PZC Supersnel door de natuur Driekwart eeuw in dienst van de sterren week-in 34 Professor Oort BELGIE NEDERLAND ZATERDAG 28 APRIL 1990 Doorsnijding Hekwerk Actiegroep Frustrerend Laurent Heere Melkwegstelsel Wolk Eredoctoraten Ben Apeldoorn Amsterdam Schiphol Rotterdam Antwerpen sy naar Parijs nieuwe spoorwegverbinding langs de autoweg Antwerpen-Breda-Rotterdam ^BrusselJ bestaand tracé naar Amsterdam Binnenkort legt minister Hanja Maij-Weggen van verkeer aan het kabinet de vraag voor waar de TGV door Nederland moet rijden. De Nederlandse Spoorwegen en deskundigen van het ministerie studeren nog op het mogelijke tracé voor de trein. Vooral in Brabant zijn inwoners, gemeenten en het provinciebestuur bang dat de komst van de TGV gepaard gaat met vernietiging van mooie natuurgebieden, zoals het landgoed Mattemburgh en het Lievensbergbos. Daarnaast vrezen de Brabanders, net zoals de inwoners van Zuid-Holland, dat ze te kampen krijgen met enorme geluidsoverlast. Hoe gaat Frankrijk om met de combinatie natuur en supersnelle trein? Bij Champlan, slechts een paar ki lometer onder Parijs, is te zien wat Boulanger bedoelt. De spoorbaan loopt parallel aan de snelweg. Een bewuste keuze om de gevolgen van de doorsnijding van het landschap te beperken. Op een gegeven moment zijn we de spoorlijn 'kwijt'. Verscholen in het landschap vinden we hem terug, uitgegraven en verdiept aange legd. De grijs-blauwe trein rijdt op die plek slechts ettelijke honder den meters in de open lucht. Van uit Parijs komt de trein daar uit een tunnel om even verderop weer onder de grond te duiken. Zeker die tweede tunnel is voor de technici van de SNCF een reden om trots te zijn. Want in feite gaat het om twee tunnels, een voor elk spoor. De TGV kan daar met 270 kilometer per uur doorheen rijden. Volgens de SNCF een wereldre cord, Ze hebben er vier jaar werk aan gehad om 696.000 kubieke me ter grond uit te graven en 150.000 kubieke meter beton te storten. Ook is er ruim negen miljoen kilo staal in verwerkt. De twee tunnel buizen zijn elk 4.800 meter lang. Heel opmerkelijk: op de tunnels staat een bos. Ongeschonden door de werkzaamheden aan de spoor lijn. Het lijkt een mogelijkheid om bij voorbeeld landgoed Mattem burgh bij Bergen op Zoom te be houden. Ook heel opmerkelijk is dat we de trein niet horen aankomen. Op een honderdtal meter afstand ligt de autoweg Parijs-Chartres. Foto graaf Van Amsterdam staat met De TGV zou van Parijs en Brussel naar Amsterdam kunnen rijden via de nieuwe spoorverbinding, die langs de snelweg Antwerpen, Breda, Rotterdam zou moeten lopen. Het definitieve tracé Rotterdam - Antwerpen staat nog niet vast. Ook de route via Bergen op Zoom is nog in beeld Infographic ANP) Francis Boulanger van de Franse Spoorwegen (foto Thom van AmsterdamI zijn fototoestel in de aanslag om onmiddellijk toe te slaan als de trein komt. Maar talrijke keren is hij voor niets in alarmtoestand. Het ene moment is het geluid van een vrachtwagen op de snelweg, het andere een vliegtuig dat net van Orly opstijgt dat hem in ver warring brengt. De vliegtuigen en de snelweg ma ken aanzienlijk meer geluid dan de TGV als die voorbij snelt. De zang vogels in de omgeving lijken zich ook niet te storen aan het staalgrij ze monster. De TGV mag volgens de Franse normen maximaal ze ventig decibel geluid veroorzaken, maar op heel veel plaatsen is de ge luidsbelasting niet meer dan 62 de cibel, gemeten op 25 meter van het spoor. De spoorlijn is beveiligd met een hekwerk. Maar dat is allerminst een 'ijzeren