ZUIDERZEE vrijdagkrant de vrij(e)dagkrant marken nog steeds een eiland apart 15 exposities 13 fietsersleven 14 uit-agenda PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT mamelukkken-pak rijkdom de exposities in de provincie; het filmaanbod in de bioscopen; verbeel ding in grafiek van het rotterdams kunstgesticht. het leven van de fietsers kan veel aangenamer, ideeën naar aanlei ding van 100 dagen zonder auto; de alfa sz zagato, zelfs de folder over de nieuwste italiaan zijn al collectors-item. de evenementen in zeeland; thea ter pinardi speelt middelpracht en eeuwse praal - zelfs de schrijvers drs p. en ivo de wijs waren het al vergeten. k hi U-;,/ n: vrijdagkrant VRIJDAG 22 JUNI 1990 arken, zondagochtend vroeg. De eerste vegen oze boven een grijze ichtendmist. Recht vooruit igt Het Witte Paard, de fuurtoren op het uiterste loordoostpuntje van Marken, echts de Rozewerf - of lozenwerf, daar zijn de neningen over verdeeld. Het imalle, ongeveer zeven [iiometer lange klinkerpaadje angs de oever van het Jsselmeer is verlaten en blijft lat ook de hele morgen. Toeristen komen hier niet of ïauwelijks. Die blijven hangen n de haven bij de winkel van iijtje Boes en de snackbar laar recht tegenover, 'Bere lap'. De dappersten onder hen ichuifelen voorzichtig de lerkbuurt door. Marken is mooi. Dat vinden toeristen in eerste instantie ook. Ze drommen te Volendam op de boot. Om er twee uur later weer terug te keren. Zodra de eerste oh's en ah's zijn weggewaaid over het IJsselmeer en de kiekjes van de Iris geverfde huisjes rond de haven zijn gemaakt, vaart men weer naar Volendam - dat leutige vissersplaatsje waar een rij tingeltangels met slim kijkende eigenaren voor het ware vakantievertier zorgen. „Dat viel een beetje tegen", blikt een Londense terug op Marken vanaf de Volendammer boot. Zij is precies een uur in Marken geweest. Lang genoeg roor haar, vindt ze. Van Rozewerf, Moeniswerf en ffittewerf heeft ze nooit gehoord. „Hoe lang is dat lopen?" Ze kan zich niet foorstellen dat Marken zoveel anders is dan Volendam. Alleen is Volendam gezelliger. Dat geven ze in Marken zonder meer toe. „Die van de wal zijn altijd al slimmer geweest", gromt een Marker in burgerkloffie. Hij is 66, maar 'het pak' draagt hij zelden nog. Hij woont op de Rozewerf, in het groen en wit getatoueerd bolletje huisjes boven op een terp. De straatjes zijn er zo smal datje elkaar maar net kunt passeren. Het stuur van een fiets glijdt precies tussen de geveltjes door. Bij bochten dient de fietser af te stappen en z'n achterwiel om de hoek te tillen. Na drie of vier haakse bochten beland je op het dijkje. „Als klein jochie zag ik hier eens de hele Zuiderzeevloot varen. Een prachtig gezicht, de hele zee vol met zeilen. Toen de Afsluitdijk kwam, was het over. Voor de Markers, tenminste. We hadden het altijd al arm, maar toen werd het nog erger. Mijn ooms hebben nog ansjovis gekopt voor tien cent de mand. Die Vmanden gingen naar Monnickendam, daar zijn ze er stinkend rijk van geworden", mijmert de Marker man. Hij lacht en laat zijn huis zien. Dat is vooral klein. Een voordeel, het is 's winters immers vlug warm. Een enkele gaskachel is genoeg. Vroeger stookten ze turf. Zijn moeder kocht elke winter drieduizend korte turfjes en een paar honderd lange voor het aansteken. Het moet een ontzettende stank hebben gegeven, maar dat wende blijkbaar. Hij weet er tenminste niets meer van. Als hij aan die tijd terugdenkt, de Kerkbuurt en de haven. Tussen de basaltblokken gorgelt in een lome deinig het water en groeien wilgeroosjes, gele en blauwe lis, kamille en wingerd. Het krioelt er van de reigers. Hier en daar ook een aalscholver. De oostelijke route is het mooist. Terug in de haven is het nog stil. Pogingen om de toeristen ook in de winter naar het eiland te lokken, zijn er nooit ondernomen. Niet nodig. Over de rijkdom van de Markers doen sterke verhalen de ronde. Toen er voor de bouw van de gereformeerde kerk een lening werd uitgeschreven van zeshonderdduizend gulden, was deze binnen een week volgetekend. Met die van vierhonderdduizend gulden voor de pastorie gebeurde hetzelfde. Maar waarmee de tweeduizend inwoners dat vermogen dan hebben verdiend, blijft duister. „Met hard werken", zegt een man in hotel De Jong. En met nijver sparen. Want een Marker geeft niet veel uit. Hoefde ook niet op een eiland. Nu is de dijk er; vroeger alleen de boot en - in de winter - het ijs. Marker vrouwen en mannen zwierend over het gestolde water, er bestaan mooie plaatjes van. En van het kruiend ijs aan de oostwal natuurlijk. Foto's van de door schotsen bedreigde vuurtoren haalden de wereldpers, maar echt angstig was het pas in de winter van '50/'51 toen bij de Rozewerf het ijs was opgerukt tot aan de voordeuren