makelaar in iglo's
Nippy Noya... In '82 zou ik er spelen met
Joachim Kühn, John Lee, Gerry Brown en
een steel guitarist. Op het laatste moment
haakten de eerste drie af. Toen stond ik
daar met alleen Koos Biel, een steelguita-
rist met een bandje in z'n haar. Een Ha-
waiïaans avontuur dat met geen pen te be
schrijven is."
„Ik zie het komende optreden niet als re
vanche of zo. Maar het geeft een beter
beeld van waar ik mee bezig ben. Voor het
eerst kwam Paul Acket met een goed
voorstel. Hij zei: kom nou maar eens met
een eigen band."
Rudy van Dijk arrangeert nu de stukken
van Akkermans nieuwste cd voor de band
waarmee hij op North Sea speelt, met ze
ven blazers. Is dat niet de omgekeerde we
reld?
„Nee, ik had bij de opname al blazers ge
wild, maar er was geen tijd genoeg om de
arrangementen te laten maken. Boven
dien was er geen geld voor, een puur eco
nomische kwestie. Met dezelfde club ga ik
trouwens in augustus naar The States,
daar doen we een kleine nachtclubtoer.
De laatste drie dagen worden alle stukken
live opgenomen, met blazers."
„Ik ben altijd wel geïnteresseerd geweest
in blues, maar nog veel meer in wat je er
zelf van maakt. Ik luisterde veel naar mu-
Jan Akkerman (foto GPD)
Het ouwe wijf wil
nog niet plat
ziek, die buiten de gangbare pop lag. Be
bop, Charlie Parker, Art Blakey. En hele
ouwe rock' n' roll-gitaristen. Django Rein-
hardt en Wes Montgomery zijn nog steeds
mijn favoriete gitaristen. Wes maakte
doorleefde muziek. Hij heeft een hele hoop
commerciële dingen gedaan, maar hij
heeft heel veel moois achtergelaten. Geor
ge Benson is eigenlijk de enige die de nala
tenschap van Wes heeft opgepakt. Mis
schien een beetje in een commercieel jas
je, maar dat vind ik op zich helemaal niet
erg. Want ik vind Benson echt beter dan
Clapton, maar dat is persoonlijk."
De Amerikaanse gitarist Bill Frisell (ook
te horen op North Sea) beïnvloedt mo
menteel sterk de jazzgitaristen door het
gebruik van een volumepedaal. Door het
niet hoorbaar maken van de aanslag en de
toon vervolgens langzaam te laten aan
zwellen ontstaat een trompet-achtig,
vioolachtige sound. Maar deed Akkerman
zoiets bij Focus nie; veel eerder, maar dan
met de pink aan de volumeknop?
„Ja, je hebt altijd van die idioten, die tien
jaar te laat denken dat ze iets hebben uit
gevonden. Ik heb dat geluid ontdekt. Dat
ontstond op een bepaald moment. Bij die
lange uitgestrekte accoorden zocht ik een
andere klank, dan gewoon zo'n gitaar
toontje. Toen ben ik met de potmeter
gaan knoeien en dat is uitgedraaid op die
techniek. Nou heb ik het Mark Knoflook,
of hoe heet die man van Dire Straits het
zien gebruiken en zelfs Clapton. Ik vond
het verbazend dat die man zich verwaar
digt naar mij te luisteren. Ik zat indertijd
met Peter Banks (de eerste Yes-gitarist) in
de studio voor zijn eerste soloplaat en
toen stond hij mij heel goor aan te kijken,
alsof ik die techniek van hem had gegapt.
Sindsdien hebben we ook een slechte ver
standhouding. Op die plaat heeft hij ook
een stuk waarop wij samenspelen ineens
'get out of my fridge' genoemd. Ik dacht:
wat krijgen we nou? Maar het is weer zo'n
typisch voorbeeld van Engels kolonialis
me. Iets van een ander gappen en dan ver
kopen als je eigen stuff."
