PZC Checkpoint Charlie vandaag opgeheven Geluk is een akelige vervanger voor echte milieu-oplossingen De gemartelde ziel opinie en achtergrond Steeds meer asielzoekers in barakken en noodpensions VRIJDAG 22 JUNI 1990 Overvol Gevangenis Chemisch afval Geen contact denkwijzer PTT Veel patiënten Jan Stins Misschien heeft u een plaatsje? (Van onze verslaggeefster Carine Neefjes J ls ik 'alstublieft' zeg, dan xV antwoord jij 'dank u wel'. Geduldig leert de kantinejuf frouw de asielzoeker een paar goede manieren. Dan geeft ze hem een bord met bruin brood, kaas en jam. Een beetje streng zijn moet, vindt ze. Anders pak ken ze alles wat voor handen ligt. Ze zijn in eigen land niet gewend dat er eten genoeg is en grijpen daarom blindelings naar een voorraad. De overvolle bordjes worden niet leeggege ten. Het is negen uur, tijd voor het ontbijt in Maristella, een pension voor asielzoekers in Wijk aan Zee. Aan een tafel in een hoekje zit ten vier zwarte kinderen. Zwijg zaam en met een ernstige blik in de ogen eten ze hun cornflakes op. Moeder ligt nog op bed, kijkt televisie. Ze ontbijt nooit met haar kinderen, vertelt pension beheerder Ted Eskes. Hij noemt haar een lui wezen. ,,Zegt altijd dat ze ziek is, maar gaat nooit naar de dokter. Als ik haar dwing naar beneden te komen, antwoordt ze: 'ik niet verstaan'. Smoesjes. Ze praat perfect En gels." Midden in de eetzaal zit een Ni- geriaanse jongen. Sinds vier we ken verblijft hij in pension Ma ristella. Veel te lang, vindt hij. „Ik sta op, eet en slaap. Meer doe ik niet. Ik wil naar een gewoon asielzoekerscentrum. Dit is slechts noodopvang, omdat el ders geen plaats is. Maar daar kan ik tenminste Nederlands le ren en rechtshulp zoeken. Hier is niets, helemaal niets". Verveeld pakt hij zijn bordje op en stort de etensresten in de afvalbak. Ook hij is te inhalig geweest. Bij de afdeling vreemdelingen zaken van het minsterie van WVC is paniek uitgebroken. De stroom asielzoekers naar Neder land is niet meer te overzien. En zeker niet nu het zomer is. Het ministerie kan nauwelijks een beroep doen op de noodhulp van pensionhouders. Die willen lie ver toeristen. Iedere maand vra gen meer dan duizend vluchte lingen om asiel. En iedere dag opnieuw breekt een team van acht medewerkers van WVC zich het hoofd waar ze deze vluchte lingen in hemelsnaam moeten huisvesten. Jacqueline Kraakman, hoofd van de afdeling spreiding en plaatsing: „We doen niets an ders dan bellen, van de ene ge meente naar de andere. Of ze als jeblieft nog een plaatsje vrij heb ben voor een asielzoeker. Mis schien in een hotel, pension of op een camping, als ze madr een dak boven het hoofd krijgen. En Iedere dag is weer spannend. Gisteren hebben we zeventig mensen kunnen plaatsen. Ik ben benieuwd of dat vandaag ook lukt." Het ministerie van WVC windt er geen doeken om: „We staan met onze rug tegen de muur", verzucht medewerkster Anneke Verlind. Toen in november 1987 de reguliere opvang voor asiel zoekers van start ging, waren er in Nederland vier officiële asiel zoekerscentra. Dit aantal is in middels uitgebreid tot vijftien. En dat is nog niet voldoende. Be stemmingsplannen voor vijf nieuwe centra liggen klaar. Te gen het eind van dit jaar moeten die opvangkampen gebouwd zijn. Tot die tijd doet WVC een drin gend beroep op pensionhouders en hoteleigenaars in diverse de len van het land. Het ministerie sluit met hen een contract voor een opvang van maximaal ne gen weken. Maar die termijn wordt regelmatig overschreden. Tegenwoordig is een verblijf van vier maanden in een noodcen- trum heel normaal. Momenteel wachten 491 vluchtelingen in twaalf verschillende noodvoor zieningen op een plaatsje in de reguliere opvang. En