PZC opinie en achtergrond ZATERDAG 10 MAART 1990 4
De kerk in de beide Duitslanden
Met gelijke munt
De kunst van een
perfecte weergave.
Basis is al op sterven na dood
A.G. verzekeringen. Meesters in zekerheid.
levensbeschouwing
Voldongen feiten?
Oproep
Uitwisselen
haags spoor
Marine schrijft Vlissingen af
(Van onze verslaggever
Harmen van der Werf)
De krijgsmacht dreigt volle
dig uit Zeeland te verdwij
nen. De OCMA-kazerne van de
Koninklijke Landmacht in Mid
delburg verhuist mogelijk naar
Breda. De marinekazerne in
Vlissingen hangt sluiting boven
het hoofd. Honderden arbeids
plaatsen staan op het spel. De
internationale ontspanning eist
haar tol.
Middelburg maakt nog een
kans. De OCMA kampt met
ruimtegebrek. Dat is voor de Ko
ninklijke Landmacht de belang
rijkste reden om uit te kijken
naar een andere vestigings
plaats. De toekomst van de Vlis-
singse marinekazerne ziet er ho
peloos uit. De Koninklijke Mari
ne heeft de marinebasis aan de
monding van de Westerschelde
langzaam dood laten bloeden.
In 1951 keerde de marine na elf
jaar terug in Vlissingen met een
matrozenopleiding. Het aantal
taken werd daarna gestaag uit
gebreid. De marinestad van voor
de Tweede Wereldoorlog herleef
de. De Eerste Binnenhaven lag
vol met fregatten en mijnenve
gers- en jagers. De vreugde was
van korte duur. De Koninklijke
Marine trok zich na 1970 steeds
meer terug op Den Helder, de
eeuwige rivaal van de Schelde-
stad. Vlissingen had het nakij
ken.
De mijnendienst was de laatste
strohalm waaraan de Vlissingse
marinemensen zich vastklamp
ten. De mijnenvegers en -jagers
komen zelden bij de nieuwe ka
zerne aan de Buitenhaven, maar
zij zijn officieel nog wel in Vlis
singen gestationeerd. Na alle af
slankingen moet het voor veel
marinemensen in Vlissingen
duidelijk zijn geweest dat de mij
nendienst de langste tijd had ge
had in Zeeland. Nederland
werkt op het terrein van de mij-
nenbestrijding intensief samen
met België. De Belgische bases
Zeebrugge en Oostende liggen
op een steenworp afstand van
Vlissingen. Voor een klein land
als Nederland is bovendien een
mijnendienst met twee eenhe
den een luxe. Toen begin 1989
uitlekte dat de mijnendienst be
zig was met een reorganisatie,
was het lot van Vlissingen feite
lijk beslecht.
Het Zwaard van Damocles viel
twee weken geleden. De admira-
liteitsraad - de directie van de
Koninklijke Marine - had het
verwachte besluit genomen: de
vorming van één squadron mij
nenvegers en -jagers in Den Hel
der. De beslissing was voorspel
baar, maar zorgde toch voor veel
onrust onder het Vlissings mari
nepersoneel. Alleen de comman
dant maritieme middelen en het
overlegorgaan werden geïnfor
meerd.
De leiding van de Koninklijke
Marine vergat domweg de onge
veer vierhonderd in Vlissingen
gestationeerde marinemensen
in te lichten. Ook de comman
dant en het overlegorgaan wer
den maar half bijgepraat, want
over de gevolgen van het besluit
voor het voortbestaan van de
marinebasis werd met geen
woord gerept. Op die brandende
vraag kwam begin deze week het
antwoord: de marinestaf onder
zoekt of de marinekazerne Vlis
singen kan worden terugge
bracht tot een hotel. Het marine
personeel dat aan boord moet
van een bij De Schelde gebouwd
fregat, kan er dan overnachten.
De marineleiding had duidelijk
heid geschapen, maar op een
manier die in het bedrijfsleven
niet zou worden geaccepteerd.
Ze verzuimde weer haar werkne
mers te informeren. Ook de ge
meente Vlissingen werd, voor de
tweede keer binnen een week,
overgeslagen. Alsof het verlies
van een paar honderd arbeids
plaatsen een gemeentebestuur
niets aangaat.
Op de dag dat het nieuws over de
toekomst van de marinekazerne
Vlissingen naar buiten kwam,
stuurde burgemeester J. C. Th.
van der Doef een brief aan minis
ter A. L. ter Beek van Defensie.
