PZC festival nieuwe muziek
Nieuwe muziek maakt inhaalmanoeuvre
Thom de Ligt:
VRIJDAG 22 JUNI 1990
Volle kracht
Ontwikkelingswerker Jan Wolff:
Kleine schilderijtjes
Henk Postma
Wij nemen de handschoen op
Thom de Ligt, een leven in de
hedendaagse muziek. Com
ponist Ton de Leeuw wees hem
de weg toen hij 17 jaar was. Nu,
28 jaar later, heeft de bassist
zijn sporen in het wereldje ver
diend. Een greep: het Radio Ka
mer Orkest, het Asko Ensemble,
het Cecilia Consort, het Rafael
Kwartet, het Gaudeamus
Kwartet, het Catharijne Con
sort. Sinds 1981 is hij de vaste
bassist van het Xenakis Ensem
ble. „Het méébeleven van de he
dendaagse muziek, het heel be
wust proberen te volgen, hoe ge
compliceerd dat ook is: dat kan
een enorme schoonheid bie
den."
Deze week was De Ligt nog in
een directe uitzending te horen
van het Radio Kamer Orkest,
dat optrad in het kader van het
Holland Festival. „Een ontzet
tend zwaar concert, ik heb alles
moeten spelen, ook veel solis
tisch. Op een gegeven moment
moest ik met een revolver op het
publiek schieten en Duitse tek
sten de zaal in slingeren."
Middelburg is de volgende halte.
Maandag 2 en dinsdag 3 juli is hij
met het Xenakis Ensemble van
de partij in de Kloveniersdoelen.
Nieuwe Muziek, dat is voor hem
een treffende benaming. Waag
het niet om het over moderne
muziek te hebben. „Want", zegt
hij, „wat is modem? Ik heb rond
uit de pest aan die term. Er zijn
mensen die alle muziek van de
twintigste eeuw modern noe
men. Dan gaat het over de hoog
romantiek van Schönberg aan
het begin van de eeuw en de ook
in die jaren gecomponeerde
avant-garde stukken. Je kunt er
alle kanten mee op."
Nieuwe muziek dus. In kleine
kring worden de inspanningen
van componisten als Xenakis,
Feldman en Cage bejubeld. Het
grote publiek doet de muziek af
als kattengejammer en wil er
niets mee te maken hebben. De
Ligt: „Ik vind dat eerlijk gezegd
een vreemd verschijnsel. Als je
de totale Westerse cultuurge
schiedenis beziet, dan blijken op
tal van terreinen nieuwe ontwik
kelingen geaccepteerd te wor
den. In de beeldende kunst vindt
Andy Warhol een grote aanhang
en iemand als Karei Appel is al
bijna een klassieker geworden.
Ballet en literatuur mogen ook
vernieuwen. Alleen bij de mu
ziek komt er een probleempje
om de hoek. De nieuwe muziek is
zó ongrijpbaar, zó abstract, dat
een groot deel van het publiek er
niet toe komt de benodigde
mentale energie op te brengen.
Het lui achterover hangen en
zich laten overspoelen door zoe
te romantische muziek is mak
kelijker, omdat vader, grootva
der en overgrootvader dat ook al
deden."
Het stemt de liefhebber van
nieuwe muziek wel eens droevig.
Natuurlijk, er moet niet te dra
matisch over worden gedaan,
soms is de zaalbezetting goed.
Maar in de meeste gevallen
meldt zich slechts een gering
aantal luisteraars. De Ligt heeft
daarvoor een verklaring: „Je
moet voor nieuwe muziek ont
stellend veel scherpere oren heb
ben dan voor - laat ik zeggen -
een stuk van Richard Strauss.
Zijn werk is uiteraard fantas
tisch gecomponeerd en onge
looflijk geïnstrumenteerd. Het
gaat over en door je heen, ook als
je met een half oor luistert. Kom
je bij John Cage of Morton Feld
man, dat zijn componisten die
bewust hun culturele weten aan
het publiek over brengen en zo
de ontwikkeling van de Wester
se cultuur proberen verder te
helpen. Ze maken muziek vol
gens hele eenvoudige structu
ren, die bijna het idee geven niet
samen te hangen. Soms is dat in
derdaad het geval. Wil je voelen
wat de componist bewogen
heeft, dan vergt dat een enorme
psychologische inzet van de luis
teraar."