gordijn', zoals Neder landse tegenstanders van de TGV zeggen. Het is meer een veredeld soort kippengaas, iets steviger en wellicht afdoende om wild tegen te houden. Het dorpje Champlan wordt extra beschermd door een geluidseherm, een gevlochten schutting zoals die in een modale Nederlandse tuin te vinden is. Bij Chevrières, een klein dorpje ten noorden van Parijs, kijkt de enige medewerkster op het gemeente huis verbaasd op als we vragen naar eventueel verzet tegen de komst van de TGV aldaar. „Pro blemen met de TGV? Hoezo?". Chevrières ligt even ten zuiden van Compiègne aan de snelweg Parijs- Lille. De TGV steekt juist bij dat dorp de snelweg over. De werk zaamheden aan het viaduct zijn in volle gang. Aan de overkant van de autoweg doorsnijdt het dertig me ter brede tracé een bos. De trein rijdt vanaf 1993 op hooguit hon derd meter langs de huizen aan de rand van het dorp. „De SCNF heeft de grondeigena ren schadeloos gesteld en wij ver wachten geen hinder van de trein. Ik denk dat de snelweg meer ge luid veroorzaakt", zegt ze. „Daar bij rijdt die trein niet zo vaak", voegt ze eraan toe. „Maar verder op, bij Arsy, verwachten we wel veel moelijkheden. Misschien dat ze u daar meer kunnen vertellen". De problemen bij Arsy zijn zelfs voor een leek te zien. Het grond werk voor de spoorlijn is daar al een heel eind gevorderd. Anders dan in Chevrières zal de trein in Ar sy niet op een honderdtal meters langs de huizen schieten. Het wordt tien meter, hooguit. Meneer Jacques Louart uit Arsy wil wel iets vertellen over de plaatselijke actiegroep, die inmiddels is opge richt. „De mensen van de actiegroep hebben wel een beetje gelijk. De spoorwegen vertellen ons hele maal niets. De gemeente krijgt vrijwel niets te horen over het tra cé voor de trein. De informatie voorziening van de machtige SNCF is heel slecht", zegt hij. Maar Arsy kan de trein niet tegen houden. Op geen enkele manier. „De regering bepaalt waar de trein komt: wij leggen hem aan. Maar wij moeten wel met de grondeige naren onderhandelen. Mislukken de onderhandelingen, dan kan er onteigend worden", zegt voorlich ter Boulanger van de SNCF. „Slechts in twee procent van alle onderhandelingen komt het uit eindelijk tot onteigening", voegt Boulanger er aan toe. Ook in Arsy zijn de grondeigena ren intussen overstag gegaan. „Ze hebben een goede prijs gekregen", meldt dorpsbewoner Louart. Hij zelf is allerminst enthousiast over de komst van de TGV. „Ik ben hartstochtelijk jager en alle goede jagers houden van de natuur. Ik ook", uit hij zijn onvrede. „De spoorbaan wordt afgesloten met een hekwerk en de reeën kunnen er niet door. Dat was voor een deel ook al het geval door de autoweg. Maar met de trein wordt dat nog erger. De dieren kunnen straks geen kant meer uit", zegt hij som ber. Maar de bewoners van Arsy heb ben niet alleen problemen met de lijn die nu volop in aanleg is. Ze zijn bang dat de stad Amiens succes heeft in haar strijd voor een TGV- lijn. Amiens wordt volgens de hui dige plannen van de spoorwegen niet aangesloten, maar de gemeen teraad van Amiens wil juist wel een spoorlijn. Amiens moet wor den opgestoten in de vaart der vol keren en verwacht een belangrijke economische impuls van de trein. „Als de SNCF toegeeft aan Amiens, komt hier de aftakking. Dat betekent dat Arsy aan de oost kant en aan de westkant een TGV-lijn krijgt", vertelt Louart. „Dat is een te zware ingreep voor ons dorp", voegt hij eraan toe. De lijn langs de snelweg Parijs-Lil- le plaatst de SNCF voor talrijke