Van der Doef drong aan op reëel
overleg en ging ervan uit dat hij
niet voor voldongen feiten zou
worden gesteld. Ter Beek brengt
dinsdag 10 april een bezoek aan
Walcheren. Op die dag moet blij
ken of het uitgangspunt van Van
der Doef overeind kan blijven.
De Koninklijke Marine moet
fors snijden in eigen vlees, een
half miljard gulden tot en met
1995. Landelijk moeten, volgens
voorstellen van de marinestaf,
450 functies vervallen, waarvan
250 bij het korps mariniers. Het
buiten dienst stellen van de ma
rinekazerne Vlissingen levert
een aardige bijdrage aan de be
zuinigingstaak waarvoor Ter
Beek de zeemacht heeft gesteld.
De Vereniging Belangenbeharti
ging Militairen (VBM) neemt
voorlopig een afwachtende hou
ding aan. Vice-voorzitter J. Wit
voet laat dat doorschemeren.
Grootscheeps verzet tegen het
slapend maken van de Vlis
singse marinekazerne zit er niet.
Bezuinigen op defensie is, vol
gens Witvoet, maatschappelijk
geaccepteerd. Zijn organisatie
ziet dat onder ogen, maar wil
zich ook niet voetstoots gewon
nen geven. Witvoet vraagt zich
af of de marinestaf er goed aan
doet de strategische post aan de
Scheldemonding grotendeels te
ontmantelen. De Koninklijke
Marine zal weinig moeite heb
ben met het antwoord: de kazer
ne blijft toch open en kan bij oor
logsdreiging onmiddellijk wor
den ingericht.
De VBM is een organisatie die de
belangen van alle marinemen
sen moet behartigen, onder wie
velen in Den Helder. Het behoud
van de marinekazerne in Vlissin
gen kan logischerwijs niet bo
venaan de prioriteitenlijst
staan. De VBM zal een zo sociaal
mogelijke overplaatsingsrege
ling uit het vuur proberen te sle
pen. Het voortbestaan van de
Zeeuwse marine is wel een direct
belang van de gemeente Vlissin
gen. Van der Doef kent zijn taak.
Hij wijst erop dat het doodzonde
is een moderne marinekazerne
als die in Vlissingen leeg te laten
staan. „Dat is pure kapitaalver
nietiging." De burgemeester van
Vlissingen stelt voor dat een ma
rine-opleiding in het gebouw
aan de Buitenhaven wordt on
dergebracht.
Van der Doef lijkt een bij voor
baat verloren strijd aan te gaan,
maar zijn illustere voorganger C.
A. van Woelderen ging hem
daarin voor. Het station voor on
derzeeboten verdween in 1924
uit Vlissingen en werd samenge
voegd met dat in Den Helder.
Twee jaar later kon Van Woelde
ren het logementsschip Hr Ms
Noord-Brabant verwelkomen
aan de Eerste Binnenhaven. Hij
was erin geslaagd een matrozen-
opleiding naar Vlissingen te ha
len. Na de Tweede Wereldoorlog
moest het Vlissings gemeente
bestuur jarenlang soebatten om
dat instituut weer terug te krij
gen. Dat is tekenend voor de po
sitie van de Koninklijke Marine
in Vlissingen na 1945.
Tot de Tweede Wereldoorlog-
heeft Vlissingen de vruchten ge
plukt van een rijk verleden. De
Zeeuwse marine, met als boeg
beeld M. A. de Ruyter, was een
begrip. Een historisch begrip.
De Franse bezetters van Neder
land maakten in 1795 een einde
aan de ondoelmatige, decentra
le organisatie van de Nederland
se marine. Zij zetten een centra
lisatieproces in gang waardoor
Vlissingen in 1868 de belangrijk
ste werkgever, de Rijkswerf, ver
loor. Marine-ingenieur B. J. Ti-
deman maakte dat verlies zeven
jaar later goed als de grote inspi
rator achter de vestiging van De
Schelde.
Vlissingen staat op het punt een
karakteristieke, maritieme be
drijfstak kwijt te raken. Het laat
ste, stukje althans, want de
Scheldestad moest al jaren ge
noegen nemen met de kruimels
die in Den Helder van het bord
vielen. „Ik heb vernomen", ver
telt Van der Doef beeldend, „dat
vroeger de helft van alle cafés in
Vlissingen op de marine dreef.
Nu kan er nog geen half café van
bestaan."
Het logementsschip Hr Ms Noord-Brabant in de Eerste Binnenhaven bracht voor de Tweede Wereldoorlog tot uiting dat Vlissingen nog
een echte marinestad was (foto gemeente-archief Vlissingen)
De één maakt van de kunst
zijn vak, de ander van zijn
vak een kunst. De mime-
speler creëert een perfecte
weergave van een situatie.
