PZC
Checkpoint Charlie
vandaag opgeheven
Geluk is een akelige vervanger
voor echte milieu-oplossingen
De gemartelde ziel
opinie en achtergrond
Steeds meer asielzoekers in barakken en noodpensions
VRIJDAG 22 JUNI 1990
Overvol
Gevangenis
Chemisch afval
Geen contact
denkwijzer
PTT
Veel patiënten
Jan Stins
Misschien heeft u een plaatsje?
(Van onze verslaggeefster
Carine Neefjes
J ls ik 'alstublieft' zeg, dan
xV antwoord jij 'dank u wel'.
Geduldig leert de kantinejuf
frouw de asielzoeker een paar
goede manieren. Dan geeft ze
hem een bord met bruin brood,
kaas en jam. Een beetje streng
zijn moet, vindt ze. Anders pak
ken ze alles wat voor handen
ligt. Ze zijn in eigen land niet
gewend dat er eten genoeg is en
grijpen daarom blindelings
naar een voorraad. De overvolle
bordjes worden niet leeggege
ten. Het is negen uur, tijd voor
het ontbijt in Maristella, een
pension voor asielzoekers in
Wijk aan Zee.
Aan een tafel in een hoekje zit
ten vier zwarte kinderen. Zwijg
zaam en met een ernstige blik in
de ogen eten ze hun cornflakes
op. Moeder ligt nog op bed, kijkt
televisie. Ze ontbijt nooit met
haar kinderen, vertelt pension
beheerder Ted Eskes. Hij noemt
haar een lui wezen. ,,Zegt altijd
dat ze ziek is, maar gaat nooit
naar de dokter. Als ik haar
dwing naar beneden te komen,
antwoordt ze: 'ik niet verstaan'.
Smoesjes. Ze praat perfect En
gels."
Midden in de eetzaal zit een Ni-
geriaanse jongen. Sinds vier we
ken verblijft hij in pension Ma
ristella. Veel te lang, vindt hij.
„Ik sta op, eet en slaap. Meer doe
ik niet. Ik wil naar een gewoon
asielzoekerscentrum. Dit is
slechts noodopvang, omdat el
ders geen plaats is. Maar daar
kan ik tenminste Nederlands le
ren en rechtshulp zoeken. Hier is
niets, helemaal niets". Verveeld
pakt hij zijn bordje op en stort de
etensresten in de afvalbak. Ook
hij is te inhalig geweest.
Bij de afdeling vreemdelingen
zaken van het minsterie van
WVC is paniek uitgebroken. De
stroom asielzoekers naar Neder
land is niet meer te overzien. En
zeker niet nu het zomer is. Het
ministerie kan nauwelijks een
beroep doen op de noodhulp van
pensionhouders. Die willen lie
ver toeristen. Iedere maand vra
gen meer dan duizend vluchte
lingen om asiel. En iedere dag
opnieuw breekt een team van
acht medewerkers van WVC zich
het hoofd waar ze deze vluchte
lingen in hemelsnaam moeten
huisvesten.
Jacqueline Kraakman, hoofd
van de afdeling spreiding en
plaatsing: „We doen niets an
ders dan bellen, van de ene ge
meente naar de andere. Of ze als
jeblieft nog een plaatsje vrij heb
ben voor een asielzoeker. Mis
schien in een hotel, pension of op
een camping, als ze madr een
dak boven het hoofd krijgen. En
Iedere dag is weer spannend.
Gisteren hebben we zeventig
mensen kunnen plaatsen. Ik ben
benieuwd of dat vandaag ook
lukt."
Het ministerie van WVC windt
er geen doeken om: „We staan
met onze rug tegen de muur",
verzucht medewerkster Anneke
Verlind. Toen in november 1987
de reguliere opvang voor asiel
zoekers van start ging, waren er
in Nederland vier officiële asiel
zoekerscentra. Dit aantal is in
middels uitgebreid tot vijftien.