Het Xenakis Ensemble doet al
tijd een beroep op de inzet van
het publiek. Elf jaar geleden
werd de basisbezetting gefor
meerd: een strijkquintet, vier
koperblazers, vier houtblazers,
piano en slagwerk. Thom de Ligt
is als bassist bij de meeste uit
voeringen betrokken. „In zo'n
klein ensemble is het ontzettend
belangrijk wie je voor, naast en
achter je hebt. Ik herinner me de
uitnodiging in 1981. De muzi
kanten hadden het snel gezien,
ik kon zo aanschuiven. De eerste
jaren heb ik veel moeten repete
ren, vooral de ritmisch identieke
stukken. Langzamerhand bouw
je een repertoire op en kost de
voorbereiding van een concert
minder tijd. Het afgelopen sei
zoen hebben we niet gespeeld. Ik
heb gehoord dat de subsidie
kraan weer open gaat, het ziet er
naar uit dat we er met volle
kracht tegen aan gaan. Heel
leuk, zeker. Je kent elkaar door
Thom de Ligt: die stukken moeten worden gespeeld om de cultuur gaande te houden (foto Annette Vlug
en door, we zijn collega's door
dik en dun."
- Xenakis kan op de warme
sympathie van zijn gezelschap
rekenen. U noemt hem briljant
en uiterst professioneel.
„Volgens mij heeft hij precies de
goede grondhouding voor een
grote componist. Hij is streng en
beminnelijk tegelijk. Dat tekent
hem, hij staat heel ver boven het
triviale bestaan. Een gesprek
met hem in de bus naar Athene,
dat is voor mij één van de kren
ten in de pap. Ik heb een paar
keer zijn solostuk Theraps ge
speeld. Moeilijk, moeilijk, fysiek
is het bijna niet op te brengen,
het is voorgekomen dat het
bloed langs mijn toetsen liep.
Als ik Xenakis ontmoet, vraagt
hij altijd: hoe gaat het met The
raps? Qa va, zeg ik dan, ga va.
Daarmee is het gesprek afgelo
pen."
- Het zal 1987 geweest zijn toen
het Xenakis Ensemble succes
sen vierde in Rome.
„Een laaiend enthousiast pu
bliek, de tent werd afgebroken,
het was net of we een bekende
popgroep waren. Zoiets is ty
pisch Italië. Dat volk is zo kunst
zinnig, dat het niets uitmaakt of
er barok of avant-garde ten ge
hore wordt gebracht. Als het
In zijn 'businessplan' voor de
jaren 1990-1930 pleit hij voor
'concentratie' van de Neder
landse nieuwe muziek-activi-
teiten in Amsterdam, meer in
bijzonder in 'zijn' muziekcen
trum De IJsbreker, 'speerpunt'
in de ontwikkeling van de he
dendaagse muziekpraktijk.
Toch snelde hij eind vorig jaar
toe om de 'concurrerende'
Stichting Nieuwe Muziek uit
het 'verre' Zeeland, van een ge
wisse dood te redden. „Omdat
er nog zo ongelooflijk veel te
doen is." Jan Wolff en de in
haalmanoeuvre van de nieuwe
muziek.
Er woedt in Nederland een
soms, keiharde strijd om de als
altijd, maar sinds kort wat min
der mondjesmaat beschikbaar
komende subsidie voor mu-
ziekvemieuwing. Jan Wolff (48),
ooit hoornist in Nederlands
grote orkesten, later als kleine
zelfstandige leven blazend in de
hedendaagse muziekpraktijk,
zit er middenin. Sinds ruim tien
jaar als directeur van de 'Am
sterdamse' IJsbreker, 'uit het
niets' en in sneltreinvaart uit
gebouwd tot hét '(internatio
naal podium' voor nieuwe mu
ziek. En sinds kort ook als voor
zitter van de Zeeuwse Stichting
Nieuwe Muziek, die andere pio
nier, die veel eerder, ruim twin
tig jaar geleden, ook al 'uit het
niets' tevoorschijn kwam, maar
de laatste jaren door navolgers
in den lande leek te worden
overtroefd.
