Materiaalslag
in het
wielerpeloton
Zeeuwse
sportmassage loopt achter
week-in
39
ZATERDAG 28 APRIL 1990
Systeem
Duwtje
Service
Vernieuwingen
Trimmers
Nopjes
Drijfveer
Volwaardig
Tij
Tegelijk met de voorjaarsklassiekers was
de volle aandacht de afgelopen weken niet
alleen op de profwielrenners gevestigd; velen
langs de routes en ontelbare tv-kijkers in
binnen- en buitenland zullen tijdens de
(wereldbeker)klassiekers ook het oog hebben
laten vallen op de fietsen van de coureurs.
Vooral zij die zelf in hun vrije tijd op de
racefiets stappen, de zogenaamde trimmers.
De toerrijder spiegelt zich steeds aan de echte
wielerkampioen. Wat betreft prestaties is dat
uiteraard niet te realiseren; wèl qua materiaal
en outfit.
Geld speelt daarbij vaak geen rol, zo blijkt in
de vakhandel. Voor mooi en goed materiaal
trekt de trimmer graag zijn portemonnee
open. Wat de vernieuwingen betreft komt de
grote groep potentiële kopers vooral dit jaar
aan haar trekken. Na de pedalen zonder
toeclips, de fietscomputers, de uit piepschuim
vervaardigde Calimerovalhelmen, de ossekop-
en triathlonsturen, titanium- en carbonframes,
de ATB-fietsen en vele andere nieuwe snufjes
is de rijwielindustrie er opnieuw in geslaagd
de aandacht naar zich toe te trekken.
De televisie-uitzendingen van de voorbije
klassiekers leerden dat de meeste ploegen hun
kleding aan de modernste trends hebben
aangepast, bepaalde frames volgens de
nieuwste gestroomlijnde vormgevingen zijn
vervaardigd en dat racefietsonderdelen van de
geavanceerdste technieken zijn voorzien.
Heel opvallend is ook, dat wielrenners steeds
meer van tubes op bandjes overschakelen. De
materiaalslag in het peloton leek de moeite
waard er met renners, ploegleiders en
fabrikanten over te praten. Het frame,
derailleur/remsysteem en de opkomst van de
bandjes krijgen daarbij de aandacht.
Rem en derailleurhendel ineen (foto Dries Linssen)
Toch moeten de benen het doen
Even terug naar de Omloop Het Volk.
Velen zullen zich herinneren, dat Jo-
han Capiot op weg naar zijn overwinning
werd geremd door 'bandbreuk'. Tot ieders
verbazing weigerde de Belg een reserve
wiel van de algemene materiaalwagen
aan te nemen. In afwachting van de komst
van ploegleider Cees Priem reed Johan
Capiot gedurende vele kilometers door op
een lekke tube.
„Ik nam het achterwiel van de neutrale
materiaalwegen niet aan, omdat het daar
op gemonteerde versnellingsblok niet
deugt voor mijn flets", verklaarde de
TVM-renner na afloop. „Onze fietsen zijn
met het hyperglide-systeem van Shimano
uitgerust. Wij rijden daarom met acht- in
plaats van de gebruikelijke zevenpion
nen. Dat betekent, dat op het versnel
lingsblok acht tandwieltjes zijn gemon
teerd. De afstanden tussen de tandwiel
tjes zijn kleiner dan die op de zevenpion.
Ik wist tevoren, dat ik met een wiel van de
neutrale materiaalwagen problemen zou
krijgen met mijn ketting en versnellingen.
In de sprint had ik dan geen schijn van
kans. Een nieuw wiel met eenzelfde pion
was derhalve noodzaak."
De uiteenzetting van Johan Capiot werd
niet door iedereen begrepen. Velen wisten
zelfs nog niet van het bestaan van acht-
tandwielige versnellingsblokken af. Wat
de winnaar van de Omloop Het Volk toen
nog niet vertelde, was dat hij ook met een
geheel nieuw schakelsysteem reed. Rem-
greep en versnellingshendel in één, ge
monteerd op het stuur.
Shimano, de Japanse fabrikant van rij
wielonderdelen, loopt voorop in deze nieu
we ontwikkeling. De profploegen TVM-
Yoko, Panasonic-Sportlife, Toshiba, Se
ven Eleven, Carrera, Chateau d'Ax, GIS
en Frank-Toyo zijn uitgerust met Shima-
no-onderdelen.