En dat is nog niet voldoende. Be
stemmingsplannen voor vijf
nieuwe centra liggen klaar. Te
gen het eind van dit jaar moeten
die opvangkampen gebouwd
zijn.
Tot die tijd doet WVC een drin
gend beroep op pensionhouders
en hoteleigenaars in diverse de
len van het land. Het ministerie
sluit met hen een contract voor
een opvang van maximaal ne
gen weken. Maar die termijn
wordt regelmatig overschreden.
Tegenwoordig is een verblijf van
vier maanden in een noodcen-
trum heel normaal. Momenteel
wachten 491 vluchtelingen in
twaalf verschillende noodvoor
zieningen op een plaatsje in de
reguliere opvang. En daarmee
zitten ze overvol.
In principe heeft de pensionhou
der slechts een zakelijke taak:
hij zorgt voor onderdak, voe
ding, zak- en kleedgeld. Maar
chef-beheerder Ted Eskes ge
draagt zich in Maristella als een
duizendpoot. Snel een aai over
de bol van de jongen die naar
Schiphol gaat. Tijdens zijn
vlucht is hij zijn bagage kwijtge
raakt. Pas vandaag, na vijf da
gen in een vreemd land zonder
eigen spullen, mocht hij op de
luchthaven langs komen om te
informeren. „Zouden ze Neder
landers ook zo lang laten wach
ten?", mompelt Eskes cynisch.
Dan haast hij zich naar de balie
om een vrouw een asperientje te
geven. De 'zieke' was te laat voor
het spreekuur van de plaatselij
ke dokter. Eskes kan alleen voor
half tien afspraken maken. Als
troost geeft hij haar een aspi
rientje.
„En dat helpt, want zo'n figuur
Checkpoint Charlie verdwijnt, maar de muur blijft wereldgeschie
denis (foto Roland de Bruin
(Van onze verslaggever
Wim Bisschop)
Checkpoint Charlie wordt
opgeheven. Vandaag komt
minister Baker, de Amerikaan
se minister van Buitenlandse
Zaken, officieel de sluiting van
deze beroemde grenspost in
Berlijn bijwonen. Sinds de stad
in 1961 is gescheiden door een
muur, moesten alle buitenlan
ders die per auto naar Oost-Ber-
lijn wilden, dit checkpoint pas
seren dat aan de westerse kant
door de Amerikanen werd be
mand en aan de oostkant door
de Volkspolizei van de DDR. Nu
Berlijn praktisch al bijna een
herenigde stad is, heeft de
grensovergang in de Friedrich-
strasse zijn functie verloren.
Als een permanente aanklacht
tegen de tweedeling van de stad
heeft dr Rainer Hildebrandt in
1963 pal naast de grenspost een
museum opgericht, waarin de
bitterheid van de scheiding
werd gedocumenteerd. Het mu
seum trekt op dit moment vol
gens Hildebrandt meer bezoe
kers dan ooit. De 75-jarige men
senrechten-voorvechter is daar
om van plan om dit stuk levens
werk uit te bouwen tot een blij
vend monument voor mensen
rechten.
In het museum staan de specta
culaire voorbeelden van vin
dingrijkheid die mensen bijna
dertig jaar hebben gehad, als ze
wilden ontsnappen. Nagemaak
te uniformen waarmee de Duitse
grenswachten om de tuin wer
den geleid, foto's van tunnels en
van andere geslaagde ontsnap
pingen. Spectaculair is het re
laas over de ontsnappingen in de
kleinste auto ter wereld, de Iset-
ta. Deze driewieler biedt nauwe
lijks plaats aan een persoon en
daarom was het het enige auto
type dat niet van boven tot on
der werd gecontroleerd door de
DDR grenswachten. Een vlucht-
groep is het gelukt om met twee
Isettas in totaal tien mensen de
DDR uit te smokkelen. Het
transport hield op toen een van
de wagens na zes ritten werd ge
snapt, omdat het ding wiebelde
bij de controle. De vrouw die
naar het westen zou worden ge
bracht, bewoog net op het ogen
blik van de controle, waarop de
grenswacht alsnog onderzocht
of het dan toch mogelijk was een
extra mens in zo'n minuscuul
voertuig mee te nemen.
