PZC Oorlogsillusies Roemeense oppositie massaal de straat op opinie en achtergrond vrijdag4mem990 4 Parlementaire commissie komt met 'asperientje'... Doe maar gewoon... 'Just world' Gelatenheid Wantrouwen Vijf diensten Eindverslag Nijvel (Door René Diekstra Onheilstijdingen brengen is altijd een ondankba re taak geweest. Niet alleen omdat het nu eenmaal leu ker is om iets positiefs dan iets rampzaligs te kunnen vertellen, maar ook omdat machthebbers nogal eens de ondankbare gewoonte heb ben gehad de onheilsbood schapper om zeep te helpen of anderzins onvriendelijk te behandelen. Dat laatste is ook het lot geweest van de 7nan die i?i 1940 de militair attaché was op onze ambas sade in Berlijn, majoor Sas. Vanaf eind oktober 1939 tot aan 9 mei 1940, de voor avond van de Duitse inval in ons land, heeft hij keer op keer de autoriteiten geivaar- schuwd dat een invasie werd voorbereid. Het zat Sas in zoverre niet mee dat de Duitsers de da tum voor de inval wel ee?i keer of vijftien hebben ver schoven - vanwege weers omstandigheden of organi satorische problemen - zo dat hij op den duur voor een paniekzaaier en zelfs 'een gevaarlijke gek' werd aan gezien. Ondanks Sas' defini tieve ivaarschuwing dat het op 10 mei inderdaad zou gaan gebeuren en ondanks het feit dat - voor wie het zien loilde - het vrijwel uitge sloten was dat Nederland buiten de oorlog kon blijven, kwam voor de meeste Neder landers het Duitse optreden op 10 mei toch als een ver rassing. Maar waarom wilden zo ivei- nig mensen het zien? Een van de redenen is ongetwij feld, dat de Nederlandse re gering tot op het laatste mo ment alle mogelijke moeite deed om de bevolking te doen geloven dat 'we er bui ten konden blijven'. Maar zo'n antwoord verplaatst het probleem alleen maar, want dan rijst de vraag waarom wilde de regering het niet zien? Waarom heeft ze al niet in een vroeg sta dium de bevolking oorlogs- rijp gemaakt? De mensen voorgelicht, geïnstrueerd of getraind hoe ze actief en pas sief zoveel mogelijk weer stand konden bieden mocht de vijand werkelijk komen? We hebben in de afgelopen twintig jaar - getuige de Amerikaanse afgang tegen Noord Vietnam en de Russi sche tegen Afghanistan - kunnen zien hoe een weer baar volk zelfs met de meest geavanceerde wapens niet of nauwelijks op de knieën te krijgen is. Historici vertellen ons, dat een van de overwegingen van de regering is geweest dat zulke verdedigingsvoor bereidingen de Duitsers al leen maar geprikkeld zou den hebben. Alsof die nog een prikkel nodig hadden! Ze vertellen ons ook dat de regering bang was dat de mensen in paniek zouden ra ken, als ze te horen zouden krijgen dat oorlog onvermij delijk was. Dat is vermoede lijk inderdaad een argument geweest, maar het is wel een heel merkwaardig argu ment. Want als je mensen niet op een ramp ivilt voorbe reiden omdat je bang bent voor paniek, dan schuifje de problemen in feite voor je uit tot aan het moment dat de ramp iverkelijk gebeurt, en dan weten de me?isen dus echt niet hoe ze moeten rea geren. En zo is het ook gegaan. De doorsnee Nederlander wist niet wat hem overkwam op 10 mei. Hij wist vaak niet eens of het echt serieus was wat er gebeurde en of hij zich daar nou werkelijk druk over moest maken of niet. Psychologisch gezien is dat gegeven heel interessant, want het betekent dat veel mensen in die dagen de hou ding hadden van „Hou je nou maar rustig, doe nou maar gewoon, dan valt het waarschijnlijk allemaal nog wel mee ook en misschien ge beurt er zelfs ivel helemaal niks". Zo'n houding wordt wel de 'not me' of de 'onkwetsbaar heids'-illusie genoemd. Te gen alle beter weten of tegen alle waarschijnlijkheid in gaan wij er vaak vanuit dat wij zelf tamelijk onkwets baar zijn, dat 'het ons niet overkomt'. Het overkomt al tijd alleen maar anderen. Het 'mij gebeurt zoiets niet'- idee speelt ons op allerlei ge bieden parten. Als ons ge vraagd ivordt hoe groot de kans is dat we slachtoffer van een misdrijf zullen wor den, dan blijken we die kans voor onszelf heel wat lager te taxeren dan voor anderen. Dezelfde redenering blijken we er op na te houden als het gaat om andere risico's. De meeste