problemen. De Franse spoorwegen hebben ervoor gekozen de spoor weg vlak langs de snelweg te laten lopen. Voor automobilisten wordt dat straks een behoorlijk frustre rend ding: terwijl zij met 120 of 130 kilometer per uur voorploeteren in de richting van Parijs, kunnen ze de trein vanaf '93 zien langsflitsen met 300 kilometer per uur. Maar de nabij gelegen snelweg levert ook problemen op. Er liggen talrijke viaducten over de weg. Bij verreweg de meeste moet de TGV daarover heen. Maar onderweg zien we ook creatieve oplossingen. Zoals het graven yan een tunnel door het talud van het viaduct. „Op zich zijn dat wel oplosbare problemen", vertelt voorlichter Boulanger. „Maar we hebben nog geen ideale oplossing voor de moeilijkheden die we in het mijn- gebied bij Lille verwachten. Daar liggen heel veel steenbergen. Er overheen gaat niet en er onderdoor wordt ook heel lastig. Daar zijn we nog volop aan het studeren". Vlak boven Parijs wijkt de lijn ver af van de bestaande autoweg. „Op die manier kunnen we de abdij van Chealis en twee mooie bosgebie den daar vermijden. Want ook wij moeten rekening houden met de natuur". Maar ze zijn intussen wel iets ge wend bij de Franse spoorwegen. Op de route Parijs-Tours (230 kilo meter lengte) zijn ruim 130 kunst werken aangebracht. Daarbij gaat het om viaducten, tunnels, tunnel- bakken, steunpunten enz. „Frank rijk is een groot land en we hebben de ruimte. Hoe dat allemaal in Ne derland moet, kunnen we van hier uit ook niet beoordelen", zegt Bou langer. Eén van de grootste sterrenkundigen van deze eeuw, prof dr Jan Hendrik Oort, emeritus-hoogleraar van de sterrenwacht in Leiden, wordt vandaag 90. Er zijn maar weinig sterrenkundigen wier arbeid letterlijk en figuurlijk zo grensverleggend is geweest als het werk van Oort die met zijn sterrenkunde-studie bijna 75 jaar geleden begon in een tijd waarin men nog nauwelijks een idee had van vorm en uitgestrektheid van ons eigen melkwegstelsel, laat staan van de rest van het heelal. Oort werd geboren in het Friese Franeker en verhuisde op drie-jarige leeftijd naar Oegstgeest waar zijn vader geneesheer-direc teur werd van de toenmalige psy chiatrische inrichting 'Rijngeest'. De nabijheid van de Leidse ster renwacht, waar Oort later aan ver bonden zou zijn, weerhield hem er echter niet van om, in 1917, toch in Groningen sterrenkunde te stude ren, aangetrokken als hij werd door het werk van de Groningse hoogleraar sterrenkunde Jacobus Kapteyn. Kapteyn had in die tijd de 'ster stromen' ontdekt. Dat zijn verza melingen sterren die met zekere snelheden en in een bepaalde rich ting door het heelal trekken. Later zou men ontdekken dat de ster stromen merendeels in verband staan met de roterende beweging die het melkwegstelsel als geheel maakt. Oort voltooide zijn studie in vier jaar (1921), was daarna een jaar lang assistent in Groningen en van 1922 tot 1924 onderzoeksassistent op de sterrenwacht van Yale in het Amerikaanse New Haven. In 1924 kwam hij terug naar Neder land en werd privaatdocent aan de Leidse sterrenwacht, onder de toenmalige hoogleraar sterren kunde W. de Sitter. In 1926 promo veerde Jan Hendrik Oort tot doc tor in de wis- en natuurkunde op een proefschrift getiteld 'Stars of High Velocity' waarin het voorbe reidende werk van zijn leermeester Kapteyn doorschemerde. In 1935 werd Oort buitengewoon hoogleraar aan en adjunct-direc teur van de Leidse sterrenwacht en in 1945 hoogleraar-directeur. In die functie ging Oort in 1970 met eme ritaat. Het grootste deel van Oorts onder