Twee uitgeholde surfplanken
waarmee een jonge Westduitser
zijn Oostduitse geliefde het land
uitsmokkelde, ballonnen en de
vreemdste vliegtuigjes, alles is
gebruikt om mensen uit de DDR
naar het westen te halen. Voor
sommigen was het systeem zo
ondraaglijk dat ze grote risico's
namen om het te ontvluchten.
Een aantal heeft daarvoor met
het leven moeten betalen.
In oktober vorig jaar viel dat sys
teem en nu, negen maanden la
ter, verdwijnt een van de belang
rijkste symbolen van de deling
van het land, de grensovergang
Checkpoint Charlie. Ruim een
jaar geleden was iedereen die de
grenspost moest passeren nog
zenuwachtig of echt alles wel in
orde was. Nu wuift de Oostduit
se grenswacht iedereen onge
zien door. En de muur is ter plek
ke een wereldattractie gewor
den. Er zijn hamers en beitels te
huur zodat elke toerist zijn eigen
stukje van de „anti-fascistische
beschermingswal", zoals dit
werkstuk van Honecker in de
DDR werd genoemd, kan afbre
ken. Die crucifixen van de vrij
heid zijn overigens alleen aan de
kapitalistische kant van de
muur te koop. De ondernemers
geest van de Oostberlijners laat
het nog wat afweten. Aan de
oostkant in de Friedrichstrasse,
die vandaag bijna weer een nor
male straat wordt, is het rustig.
Daar wacht men af wie er wordt
weggespoeld als de bui van de
vereniging echt over het land
komt.
zie ik de volgende dag niet voor
half tien terug aan de balie. Vaak
is de klacht niet ernstig, maar
veel asielzoekers zijn gefixeerd
op medicijnen. In Derde-Wereld
landen genieten artsen en dok
toren een hoog aanzien. Voor de
asielzoeker de enige redder in
nood." Morgen pendelt hij met
een busje asielzoekers driemaal
heen en weer van Wijk aan Zee
naar Haarlem voor de tbc-con-
trole. Met grote letters staat dit
uitstapje aangekondigd op een
schoolbord in de hal van het
pension.
De telefoon gaat. Een handjevol
asielzoekers haast zich naar de
balie. Wie weet belt iemand van
WVC voor overplaatsing. He
laas, een zakentelefoontje voor
Eskes. Dan bestormen ze mas
saal de postbode. Misschien zit
er wel een brief bij van het thuis
front.
Voorlopig zijn alle binnenko
mende asielzoekers aangewezen
op een pension. Een noodsitua
tie, vindt het ministerie van
WVC. Vanuit een pension kan de
gerechtelijke procedure tegen
eventuele uitzetting niet in gang
worden gezet. In het pension is
geen medewerker van rechts
hulp of Vluchtelingenwerk aan
wezig om de asielzoeker te advi
seren.
Het komt voor dat de asielaan
vraag door de rechter wordt af
gewezen, terwijl de asielzoeker
nog in het noodcentrum zit. In
zo'n geval probeert de afdeling
vreemdelingenzaken van WVC
de asielzoeker zo snel mogelijk
over te plaatsen naar een regu
lier asielzoekerscentrum dat wel
over deskundige hulp beschikt.
De asielzoeker heeft dertig da
gen de tijd om in hoger beroep te
gaan. „Met veel moeite vinden
we meestal wel ergens een
gaatje", zegt WVC-medewerk-
ster Kraakman, „maar leuk is
het niet. Het zijn ontheemde
mensen die je van het ene naar
het andere adres overplaatst,
geen zoutzakken".