Zózeer was Nieuwe Muziek Zee
land (eerder in de gedaante van
Jeugd en Muziek failliet ge
gaan) eind vorig jaar in de ver
sukkeling geraakt dat cultuur
gedeputeerde G. de Vries-Hom-
mes besloot om de stichting te
offeren op het altaar van de
Zeeuwse theaterprogram
meurs. Dat doodvonnis zou in
middels getekend zijn als niet
de muzikale 'ontwikkelings
werker' Wolff de reddende hand
had toegestoken. Hij bracht,
een 'convenant van samenwer
king' tot stand met zijn cen
trum De IJsbreker en die ande
re 'Amsterdamse' organisatie
Gaudeamus. En dat gaf de
Zeeuwse bestuurders en WVC-
ambtenaren zoveel vertrouwen
dat de als altijd met risicovolle
projecten jonglerende stichting
plotseling meer dan ooit kre
diet lijkt te genieten, al kan nu
de draad nog slechts met een
danig 'ingedikt', maar niet min
der veelzijdig festival worden
opgepakt.
Wil het hedendaags muziekle
ven in Nederland echt wortel
schieten, meldt J an Wolff in zijn
'businessplan', dan moet De
IJsbreker mogelijkheden (en
dus meer geld) krijgen voor een
verdere uitbouw tot 'interna
tionaal vooraanstaand cen
trum voor de kamermuziek'.
Wat kan dan nog de betekenis
zijn van een Nieuwe Muziek-or-
ganisatie in een plattelandsge
bied als Zeeland?
Wolff: „Ik zeg in m'n beleids
plan: stop met die extreme
spreidingsgedachte, ontwikkel
in dit land één stevig centrum
waarmee je internationaal sta
tus en aanzien behaalt, doe dat
in een grote stad. Maar het
moet niet zo zijn datje één cen
trale instelling hebt die het hele
land bedient. In Zweden is
zoiets een mislukking geble
ken. Eén groot nationaal insti
tuut levert alleen maar bureau
cratie op. Bovendien zou dan
een beperkt aantal mensen in
staat zijn om ontwikkelingen te
blokkeren. Ik ben ervoor dat
naast De IJsbreker een aantal
organisaties aanwezig zijn die
zich zelfstandig bezig houden
met programmering van eigen
tijdse muziek, op plaatsen waar
veel eigen initiatief is. Zo'n cir
cuit is nu aan het ontstaan, met
stichtingen die proberen tot
een redelijk werkoverleg te ko
men en die toch licht met el
kaar in competitie zijn. Dat
maakt het muziekleven uiter
mate boeiend en het rende
ment van het gemeenschaps
geld uitermate hoog. Als Ad
van 't Veer met zijn stichting
Nieuwe Muziek in Zeeland goed
kan functioneren, dus met een
budget van zeven tot acht ton
en twee medewerkers erbij, dan
levert dat een hoog rendement
op."
„Het is heel normaal datje van
tijd tot tijd bekijkt of zo'n in
stelling nog wel interessant ge
noeg is. Want er hebben zich in
middels naast Nieuwe Muziek
andere stichtingen, andere
stromingen ontwikkeld. Din
gen komen en gaan. Maar als je
nog zoveel perspectief in Nieu
we Muziek ziet, en al je ziet dat
kleine initiatieven nu in plaat
sen als Alkmaar, Nijmegen,
Groningen, Enschede en Maas
tricht kleine onderdelen zijn
van wat Ad van 't Veer al die ja
ren succesvol en goed doet, dan
is het natuurlijk gek wanneer
we zo'n stichting, die zo'n voor
hoederol heeft vervuld en kan
blijven vervullen, aan ons laten
ontvlieden."
Jan Wolff: het publiek verdient beter <foto Frans Schellekensi
Twee jaar geleden, bij de ope
ning van het vorige (volwaardi
ge) festival Nieuwe Muziek,
roerde de voormalige top-amb-
tenaar bij WVC, drs J. H. Knop-
per, een pijnlijke kwestie aan.
Hij constateerde dat de ver
nieuwingsdrang overal 'aan
idioterie grenzende vormen
aanneemt', ook op allerlei ter
reinen in de kunst. Behalve in
de hedendaagse muziek. „Daar
vormt het begrip 'nieuw' de
beste voorwaarde om aversie,
ongeïnteresseerdheid of in het
gunstigste geval vijandigheid
op te wekken." De laatste res
ten van de moderne muziek
praktijk zouden worden op
geofferd aan de 'geconditio
neerde smaak van het publiek'.
