Uitbarsting van
geweld bedreigt
geheel India
Herrijzenis van Kinnock
Slechte ouwe tijd
opinie en achtergrond
Positieve reacties met eerste ervaringen
denkwijzer
VRIJDAG 20 APRIL 1990
Werkgelegenheid
Winter
Ineenstorting
Witte boorden
Voorsprong
Rode loper
Illusie
'Dubbele moraal'
KASHMIRy
■fteHUTAN/""^
I
BANGLA J
(OESH I 2
Calcutta*
Ahmadabad
Hyderabad
Bombay:
Bangalore
Madras:
'JlrabiscbeS
MALEDIVEN:
-1000-
Komt 4-daagse werkweek eraan?
I Van onze verslaggever
Theo Haerkens)
De directie van Albert Heijn
(Ahold) wil zijn winkelper
soneel voortaan vier dagen in
de week laten werken. De men
sen moeten dan op iedere werk
dag wel meer uren maken dan
nu. Op die manier wil AH tege
moet komen aan de wens van
zijn klanten de winkels open te
houden tot na zes uur 's avonds.
De vakbonden zijn daar mordi
cus tegen. De ondernemings
raad van het bedrijf is net nieuw
gekozen en kon zich nog niet
over de plannen beraden. In de
vorige ondernemingsraad is een
vierdaagse werkweek voor het
personeel nog niet aan de orde
geweest. „Het kan dus nog alle
kanten op", aldus G. Meijer, se
cretaris van de raad.
De directie van AH wil het perso
neel de ene week vier en de ande
re week vijf dagen laten werken.
In de vierdaagse werkweek moe
ten dan wel langere dagen wor
den gemaakt. Het is niet voor
het eerst dat het aantal werkda
gen ter discussie staat. Een aan
tal bedrijven in de metaalsector
werkt zelfs al enkele jaren vol
gens dit systeem. De eerste reac
ties zijn positief.
Bij Assenburg bv in Tilburg, fa
brikant van kantoormeubilair,
werkt het productiepersoneel al
sinds driejaar niet meer dan vier
dagen in de week terwijl de fa
briek vijf dagen draait. Voor het
assemblagebedrijf van vracht
wagens, Scania Nederland bv in
Zwolle, geldt dat sinds ruim een
jaar, net als voor Holland Hea
ting in Waalwijk, een fabriek van
onder meer ventilatoren.
De mensen maken dagen van 9,5
uur en hebben in ruil daarvoor
op wisselende dagen een dag in
de week vrij. Wie op vrijdag zijn
wekelijkse vrije dag heeft, krijgt
die ook op de daaropvolgende
maandag en heeft dus een extra
lang weekeinde.
De werknemers zijn vrijwel uit
sluitend positief, aldus het hoofd
personeelszaken, J. van Antwer
pen. „Als ik vlug ontslag wil,
moet ik de zaak terugdraaien en
de vijfdaagse werkweek weer in
voeren", illustreert hij. Ook in
Zwolle zijn de ervaringen gun
stig, aldus hoofd personeelsza
ken R. van Vliet. „Aanvankelijk
wilde de helft van de mensen er
niet eens over praten, maar na
dat de ondernemingsraad er met
hen over had gesproken was vijf
entachtig procent van de 1.200
mensen die het betreft, voor in
voering van de vierdaagse werk
week".
De directie van het Tilburgse be
drijf, dat bijna 350 man perso
neel telt, is eveneens zeer te spre
ken over het nieuwe systeem dat
werd ingevoerd om een eind te
maken aan het veelvuldige over
werk eh het inhuren van tijdelij
ke krachten. „Aanvankelijk
hebben we de invoering van
ploegendienst bekeken, maar
dat viel hier niet goed". Toen
kwam de gedachte om het pro
ductiepersoneel in vier dagen
tijd 38 uur te laten werken. Na
een uitgebreide proef waren per
soneel en ondernemingsraad ge
wonnen voor deze aanpak. Door
de fabriek vijf - langere - dagen te
laten draaien, is de productivi
teit met 20 procent opgevoerd.