En u vertaalt uw situatie in
een perfecte keuze van
verzekeringen.
A.G. verzekeringen maakt er
al ruim 150 jaar een kunst
van om in te spelen op
de wensen van particulieren
en bedrijven. Met een ruime
keuze in levensverzeke
ringen en pensioenen.
Met specialisme in schade
verzekeringen voor brand,
aansprakelijkheid en
arbeidsongeschiktheid.
A.G. verzekeringen behoort
tot de A.G. groep. Een in
het "Europa 1992" interna
tionaal werkende
verzekeringsmaatschappij.
De assurantie-adviseur ként
onze meesterwerken.
as
Pallas Athenedreef 10 Postbus 9888 3506 GW Utrecht Telefoon (030) 643911
Toen zich enkele maanden
geleden in Oost-Duitsland
de omwenteling voltrok viel
niet te voorzien hoe snel het
denken over een Duitse ver
eniging of hereniging terrein
zou winnen. Zulke ontwkke-
lingen plegen tijd te nemen en
daar is ook veel voor te zeggen,
't Gaat immers niet om organi
satorische zaken, om andere
rangschikkingen, maar om
verschillen in denkklimaat en
identiteit. Ze groeiden in de
loop van meer dan veertig. En
dat na decennia van diepe zelf-
vervreemding, uitmondend in
de opperste verwarring van
een verloren oorlog.
De Duitse Bondsrepubliek her
stelde zich wonderbaarlijk snel
door overtuigde deelname aan
het westers politiek-economi-
sche bestel. De vraag kan zelfs
opkomen of ze zich zodoende
niet te vlug verwijderde van
het eigen recente dramatische
verleden. De Duitse Democra
tische Republiek (DDR), on
derworpen aan een vreemd to
talitair systeem, bleef daaren
tegen veel meer betrokken bij
en lijden aan de gevolgen van
de diepe debacle, die de vernie
tigende afloop van de oorlog
voor de mensen, niet in de laat
ste plaats ook materieel, bete
kende. Is het wonder, dat zich
in de Bondsrepubliek een zeker
zelfbewustzijn ontwikkelde,
terwijl de DDR gedompeld
werd in een gevoel van frustra
tie?
Welnu, die twee 'werelden' zul
len nu dan, zo spoedig moge
lijk, verenigd of zelfs terugkeer
naar de vroegere toestand?)
herenigd worden. Natuurlijk
maken de ontwikkelingen van
onze dagen zo'n proces voor de
hand liggend. Maar overhaas
ting ervan roept grote vraagte
kens op. Zal, met het oog op
't voorafgaande, een op korte
tijd verenigd Duitsland iets an
ders kunnen worden dan een
uitgebreide Bondsrepubliek?
Zal het Oostduits verleden van
veertig jaar niet min of meer ge
ruisloos en door velen zelfs op
zettelijk als duistere interim
periode worden vergeten?
Maar een verdrongen verleden,
particulier zowel als in het
volksbestaan, moet zich vroe
ger of later altijd wel wreken.
Enige tijd geleden schreef ik in
deze rubriek over de opmerke
lijke rol van de (met name pro
testantse) kerk in de DDR. In
een meer en meer naar atheis-
tisch model gevormde maat
schappij vond en bewandelde
ze, losgeraakt van de kerk in de
Bondsrepuibliek, een weg van
kritische solidariteit: kerk in
het socialisme, maar niet zwij-
dat men zal kiezen voor een
'verstandige uitwisseling' met
de zusterkerk in de Bondsrepu
bliek van de ervaringen, die
beide kerken opdeden sinds
hun wegen in 1969 uiteengin
gen. Daarvoor lijken me inder
daad veel overwegingen te plei
ten.
Ik noem er enkele. Het samen
gaan van biede staten zal in ve
le opzichten bedreigend blij
ken te zijn voor de vooral eco
nomisch zwakkeren in de
DDR. Zoals de kerk daar nu is,
gerijpt in het klimaat van re
pressie en solidariteit met on
derdrukten, zal ze in die situa
tie beter dienstbaar kunnen
zijn dan wanneer ze door een
samengaan gelijkgeschakeld
wordt met het kerk-zijn dat
zich temidden van de welvaart
in het westen ontwikkelde.