De gecombineerde rem- en derailleurhen
del is het allerlaatste snufje van Shimano.
Dit systeem - het zogenaamde Dura-Ace
STI - wordt sinds de start van dit seizoen
door een aantal profrenners uitgetest. Het
is nog niet in de handel verkrijgbaar.
Eric van Lancker is een van de weinige
renners die er in deze experimentele fase
mee rijdt. „Ik vind het een fantastisch sys
teem", verklaarde Van Lancker nog voor
de start van de door hem gewonnen Luik-
Bastenaken-Luik. „Het heeft alleen voor
delen. In alle omstandigheden kun je
schakelen. Zelfs als je tijdens het klimmen
op de pedalen staat. Je hoeft niet meer te
gaan zitten om van versnellingen te ver
anderen. De ketting valt altijd op het
gewenste tandwiel. En je mag zoveel
kracht op de pedalen zetten als je maar
wil. In de toekomst zal iedereen hiermee
rijden. Daarvan ben ik overtuigd. Boven
dien werken de remmen perfect. Je hoeft
er maar even aan te komen en je staat stil.
Zelfs als het geregend heeft."
Evenals Eric van Lancker zou Johan Ca
piot zijn schakelsysteem niet meer willen
ruilen met de traditionele frameschake-
laar. „Je kunt tegelijk schakelen en rem
men. Het werkt fantastisch. Je hoeft maar
een duwtje tegen de hendel te geven om de
gewenste versnelling in te stellen. Altijd
goed. Het kleine knopje dat aan de hendel
zit, dient om terug te schakelen. De loop
van de ketting is altijd optimaal en zuiver.
Ik kan er niets aan afkeuren. Je hoeft je
handen nooit van het stuur los te laten om
te schakelen. In een sprint komt dat goed
van pas. Vlak voor een bocht kun je nog
afremmen en schakelen tegelijk."
Volgens Johan Capiot werkt het Dura-
Ace-STI-systeem perfect. „Maar het zijn
toch de benen die het moeten doen", rela
tiveert hij de nieuwste innovatie van Shi
mano.
Nico Lemmens uit Landgraaf is assistent
marketing-manager van Shimano Euro
pa. Hij is onder meer betrokken bij de
sportsponsoring en heeft dus goede con
tacten met de door zijn werkgever van ma
teriaal voorziene wielerteams.
„Shimano heeft altijd veel tijd en geld in
de research gestoken", vertelt Nico Lem
mens. „Zowel voor mountain bikes als ra
cefietsen brengen wij de geavanceerdste
en van high-tech voorziene onderdelen op
de markt. Het SLR-remsysteem bij voor
beeld. Met zo weinig mogelijk moeite en
kracht kun je daarmee een maximaal
remresultaat behalen. Ook de cassette
naven van de achterwielen zijn perfect.
Daarmee kun je de tandwieltjes heel ge
makkelijk verwisselen. In combinatie met
het hyperglide-systeem kun je onder volle
belasting schakelen. Klik, enje draait een
andere versnelling. Bergop en bergaf. Al
tijd oké."
De nieuwe derailleur- en remsystemen
werden volgens Nico Lemmens eerst door
de terreinfietsers getest en in gebruik ge
nomen. „Omdat de terreinfietser veel
meer schakelt dan de wegrenner. Sturen,
remmen en schakelen is nu tegelijk moge
lijk", verklaart de Limburger terwijl hij al
le mogelijke systemen (hyperglide, su-
perglide, SIS, Dura-Ace, SLR, STI etcete
ra) opsomt.
„Het versnellingssysteem waarmee nu de
renners van Panasonic en TVM fietsen is
voor alle parkoersen geschikt. Het is niet
meer nodig telkens andere pionnen te
monteren. In de Amstel Gold Race kan
een renner hetzelfde versnellingsblok ge
bruiken waarmee hij in Parijs-Roubaix
reed. Met Shimano-materiaal kun je heel
snel, gemakkelijk en altijd schakelen."
Peter Post, wiens Panasonicteam dit jaar
voor het eerst op hetzelfde merk fiets
koerst („Panasonic maakt jaarlijks acht
honderdduizend tot een miljoen fietsen.