De werkgelegenheid nam toe
met 10 tot 12 procent.
Van Antwerpen verheelt niet
dat invoering van het nieuwe
systeem niet steeds even een
voudig was. Wat moet er bij
voorbeeld gebeuren als iemand
op zijn vrije dinsdag ziek wordt?
En wat als opa op de vrije don
derdag wordt begraven? De in
geroosterde vrije dag geldt nu
als een dag in het weekeinde.
Wie op zijn vrije dinsdag ziek
wordt, heeft eenvoudig pech ge
had. Hetzelfde geldt voor de be
grafenis van opa, daar komt
geen vrije dag voor terug.
Uitgesproken tegenstanders wa
ren er ook. Vooral degenen die
rekenden op vaste inkomsten
uit overwerk, hadden er moeite
mee. „Maar daarvoor hebben we
een overgangsregeling getrof
fen. Wie dat wilde, mocht gedu
rende enige tijd vijf dagen in de
week blijven werken". Overi
gens is dat nog niet helemaal uit
gebannen. Vooral 's winters is er
veel animo voor, omdat er met
slecht weer buiten weinig lol te
beleven is. Het bedrijf vaart er
wel bij omdat het 's winters meer
dan in de zomer te kampen heeft
met ziekte. „Maar we hebben de
indruk dat de mensen zich min
der vaak ziek melden. Wie be
hoefte heeft aan een baaidag, of
zich wat gammel voelt denkt al
snel: ik houd het nog wel een
dagje vol, want dan ben ik toch
vrij".
Af en toe is overwerk onvermij
delijk en dan „is het hemd nader
dan de rok. In die gevallen heb-
(Door Rajiv Tiwari,
Inter Press Service, IPS)
Het spook van de jaren '60,
toen India gekweld werd
door interne conflicten en oor
logen, waart opnieuw rond. In
dia dreigt een uiterst geweldda
dig decennium in te gaan. Het
hele noorden van het land, van
Assam tot Kashmir, is het to
neel van oplaaiend geweld. Het
aantal doden zal dit jaar naar
verwachting fors hoger uitval
len.
Veel van de conflicten stonden
al jaren op een zacht vuurtje te
pruttelen, maar nu hebben zij
het kookpunt bereikt. De gren
zen van de politieke dialoog zijn
overschreden en de opstandelin
gen in de diverse deelstaten voe
ren openlijk gewapende strijd
met de centrale regering in New
Delhi.
Het gevoeligst liggen de conflic
ten in de deelstaat Kashmir. In
deze noordelijke deelstaat, waar
de meerderheid van de bevol
king islamitisch is, dreigt de In
diase regering de controle volle
dig kwijt te raken. Volgens som
mige waarnemers moet India er
een oorlog met Pakistan voor
over hebben om Kashmir te be
houden.
Punjab, in het noordwesten,
wordt al tien jaar verscheurd
door het geweld dat de afschei
dingsbeweging veroorzaakt.
Volgens de officiële cijfer zijn er
vorig jaar 1.160 mensen om het
leven gekomen in Punjab. Het
ministerie van binnenlandse za
ken zegt dat zeker 700 van hen
„terroristen" waren.
In de bergachtige deelstaat As
sam, in het noordoosten, begin
nen soortgelijke problemen als
in Punjab de kop op te steken.
Etnisch geweld tussen de diver
se bevolkingsgroepen kost
steeds meer mensenlevens. Nog
verder naar het oosten, in de af
gelegen staten Nagaland en Ma-
nipur, neemt het geweld ook toe.
In de jaren '60 voorspelden wes
terse deskundigen dat de India
se unie van deelstaten ineen zou
Storten, omdat de regering niet
in staat was naar behoren in de
basisbehoeften van de honder
den miljoenen bewoners te voor
zien. Die dreiging is afgewend.
Maar 30 jaar later zoeken de In-
diers wanhopig naar oplossin
gen voor de complexe eisen van
de federatieve structuur van het
land, een erfenis van de Britse
kolonisatie.