daarmee zitten ze overvol. In principe heeft de pensionhou der slechts een zakelijke taak: hij zorgt voor onderdak, voe ding, zak- en kleedgeld. Maar chef-beheerder Ted Eskes ge draagt zich in Maristella als een duizendpoot. Snel een aai over de bol van de jongen die naar Schiphol gaat. Tijdens zijn vlucht is hij zijn bagage kwijtge raakt. Pas vandaag, na vijf da gen in een vreemd land zonder eigen spullen, mocht hij op de luchthaven langs komen om te informeren. „Zouden ze Neder landers ook zo lang laten wach ten?", mompelt Eskes cynisch. Dan haast hij zich naar de balie om een vrouw een asperientje te geven. De 'zieke' was te laat voor het spreekuur van de plaatselij ke dokter. Eskes kan alleen voor half tien afspraken maken. Als troost geeft hij haar een aspi rientje. „En dat helpt, want zo'n figuur Checkpoint Charlie verdwijnt, maar de muur blijft wereldgeschie denis (foto Roland de Bruin (Van onze verslaggever Wim Bisschop) Checkpoint Charlie wordt opgeheven. Vandaag komt minister Baker, de Amerikaan se minister van Buitenlandse Zaken, officieel de sluiting van deze beroemde grenspost in Berlijn bijwonen. Sinds de stad in 1961 is gescheiden door een muur, moesten alle buitenlan ders die per auto naar Oost-Ber- lijn wilden, dit checkpoint pas seren dat aan de westerse kant door de Amerikanen werd be mand en aan de oostkant door de Volkspolizei van de DDR. Nu Berlijn praktisch al bijna een herenigde stad is, heeft de grensovergang in de Friedrich- strasse zijn functie verloren. Als een permanente aanklacht tegen de tweedeling van de stad heeft dr Rainer Hildebrandt in 1963 pal naast de grenspost een museum opgericht, waarin de bitterheid van de scheiding werd gedocumenteerd. Het mu seum trekt op dit moment vol gens Hildebrandt meer bezoe kers dan ooit. De 75-jarige men senrechten-voorvechter is daar om van plan om dit stuk levens werk uit te bouwen tot een blij vend monument voor mensen rechten. In het museum staan de specta culaire voorbeelden van vin dingrijkheid die mensen bijna dertig jaar hebben gehad, als ze wilden ontsnappen. Nagemaak te uniformen waarmee de Duitse grenswachten om de tuin wer den geleid, foto's van tunnels en van andere geslaagde ontsnap pingen. Spectaculair is het re laas over de ontsnappingen in de kleinste auto ter wereld, de Iset- ta. Deze driewieler biedt nauwe lijks plaats aan een persoon en daarom was het het enige auto type dat niet van boven tot on der werd gecontroleerd door de DDR grenswachten. Een vlucht- groep is het gelukt om met twee Isettas in totaal tien mensen de DDR uit te smokkelen. Het transport hield op toen een van de wagens na zes ritten werd ge snapt, omdat het ding wiebelde bij de controle. De vrouw die naar het westen zou worden ge bracht, bewoog net op het ogen blik van de controle, waarop de grenswacht alsnog onderzocht of het dan toch mogelijk was een extra mens in zo'n minuscuul voertuig mee te nemen. Twee uitgeholde surfplanken waarmee een jonge Westduitser zijn Oostduitse geliefde het land uitsmokkelde, ballonnen en de vreemdste vliegtuigjes, alles is gebruikt om mensen uit de DDR naar het westen te halen. Voor sommigen was het systeem zo ondraaglijk dat ze grote risico's namen om het te ontvluchten. Een aantal heeft daarvoor met het leven moeten betalen. In oktober vorig jaar viel dat sys teem en nu, negen maanden la ter, verdwijnt een van de belang rijkste symbolen van de deling van het land, de grensovergang Checkpoint Charlie. Ruim een jaar geleden was iedereen die de grenspost moest passeren nog zenuwachtig of echt alles wel in orde was. Nu wuift de Oostduit se grenswacht iedereen onge zien door. En de muur is ter plek ke een wereldattractie gewor den. Er