Om voorheen naamsvermenging met de
electronica-tak van Panasonic te voorko
men, zijn we pas dit jaar op het eigen merk
fiets gaan rijden") is heel tevreden over de
Japanse onderdelen, waarmee zijn ploeg
dit seizoen eveneens voor het eerst is uit
gerust.
„Mijn renners zijn dolenthousiast over het
nieuwe derailleur- en remsysteem. Shima
no levert geweldige kwaliteit. Zoals bij
een auto zijn versnellingen en remmen
ook op de fiets heel belangrijk. Wat dat be
treft heeft Shimano veel voorsprong op de
concurrentie. Het bedrijf heeft het moge
lijk gemaakt bij wijze van spreken de Tour
met één en dezelfde pion te rijden."
Volgens Peter Post biedt de Japanse fa
brikant ook buitengewoon goede service.
„Er is altijd een speciale mecanicien van
Shimano bij de ploeg aanwezig. Hij con
troleert het nieuwe materiaal in deze ex
perimentele fase. Maar er mankeert heel
weinig aan. Het nieuwe rem- en schakel
systeem van Shimano zal in de toekomst
door bijna iedereen gebruikt worden. Wie
had dit verwacht?"
Cees Priem, de ploegleider van TVM en
dus ook van de eerder genoemde Johan
Capiot, is het volledig eens met zijn vroe
gere baas en huidige collega Peter Post.
„Als er iets met het nieuwe materiaal niet
klopt, belt zo'n mecanicien van Shimano
meteen naar Japan. Drie dagen later krijg
je al het nieuwe. Geweldig, zoals die men
sen dat aanpakken", aldus Priem.
„Die geschiedenis met het achterwiel van
Capiot in de Omloop Het Volk is nu bijna
uitgesloten. Net zoals Post geef ik telkens
voor de start van een wedstrijd enkele
achterwielen aan de neutrale materiaal
wagen af. Peter Post doet dat ook. Bij het
begin van het seizoen was dat niet moge
lijk, omdat ik toen nog over te weinig re
servemateriaal beschikte."
Edwig van Hooydonck met zijn bijzondere fiets foto Dries Linssen)
Cees Priem houdt van vernieuwingen. En
kele van zijn renners testen sinds kort de
revolutionaire Kirk-fiets, waarvan het fra
me in één stuk gegoten is en vervaardigd
van 1,2 kilogram magnesium, dat op haar
beurt uit duizend liter zeewater wordt ge
distilleerd.
De renners van TVM experimenteren nog
met een andere noviteit: draadbandjes. In
hun geval het merk Pariba. De ploegen
Carrera (Guido Bontempi) en Système U
(Laurent Fignon) waren vorig jaar de eer
sten die niet meer op de traditionele tubes
maar op bandjes reden.
„Ik zou niet meer anders willen", roept
Carrera-ploegleider Davide Boifava. „Het
experiment met de Michelin-bandjes is
vorig jaar geslaagd. Voor het hele seizoen
had ik slechts vierhonderdvijftig stuks no
dig. Voorheen gebruikte ik voor dezelfde
periode een veelvoud aan tubes."
Pedro Delgado en zijn Banesto-ploeg-
makkers rijden sinds dit jaar ook op gewo
ne bandjes. „Zoals Fignon op het merk
Wolber", merkt Delgado's teamchef José
Echevarri op. „Banden en velgen vormen
een aërodynamisch geheel. Mijn renners
zijn er heel tevreden over. In Luik-Baste
naken-Luik heeft de Banesto-ploeg geen
enkele keer lek gereden. Dat zegt toch wel
genoeg, hè."
Cees Priem van TVM drukt zich in verge
lijkbare bewoordingen uit. Priem: „In het
begin hadden we enkele problemen met
de bandjes. Zwaarder gebouwde renners
als Johan Capiot konden er niet goed mee
overweg. Pariba heeft de bandjes sinds
kort verbeterd. Ze zijn nu bijna perfect. In
Parijs-Roubaix reed mijn ploeg in totaal
slechts vier bandjes stuk."
De renners van TVM hebben nog niet alle
maal de bandjes in gebruik genomen. „In
de Giro en de Tour zullen ze er wel alle
maal op rijden", meent Cees Priem.