Het zijn niet alleen de islamiti
sche separisten in Kashmir of de
Sikh-militanten in Punjab die
zich een eigen thuisland willen
uitgraven in India. Overal in het
land eisen religieuze groepen,
kastes en delen van de inheemse
stammen dat er meer rekening
met hun belangen wordt gehou
den. Radicale hindoes en funda
mentele islamieten komen
steeds scherper tegenover el
kaar te staan.
Links-extremisten, die opereren
vanuit de bossen in centraal In
dia, hebben de laatste maanden
ook meer van zich laten horen.
Onlangs hebben ze een aantal
hoge ambtenaren ontvoerd en
eisen in ruil voor hun leven de
vrijlating van gevangen kamera
den.
Er is een zwellende roep aan het
adres van de Indiase regering
om de rust en de orde in het land
te herstellen. En er is groeiende
roep om de harde hand en de
knuppel te gebruiken om de on
tevreden bevolkingsgroepen te
dwingen zich te onderwerpen.
De grenzen van de tolerantie zijn
meer dan overschreden.
Veiligheidsspecialist S.S. Chan-
del vroeg de regering vorige
week het leger te bewapenen
met een verbijsterende verzame
ling nieuw wapentuig, uiteenlo
pend van helikopters en tanks
tot knuppels, vlammenwerpers
en ontbladeringsmiddelen. On
bekommerd vroeg Chandel om
„alles, behalve kernwapens".
Oog om oog, tand om tand; of
toegeven en onderhandelen. Het
zijn twee totaal verschillende
opties. Maar over een ding zijn
de voorstanders van beide stra
tegieën het eens: India moet op
schieten, anders zal het geweld
het land overwoekeren.-.
CH NA
ben we liever eigen mensen dan
uitzendkrachten". Het hoofd
personeelszaken laat niet na er
op te wijzen dat de, veiligheid
binnen het bedrijf en ook de
kwaliteit van de productie hier
wel bij varen.
Een ander bijkomend voordeel
is dat de mensen langer met
vakantie kunnen. „Als je regel
matig door de week vrij hebt,
hoefje niet zo gauw een vrije dag
te nemen en kun je gemakkelijk
vier in plaats van drie weken
met vakantie".
Niet al het personeel van meu
belfabriek Assenburg deelt in de
geneugten van de vierdaagse
werkweek. Veel kantoorperso
neel bezet een eenmanspost en
die kan niet een hele dag onbe
zet zijn. Bovendien kost het af
handelen van grotere orders niet
meer tijd dan van een kleintje,
de omvang van het witte boor
den-werk groeit daardoor niet zo
hard als het werk in de produc
tie. „Bij ons op personeelszaken
is het weer anders. De afdeling
moet bezet zijn zolang er in de
fabriek wordt gewerkt. We krij
gen hier de ziekmeldingen bin
nen en we ontvangen de uitzend
krachten", legt Van Antwerpen
uit. „Daarom hebben wij een
apart roostertje. De één werkt
van half acht 's ochtends tot vier
uur 's middags en de ander van
negen tot kwart over vijf'. Ook
wie ouder is dan 55 of jonger dan
18 j aar werkt hoogstens acht uur
per dag en doet niet mee aan de
regeling.
Voor het kader in de fabriek is
het ook even wennen. „De lei
dinggevenden hebben het ge
voel dat ze er altijd moeten zijn,
maar er zijn bazen die het er
goed afbrengen en hun werktijd
redelijk weten te beperken".
Voorstanders noemen verder als
voordeel dat men voor winkelen
en vrijetijdsbesteding niet
steeds is aangewezen op drukke
dagen. Wie boodschappen wil
doen met zijn partner, hoeft er
niet steeds op zaterdag op uit,
maar kan dat uitstellen tot een
rustige doordeweekse dag. Ook
de belasting van het wegennet
en het openbaar vervoer wordt
meer gespreid.