En het verhuizen van asielzoe
kers komt vaak voor. Een asiel
zoeker kan soms zes plaatsen
aandoen. Hij arriveert op Schip
hol en slaapt een nacht in de
Transithal. Artikel 7a van de
Vreemdelingenwet verbiedt zo'n
overnachting, maar het komt
voor, vertelt Trijntje Munters,
medewerkster van Vluchtingen-
werk en coördinator van het op
vangcentrum op Schiphol-Oost.
Pensionhouder Ted Eskes communiceert vanachter de balie via mond en handen met wachtende asiel
zoekers (foto GPD)
Als het tegen zit, is dat opvang
centrum het tweede adres. Hier
belandt de asielzoeker die vol
gens een eerste verhoor met een
contact-ambtenaar van justitie
geen enkele kans maakt op een
verblijf in Nederland. Een enke
ling weet door middel van een
kort geding alsnog te ontsnap
pen uit Schiphol-Oost, dat van
wege de gesloten deuren en het
recht om tien minuten per dag
frisse lucht in te ademen, ook
wel 'gevangenis' wordt ge
noemd.
Dan vertrekt hij naar een nood-
pension, komt na te lang wach
ten terecht in het asielzoekers
centrum en pas bij de vijfde stap
verovert hij zijn eigen stekkie:
een huis in een van de gemeen
ten die woningen beschikbaar
stellen voor asielzoekers.
Het laatste station is de gevan
genis. Als het hoogste rechtscol
lege in ons land, de Raad van
State, uiteindelijk beslist dat de
asielzoeker het land moet verla
ten, heeft hij dertig dagen de tijd
om 'naar huis' te gaan. Als hij
dat niet doet, wordt hij opge
pakt door de Vreemdelingenpo
litie en in een inrichting gestopt.
Daar wacht hij tot zijn papieren
voor de terugreis in orde zijn ge
maakt.
Nog vorige week is een rapport
aangeboden aan staatssecreta
ris Kosto van justitie om in
plaats van de gevangenissen
voor asielzoekers twee nieuwe
inrichtingen te bouwen met 'een
vriendelijk karakter'. „Ze wor
den slechts vastgehouden op
grond van de Vreemdelingenwet
en niet op grond van de Straf
wet", zo luidt het argument.
De plannen zijn groots. Het per
soneel krijgt een speciale oplei
ding hoe om te gaan met vreem
delingen die definitief het land
uit moeten. Geen gebouwen met
een grote ringmuur en tralies
voor de ramen. Wel een molest-
bestendig interieur, want er bre
ken vaak conflicten uit tussen
vreemdelingen die gedwongen
worden terug te keren.
Trijntje Munters van Vluchtelin
genwerk: „Een schandalig plan.
Ik vind het krankzinnig mensen
op te sluiten die niet crimineel
zijn, maar slechts vechten voor
een veilige toekomst. En van een
vriendelijke gevangenis heb ik
nog nooit gehoord. Gaan ze
soms spelletjes met die mensen
doen? Iedereen moet in een ge
woon asielzoekerscentrum op
zijn retourticket kunnen wach
ten."
(Door mr Jan te Veldhuis
De olieramp met de tanker
Mega Borg in de Golf van
Mexico is in de hele Verenigde
Staten groot nieuws. Nog
steeds. Begrijpelijk en terecht.
Er dreigde een nog grotere mi
lieuramp dan die van vorig jaar
in Alaska, met de Exxon Val-
dex. De krant USA Today
schreef één dezer dagen het vol
gende: „Verklaar de oorlog aan
deze olielozingen. Ook nu was
de oplossing weer meer geluk
dan wijsheid. Maar geluk is een
akelige vervanger voor echte
oplossingen". De krant heeft ge
lijk. Zelfs onze Nederlandse
Smit Internationale moest er in
Amerika aan te pas komen. Net
als wij in Europa en Nederland,
heeft ook Amerika nog steeds
geen echt goed antwoord op dit
soort rampen en bijna-rampen.