zijn hamers en beitels te huur zodat elke toerist zijn eigen stukje van de „anti-fascistische beschermingswal", zoals dit werkstuk van Honecker in de DDR werd genoemd, kan afbre ken. Die crucifixen van de vrij heid zijn overigens alleen aan de kapitalistische kant van de muur te koop. De ondernemers geest van de Oostberlijners laat het nog wat afweten. Aan de oostkant in de Friedrichstrasse, die vandaag bijna weer een nor male straat wordt, is het rustig. Daar wacht men af wie er wordt weggespoeld als de bui van de vereniging echt over het land komt. zie ik de volgende dag niet voor half tien terug aan de balie. Vaak is de klacht niet ernstig, maar veel asielzoekers zijn gefixeerd op medicijnen. In Derde-Wereld landen genieten artsen en dok toren een hoog aanzien. Voor de asielzoeker de enige redder in nood." Morgen pendelt hij met een busje asielzoekers driemaal heen en weer van Wijk aan Zee naar Haarlem voor de tbc-con- trole. Met grote letters staat dit uitstapje aangekondigd op een schoolbord in de hal van het pension. De telefoon gaat. Een handjevol asielzoekers haast zich naar de balie. Wie weet belt iemand van WVC voor overplaatsing. He laas, een zakentelefoontje voor Eskes. Dan bestormen ze mas saal de postbode. Misschien zit er wel een brief bij van het thuis front. Voorlopig zijn alle binnenko mende asielzoekers aangewezen op een pension. Een noodsitua tie, vindt het ministerie van WVC. Vanuit een pension kan de gerechtelijke procedure tegen eventuele uitzetting niet in gang worden gezet. In het pension is geen medewerker van rechts hulp of Vluchtelingenwerk aan wezig om de asielzoeker te advi seren. Het komt voor dat de asielaan vraag door de rechter wordt af gewezen, terwijl de asielzoeker nog in het noodcentrum zit. In zo'n geval probeert de afdeling vreemdelingenzaken van WVC de asielzoeker zo snel mogelijk over te plaatsen naar een regu lier asielzoekerscentrum dat wel over deskundige hulp beschikt. De asielzoeker heeft dertig da gen de tijd om in hoger beroep te gaan. „Met veel moeite vinden we meestal wel ergens een gaatje", zegt WVC-medewerk- ster Kraakman, „maar leuk is het niet. Het zijn ontheemde mensen die je van het ene naar het andere adres overplaatst, geen zoutzakken". En het verhuizen van asielzoe kers komt vaak voor. Een asiel zoeker kan soms zes plaatsen aandoen. Hij arriveert op Schip hol en slaapt een nacht in de Transithal. Artikel 7a van de Vreemdelingenwet verbiedt zo'n overnachting, maar het komt voor, vertelt Trijntje Munters, medewerkster van Vluchtingen- werk en coördinator van het op vangcentrum op Schiphol-Oost. Pensionhouder Ted Eskes communiceert vanachter de balie via mond en handen met wachtende asiel zoekers (foto GPD) Als het tegen zit, is dat opvang centrum het tweede adres. Hier belandt de asielzoeker die vol gens een eerste verhoor met een contact-ambtenaar van justitie geen enkele kans maakt op een verblijf in Nederland. Een enke ling weet door middel van een kort geding alsnog te ontsnap pen uit Schiphol-Oost, dat van wege de gesloten deuren en het recht om tien minuten per dag frisse lucht in te ademen, ook wel 'gevangenis' wordt ge noemd. Dan vertrekt hij naar een nood- pension, komt na te lang wach ten terecht in het asielzoekers centrum en pas bij de vijfde stap verovert hij zijn eigen stekkie: een huis in een van de gemeen ten die woningen beschikbaar stellen voor asielzoekers. Het laatste station is de gevan genis. Als het hoogste rechtscol lege in ons land, de Raad van State, uiteindelijk beslist dat de asielzoeker het land moet verla ten, heeft hij dertig dagen de tijd om 'naar huis' te gaan. Als hij dat niet doet, wordt hij opge pakt door de Vreemdelingenpo