De FME, de federatie van werk
gevers in de metaal en elektro
techniek, ziet zo mogelijkheden
de zaterdag weer bij de normale
werkweek te trekken, maar de
bonden zijn hier geen voorstan
der van. Bedrijfseconomisch ge
zien is verlenging van de werk
dag - mits die hand in hand gaat
met verlening van de bedrijfstijd
- aantrekkelijk omdat gebouwen
en andere voorzieningen inten
siever worden gebruikt, wat kos
tenbesparend werkt.
Het hoofd personeelszaken van
Assenburg is één brok enthou
siasme over de nieuwe indeling
van de werkweek. Hij meent dat
een groot bedrijf als Albert Heijn
in staat moet zijn daarop over te
schakelen. „Het is natuurlijk
passen en meten, maar met wat
creativiteit moet het te doen
zijn".
(Van onze correspondent
Cees van Zweeden in Londen)
Is Neil Kinnock, leider van
de Britse Labour Partij, uit
het juiste hout gesneden om
staatsman te zijn? De schrijf
ster Germaine Greer om
schreef Kinnock als een "on
handige, vervelende, ongedis
ciplineerde aap die er maar
niet in slaagt die dwaze grijns
van zijn gezicht te krijgen".
Andere deskundigen wezen
erop dat Kinnock een pro
bleem heeft met bijvoeglijke
naamwoorden zoals sommige
politici een probleem hebben
met whisky: hij kan er niet
vanaf blijven. Kinnock is zo
breedsprakig, erkennen ook
partijleden, dat een vergade
ring onder zijn leiding drie
maal zo lang duurt als onder
voorzitterschap van plaats
vervanger Roy Hattersley.
Bijzonder impopulair is Kin
nock onder journalisten. Hij is
opvliegend, schreef een krant
deze week, en wel zodanig dat
zijn vinger maar beter niet te
dicht bij de atoomknop kan
liggen. In 1986 verkocht hij
twee jongelieden een muilpeer
nadat dezen hem met een
krant op het hoofd hadden ge
slagen.
In 1988 veroorzaakte hij een
diplomatieke rel in eén Afri
kaans land door „wilde en ob
scene gebaren" te maken naar
soldaten die hem bij vergis
sing hadden opgepakt. En nog
diezelfde dag verbrouwereer-
de hij de mede-passagiers van
zijn vliegtuig door luidkeels
enkele liederen aan te heffen.
Zelfs de kranten die Labour
welgezind zijn, lopen niet weg
met Kinnock. De man draagt
„foute" jasjes van Marks and
Spencer en op zaterdagavon
den kijkt hij met zijn kinderen
naar de video. Hugo Young
van de Guardian, een gedood
verfd criticus van Thatcher,
schreef dat niet veel verwacht
kon worden van „iemand die
aan het University College in
Cardiff is afgestudeerd in in
dustriële betrekkingen". En in
de London Review of Books
stelde een andere linkse jour
nalist dat Kinnock geen pre
mier kan worden „omdat hij in
Oxford noch Cambridge heeft
gestudeerd".
vgêmÊmsimiilllii
De Britse Labourleider Neil Kinnock foto AP)
Uiteraard heeft Kinnock ook
bewonderaars. Als er nu ver
kiezingen gehouden zouden
worden, zou de Labour-leider
zijn bescheiden woning in Ea
ling mogen inwisselen tegen
de ambtswoning van de pre
mier in Downingstreet. Hij zou
in het regeringspluche kunnen
wegzakken met een parlement
achter zich dat voor twee-der-
de uit partijgenoten bestaat
Nooit eerder hebben de opini-
peilers op de Britse eilanden
een zo grote voorsprong voor
een oppositieleider gemeten.
Labour zou zelfs de zetel van
Thatcher in het Noordlonden-
se kiesdistrict Finchley be
dreigen, een kiesdistrict dat
de premier gegeven is omdat
de Conservatieve Partij er al
tijd wint.