mensen zijn ervan overtuigd dat de massame dia, met name de televisie, vaak een schadelijke in vloed hebben. Maar, zo blijkt uit onderzoek, die schadelij ke effecten treden naar ons idee alleen maar op als an- deren kijken. De onkioets- baarheid-illusie blijkt zelfs te bestaan op een terrein als relatieproblemen. De meeste gehuwden schatten de kans op echtscheiding voor het huwelijk van de buren aan zienlijk hoger dat voor het eigen huwelijk. We gaan hierin vaak zo ver, dat ive degene die schade oj onrecht ivordt aangedaan of die door een ongeluk wordt getroffen, daarvoor zelf ver antwoordelijk houden. Toen de Duitsers in september 1939 Polen binnenvielen, wa ren de meeste Nederlanders ook binnen de regering, er van overtuigd dat iets soort gelijks ons niet zou overko men. Polen, dat was iets heel anders, want zo zeiden nogal wat mensen: de Polen had den de Duitse inval in zekere zin aan zichzelf te wijten, om dat ze Hitier al te zeer uitge lokt of geprikkeld zouden hebben. Deze manier van denken wordt in de psychologie wel de 'illusie van een rechtvaardige wereld' het 'just world'-geloof) ge noemd. Kern van deze illusie is dat we diep in onszelf het idee verwerpen dat deze we reld er een is van onvoor zienbare, onvoorspelbare onrechtvaardigheid en tra giek. Het mag voor ons ge voel eenvoudig niet zo zijn dat goede mensen kwade dingen kunnen gebeuren (en omgekeerd). Dat zou name lijk betekenen dat ook wij, goeie mensen die wij nu een maal zijn, op ieder moment met het ergste rekening moe ten houden. Die sterke, onbeivuste nei ging om slachtoffers van het noodlot daarvoor zelf de ver- antivoordelijkheid toe te schuiven, leidt er toe dat wi op zoek gaan naar kenmer ken waarmee we ons van die ongeluksvogels onderschei den. Daarmee beschermen we ons tegen het pijnlijke be wustzijn van onze eigen kwetsbaarheid. Zolang toe kunnen denken dat ongeluk of tegenslag alleen bepaalde mensen treft en dat wij uit een heel ander hout zijn ge sneden, dan hoeven we dus ook geen angst te hebben. Het is voor een belangrijk deel dit (waan)idee geweest, waardoor nogal wat Neder landers in de nazi-tijd aan vankelijk geloofden dat er met de joden zelf ook het een en ander mis moest zijn en ze voor een deel de vervolging dus aan zichzelf te wijten hadden. Want het kon toch niet alleen maar onmenselij ke willekeur zijn die de na zi's ertoe bracht hen zo gru welijk te behandelen. De nazi's zelf voedden dat idee door voortdurend de meest ongunstige karak teranalyses van joden te ver spreiden. Er waren zelfs psy chologen en psychiaters die daar driftig aan meededen en zodoende aan de racisti sche theorieën een weten schappelijk watermerk ver leenden. Door openlijk of in nerlijk mee te doen aan deze vorm van 'slachtoffer-be schuldiging' koesterden vele niet-joodse Nederlanders zich in de illusie, dat het voor hen zelf allemaal nogal mee zou vallen. Dat was vermoedelijk een van de redenen voor de merkwaardige gelatenheid onder veel Nederlanders tij dens en in de eerste tijd na de Duitse inval. Het is vermoe delijk ook een van de voor naamste verklaringen voor de merkwaardige gelaten heid waarmee we racisti sche theorieën van de nazi's lange tijd tegemoet traden. Dat zelfs de Staat der Neder landen slachtoffer van deze illusie ivas, blijkt uit het feit, dat ze zowel de uitgever als de vertaler (beide joden) van een Duits boek dat in maart 1940 in het Nederlands ver scheen en waarin Hitiers ra cistische ideeëfi aan de kaak loerden gesteld, voor de rechter sleepte. Nota bene op beschuldiging van beledi ging van een bevriend staatshoofd! De vertaler in kwestie was Menno Ter Braak die niet meer heeft ge wacht op de moment waarop zijn zaak zou dienen. Vier dagen daarvoor, op de dag van 10 mei zelf, maakte hij een eind aan zijn leven. Om met de woorden van He mingway te spreken: het is een illusie te geloven dat het alleen maar zelfmoord was. Tekst: Henk Postma Foto's: Lex de Meester BUKAREST Verkiezings koorts in Roemenië. Naarmate de 20ste mei nadert, de dag waarop het volk zich mag laven aan de stembus-democratie, neemt de kloof tussen president Ion Iliescu's Front voor Natio nale