In de letterlijk en figuurlijk
leeggelopen DDR-gebieden zal
weinig zo belangrijk zijn als de
aanwezigheid van vertrouwen
wekkende instanties, die bij
kunnen dragen tot integratie
en vernieuwing van de samen
leving. Gelet op haar recente
verleden kan de kerk zo func
tioneren. Maar alleen wanneer
ze als zodanig herkenbaar is en
haar karakter niet verandert
door vermenging met elemen
ten uit de andere kerk, die aan
trekkelijk kunnen lijken, maar
in de DDR wezensvreemd zijn
en vertrouwen doorbreken.
Levensbeschouwelijk kunnen
beide kerken, wanneer een
staatkundige vereniging spij
tig genoeg ook zou leiden tot
hernieuwd natioalisme en nog
weinig in breder Europees ver
band ervaren wordt, betekenis
hebben voor verbreding van
het denken: door elkaar te be
vragen inzake de achtergrond
van hun rijkdom en armoe;
door kritisch in te gaan op hun
gezamenlijke en afzonderlijke
geschiedenis en verworvenhe
den; door uit te wisselen hoe ze
deelden (en delen) in een com
munistische wereld die failliet
ging en in een kapitalistische
wereld die machteloos lijkt te
staan tegenover vele wereld
problemen; door in het groot
geheel der oecumene de eigen
inbreng ter discussie te stellen.
In deze historische situatie
moeten daarom verschillen
tussen beide kerken, die elk op
eigen wijze de betekenis van
het Evangelie in hun maat
schappelijk bestel zijn gaan
verstaan, niet te makkelijk
gladgestreken worden. Ze heb
ben elkaar en daarmee ook ons
allen iets te zeggen. Het zou
zelfs voor de toekomst van de
wereld van belang kunnen zijn.
T. Rinkema.
gend bij machtsmisbruik van
de overheid. Daarbij nam haar
overtuigingskracht toe naar
mate haar comfortabele posi
tie verdween: voor het lidmaat
schap van de kerk moest je in
deze maatschappij veel meer
over hebben dan vroeger. Maar
vaak werd het dan ook bewus
ter beleefd; de overvloedige in
komstenbron van de voordien
(en in de Bondsrepubliek nog
steeds) door de staat geinde
kerkelijke belasting (Kirchen-
steuer) verdween, maar vrijwil
lige bijdragen van leden bleken
meer inhoudelijke betekenis te
hebben.
Deze nieuwe positie moet de
kerk in de DDR in de kritische
maanden van het najaar 1989
in staat gesteld hebben tot de
dienende functie, die niet al
leen door veel van haar leden
maar ook door buitenstaan
ders en zelfs door de (nog com
munistische) overheid als van
wezenlijke betekenis werd
(h)erkend. Meer dan andere in
stanties leverde ze een bijdrage
tot het noodzakelijk bewust
wordingsproces van de daar
vóór nauwelijks tot maat
schappelijke verantwoor
delijkheid geroepen bevolking.
Zo bood ze een belangrijke mo
gelijkheid tot heroriëntatie.
Nee, dat bedoelde niet te leiden
tot een zelfbewust-zijn als in de
Bondrepubliek, maar wel tot
doorbreking van de frustatie
die het leven in de DDR zozeer
verlamde.
De kerk riep dan ook op om, on
danks de lokkende welvaart
ginds, niet naar het westen uit
te wijken maar mee te werken
aan de vernieuwing van de ei
gen samenleving. Deze roep
werd (en wordt) door velen in
het eigen land niet gevolgd,
maar ook in de Bondsrepu
bliek nauwelijks serieus geno
men. Dat laatste gebeurt nu
pas, maanden later. Niet prin
cipieel overigens, maar omdat
de druk van het grote aantal
uitgewekenen op de economi
sche en andere mogeljkheden
zelfs van het welvarende wes
ten wel erg zwaar wordt.
Inmiddels werd het stiller rond
de kerk in de DDR. Je hoort
niet meer de opvallende be
richten over bomvolle kerken
waar heel verschillende men
sen geholpen werden bij de be
zinning op hun nieuwe situatie.
De predikanten zijn aange
spoord zich óf weer helemaal
aan het pastorale werk te wij
den óf voor de politiek te kie
zen. Het plaatsvervangend
werk van de kerk was uiteraard
tijdelijk.
Toch is 't goed te bedenken dat
en waaróm zij het volk zo heeft
kunnen dienen. Er zou iets we
zenlijke verloren gaan wanneer
zij zonder meer teruggebracht
zou worden naar haar plaats en
werkwijze van vóór veertig
jaar. Van daaruit is de kritiek
te verstaan, met name in de
kerk van de DDR, op een stre
ven om de beide kerken in
Bondsrepubliek en DDR maar
weer zo gauw mogelijk te her
enigen.