„Bandjes hebben veel voordelen. Ze zijn
lichter dan tubes, goedkoper, iets smaller,
heel gemakkelijk vervangbaar en het
loopvlak is ronder. Bandjes gaan ook veel
langer mee. Bovendien lopen ze beter en
kunnen ze niet tijdens het fietsen zoals tu
bes van de velg aflopen. Met bandjes kun
je ook een stuk sneller dalen."
Cees Priem is ervan overtuigd, dat in de
nabije toekomst alle wielrenners naar
bandjes zullen overschakelen. „Omdat fa
brieken de tubes op korte termijn uit de
produktie zullen halen. De tubehandel is
stuk, omdat er bijna geen enkele trimfiets
meer zonder bandjes wordt afgemon
teerd. Trimmers bepalen de handel; niet
de wielrenners. De coureurs proberen, zo
als dat in de Formule 1 ook gebeurt voor
de autobranche, wèl alles uit. Wielrenners
zijn in feite de proefkonijnen voor de toer-
fietsers."
De Buckler-formatie van Jan Raas rijdt
nog steeds op tubes. Niettemin zijn zij
voorloper van een bepaalde vernieuwing.
De materiaalslag in het peloton wordt bij
Buckler gekenmerkt door de fietsen. Niet
zo verwonderlijk, want die zijn door nie
mand minder dan Ernesto Colnago ge
bouwd. Innovatie is een constant proces
bij deze Italiaanse constructeur met we
reldfaam. Dagelijks werkt de man uit
Cambiago aan nieuwe ontwikkelingen,
betere materialen, lichtere constructies
en functionele en gestroomlijnde vormge
vingen.
„De fiets waarop de Buckler-coureurs nu
rijden heb ik na veel studies met de hulp
van de beste Ferrari-ingenieurs ontwor
pen", vertelt Ernesto Colnago over het zo
genaamde Master-type, waarbij de rechte
voorvork als laatste vernieuwing werd
aangebracht. Overigens wordt dit top
kwaliteitsframe van ultralichte, vrijwel
onbreekbare, geprofileerde buizen ver
vaardigd. De hele ploeg van Jan Raas rijdt
op zulke fietsen.
„Toen ik twee jaar geleden op de beurs in
Keulen de rechte voorvork presenteerde,
die ik in Colnago Precisa heb omgedoopt,
verklaarde iedereen me voor gek. Nu is ze
ventig procent van de mountain bikes uit
gerust met zo'n vork. In de toekomst zal
iedereen erop overstappen. Een gebogen
vork is uit de tijd en niet meer nodig. Een
rechte is veel beter omdat zij beter de
schokken opvangt en vooral vlotter en di
recter stuurt."
Edwig van Hooydonck is bijzonder in zijn
nopjes met zijn Colnago-fiets. Behalve de
schuine vork valt het blauwe rijwiel van
de lange Belg op door de verlaagde frame-
bouw. De liggende buis tussen zadel en
stuur is in vergelijking met andere fietsen
van grote renners een stuk lager gemon
teerd. Zadelpenlug en balhoofdlug wer
den door Ernesto Colnago verhoogd en
versterkt om de liggende buis te kunnen
verlagen.
„Op die manier kan Colnago het frame
kleiner bouwen. Omdat ik zo lang ben
moest ik voorheen altijd op een heel hoog
frame koersen. Hoe hoger de fiets, hoe
zwakker hij is. In een afdaling begon mijn
fiets daardoor te zwiepen, met het gevolg
dat hij niet goed onder controle te houden
was. Ernesto Colnago is erin geslaagd dat
probleem met een verlaagd frame op te
lossen. Mijn fiets is nu heel stabiel. Óver
de rechte vork ben ik ook heel content."
Ploegleider Jan Raas loopt als het ware
weg met Ernesto Colnago. Raas: „Colna
go maakt niet alleen perfecte, maar ook
heel mooie frames. Als het over nieuwe
ontwikkelingen in de fietsbranche gaat,
staat hij altijd als eerste in de rij. Hij is
steeds op zoek naar nieuwe materialen,
bouwstijlen en andere noviteiten. Die
rechte voorvork bij voorbeeld. Perfect. Ik
weet nog goed, dat ik voor Parijs-Roubaix
een nog meer gebogen vork liet monteren.