Steeds meer economen in de
City, het grootste financiële
centrum van Europa en niet
bepaald een bolwerk van so
ciale vooruitstrevendheid,
vallen voor Kinnock. Door het
weekblad The Economist naar
hun mening gevraagd, bleken
de gekrijtstreepte pakken in
hun air-conditioned torenflats
van mening te zijn dat een La-
bour-regering geen kwaad kan
voor de Britse economie. Van
de ondervraagde financiële
experts vond 51 procent dat
het beleid van Kinnock heil
zaam zou zijn voor het land,
terwijl 12 procent van mening
was dat een Labour-regering
in elk geval niet slechter was.
Kinnock ontleent zijn popula
riteit voor een niet onbelang
rijk deel aan de impopulariteit
van Margaret Thatcher. Mil
joenen Britten hebben de
waarde van hun huizen de af
gelopen anderhalf jaar zien
kelderen, terwijl hun woonlas
ten bijna verdubbelden. De
hypotheekrente is boven de 15
procent gestegen en uit de as
lijkt vooralsnog geen feniks op
te rijzen. Deskundigen voor
spellen dat inflatie deze zomer
de magische grens van 10 pro
cent zal passeren, onder meer
door de invoering van een dure
en gehate belasting: de poll
tax.
In de City is John Major, That
chers minister van financiën,
de gebeten hond. De financië
le experts hadden Major gead
viseerd de belastingen te ver
hogen ten einde de inflatie te
smoren, maar die raadgeving
sloeg de minister in de wind.
Slechts een kwart van de Ci
ty-economen gaf Major in de
opiniepeiling dan ook een vol
doende. Kinnocks 'schaduw-
minister van financiën' daar
entegen, John Smith, werd
goedgekeurd door 45 procent.
John Smith was deze week in
Washington om te peilen of
het Witte Huis al bereid is om
de rode loper uit te leggen voor
Kinnock. Smith zelf werd op
ministersniveau ontvangen en
tegenover de Times verklaar
de president Bush deze week
dat ook Kinnock welkom was.
In het Verenigd Koninkrijk
was deze tijding uit de Ovale
Kamer van Bush groot
nieuws. Niet dat de Neil Kin
nock een grootser onthaal be
reid zou worden dan Hans-Jo-
chen Vogel van de Westduitse
SPD, Jacques Chirac van de
Franse RPR of enige andere
oppositieleider van het oude
continent, maar voor Reagan
was Kinnock toch altijd een
onmens gebleven.
Bush voelt zich ideologisch
minder verbonden met That
cher dan zijn voorganger. „Als
er zoiets bestaat als een spe
ciale band met Engeland", zei
Bush, „dan ben ik er zeker van
dat die (onder een Labour-re
gering) zal blijven bestaan".
Maar Bush had ook nog een
vaderlijke waarschuwing voor
Kinnock. Hij wenste zijn be
leid niet op opiniepeilingen te
stoelen, en hij wenste er zelfs
geen voorspellingen op de ba
seren. „Ik weet niet wat Orte
ga's opiniepeiler nu voor baan
heeft", verklaarde Bush, „en
ik weet ook niet wat die knaap
nu doet die in de zomer van
1988 zei dat ik de verkiezingen
niet kon winnen omdat ik een
achterstand van 17 punten
had in de opiniepeilingen".
Zeventien punten is ook That
chers achterstand.
Verkorting van de werkweek; verlenging van de werkdag. Een toekomstbeeld? De discussie erover
komt op gang (foto Ruben Oreel)
Door René Diekstra)
De jeugd van tegenwoor-
dig is ordeloos, onopge
voed tuig. Ze vertikken het een
voudig om naar de raad van hun
ouders of opvoeders te luisteren.
Doen op allerlei terreinen, voor
al in sexueel opzicht, maar raak
en hebben geen enkel ontzag
meer voor autoriteit of ander
mans eigendom. Maar eigenlijk
kun je het ze niet eens kwalijk
nemen want het gezinsleven is
niet meer wat het vroeger was.
Veel gebroken gezinnen, echtge
noten die er geen been in zien om
andere relaties te beginnen,
moeders die hun heil steeds
meer in buitenshuisactviteiten
gaan zoeken, en misbruik van
kinderen, ook in seksueel op-
- zicht".