Ondanks alle slechte voorbeel
den en ervaringen....
We moeten daarom betere op
lossingen zoeken dan de huidi
ge. Oplossingen aan de voorkant
en aan de achterkant van het
probleem. Aain de voorkant door
alle olietankers veiliger te ma
ken. Bijvoorbeeld: door dubbele
scheepswanden, en met meer af
zonderlijke ruimen in die tan
kers. De Internationale Maritie
me Organisatie (IMO) moet hier
betere afspraken over maken.
Scheepseigenaren, die dan niet
willen meewerken, moeten ge
woon uit de havens worden ge
weerd. Ze zouden dan geen olie
mogen lossen.
Aan de achterkant van het pro
bleem moet de rampenbestrij
ding worden verbeterd. Smit In
ternationale handelt nu onge
veer 60 procent van al dit soort
rampen op de wereld af. Maar
Smit wil er mee ophouden. Het
bergingswerk is niet meer renda
bel. Maar wat dan? Geen enkele
overheid heeft momenteel een
alternatief. In Nederland niet. In
Europa niet. In Amerika niet.
Denk eens aan mogelijke olie
schades aan het milieu; aan zee
dieren; aan vogels; aan de kus
ten en aan de stranden; aan de
toeristenindustrie. Vooral Zee
land is op deze terreinen erg
kwetsbaar. Het Borcea-geval zit
nog vers in het geheugen. 'Maar
ook Amerika heeft nu slechte er
varingen. Daarom zouden de
overheden en de bergingsindus
trie sluitende afspraken moeten
maken over rampenbestrijding.
Nationaal en internationaal. Zo
dat bergers hun vloot econo
misch in stand kunnen houden.
En zodat het milieu beter kan
worden beschermd. Bovendien
zouden de WA-verzekeringen
voor olielozingen moeten wor
den verbeterd. Zodat alle scha
de kan worden verhaald op de
Het Zeeuwse Tweede Kamerlid mr Jan te Veld-
huis(VVD) maakt deze maand op uitnodiging
van de Amerikaanse overheid een rondreis
door de Verenigde Staten om zich te verdiepen
om zich te verdiepen in de aanpak van milieu
problemen. Te Veldhuis is een van de milieudes
kundigen van zijn fractie. Voor de PZC noteert
hij zijn ervaringen. Dit is de derde en laatste af
levering van zijn weekboek.
veroorzakers. En niet alleen de
schade tot de waarde van de
olietanker. Zoals nu gebruike
lijk is. Het is één voor twaalf. Er
is actie nodig. In Atnerika, in Eu
ropa, in Nederland, in Zeeland.
Gevaarlijk afval levert overal
verhitte discussies op. Bij ons.
Maar ook in de Verenigde Sta
ten. Wat doe je met giftig en che
misch afval? Het is natuurlijk
het beste om het helemaal niet
te laten ontstaan. Maar als het
er is, moet er een veilige oplos
sing voor het milieu komen.
Door zoveel mogelijk van dit af
val opnieuw te gebruiken. Of
door het te verbranden, als het
niet meer kan worden herge
bruikt. Maar een gedeelte zal
moeten worden opgeborgen en
opgeslagen. En dan beginnen de
problemen: hoe en waar? En ge
beurt het wel veilig? De emoties
kunnen dan hoog oplopen. In
Nederland hebben we het voor
lopig netjes opgelost. Een voet-
balveldgrote betonnen bak met
een dak erop. Ergens op het ha
venterrein van Rotterdam. Ver
uit het gezicht. Maar er moet nog
een tweede bijkomen. En de ver
wachting is dat de besluitvor
ming daarover moeilijker zal
gaan verlopen dan in het Rotter
damse geval.