litie en in een inrichting gestopt. Daar wacht hij tot zijn papieren voor de terugreis in orde zijn ge maakt. Nog vorige week is een rapport aangeboden aan staatssecreta ris Kosto van justitie om in plaats van de gevangenissen voor asielzoekers twee nieuwe inrichtingen te bouwen met 'een vriendelijk karakter'. „Ze wor den slechts vastgehouden op grond van de Vreemdelingenwet en niet op grond van de Straf wet", zo luidt het argument. De plannen zijn groots. Het per soneel krijgt een speciale oplei ding hoe om te gaan met vreem delingen die definitief het land uit moeten. Geen gebouwen met een grote ringmuur en tralies voor de ramen. Wel een molest- bestendig interieur, want er bre ken vaak conflicten uit tussen vreemdelingen die gedwongen worden terug te keren. Trijntje Munters van Vluchtelin genwerk: „Een schandalig plan. Ik vind het krankzinnig mensen op te sluiten die niet crimineel zijn, maar slechts vechten voor een veilige toekomst. En van een vriendelijke gevangenis heb ik nog nooit gehoord. Gaan ze soms spelletjes met die mensen doen? Iedereen moet in een ge woon asielzoekerscentrum op zijn retourticket kunnen wach ten." (Door mr Jan te Veldhuis De olieramp met de tanker Mega Borg in de Golf van Mexico is in de hele Verenigde Staten groot nieuws. Nog steeds. Begrijpelijk en terecht. Er dreigde een nog grotere mi lieuramp dan die van vorig jaar in Alaska, met de Exxon Val- dex. De krant USA Today schreef één dezer dagen het vol gende: „Verklaar de oorlog aan deze olielozingen. Ook nu was de oplossing weer meer geluk dan wijsheid. Maar geluk is een akelige vervanger voor echte oplossingen". De krant heeft ge lijk. Zelfs onze Nederlandse Smit Internationale moest er in Amerika aan te pas komen. Net als wij in Europa en Nederland, heeft ook Amerika nog steeds geen echt goed antwoord op dit soort rampen en bijna-rampen. Ondanks alle slechte voorbeel den en ervaringen.... We moeten daarom betere op lossingen zoeken dan de huidi ge. Oplossingen aan de voorkant en aan de achterkant van het probleem. Aain de voorkant door alle olietankers veiliger te ma ken. Bijvoorbeeld: door dubbele scheepswanden, en met meer af zonderlijke ruimen in die tan kers. De Internationale Maritie me Organisatie (IMO) moet hier betere afspraken over maken. Scheepseigenaren, die dan niet willen meewerken, moeten ge woon uit de havens worden ge weerd. Ze zouden dan geen olie mogen lossen. Aan de achterkant van het pro bleem moet de rampenbestrij ding worden verbeterd. Smit In ternationale handelt nu onge veer 60 procent van al dit soort rampen op de wereld af. Maar Smit wil er mee ophouden. Het bergingswerk is niet meer renda bel. Maar wat dan? Geen enkele overheid heeft momenteel een alternatief. In Nederland niet. In Europa niet. In Amerika niet. Denk eens aan mogelijke olie schades aan het milieu; aan zee dieren; aan vogels; aan de kus ten en aan de stranden; aan de toeristenindustrie. Vooral Zee land is op deze terreinen erg kwetsbaar. Het Borcea-geval zit nog vers in het geheugen. 'Maar ook Amerika heeft nu slechte er varingen. Daarom zouden de overheden en de bergingsindus trie sluitende afspraken moeten maken over rampenbestrijding. Nationaal en internationaal. Zo dat bergers hun vloot econo misch in stand kunnen houden. En zodat het milieu beter kan worden beschermd. Bovendien zouden de WA-verzekeringen voor olielozingen moeten wor den verbeterd. Zodat alle scha de kan worden verhaald op de Het Zeeuwse Tweede Kamerlid mr Jan te Veld- huis(VVD) maakt deze maand op uitnodiging van de Amerikaanse overheid een rondreis door de Verenigde Staten om zich te verdiepen om zich te verdiepen in de aanpak van milieu problemen. Te Veldhuis is