„In de tijd van Focus heb ik veel aanbie
dingen gehad. Maar dat mocht allemaal
niet. Ik kon bij The Beach Boys komen,
een week met Clapton mee door Canada,
ik zat zelfs met Dave Mason in de studio,
toen ik er door de Focus-maffia letterlijk
ben uitgetrokken. Nee, men dacht er niet
bij na als mijn naam bij andere formaties
opdook, dat het Focus ook wel eens goed
kon doen. Je moet niet vergeten, we ston
den met vier elpees in de Amerikaanse
top-100. En dat waren geen fluitmuziek-
jes. Focus was gitaar met goede begelei
ding. Thijs en ik componeerden nooit sa
men. Ik heb wel al zijn stukken voor rock
band gearrangeerd. Maar dat is me geloof
ik ook nooit zo in dank afgenomen. Ik heb
geen contact meer met hem. We hebben
nog wat gedaan voor Veronica, Goud van
Out. Een week later hing Thijs alweer aan
de telefoon. Of ik meedeed bij AVRO-Ser-
vice Salon. Toen heb ik nee gezegd."
„Als ik componeer dan gaat dat altijd van
uit de gitaar. Het gaat om een idee, een
ingeving. Ik zie dat zo: je zit naar een po
dium te kijken en ineens verschijnt daar
een Engelsman aan een touwtje. Zo'n idee
ontstaat uit een ontzettend gewroet en ge
peuter. Ik noteer dat nooit. Ik heb nog
nooit iets opgeschreven. Ja een brief naar
de belasting. Ik kan wel notenlezen. Maar
zo gauw ik een gitaar in mijn handen heb,
is het weg. Een soort muzikale dislectie. Ik
kan niet tegelijk spelen en naar zo'n blad
zitten te kijken. Net alsof ik mijn ontroe
ring moet aflezen van een stukje papier. In
Nederland kan men dat heel goed bij graf
redes, maar ik heb me daar nooit toe aan
getrokken gevoeld."
Madeion Acket: activiteiten North Sea Jazz uitgesmeerd (foto Toussaint Kluiters)
In 1984 kreeg ze haar eerste kind en
vond ze haar full-timebaan bij Ont
wikkelingssamenwerking daarom teveel
worden. Nu heeft ze drie kinderen en is
ze, nota bene, directeur van de North Sea
Jazz Festival-organisatie: de 31-jarige
Madeion Acket, opvolgster van haar il
lustere en nog steeds onmisbare vader
Paul Acket. „Directrice" wil ze niet wor
den genoemd: dat klinkt naar kostscho
len en donkerblauwe mantelpakken.
Madeion Acket werd in december 1989
officiéél directeur. Het festival van dit
jaar, dat van 12 tot en met 15 juli in het
Haagse Congresgebouw plaats heeft, is
dus het eerste dat ze in haar huidige hoe
danigheid meemaakt. „Het was beslist
geen bewuste carrière-planning. Ik vond
die baan bij Ontwikkelingssamenwer
king heel erg leuk, eerst was ik er typiste,
later secretaresse. Na de geboorte van
mijn eerste kind wilde dat werk gewoon
inruilen voor een part-timebaan. Ik ben
altijd bij alle vijftien North Sea Jazz-fes
tivals betrokken geweest, al was het
soms alleen maar door het bijhouden
van adressenbestanden, en ik besloot
eens een „open sollicitatie" te richten
aan het festival. De secretaresse ging net
weg en ik kon er voor in de plaats komen.
Het was toen nog geen baan waarbij het
hele jaar gewerkt moest worden."
Vanuit haar positie als secretaresse
bouwde Madeion haar takenpakket uit
en vorig jaar werd ze de baas. „Het ging
eigenlijk vanzelf. Ik ben zo met het festi
val opgegroeid: vroeger thuis was het tot
vervelens toe het gesprek aan tafel. Ik
heb ook weieens gedacht: ik moet hier
een tijdje weg: vandaar ook die andere
baan."