In de stad Toledo in Ohio stop
pen ze dit afval in de grond. Op
een dikke kleilaag. De kans dat
die kleilaag gaat lekken, is één
op de 10 miljoen jaar. Om nog
meer veiligheid in te bouwen,
hebben ze er een extra dikke
plastic-folie opgelegd. Met een
vergelijkbare kleine kans op
doorlekken. Volgens de Ameri
kaanse overheid daarom een
aanvaardbare oplossing. Zo niet
voor diverse burger-comités. In
de discussie heb ik een aantal
Nederlandse risico-cijfers op ta
fel gelegd. In Nederland vinden
we het aanvaardbaar om een do
delijk auto-ongeluk te krijgen
met een kans van 1 op de 400
jaar. Een overstroming in Zee
land vinden we maatschappelijk
aanvaardbaar met een kans van
1 op de 4000 jaar. Industrieën
moeten een zodanige veiligheid
bieden dat een dodelijk ongeval
buiten de fabriekspoort maar 1
keer per 1 miljoen jaar kan ont
staan. En met de veiligheid van
de kerncentrale Borssele is het
al niet minder. Men keek er in
Amerika wel van op. Is een lek-
kans bij chemisch afval van 1 op
de 10 miljoen jaar nu wel of niet
aanvaardbaar? Het lijkt er op
dat Amerika en Nederland beide
een beetje in de maag zitten met
het zogenaamde NIMBY-pro-
bleem: we erkennen dat er een
gevaarlijk afvalprobleem is. En
dat we opslagplaatsen voor dat
afval nodig hebben. Maar: Not
In My Back-Yard. In Neder
lands: Niet in Mijn Achtertuin
tje. Een begrijpelijke reactie.
Maar, stel nu eens dat Rotter
dam dat óók zou zeggen
Waar moet dan het Zeeuwse che
misch afval naar toe? En: kan
het in Zeeland wel veiliger wor
den opgeborgen dan in Rotter
dam?
Op mentaal vlak zijn Amerika
nen al net zo menselijk als het
om moeilijke milieuproblemen
gaat. Het is maar goed dat er een
overheid is, die af en toe knopen
doorhakt. Zowel in Amerika als
in Nederland: een democrati
sche overheid. Die alle bezwaren
afweegt. En die gelukkig het
recht van inspraak en meeden
ken verleent. En zo gelegenheid
tot discussie biedt. Soms zelfs
heftige discussies.
(Door René Diekstra)
Waarom zijn brandweer
auto's rood? Antwoord:
„Op een brandweerauto zit
ten zes brandweerlieden. Ie
dere brandweerman heeft
een buik. Een ander ivoord
voor buik is pens. Op een
brandweeraido zitten dus
zes penseneen sixpens dus.
Een 'sixpence' is een Engelse
munt. Aan de andere kant
van de sixpence staat Queen
Elisabeth. Queen Elisabeth
is een oceaanstomer. In de
oceaan zitten haaien. Haai
en hebben vinnen. De Finnen
iconen naast de Russen. En
de Russen zijn rood. Daarom
zijn brandweerauto's rood."
Deze bizar-verrassende uit
leg was bibberend geschre
ven op de binnenkant van de
omslag van een Ringers reep
voor suikerzieken. In die tijd
ik werkte als leerling-ver-
pleger in een psychiatrisch
ziekenhuis kreeg ik op die
manier bijna dagelijks
schriftelijk onderricht van
één van de patiënten van
mijn afdeling, een zestigjari
ge man met suikerziekte en
de diagnose paranoïde schi
zofrenie. Hij was bepaald
niet de enige schizofrenie-
patiënt op de afdeling, er wa
ren nog minstens 26 ande
ren. Maar tussen hem en mij
was al direct een bijzondere
band ontstaan. Hoewel hij
de patiënt was en ik de ver
pleger, ontfermde hij zich
vanaf het begin over mij als
een welwillende kardinaal
over een aspirant-priester.