Redding en de smeltkroes van politieke partijen en partij tjes steeds absurder vormen aan. Iliescu heeft de afgelopen maan den een groot deel van de media in zijn greep gekregen. En de ver zamelde oppositie beheerst nu al veertien dagen lang de straat, met name in de hoofdstad Buka- rest. waar de demonstraties te gen zijn - op veel oude structu ren en functionarissen steunen de - frontregering met de week massalere vormen aannemen. De Roemeense president houdt niet op deze demonstranten af te schilderen als 'een horde vage bonden' die de 'stabiliteit' van het land in gevaar zouden bren gen. „Met zulke gewelddadige groepen misdadigers kunnen we geen nieuwe democratie en geen nieuwe maatschappij creëren", verklaarde hij laatst in het door regeringsgetrouwen gedomi neerde voorlopig parlement. De straat dient hem van repliek. „Iliescu is de herrezen Ceauses- cu", blokletteren de borden van de demonstranten. En ze bena drukken fijntjes dat Iliescu's 'lasterpraatjes' en 'pogingen om de publieke opinie te manipule ren' opmerkelijk veel weg heb ben van de manier waarop de dictatuur tot voor kort elke vorm van oppositie de kop in drukte. Ze noemen dat 'diefstal van de revolutie'. Belgische justitie is zwaar ziek ten werden gehoord, de Com missie bezocht de parketten en de plaatsen van de misdaden om zich een oordeel te vormen. De conclusie was dat er teveel langs elkaar is gewerkt. Het par ket in Nijvel lichtte dat in Brus sel niet in over zijn bevindingen en vice versa. Speurders zaten elkaar dwars of werden om duis tere redenen plots overge plaatst. Er was veel wantrou wen. Er is onvoldoende onderzoek ge weest naai' de overplaatsingen en het raadselachtig verdwijnen van bewijsmateriaal. De com missie wil een apart onderzoek naar de tegenwerking van binnenuit, die zelfs tot verjaring van zware misdrijven heeft ge leid. Maar verantwoordelijken worden in het rapport nergens met naam genoemd. Dat er geen 'gecoördineerd poli tioneel of crimineel beleid' in België is, valt ook onder de cate gorie open deuren. Dat bleek op de avonden van de Bende-moor den, toen de diverse politiekorp sen elkaar 'vergaten' in te lich ten en de moordenaars konden ontkomen. Nu houden minstens vijf ver schillende opsporingsdiensten zich bezig met de bestrij ding van de zware criminaliteit. De Com missie wil dat er straks nog maar één politie, één recherche en één justitieel apparaat zijn. De Commissie vraagt om extra geld voor de justitie, maar stelt zelf al dat bijvoorbeeld in Neder land (toch het 'meest criminele land van Europa') met minder geld beter werk wordt verricht. Maar dat er iets gedaan moet worden, staat als een paal boven water. Minister van binnenlandse za ken Tobback heeft de afgelopen week al voorstellen gedaan om te komen tot een betere taakaf bakening tussen de gewone poli tie en de rijkswacht. Ook is de gerechtelijke politie (de recher che van de justitie) nu beter georganiseerd. Of dat helpt, is de vraag. Er is hier weinig vertrouwen dat het nu ineens allemaal beter zal gaan. Het is als de dokter die vaststelt dat de patiënt ziek is (maar dat wist-ie natuurlijk al) en hem met een aspirientje weer naar huis stuurt. De meeste van die 'grote' mis drijven zijn nooit opgelost. Som mige wegens onkunde van poli tie en justitie, andere wegens - naar boze tongen beweren - on wil. Omdat er vriendjes van de speurders of nog grotere belan gen in het geding waren. Het vertrouwen van de doorsnee Belg in zijn justitiële apparaat is zeer gering. En de gewone poli tieman of rijkswachter hoeft he lemaal niet op enige vorm van respect te rekenen. Moppen over rijkswachters zijn er net zoveel als over Nederlanders. (Van onze correspondent Hans de Bruijn in Brussel) De hoofdcommissaris van de Brusselse gerechtelijke po litie had criminele vriendjes en zit nu in de cel wegens valsheid in geschrifte en ongeoorloofde politiepraktijken. Drie rijks wachters zitten vast wegens hun vermeende rol in moord partijen. Rechters veroordelen kranten die kritisch schrijven over rechters. Een oud-premier beschuldigt de Belgische staatsveiligheidsdienst van subversieve praktijken. Minder dan een op