van de huisjes. Nu hebben de Markers, op een paar meter buiten de dijk, ijsbrekers gebouwd. Schuin uit het water stekende dikke balken die de schotsen omhoog tillen en terug kieperen. Van het type 'fel in de leer' schijnen er op Marken nog altijd voldoende voorhanden te zijn. Nog niet zo heel lang geleden schetste een waarnemer een vergadering van het schoolbestuur als 'heidens onder de heidenen', zo heet ging het er tussen de broeders en zusters aan toe. Tussen de kerkeraden onderling kan het bij tijd en wijle ook flink donderen. Markers nemen geen blad voor de mond. Zelfs niet tegen een toevallige bezoeker die vraagt of de begraafplaats te bezoeken is. „Waarom moet u die begraafplaats op? Die is alleen op zaterdagmorgen open. Wij Markers leggen nooit bloemen bij graven. Dat hoort niet." Een kalere dan de begraafplaats van Marken vind je nergens. Slechts links achteraan staan een paar grafstenen. Verder alleen houten paaltjes met een nummer boven naamloze graven. Want zoals de psalmist zegt: „Men kent en vindt hun standplaats zelfs niet meer." Marken wordt straks onder meer met Monnickendam en Broek-in-Waterland ondergebracht in de gemeente Oost-Waterland. Maar het blijft een eiland. Een gemeenschap apart. ROB VAN DEN DOBBELSTEEN redactie PZC-bijlagen advertentie en Vlissingen Oostsouburgseweg 10 Postbus 18 4380 AA Vlissingen Tel. 01184-84000 Middelburg Markt 51 4331 LK Middelburg Tel. 01180-81000 Goes Grote Markt 2 4461 AJ Goes Tel. 01100-31800 Oostsouburgseweg 10 Postbus 18 4380 AA Vlissingen Tel. 01184-84000 administratie Terneuzen Nieuwstraat 22 4531 CW Terneuzen Tel. 01150-94457 Hulst Steenstraat 6 4561 AS Hulst Tel. 01140-14058 Zierikzee Oude Haven 41 4301 JK Zierikzee Tel. 01110-15380 opening kantoren Van maandag t?m vrijdag van 08.00 tot 17.00 uur. ziet hij eigenlijk alleen maar zijn moeder borduren bij het gele schijnsel van een petroleumlamp. Ze moet de ogen van een havik hebben gehad. Alle moeders van Marken trouwens, want als je dat borduurwerk uit die tijd zietOnvoorstelbaar zo mooi, dat kunnen ze niet meer." Is trouwens ook niet meer nodig. Markers dragen hun Mamelukken-pakken niet meer. „Ik zal wel gek zijn", zegt het vriendelijke meisje dat in jeans met een schortje ervoor en op basketballschoenen koffie met appelgebak serveert. Ze is Markense, woont in Amsterdam, maar keert in de zomer naar het eiland terug om te helpen in het restaurant van haar vader. Ze houdt van Marken, maar alleen in de zomer. In de winter is het een gat. En dan heb je de sociale controle. „Die is hier verschrikkelijk. Je kunt je kont niet keren of ze weten het allemaal." „Een drukkende gemeenschap", bevestigd even later een jonge vent. Hij wil het eiland verlaten zo vlug hij kan. „Dat doen alle jongeren" bromt hij. Een oudere inwoner van het stadje zegt dat de uittocht wel meevalt. „We krijgen er zelfs mensen bij. Amsterdammers die op de werven gaan wonen. Die vinden dat prachtig. Ik ga hier trouwens ook voor geen goud weg." De trouw aan een eiland, waarop de verschrikkelijkste dingen zijn gebeurd. Tot aan de achttiende eeuw hadden eb en vloed vrij spel op het dijkloze eiland. De bewoners zaten er niet mee. Ze bouwden hun huizen op palen, plaatsten hun bedstee op een verhoging in de kamer en dat was dat. Branden verwoestten hele buurten. Marken heeft nog altijd een enorme brandweerkazerne met uitmuntend getrainde spuitgasten. Maar de Markenaren bleven waar ze waren. Het verhaal gaat dat tot vlak na oorlog veel Marker vrouwen zelfs nog nooit op het vaste land waren geweest. Toen eens twee avonturiersters met de boot in Monninckendam arriveerden, schrokken ze zo van dat monster dat tram werd genoemd, dat ze bijna spoorslags teruggevluchtten naar dat reepje land in het water. Ondanks het isolement van de gemeenschap, was de algemene ontwikkeling op het eiland steeds vrij hoog. In de achttiende eeuw reeds kregen alle Marker kinderen onderricht in lezen en schrijven - voor die tijd een vrij unieke zaak. „Ze kijken alleen een beetje raar aan tegen wat zij buitenissig vinden", zegt een man op de Volendammer boot. „Maar wereldvreemd zou ik ze niet durven noemen. Als ze wat merkwaardig reageren, dan komt dat vooral voort uit een soort minderwaardigheidcomplex. Ze kijken nog altijd op tegen de mensen van de wal." We wandelen verder langs het dijkje. Van de Rozewerf, via Het IJzeren Paard terug naar Vuurtoren Het Witte Paard, op het uiterste noordoostpuntje van Marken (foto GPDIHans van Weel) De Volendammer boot lost toeristen in de Haven van Marken: niet zo veel vertier als in Volendam, wel rust en landschappelijk schoon Ifoto GPDIHans van Weel) Meer ruimte voor de fietsers (Foto Lex de Meester)

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1990 | | pagina 11