Als ik nachtdienst had,
kwam hij vaak uit zijn bed
geslopen en nestelde zich in
een stoel in mijn kantoortje
om urenlang uit te weiden
over de zin van het leven,
over zijn ziekte, de ziekma
kende samenleving en over
de debiliteit van psychiatri
sche behandelingGeregeld
onderbrak hij zichzelf mid
den in een zin om dan plotse
ling over te gaan op het
meest goddeloze gevloek dat
ik ooit heb aangehoord. In
het begin joeg me dat be
hoorlijk angst aan, ivant ik
verwachtte dan dat hij me
elk moment zou kunnen aan
vliegen. Vooral op de mo
menten dat hij mij recht
streeks begon uit te schel
den, bijvoorbeeld voor de
antichrist, de duivel of ander
fraais.
Het kwam ook voor, dat hij
mij ervan beschuldigde met
de hele wereld tegen hem sa
men te zweren. Ik was dan
een agent, vermomd als een
in het wit geklede engel (om
hem zand in de ogen te
strooiendie gestuurd was
om hem te vernietigen. Zulke
ideeën spuide hij vooral als
ik langere tijd, vanwege ver
lof of vakantie, van de afde
ling weg was geweest. Het
was vermoedelijk zijn ma
nier van uitdrukken dat hij
zich in de steek gelaten, afge
wezen had gevoeld. Op an
dere momenten was hij poes
lief, nam een haast vrouwe
lijke pose aan en begon me
de meest oneerbare sexuele
voorstellen te doen. Ook die
kon hij abrupt afbreken om
vervolgens in een eindeloos
zwijgen te vervallen. Zijn ge
zicht nam dan een afwezige,
oneindig troosteloze uit
drukking aan en een enkele
keer welden er tranen in zijn
ogen. Op die momenten
sloeg de geweldige geestelij
ke pijn waaronder hij leed
als een golf op mij over. Hoe
wel hij groot en zwaar was,
kwam hij me dan voor als
een volstrekt hulpeloos
kind, van een bijna onver-
dragelijke kwetsbaarheid.
Ondanks zijn onvoorspelba
re en soms angstaanjagende
reacties was het niet hij,
maar was de 'normale' bui
tenwereld, die mij op een be
paald moment werkelijk hef
tige angst voor hem aanjoeg.
Op een dag behandelde de
psychiater, die de leerling
verplegers les gaf, het onder
werp schizofrenie. Hij vertel
de dat een van de dingen
waaraan je een schizofre-
nie-patiënt kunt herkennen
het zogenaamde 'praecox-
gevoel' is, het gevoel dat je
niet echt contact kunt krij
gen met zo'n patiënt, je niet
echt in zo'n patiënt kunt in
voelen. Die uitspraak van ie-
mand-die-het-weten-kon,
een expert tegen wie ik ge
weldig opkeek, sloeg bij mij
als zeventienjarige in als een
bom. Als je je normaliter niet
kunt invoelen in een schizo-
frenie-patiënt terwijl ik dat
bij een bepaalde patiënt wel
kon, dan - zo redeneerde ik -
moest er met mij dus ook iets
mis zijn. In de volgende da
gen liep ik verkrampt rond.
Uit angst voor mijn eerste
schizofrenie-aanval, mijn
eerste 'schub', 's Avonds zat
ik op mijn kamer verstijfd op
mijn stoel te wachten op het
moment 'dat het zou gaan
gebeuren'. Mijn patiënt
vriend ging ik zoveel moge
lijk uit de weg. Uit een soort
van irrationele angst dat hij
mij werkelijk aan zou ste
ken, dat ik echt zou eindigen
zoals hij.
Voor zover ik weet is die aan
val nooit gekomen. Wat wel
is gekomen, is het besef dat
veel van onze alledaagse
ideeën en theorieën over
geesteszieke medemensen,
zoals bijvoorbeeld de uit
spraken van mijn psychia
ter-leraar, als effect hebben
dat er een wig wordt gedre
ven tussen hen en de rest van
de ('normale') mensheid. En
dat we daarmee hun toch al
moeilijke bestaan verder
ontwrichten. Ik ben er in de
loop der jaren meer en meer
van overtuigd geraakt, dat
degene die aan schizofrenie
lijdt zich vaak scherper dan
de 'gemiddelde' burger be
wust is van de geestelijke
pijn. Van het verdriet, de
emotionele kwetsingen en
van wonden die het leven
kan aanrichten. Als de schi
zofreen verdriet ervaart,
veroorzaakt dat dikwijls
veel meer ontreddering dan
verdriet bij de meesten van
'ons' doet.