een van de milieudes kundigen van zijn fractie. Voor de PZC noteert hij zijn ervaringen. Dit is de derde en laatste af levering van zijn weekboek. veroorzakers. En niet alleen de schade tot de waarde van de olietanker. Zoals nu gebruike lijk is. Het is één voor twaalf. Er is actie nodig. In Atnerika, in Eu ropa, in Nederland, in Zeeland. Gevaarlijk afval levert overal verhitte discussies op. Bij ons. Maar ook in de Verenigde Sta ten. Wat doe je met giftig en che misch afval? Het is natuurlijk het beste om het helemaal niet te laten ontstaan. Maar als het er is, moet er een veilige oplos sing voor het milieu komen. Door zoveel mogelijk van dit af val opnieuw te gebruiken. Of door het te verbranden, als het niet meer kan worden herge bruikt. Maar een gedeelte zal moeten worden opgeborgen en opgeslagen. En dan beginnen de problemen: hoe en waar? En ge beurt het wel veilig? De emoties kunnen dan hoog oplopen. In Nederland hebben we het voor lopig netjes opgelost. Een voet- balveldgrote betonnen bak met een dak erop. Ergens op het ha venterrein van Rotterdam. Ver uit het gezicht. Maar er moet nog een tweede bijkomen. En de ver wachting is dat de besluitvor ming daarover moeilijker zal gaan verlopen dan in het Rotter damse geval. In de stad Toledo in Ohio stop pen ze dit afval in de grond. Op een dikke kleilaag. De kans dat die kleilaag gaat lekken, is één op de 10 miljoen jaar. Om nog meer veiligheid in te bouwen, hebben ze er een extra dikke plastic-folie opgelegd. Met een vergelijkbare kleine kans op doorlekken. Volgens de Ameri kaanse overheid daarom een aanvaardbare oplossing. Zo niet voor diverse burger-comités. In de discussie heb ik een aantal Nederlandse risico-cijfers op ta fel gelegd. In Nederland vinden we het aanvaardbaar om een do delijk auto-ongeluk te krijgen met een kans van 1 op de 400 jaar. Een overstroming in Zee land vinden we maatschappelijk aanvaardbaar met een kans van 1 op de 4000 jaar. Industrieën moeten een zodanige veiligheid bieden dat een dodelijk ongeval buiten de fabriekspoort maar 1 keer per 1 miljoen jaar kan ont staan. En met de veiligheid van de kerncentrale Borssele is het al niet minder. Men keek er in Amerika wel van op. Is een lek- kans bij chemisch afval van 1 op de 10 miljoen jaar nu wel of niet aanvaardbaar? Het lijkt er op dat Amerika en Nederland beide een beetje in de maag zitten met het zogenaamde NIMBY-pro- bleem: we erkennen dat er een gevaarlijk afvalprobleem is. En dat we opslagplaatsen voor dat afval nodig hebben. Maar: Not In My Back-Yard. In Neder lands: Niet in Mijn Achtertuin tje. Een begrijpelijke reactie. Maar, stel nu eens dat Rotter dam dat óók zou zeggen Waar moet dan het Zeeuwse che misch afval naar toe? En: kan het in Zeeland wel veiliger wor den opgeborgen dan in Rotter dam? Op mentaal vlak zijn Amerika nen al net zo menselijk als het om moeilijke milieuproblemen gaat. Het is maar goed dat er een overheid is, die af en toe knopen doorhakt. Zowel in Amerika als in Nederland: een democrati sche overheid. Die alle bezwaren afweegt. En die gelukkig het recht van inspraak en meeden ken verleent. En zo gelegenheid tot discussie biedt. Soms zelfs heftige discussies. (Door René Diekstra) Waarom zijn brandweer auto's rood? Antwoord: „Op een brandweerauto zit ten zes brandweerlieden. Ie dere brandweerman heeft een buik. Een ander ivoord voor buik is pens. Op een brandweeraido zitten dus zes penseneen sixpens dus. Een 'sixpence' is een Engelse munt. Aan de andere kant van de sixpence staat Queen Elisabeth. Queen Elisabeth is een oceaanstomer. In de oceaan zitten haaien. Haai en hebben vinnen. De Finnen iconen naast de Russen. En de Russen zijn rood. Daarom zijn brandweerauto's