Deze verzuchting, die een mo
derne cultuurpessimist of amb
tenaar van het ministerie van
wvc niet zou misstaan, werd in
1830 aan het papier toever
trouwd door de Franse psychia
ter Jean Pierre Falret. Blijkbaar
dweepten ze toen ook al met een
goeie ouwe tijd, net zoals veel
mensen wetenschappers en
politici niet uitgezonderd te
genwoordig nog altijd doen. On
langs verscheen er een zeer le
zenswaardig boek onder de titel
La Familie (Het Gezin) van de
hand van de jonge Brusselse so
ciologe Pascale Martin. Daarin
maakt ze korte metten met het
idee dat vroeger, dat wil zeggen
in de loop van de negentiende en
het begin van de twintigste
eeuw, het gezin een betrouw
baar, stabiel instituut was dat
aan kinderen orde, regelmaat
en hoogstaande morele opvat
tingen bood.
Gejammerd wordt er tegen
woordig bijvoorbeeld veel over
het toenemende aantal gebro
ken gezinnen. Een paar dat van
daag de dag naar de ambtenaar
van de burgerlijke stand gaat,
moet er serieus rekening mee
houden dat hun huwelijk binnen
een jaar of tien tot vijftien op de
klippen loopt. Daardoor worden
vele tienduizenden kinderen ge
troffen, wat betekent dat ze vaak
met een ouder, in plaats van met
twee ouders moeten opgroeien.
Maar hoe zat dat vroeger? Uit
onderzoek in bijvoorbeeld Enge
land blijkt, dat rond 1850 zo'n 18
procent van de huishoudens met
kinderen één-ouder gezinnen
was. Ter vergelijking: in 1985
was in dat land 9 procent van de
huishoudens met kinderen één-
ouder gezinnen, terwijl in ons
land dat percentage op 10 ligt.
Hoofdoorzaak van het gebroken
gezin was honderd jaar geleden
de dood van een ouder. Eén op
de drie echtparen werd binnen
twintig jaar na de huwelijksslui
ting door de dood gescheiden.
We weten niet precies hoeveel
huwelijken werden ontwricht
doordat de ene huwelijkspart
ner de andere verliet (als het ge
beurde was het meestal met stil
le trom), maar zeker is wel dat
het geen zeldzaamheid was.
Alles bijeen genomen is dus de
kans dat een kind het met één
ouder moet stellen nu zeker niet
groter dan toen, alleen de reden
verschilt. Ook het idee dat een
kind van wie een ouder overleed
of wegliep vroeger meestal wel
in een opa of oma een vervan
gende (en vaak mildere) ouder
vond, omdat die toch inwoonde,
berust op een fabeltje. In de eer
ste plaats hadden veel kinderen
geen grootouders, eenvoudig
omdat ze overleden waren, wat
gezien de veel kortere levensver
wachting ook voor de hand lag.
Verder kwam het zogenaamde
drie generatie-gezin maar be
trekkelijk zelden voor. Rond
1850 woonde in landen als Ne
derland, België en Engeland
hooguit 15 procent van de be
jaarde ouders bij hun getrouwde
kinderen in. Het percentage
mensen boven de 65 jaar, dat
rond 1875 alleen woonde was
even groot als rond 1975!
De gedachte dat in elk geval de
onderlinge band tussen gezins
leden honderd jaar geleden veel
beter was, en de kloof tussen de
generaties niet zo groot was als
nu, is een illusie. In de eerste
plaats verlieten kinderen het ou
derlijk huis op veel jongere leef
tijd dan tegenwoordig. Vaak
moesten ze ruim voor de leeftijd
van 16 jaar een baan zoeken. Uit
verschillende studies blijkt dat
conflicten tussen jongeren en
hun ouders, bijvoorbeeld wan
neer het ging om het zelfverdien
de geld of om uitgaan en te laat)
thuiskomen, niet van de lucht
waren.