de vijf misdrijven wordt opgelost omdat de poli tiediensten langs elkaar heen werken. Wie in België vaststelt dat er wat mis is met het gerechtelijke en politiële apparaat, trapt een gi gantische open deur in. Dat weet elke Belg immers al lang. Even goed als hij weet dat het altijd zo geweest is en toch nooit zal ver anderen. Justitie en politie zijn de laatste jaren herhaaldelijk in opspraak geweest. Wegens 'kleine' mis stappen, zoals het neerschieten van een jongen van 14 die zonder helm op een brommer reed, of door agenten die in diensttijd de woning van hun superieur op knappen. Maar ook door grotere zaken, zo als de vermeende betrokken heid van rijkswachters en magi straten bij plannen voor een ex treem-rechtse staatsgreep, en de rol die rijkswachters gespeeld zouden hebben bij de bloedige moordpartijen van de bende van Nijvel. sen op een beestachtige wijze vermoordde. De laatste aanslag van de Ben de, op een supermarkt in Aalst (acht doden), is alweer viere neenhalf jaar geleden. Sindsdien zijn mensen opgepakt en weer vrijgelaten, veronderstellingen geuit en vooral flaters begaan. Maar de bende is nog altijd spoorloos. De historie van de bende speelt zich af in de sfeer van extreem rechtse groepen, waarbij (ex- irijkswachters, privé-detectives, een ex-gevangenisdirecteur en 'gewone' criminelen een rol spe len. Maar meer dan veronder stellingen zijn er niet. Het onvermogen van justitie en politie werd in 1988 een aantal kamerleden te gortig en zij be sloten (toen de hysterie rond de Bende en de bomaanslagen van de communistische CCC over zijn hoogtepunt heen was) tot een parlementaire enquête commissie. In ruim twee jaar vergaderde die commissie 187 maal en werden 118 mensen gehoord, politici, po litiemensen, officieren van justi tie, bazen van de staatsveilig heid en zelfs oud-premier Paul Vanden Boeynants, die van staatsgreepplannen verdacht werd. De commissie werd in de volks mond de 'Bende-commissie' ge noemd, omdat zij eigenlijk was opgericht om erachter te komen wie achter de Bende van Nijvel zaten, en of er wel sprake was van georganiseerde (rechtse of linkse) terreur in België. Ook moest worden nagegaan waarom politie en justitie er maar niet in slaagden die zaken op te lossen. Gaandeweg werd het werkterrein van de Bende commissie breder en werden ook de vele geruchten over plannen voor extreem-rechtse staatsgre pen nagetrokken. Geen wonder dat men in België halsreikend uitkeek naar de in houd van het eindverslag van de commissie. Dat maar liefst 1044 pagina's dikke verslag is deze week officieel gepresenteerd, maar niemand zal er een minuut van wakker liggen. Er heerst algemeen teleurstel ling over het resultaat van het vele werk. De commissie komt met wat obligate vaststellingen, zoals dat achter de Bende van Nijvel waarschijnlijk 'meer zit' en dat de politie daar weinig te gen heeft kunnen doen. Maar dat wist iedereen al. Ook het gebrekkige justitie-onder- zoek naar de Bende, waarbij de parketten in Brussel, Dender- monde en Nijvel langs elkaar heen werkten met een ijver een betere zaak waardig, wordt al leen gesignaleerd. Er is kritiek op de politiek die naliet om politie en justitie de middelen te geven om de georga niseerde misdaad te lijf te gaan, en voorts beveelt de Commissie de instelling van weer andere commissies aan die met echte voorstellen moeten komen. Het is begrijpelijk dat de com missie niet in staat is gebleken om het speurwerk van de politie naar de Bende van Nijvel over te doen en te verbeteren. Wie dacht dat de kamerleden de Bende wel even zouden ontmaskeren, komt natuurlijk bedrogen uit. Niet dat de Commissie zijn best niet deed. De bij het onderzoek naar de Bende betrokken opspo ringsambtenaren en magistra Het grootste fiasco van de Belgi sche justitie is dat men er na vijf jaar nog steeds niet in geslaagd is ook maar een spoor te vinden van de Bende van Nijvel, die tus sen 1983 bij overvallen 28 men- Twee jaar geleden begon een proces tegen zes mensen, die ervan werden verdacht tot de beruchte 'Bende van Niivel' te hebben be- hoord(/öfo ANP)

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1990 | | pagina 4