De reden daarvan ligt in de
aard van de schizofrenie
zelf. Onder die term ver
staan we een groep van psy
choses, die gekenmerkt wor
den door stoornissen in den
ken, waarneming, gedrag en
persoonlijkheid. Daarbij tre
den wanen en hallucinaties
op, vooral zogenaamde
akoestische hallucinaties
(het horen van stemmen of
geluiden die er niet zijn).
I I I I II T
Maar de schizofrene patiënt
heeft een helder bewustzijn
en intacte verstandelijke
vermogens. Met andere
woorden, hij beseft op be
paalde momenten maar al te
goed hoe hij er geestelijk aan
toe is. Zoals mijn patiënt-
vriend het een keer uitdruk
te: „Mijn ziel wordt gemar
teld en ik moet toekijken."
Schizofrenie treft overigens
meer van ons dan we zelf wel
beseffen. Een op de honderd
mensen loopt kans om ooit in
zijn of haar leven een of meer
schizofrene episoden te moe
ten doormaken. Naar schat
ting zijn er in Nederland op
dit moment zo'n 100.000 schi-
zofrenie-patiënten. Jaarlijks
doen zich circa 3500 nieuwe
gevallen voor.
Hoewel er inmiddels een gi
gantische hoeveelheid on
derzoek naar de oorzaken
van schizofrenie is verricht,
tasten we nog altijd voor een
groot deel in het duister over
de oorzaak ervan. Er zijn
nogal wat mensen, ook we
tenschappers, die hopen dat
schizofrenie uiteindelijk een
lichamelijk veroorzaakte
stoornis zal blijken te zijn,
het gevolg van een erfelijke
afwijking. Dat zou in zekere
zin wel zo gemakkelijk of
eenvoudig zijn. Maar waar
schijnlijker is, dat de ziekte
het gevolg is van een wissel
werking tussen een erfelijk
bepaalde kwetsbaarheid en
omgevingsinvloeden.
Aangetoond is bijvoorbeeld
dat bepaalde gezinspatro
nen van grote invloed kun
nen zijn op het beloop van
schizofrenie. Een van die pa
tronen is de mate van 'ex
pressed emotion' (geuite ge
voel, EE) in het gezin. EE is
een aanduiding voor ener
zijds de mate van overbe-
zorgdheid en anderzijds de
mate van vijandigheid en de
kritische houding van ge
zinsleden jegens de schizof
rene patiënt in hun midden.
Programma's die gericht
zijn op het verlagen van EE,
via steun of voorlichting aan
gezinsleden of door gezins
therapie, blijken een gunsti
ge uitwerking op de ernst en
het verloop van de ziekte te
hebben.
Wat voor het gezin geldt,
gaat waarschijnlijk even
zeer voor de samenleving in
haar geheel op. Als wij in het
algemeen onze vijandige en
kritische houding ten aan
zien van schizofrene patiën
ten zouden veranderen,
neemt de kans dat ze goed
tussen en met ons kunnen le
ven, toe. Want het is nog al
tijd zo dat de kwaliteit van
het leven van de mens voor
een groot deel wordt be
paald door de kwaliteit van
de relaties met de mensen
om hem heen.
Advertentie
uurwerkmaker/instrumentmaker
leverancier van kwalitcitsuurwcrkcn
Damplein 7,
4331 GC Middelburg
Tel. 01180-36635
Reparateur en
restaurateur
van klokken
en horloges,
Voor mensen I
die vakwerk
kunnen
waarderen,