rood." Deze bizar-verrassende uit leg was bibberend geschre ven op de binnenkant van de omslag van een Ringers reep voor suikerzieken. In die tijd ik werkte als leerling-ver- pleger in een psychiatrisch ziekenhuis kreeg ik op die manier bijna dagelijks schriftelijk onderricht van één van de patiënten van mijn afdeling, een zestigjari ge man met suikerziekte en de diagnose paranoïde schi zofrenie. Hij was bepaald niet de enige schizofrenie- patiënt op de afdeling, er wa ren nog minstens 26 ande ren. Maar tussen hem en mij was al direct een bijzondere band ontstaan. Hoewel hij de patiënt was en ik de ver pleger, ontfermde hij zich vanaf het begin over mij als een welwillende kardinaal over een aspirant-priester. Als ik nachtdienst had, kwam hij vaak uit zijn bed geslopen en nestelde zich in een stoel in mijn kantoortje om urenlang uit te weiden over de zin van het leven, over zijn ziekte, de ziekma kende samenleving en over de debiliteit van psychiatri sche behandelingGeregeld onderbrak hij zichzelf mid den in een zin om dan plotse ling over te gaan op het meest goddeloze gevloek dat ik ooit heb aangehoord. In het begin joeg me dat be hoorlijk angst aan, ivant ik verwachtte dan dat hij me elk moment zou kunnen aan vliegen. Vooral op de mo menten dat hij mij recht streeks begon uit te schel den, bijvoorbeeld voor de antichrist, de duivel of ander fraais. Het kwam ook voor, dat hij mij ervan beschuldigde met de hele wereld tegen hem sa men te zweren. Ik was dan een agent, vermomd als een in het wit geklede engel (om hem zand in de ogen te strooiendie gestuurd was om hem te vernietigen. Zulke ideeën spuide hij vooral als ik langere tijd, vanwege ver lof of vakantie, van de afde ling weg was geweest. Het was vermoedelijk zijn ma nier van uitdrukken dat hij zich in de steek gelaten, afge wezen had gevoeld. Op an dere momenten was hij poes lief, nam een haast vrouwe lijke pose aan en begon me de meest oneerbare sexuele voorstellen te doen. Ook die kon hij abrupt afbreken om vervolgens in een eindeloos zwijgen te vervallen. Zijn ge zicht nam dan een afwezige, oneindig troosteloze uit drukking aan en een enkele keer welden er tranen in zijn ogen. Op die momenten sloeg de geweldige geestelij ke pijn waaronder hij leed als een golf op mij over. Hoe wel hij groot en zwaar was, kwam hij me dan voor als een volstrekt hulpeloos kind, van een bijna onver- dragelijke kwetsbaarheid. Ondanks zijn onvoorspelba re en soms angstaanjagende reacties was het niet hij, maar was de 'normale' bui tenwereld, die mij op een be paald moment werkelijk hef tige angst voor hem aanjoeg. Op een dag behandelde de psychiater, die de leerling verplegers les gaf, het onder werp schizofrenie. Hij vertel de dat een van de dingen waaraan je een schizofre- nie-patiënt kunt herkennen het zogenaamde 'praecox- gevoel' is, het gevoel dat je niet echt contact kunt krij gen met zo'n patiënt, je niet echt in zo'n patiënt kunt in voelen. Die uitspraak van ie- mand-die-het-weten-kon, een expert tegen wie ik ge weldig opkeek, sloeg bij mij als zeventienjarige in als een bom. Als je je normaliter niet kunt invoelen in een schizo- frenie-patiënt terwijl ik dat bij een bepaalde patiënt wel kon, dan - zo redeneerde ik - moest er met mij dus ook iets mis zijn. In de volgende da gen liep ik verkrampt rond. Uit angst voor mijn eerste schizofrenie-aanval, mijn eerste 'schub', 's Avonds zat ik op mijn kamer verstijfd op mijn stoel te wachten op het moment 'dat het zou gaan gebeuren'. Mijn patiënt vriend ging ik zoveel moge lijk uit de weg. Uit een soort van irrationele angst dat hij mij werkelijk aan zou ste ken, dat ik echt zou eindigen zoals hij. Voor zover ik weet is