zoekingen en beschouwingen be treft het in kaart brengen en door gronden van het wezen van het melkwegstelsel: een discusvormig heelal eiland bestaande uit zo'n 150 miljard sterren en immense hoe veelheden stof en gas die zich gro tendeels in de spiraalarmen rond een min of meer bolvormig cen trum ophouden. De middellijn van dat kolossale ge heel bedraagt ruim 100.000 licht jaar en de zon, één van die 150 mil jard sterren, ligt in de buurt van zo'n spiraalarm op ongeveer 30.000 lichtjaar van het centrum. Het was een geweldig tijdrovend werk om dat gigantische geheel in kaart te brengen en dat lukte pas nadat een machtig 'hulpmiddel' was ont dekt, waarmee men als het ware dwars door de talloze stofwolken kon 'kijken' die grote delen van het melkwegstelsel aan het oog ont trekken: de 21 centimeterstraling van neutraal waterstof, in 1944 door de Leidse sterrenkundige H. C. van de Hulst langs theoretische weg voorspeld en in 1951 voor het eerst aangetoond. Overal in het melkwegstelsel komt waterstof voor en door nu met daarvoor geschikte (radiotelesco pen de hemel systematisch af te 'grazen', krijgt men een beeld van de waterstofconcentraties en daar mee van opbouw, grootte en vorm van 'ons' melkwegstelsel. De ra- diosterrenkunde deed haar intre de en het was vooral Oort die hier van het grote belang inzag en daar bij één van de belangrijkste sleu telfiguren werd. In april 1956 werd de 25 meter gro te radiotelescoop te Dwingeloo door koningin Juliana officieel in gebruik genomen, daarbij uitvoe rig in- en voorgelicht door profes sor Oort. Ook bij een volgend, nog veel groter project was Oort een grote stimulator: de Westerbork Synthese Radio Telescoop (WSRT). Daarbij werkten twaalf (later veer tien) radiotelescopen, opgesteld op een drie kilometerlange rails en elk even groot als de Dwingeloo-te- lescoop, samen als één grote radio telescoop met een 'synthese-scho tel' van drie kilometer in middel lijn. Het doel van de WSRT was vooral om in het radiogebied veel scherpere beelden te verkrijgen dan met één enkele radiotelescoop mogelijk was. Met de WSRT, die vanaf 1970 de 'Reus van Dwingeloo' in de scha duw stelde, heeft men onder meer een 4.000 lichtjaar grote sliert wa terstofgas gevonden die zich met hoge snelheid van het melkweg centrum af beweegt. Ook heeft men ontdekt dat zich in de buiten delen van melkwegstelsels onver wacht veel donkere materie be vindt. Behalve dit alles was Oort ook een belangrijke stuwende kracht ach ter de totstandkoming van de Eu ropese Zuidelijke Sterrenwacht (ESO) in Chili waar op de bijna 4.000 meter hoge berg La Silla door een aantal Europese landen in een drachtige samenwerking één van de grootste en best toegeruste ster renwachten ter wereld werd ge bouwd. Je kunt bijna geen populair boek over sterrenkunde inzien of je komt, in het hoofdstuk over kome ten, de term 'Oort's Cloud', ook wel: de Wolk van Oort, tegen. Van enkele in het verleden verschenen kometen was het Oort opgevallen dat ze leken te komen uit een ver buitengebied van ons zonnestel sel, ver buiten de baan van de pla neet Pluto. Hij postuleerde daarom de thans algemeen aanvaarde theorie dat ons zonnestelsel wordt omgeven door een uitgestrekte wolk 'kome- tenkoppen', een soort reservoir van waaruit min of meer geregeld kometen in de richting van de zon 'vallen'. Zo'n komeet, de komeet van Austin (genoemd naar zijn Au stralische ontdekker), is nu in het Oosten vóór zonsopkomst aan de Oostelijke hemel zichtbaar al is de helderheid van de komeet veel la ger dan was voorspeld. 