Ook huwelijks- of relatieproble
men waren vermoedelijk niet
zeldzamer dan nu het geval is.
Uit allerlei documenten kunnen
we opmaken dat gewelddadig
heid van gehuwde mannen ten
opzichte van hun vrouwen toen
een veelgehoorde klacht was. Er
zijn sterke aanwijzingen dat ge
loeid tegen kinderen, inclusief
seksueel misbruik, zelfs vaker
voorkwam dan nu. Hetzelfde
geldt voor sterke verwaarlozing
van de g ezinsi-verzorging s-
)plichten. Een van de belang
rijkste reden daarvoor was,
vooral in de kansarme groepen,
de zeer hoge alcoholconsumptie.
Maar voor alle lagen van de be
volking gold dat kinderen niet of
nauwelijks contact hadden met
hun vader en dat het vaak voor
al angst en niet liefde was die de
verhouding tussen kind en va
der kenmerkte.
Ook met de moraal, het onder
scheid tussen goed en kwaad en
vooral het handelen en wande
len op grond van dat onder
scheid, was het indertijd minder
rooskleurig gesteld dan veel
mensen nu graag zouden willen
geloven. In elk geval op het punt
van de echtelijke trouw. Welis
waar werden meisjes uiterst
preuts opgevoed en seksueel
nauwelijks voorgelicht (jongens
ook trouwens) en waren de ge
volgen daarvan een uiterst be
perkt seksueel leven in de bur
gerlijke slaapkamer, maar dat
was slechts een kant van de mo
raal.
Prostitutie was wijdverbreid en
voor een deel goed georgani
seerd. Ook kinderprostitutie
was geen zeldzaamheid. Slecht
betaalde arbeidsters of werkloze
vrouwen, ongehuwde maar ook
gehuwde, zagen vaak in de pros
titutie een middel om hun le
vensstandaard naar een wat
draaglijker niveau te tillen. Hun
klanten kwamen daarbij uit alle
lagen, maar toch vooral toch uit
■de gegoede middenklasse. Hoe
'dubbel' de moraal wel was toont
een studie van archieven in
Edinburgh, Schotland aan.
Daaruit blijkt, dat de bordelen
het meest ta doen hadden als de
kerk van Schotland zijn jaar
lijkse vergadering hield.
Niet alleen tijdens het huwelijk,
maar ook ervoor was 'rotzooien'
schering en inslag. Halverwege
de vorige eeuw kwamen in veel
Europese landen meer dan de
helft van de eerstgeborenen bui
tenechtelijk ter wereld.
Ten slotte werden gezinnen veel
vaker getroffen door leed als
dood en ziekte van gezinsleden
veel kinderen haalden hun
vijfde verjaardag niet en eco
nomische onzekerheid en ar
moede dan nu het geval is. En
voor de meeste mensen was 'het
geloof, waarvan wij nu maar
denken dat ze dat in elk geval
wel hadden, maar een schrale
troost. De negentiende eeuwse
Franse schrijver Victor Hugo
merkte eens sceptisch op dat
voor de meeste van zijn tijdgeno
ten het geloof geen bevrijding
bood in nood, maar wel een knel
lende band in het dagelijkse le
ven. Waarmee hij doelde op het
feit dat de kerken via hun ge- en
verboden de mensen allerlei be
perkingen oplegden, waardoor
hun leven er in het algemeen niet
gemakkelijker op werd.
Alles bijeen genomen lijkt het er
dus op, dat er nooit zoiets is ge
weest als een 'goeie, ouwe tijd'.
Dat is een nostalgische verzinsel
van 'ouwe' idealisten, die zich
nog een tijd kunnen herinneren
die nooit precies zo bestaan
heeft. En die zich maar moeilijk
neer kunnen leggen bij het on
ontkoombare feit dat iedere
nieuwe generatie in haar ver
langen naar een betere wereld
niet in het verleden maar in de
toekomst moet zoeken.
Voor hen heb ik een schrale
troost: dat zoeken houdt nooit
op.
Geen ontzag meer voor andermans eigendommen