Nu reden mijn renners met de rechte vor
ken probleemloos over de kasseien van de
hel. Als je drie jaar geleden tegen een ren
ner gezegd zou hebben, dat hij met een
rechte vork zou gaan fietsen, had hij je
meteen voor gek verklaard. Colnago heeft
wéér nieuwe, van carbon gemaakte fra
mes ontworpen. Frans Maassen, Eric Van-
deraerden, Rolf Gölz en Jelle Nijdam heb
ben er al op getraind. Deze fiets is kilo's
lichter, sterker en stabieler. Een geweldig
frame. Ik voorzie dat over niet al te lange
tijd iedereen met een carbonframe zal fiet
sen."
Bennie Ceulen
Nog even en Zeeland heeft geen eigen
organisatie meer voor zijn sportmasseurs.
U weet wel, die man of vrouw die in volle
sprint met een waterzak het veld opstormt of
de zaal insprint als een speler ligt te kreperen.
Het Nederlands Genootschap voor
Sportmassage (NGS) afdeling Zeeland is op
sterven na dood. Deze maand haakten twee
van de vier resterende bestuursleden
moedeloos af, voorzitter Bart Stam uit Sint
Maartensdijk en Henriëtte Sohier uit
Middelburg. Het bestuur van het Genootschap
wordt nu gevormd door twee Brabanders, van
wie Louis Verbraeken uit Ossendrecht een
noodkreet slaakt.
Nee, niet echt." Henriëtte Sohier
vindt de- argumenten met welke
fret gros van de Zeeuwse sportmasseurs
cursusavonden laat schieten allesbehalve
sterk. „Geen tijd, het zijn meer dozen vol
smoezen", vindt de Middelburgse, die op 9
april tijdens de ledenvergadering haar af
scheid bekrachtigde, dat ze een jaar gele
den al had aangekondigd. Omdat applica
tiecursussen niet bezocht worden, lezin
gen ter verrijking van de sportmassage
kennis hetzelfde lot is beschoren en So
hier geen zin meer had om haar kostbare
tijd in niets te steken.
Maar is de verzorging die de Zeeuwse
sportmasseurs geven, dan slecht? Dat
hoor je Sohier noch Louis Verbraeken zeg
gen. „Maar de meesten lopen wel achter
wat betreft de kennis op het gebied van
sportmassage. Bovendien, als je de kans
laat lopen om je kennis tegen niet te gróte
kosten aanzienlijk uit te breiden, kun je je
afvragen wat de motivatie van iemand is
Patrijzen en Lewedorpse Boys uitkomen)
tamelijk goed bekend is in de Zeeuwse
voetballerij.
De Ossendrechter heeft over ervaring
niets te klagen, want gedurende tien jaar
was als als masseur aanwezig bij de Vier
daagse van Nijmegen met het Zeeuwse
massage-team, waarvan ook Vlissingen-
verzorger Theo de Bats deel uitmaakt.
Verder was Verbraeken actief op de finale
dag van de Jeugd Olympische Dag in Pa
pendal en op het wandelevenement de Ei-
landentocht in Zeeland. Wellicht ont
breekt het velen aan de motivatie om zo
veel tijd en geld te steken in iets waarmee
niets te verdienen valt?
Verbraeken: „Ik geef toe dat er financieel
weinig tegenover staat. Maar dat moet
ook niet de drijfveer zijn. Op een of andere
manier zijn sportmasseurs vaak zelf inten
sief met sport bezig geweest of nog bezig.
Het is gewoon nodig de cursussen, die
door het landelijke genootschap op touw
worden gezet, te volgen. Om een voor
beeld te geven: stel, iemand loopt een acu
te blessure op en je bent er als sportmas
seur aanwezig. De eerste hulp bij een bles
sure is heel belangrijk. Die kan ervoor zor
gen dat een sporter weken eerder hersteld
is."
Zo worden er jaarlijks zogeheten applica
tie-cursussen (A en B) gegeven, waarmee
de sportmasseur zijn kennis en vaardighe
den kan verrijken. In de B-cursus komen
bijvoorbeeld trainingsleer en bandageren
aan de orde. Tijdens de A-cursus wordt ge
tracht de deelnemers inzicht te verschaf
fen in ondermeer de belastbaarheid van
verschillende weefsels en de belasting van
die weefsels tijdens sportinspanningen.