die aan val nooit gekomen. Wat wel is gekomen, is het besef dat veel van onze alledaagse ideeën en theorieën over geesteszieke medemensen, zoals bijvoorbeeld de uit spraken van mijn psychia ter-leraar, als effect hebben dat er een wig wordt gedre ven tussen hen en de rest van de ('normale') mensheid. En dat we daarmee hun toch al moeilijke bestaan verder ontwrichten. Ik ben er in de loop der jaren meer en meer van overtuigd geraakt, dat degene die aan schizofrenie lijdt zich vaak scherper dan de 'gemiddelde' burger be wust is van de geestelijke pijn. Van het verdriet, de emotionele kwetsingen en van wonden die het leven kan aanrichten. Als de schi zofreen verdriet ervaart, veroorzaakt dat dikwijls veel meer ontreddering dan verdriet bij de meesten van 'ons' doet. De reden daarvan ligt in de aard van de schizofrenie zelf. Onder die term ver staan we een groep van psy choses, die gekenmerkt wor den door stoornissen in den ken, waarneming, gedrag en persoonlijkheid. Daarbij tre den wanen en hallucinaties op, vooral zogenaamde akoestische hallucinaties (het horen van stemmen of geluiden die er niet zijn). I I I I II T Maar de schizofrene patiënt heeft een helder bewustzijn en intacte verstandelijke vermogens. Met andere woorden, hij beseft op be paalde momenten maar al te goed hoe hij er geestelijk aan toe is. Zoals mijn patiënt- vriend het een keer uitdruk te: „Mijn ziel wordt gemar teld en ik moet toekijken." Schizofrenie treft overigens meer van ons dan we zelf wel beseffen. Een op de honderd mensen loopt kans om ooit in zijn of haar leven een of meer schizofrene episoden te moe ten doormaken. Naar schat ting zijn er in Nederland op dit moment zo'n 100.000 schi- zofrenie-patiënten. Jaarlijks doen zich circa 3500 nieuwe gevallen voor. Hoewel er inmiddels een gi gantische hoeveelheid on derzoek naar de oorzaken van schizofrenie is verricht, tasten we nog altijd voor een groot deel in het duister over de oorzaak ervan. Er zijn nogal wat mensen, ook we tenschappers, die hopen dat schizofrenie uiteindelijk een lichamelijk veroorzaakte stoornis zal blijken te zijn, het gevolg van een erfelijke afwijking. Dat zou in zekere zin wel zo gemakkelijk of eenvoudig zijn. Maar waar schijnlijker is, dat de ziekte het gevolg is van een wissel werking tussen een erfelijk bepaalde kwetsbaarheid en omgevingsinvloeden. Aangetoond is bijvoorbeeld dat bepaalde gezinspatro nen van grote invloed kun nen zijn op het beloop van schizofrenie. Een van die pa tronen is de mate van 'ex pressed emotion' (geuite ge voel, EE) in het gezin. EE is een aanduiding voor ener zijds de mate van overbe- zorgdheid en anderzijds de mate van vijandigheid en de kritische houding van ge zinsleden jegens de schizof rene patiënt in hun midden. Programma's die gericht zijn op het verlagen van EE, via steun of voorlichting aan gezinsleden of door gezins therapie, blijken een gunsti ge uitwerking op de ernst en het verloop van de ziekte te hebben. Wat voor het gezin geldt, gaat waarschijnlijk even zeer voor de samenleving in haar geheel op. Als wij in het algemeen onze vijandige en kritische houding ten aan zien van schizofrene patiën ten zouden veranderen, neemt de kans dat ze goed tussen en met ons kunnen le ven, toe. Want het is nog al tijd zo dat de kwaliteit van het leven van de mens voor een groot deel wordt be paald door de kwaliteit van de relaties met de mensen om hem heen. Advertentie uurwerkmaker/instrumentmaker leverancier van kwalitcitsuurwcrkcn Damplein 7, 4331 GC Middelburg Tel. 01180-36635 Reparateur en restaurateur van klokken en horloges, Voor mensen I die vakwerk kunnen waarderen,

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1990 | | pagina 4