Hij legde de schuld bij de orkes
ten en de programma-makers.
En bij de componisten zelf. Die
zouden al te gewichtig doen en
zich, na het uitblijven van suc
ces, al te gemakkelijk terug
trekken in ivoren torens.
Jan Wolff vindt die benadering
veel te oppervlakkig. Er is, sig
naleert hij, de afgelopen dertig
jaar weldegelijk een groeiende
interesse voor nieuwe muziek
op gang gebracht, zowel bij de
beleidsmakers als bij het pu
bliek. De muziekvemieuwing,
zegt hij, heeft vrijwel de gehele
eeuw in het slop gezeten. Oor
zaak: de overwaardering van de
symfonie-orkesten en de onder
waardering van de kamermu
ziek. „We zijn nu met een in
haalmanoeuvre bezig."
„We beginnen ons nu te realise
ren dat die allesoverheersende
romantiek van de vorige eeuw
toch behoorlijk de kamermu
ziek en daarmee de vernieu
wing heeft overschaduwd. Na
de Tweede Wereldoorlog ble
ken we ineens te zitten met een
enorme constructie van 21 sym
fonie-orkesten in dit land. We
zaten dus met het probleem dat
we andere takken van de mu
ziek niet konden ontwikkelen.
Dat is in de hele westerse mu
ziektraditie gebeurd. Ik vind
dat symfonie-orkesten thuis
horen in het museumbeleid. Ze
voeren vrijwel uitsluitend klas
sieke en romantische muziek
uit. We moeten goed voor dat
culturele erfgoed zorgen. Daar
naast moet voor de kamermu
ziek een behoorlijk en flexibel
budget beschikbaar zijn. Dat is
een absolute voorwaarde. Want
uit de kamermuziek selecteert
zich de kwaliteit. Daarvoor
moet je niet de grote kostbare
accommodaties en organisa
ties, zoals symfonie-orkesten
en opera-gezelschappen heb
ben. Je kunt een beginnende
componist nu eenmaal niet een
muziektheater ter beschikking
stellen met het risico dat je er
bij een mislukking in één klap
vier miljoen gemeenschapsgeld
doorheen jaagt. Dat kan niet.
Dat is ook niet nodig. In de ka
mermuziek kun je beoordelen
welke componisten in aanmer
king komen voor het grote
werk."
„Rembrandt maakte óók klei
ne schilderijtjes. Een kleine
Rembrandt is ook een Rem
brandt. De mensen vergeten
dat vaak als het om hedendaag
se kamermuziek gaat. Dan den
ken ze: daar zijn maar drie men
sen aan het spelen. Ze vergeten
dat daar dan drie solisten zitten
die spelen op een niveau waar
de meeste orkestmusici niet
aan toe komen. Het zijn uitslui
tend de besten die dat soort
muziek kunnen uitvoeren."
„De eigentijdse muziek is deze
eeuw heel lang het domein ge
weest van het vakgebied zelf.
Musicologen en componisten
maakten vooral onderling uit
wat wel en niet goed was. Zo
konden ze de concertpraktijk
klein houden, het overzicht be
houden. Ze stonden eigenlijk
niet toe dat jê er als gewoon pu
bliek ook naartoe ging. Toen we
met De IJsbreker begonnen
werden sommige bezoekers
heel boos wanneer ze er niet
meer in konden. 'Uitverkocht?',
zeiden ze dan, 'dat kan niet'. 'Ik
moet erin',"
„Het vakgebied is de laatste
twintig jaar de greep kwijt ge
raakt op wat wel en wat niet uit
gevoerd wordt. Mensen als Van
't Veer hebben daarin een be
langrijke rol gespeeld. Niet
voor niets is hij ook door het
vakgebied wel eens als stuurs
en eigenwijs afgeschilderd. Hij
is zelf gaan selecteren en voor
het publiek goede program
ma's gaan programmeren.