'Oort's Cloud' maakte professor Oort zonodig nog bekender dan zijn baanbrekende werk bij het on derzoek van het melkwegstelsel. Zelf noemt hij zijn 'Kometenwolk- theorie' 'in zijn levenswerk een zij sprong die eigenlijk van korte duur was'. Jan Hendrik Oort, 90 jaar en in het bezit van maar liefst tien ere-doc- toraten, is al twintig jaar met eme ritaat maar allerminst inactief. Hij is geregeld te vinden in collegeza len en bibliotheken en heeft zijn aandacht al jaren gericht op de grootschalige structuren in het heelal, clusters en superclusters bestaande uit verzamelingen van elk vele duizenden melkwegstel sels. Nog steeds trekt zijn werk interna tionale aandacht; nog in 1987 werd hem voor zijn hele wetenschappe lijke oevre de Japanse Kyoto-prijs toegekend. Hij is gefascineerd geraakt door de vraag hoe het heelal er in het begin heeft uitgezien, tijdens en vlak na de 'Grote Klap', vijftienmiljard jaar geleden. 'Fantastisch interes sant allemaal' zei hij tijdens een in terview in 1987,maar ik vrees dat ik de oplossing van die problemen niet meer zal beleven'. De TGV komt met 270 km per uur uit de tunnel van Villejuste onder Parijs (foto Thom van Amsterdam TGV Auto's Francis Boulanger en Brigitte Morelle van de persdienst van de SNCF, de Franse spoorwegen, zeggen het met grote stelligheid: „Hier hebben we eigenlijk geen problemen met gemeenten of bur gers die tegen de TGV zijn. Inte gendeel, bij de aanleg van de lijn naar Lille hebben we problemen, omdat inwoners van de omgeving van Amiens een aansluiting op trein willen". „Wij hebben Amiens niet in het routeplan opgenomen en nu heb ben honderden mensen uit Amiens en omgeving grond gekocht op plaatsen waar de lijn naar Lille moet komen. Honderden mensen hebben daar elk één vierkante me ter grond gekocht. Met al die men sen moeten we onderhandelen, voordat we de spoorlijn daar kun nen aanleggen". Boulanger en Morelle stralen wei nig enthousiasme uit als ze het over de TGV hebben. Het visite kaartje van de Franse spoorwegen lijkt hen maar matig te interesse ren. Voor de Fransen is het nieuwe er ook wel af. De TGV doorkruist Frankrijk immers al jaren. Om de paar jaar gaat een nieuwe lijn open, zodat een ander stuk van Frankrijk wordt ontsloten. Maar hoe gewend de Fransen ook mogen zijn aan de TGV, trots zijn ze wel op het nieuwste staaltje, de TGV Atlantique. Brest in de Bre- tagne, La Rochelle aan de Atlanti sche kust, Bordeaux, Biarritz, Lourdes en Toulouse komen 'dich terbij'. Parijs-Bordeaux moet straks binnen drie uur lukken. Brest, het uiterste westpuntje van Frankrijk ligt nu nog maar op vier uur en twee minuten van Parijs. Het is in Frankrijk makkelijker zo'n spoorweg aan te leggen dan in een dichtbevolkt land als Neder land", zegt Boulanger. „Maar ook wij moeten rekening houden met natuur en landschap. En met ge luidshinder. Die moeten we beper ken. We hebben bij voorbeeld de opdracht gekregen heel zuinig om te springen met de natuur in de omgeving van Parijs. Dat moet ook wel, omdat Parijs veel minder groen heeft dan vergelijkbare ste den, zoals Londen en New York. Waar het nodig is, hebben we tun nels aangelegd. Ook in Parijs zelf hebben we enor me inspanningen gedaan om de geluidsoverlast te beperken. We werken onder meer met geluids schermen, aarden wallen, open tunnelbakken en tunnels, waar van sommigen beplant zijn", aldus Boulanger. luidruchtiger dan Prof dr Jan Hendrik Oort foto GPDIWim Dijk)

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1990 | | pagina 34