Het Zeeuwse NGS-bestuur heeft al twee
keer, in 1986 en 1988, cursussen geschrapt,
wegens gebrek aan respons. In 1986 mel
den slechts negen geïnteresseerden zich
aan, in 1988 waren er dat nog maar zes.
Verbraeken: „Het bestuur vond het niet
verantwoord om de cursus doorgang te la
ten vinden. De kosten zouden per deelne
mer op zo'n driehonderd gulden komen,
dat vonden we te veel van het goede. We
gingen uit van een cursusgeld van 160 gul
den. Op dit moment volgen vier Zeeuwen
een applicatie-cursus bij de afdeling Bra
bant."
Verbraeken stelt dat de mogelijkheid be
staat dat sportmasseurs die geen aanvul
lende 'studie' doen, op de lange duur niet
meer als volwaardig worden beschouwd.
„Het ministerie en het Nederlands Insti
tuut voor Sportgezondheidszorg (NISGZ)
zullen steeds zwaardere eisen stellen aan
de sportmassage. Logisch, want de spor
ter vraagt ook steeds meer van zichzelf, de
belasting die sporters zichzelf opleggen
wordt steeds groter. Op den duur zullen
sportmasseurs, net als voetbaltrainers, in
gedeeld worden in categorieën door het
NGS. Dat ligt althans zeer voor de hand.
Willen we sterk in onze schoenen staan,
dan moeten we ook in Zeeland bij blijven.
Net als een leraar zichzelf steeds moet bij
scholen, moet een sportmasseur dat ook.
Anders wordt de sporter de dupe."
Han Gommeren
geweest om ooit een cursus sportmassage
te volgen", zegt Sohier.
„Velen denken er een hoop geld mee te
kunnen verdienen. Als je ziet hoeveel
moeite clubs moeten doen om een verzor
ger te krijgen, die zijn werk wil verrichten
op onkostenbasis, schrikbarend gewoon.
Er zijn voldoende sportmasseurs in Zee
land, elk jaar worden er twintig opgeleid.
Al wil ik ervoor waken om ze allemaal over
één kam te scheren, want er zitten er nog
genoeg tussen die het met hart en ziel
doen. Maar de kern is toch dat de mentali
teit zal moeten veranderen. Dat zal heel
moeilijk zijn."
Sohier heeft dan inmiddels afgehaakt,
Louis Verbraeken hoopt nog altijd dat het
tij zal keren. Hij verduidelijkt het belang
nog eens van een sterk bestuur en goed
opgeleide masseurs. Het image van sport
masseurs bestaat nog veelal uit het beeld
van een kneder van het eerste uur, iemand
met weinig kennis, eigenlijk een beetje
een goedzak, een verre van juiste indruk,
want een goede sportmasseur is goud
waard voor een sportvereniging. „Het
NSG vecht al jaren voor erkenning. Het
ministerie heeft ons nu erkend, de volgen
de stap is wettelijke bescherming. Nog
steeds is het mogelijk om ongediplomeerd
de sportmassage uit te oefenen. Wettelijk
is daar niets tegen te doen. Het gebéurt
dat ongediplomeerden. die de cursus zon
der examen te doen volgden of ervoor zak
ten, het NGS-vignet Van iemand aan de
deur hangen, die niets meer in de sport
massage doet..."
Zowel Sohier als Verbraeken stellen dat
de mentaliteit in Zeeland afwijkt van die
van de rest in Nederland. Om te achterha
len wat de reden van de tanende belang
stelling kon zijn, hield het NSG-bestuur
een enquête onder de leden. Resultaat:
men vond de tijden van de lezingavonden
en applicatie-cursussen in orde, de plaats
(Kruiningen) was evenmin punt van dis
cussie en ook de kosten vormden geen be
letsel. Een aantal geregistreerde leden
bleek niet meer actief te zijn in de sport
massage. „Men had geen tijd voor een cur
sus, luidde het argument", vertelt Ver
braeken, die als verzorger van Odio (dat
uitkomt in de vierde klasse waarin ook
Louis Verbraeken: „De sporter moet niet de dupe worden" (foto Willem, Mieras