Madeion vindt het geen probleem om op
haar 31e aan het hoofd van een tamelijk
groot bedrijf te staan. Ze kent het im
mers als haar broekzak. Toch wijst ze op
de grote steun van haar ouders, Paul en
Jos, beiden nog volop actief in het be
drijf. „Mijn vader zit al 50 jaar in de jazz.
Hij kent alles en iedereen. Hij is nog
steeds de grote man achter de program
mering, hij weet wat leuke samenstellin
gen zijn. Dat is nauwelijks over te nemen.
Het zit allemaal in zijn hoofd."
Het organiseren van het festival van dit
jaar is tot op heden probleemloos verlo
pen. De enige dissonant was dat er - voor
het eerst - van 5 tot en met 10 juli in Am
sterdam ook een jazz-festival wordt ge
houden, met grcr.e namen als Mei Tormé
en Stephane Grappelli. „Tja, dat is wel
een beetje een stoorzender, waar we wel
wat problemen mee hebben gehad. Het
werkt namelijk zo verwarrend. Het pu
bliek weet misschien niet precies meer
waar wat wanneer te doen is." Voor echte
concurrentie is ze niet bang. De kaarten
voor de derde dag van het North Sea
Jazz-festival, zaterdag 14 juli, zijn ook al
bijna uitverkocht. „Natuurlijk kun je pas
na afloop zeggen of het van betekenis is
geweest. Maar in Amsterdam kies je voor
één of meer concerten, bij ons ben je fes
tival-ganger en loop je dan hier en dan
daar naar binnen. Ik ben wel benieuwd of
de Amsterdamse opzet slaagt."
De grote kracht van "North Sea Jazz was
altijd de enorme opéénhoping van con
certen in drie dagen in één gebouw. Be
kend is Oscar Peterson's kreet: „Als er
tijdens het jazz-festival een bom op het
Congresgebouw valt, is het voorgoed uit
met de jazz." Toch is het festival dit jaar
over vier dagen uitgesmeerd, eigenlijk
over vijf, want op 11 juli is er een apart
(inmiddels uitverkocht) concert van
grand old lady Ella Fitzgerald, die on
danks haar 72 jaar in topvorm schijnt te
zijn. Madeion betwist dat het festival te
lang wordt: „We hebben na jaren de
knoop doorgehakt en het is naar de wens
van verschillende festival-gangers. Het
is nu elke dag twee uur korter. Vroeger
gingen veel mensen eerder weg dan ze ei
genlijk wilden, gewoon omdat ze over
voerd raakten en aan slaap toe waren.
Nu is er wat meer ruimte om alles fysiek
en qua indrukken te verwerken."
Dit najaar komt de North Sea Jazz Festi
val-organisatie voor het eerst met een
meerdaags jazz-festival „elders in het
land", vertelt Madeion Acket. Ze wil niet
meer vertellen dan dat het „geen blauw
druk" is van het festival in Den Haag.
North Sea Jazz zal dit najaar verder ook
nog enkele losse concerten organiseren.
„Het is de bedoeling dat we het hele jaar
echt produktief zullen zijn." Er werken
continu vijf a zes mensen op het nieuwe
kantoor aan de Nieuwe Duinlaan in Den
Haag. Tegen de tijd van het festival zijn
er 16 tijdelijke krachten. Tijdens het fes
tival zelf werken er drie- tot vierhonderd
mensen mee, vaak oud-gedienden die
soms hun vakantie reserveren om bij het
jazz-festival te kunnen zijn. Madeion:
„Eén komt er speciaal voor uit Mali te
rug."
Ondanks de enorme ploeg heeft de huidi
ge directeur eigenlijk amper de tijd om
zelf een paar musici op het festival te ho
ren. „Ik ben altijd al een enorme fan ge
weest van John Lee Hooker. Hij is al zo
vaak geweest en ik heb hem er nooit ge
zien."
Barenda Grutterink