Daarmee heeft hij de grenzen
van het vakgebied verlegd,
door zelf te kiezen - zowel intuï
tief als verstandelijk - voor ar
tistieke integriteit. Als ik dan
zijn programmering zie - al
vanaf dat ik hem ken; dat is al
meer dan twintig jaar - dan zie
ik dat hij altijd de goede keuzes
maakt, zonder dat hij als musi
coloog of als componist werk
zaam is. Hij is dus een echte
programmeur."
„Als er dan al iemand is, die er
in slaagt de nieuwe muziek los
te maken uit het vakgebied,
dan hoor je al snel dat de consu
ment - en daarin speelt de ove
rigens goed signalerende vak
pers een rol - eist dat voortdu
rend het nieuwste van het
nieuwste wordt gebracht. Maar
het is toch belachelijk dat je te
horen krijgt datje niet goed be
zig bent, wanneer je een hele
goede compositie een tweede
keer programmeert. Zo'n com
positie moet nog veel vaker uit
gevoerd worden. Als je uitre
kent hoe vaak de Vijfde van
Beethoven is uitgevoerd, dan
kom je in de vele miljoenen. Dat
vinden we gewoon. Terwijl, als
je een meesterwerk in de nieu
we muziek nog eens program
meert, er soms gezegd wordt:
'dat hebben we nu wel gehoord.
Dat hoeft voor ons niet meer'.
Arme componist, denk ik dan.
En, denkend aan al die repeti
ties, arme uitvoerder. Het pu
bliek verdient beter."
maar met overtuiging wordt ge
speeld, dat is het belangrijkste.
In Nederland zie ik het niet snel
zo ver komen. Eerlijk gezegd
heeft het Calvinistisch denken
hier veel afgeremd. Doe maar ge
woon, dan doe je gek geijoeg, dat
is hier een beetje de houding. Ik
kan me daarin niet vinden, het is
veel te leuk om af en toe gek te
doen."
- Het Xenakis Ensemble neemt
in Nederland een speerpuntpo
sitie in.
„Wij brengen wat anderen laten
liggen. Iedereen denkt dat we al
leen Xenakis spelen. Dat is niet
zo. In de loop der jaren zijn er
volgelingen uit de school van
Xenakis gekomen, die baanbre
kend werk hebben verricht. In
de praktijk blijkt vaak dat al
leen ons ensemble dergelijke
werken kan spelen. Nadat wij de
handschoen hebben opgeno
men, volgen andere gezelschap
pen. Je zag het enkele jaren gele
den met de Finse componiste
Kaija Saariako. Toen we werk
van haar speelden maakte dat
enorm veel los in de zaal. In die
tijd was ze onbekend. Daarna
zag je dat andere ensembles
stukken van Saariako in hun
programma opnamen. Dat geeft
een bevredigend gevoel: wij ne
men de handschoen op, anderen
volgen."
-- Baanbrekend, een speerpunt-
vositie. En dat in Middelburg.
„Ik vind het ongelooflijk wat e:
in Zeeland gebeurt. Feldmai
schrijft in één van zijn boekei
over Middelburgia, een provin
cieplaats in een half ondergelo
pen landje, waar de wonderbaar
lijkste dingen gebeuren. Hi
noemt Middelburg een broed
plaats van nieuwe ideeën, b
denk dat Zeeland daarmee hee
gelukkig mag zijn. Spelen wa
anderen laten liggen, dat is d<
kracht van de samenwerking
tussen het festival Nieuwe Mu
ziek en het Xenakis Ensemble
Ooit is er in het openbaar ge.
zegd: de stukken die in Middel
burg worden gespeeld, krijg j(
twee jaar later op het Hollanc
Festival te horen. Dat klopt! Ac
van 't Veer ziet heel vroeg welkf
richting een ontwikkeling o;
gaat. Ik geloof graag dat hij eer
controversieel figuur is. Het ii
ook niet niks om met een be
perkt budget zo veel voor elkaai
te krijgen. Ik neem aan dat de te
genwerking hem prikkelt. Ik
herken dat: voor een moeilijk
stuk ga je eens extra zitten. Mid
delburg is voor mij een tweedi
standplaats geworden. We spe
len er zonder schroom, zondei
angst voor commercie. Ik zie de
stad als een laboratorium, waai
de werken aan bod komen, die
gespeeld móeten worden om de
ontwikkelingen in de cultuur
gaande te houden."
Jan van Damrae