Dat streven ging naar het
schijnt uit van de Westduitse
kerk. Instanties van beide ker
ken kondigden in een verkla
ring aan naar hereniging te
streven. In de kritiek daarop
werd de hoop uitgesproken,
1 1 II II 1 1 i II 1 II 1 1 1 i 1 1 1 1 1 1 1 1
De protestantse Kirchentach in de DDR - in 1987 voor het eerst weer gehouden sinds de bouw van de Berlijnse Muur - heeft in de
maatschappij-kritische revolutie een duidelijke rol gespeeld
Chris Patten (foto EP A
(Van onze Haagse redactrice
Mirjam van Zuilen
Wat genoot ze de afgelopen
dagen! Minister Maij-Weg-
gen kon zich in de belangstel
ling een forse zwerm persmus
kieten uit vele Europese landen
verheugen. Is ze dan echt een
zondagskind? Populair bij het
publiek. Ja, er is zelfs een fan
club voor haar opgericht. Nog
geen vier maanden minister
van verkeer en waterstaat en
dan al voorzitter van de belang
rijke Derde Noordzeeconferen-
tie.
Ze nam het ervan. Geen gelegen
heid om met de pers te praten of
voor de camera's te verschijnen,
liet ze door de vingers glippen.
En ze stoorde zich daarbij ner
gens aan. Niet gehinderd door
enig historisch besef of een
vloeiend mondje Engels, babbel
de ze er vrolijk op los.
Het begon al op dinsdagavond,
een korte informele ontmoeting
met de pers in het museum Pa
norama Mesdag aan de Zee
straat in Den Haag. Een kort
toespraakje als warming-up
voor de twee volgende conferen
tie-dagen. En passant meldde ze
dat haar wens is dat de Noordzee
weer net zo schoon wordt als
toen Hendrik Willem Mesdag
zo'n 200 tot 300 jaar geleden zijn
prachtige schilderstuk van de
Scheveningse kust maakte! Oei!
Een blunder van de eerste orde.
Een beetje kunstkenner weet
dat het uit de Haagse School
stammende 1650 vierkante me
ter ronde doek in 1881 is geschil
derd. Mocht je Mesdag - die door
kunstminners niet als een formi
dabele schilder wordt aange
merkt - niet kennen, dan weetje
toch op z'n minst dat de Haagse
School niet 200 tot 300 jaar gele
den bestond! Maij-Weggen deert
dit allemaal niet.
De leden van haar fanclub zullen
het niet willen horen, maar haar
talen zijn ook niet echt om over
naar huis te schrijven. Een inter
view met een Franse journaliste
ging haar niet goed af. Een
woordvoerder moest haar af en
toe snel influisteren wat de
strekking van een vraag was.
Het Engels is beter, hoewel af en
toe moeilijk te volgen door de
vreemde klemtonen. Maar ook
dat hindert haar niet.
Wat dan eigenlijk wel? Want ook
de kritiek op haar manier van
optreden uit de Tweede Kamer
kan haar geen bal schelen. Het
lijkt erop dat haar Engelse colle
ga Chris Patten het heeft ont
dekt. Maij had de Britten voor
de aanvang van de Noordzee-
conferentie flink de mantel uit
geveegd. Die Engelsen zijn de
grootste vervuilers van de
Noordzee, was de teneur van
haar kritiek. Des te opvallender
was het dat ze aan het eind i
eerste dag van de conferentie
plotseling meldde dat de Britten
zich 'constructief opstelden'.
Terwijl de Britten nog geen
krimp hadden gegeven.
Naar goed Engelse traditie bleef
Patten hooghartig op zijn stand
punt staan dat zijn land niet eer
der dan 1993 kan stopppen met
de dumping van industrieel at
val in de Noordzee en niet eerder
dan 1998 met de lozing van
rioolslib. En daar had Maij's kri
tiek zich toch tegen gericht? Dus
geen reden om van strategie te
wijzigen, zo zou je denken. Maar
Maij's grijze cellen werken an
ders.
Want wat was er gebeurd? Chris
Patten had journalisten laten
weten dat hij alle kritiek aan
vaardde, maar dat Europa, dus
ook Maij-Weggen, eerst maar
eens de hand in eigen boezem
moest steken. Want, en daar
heeft hij volgens onderzoekers
gelijk in, een groter aandeel in de
vervuiling van de zee komt via
de rivieren van het vaste land in
de Noordzee terecht. Net zoals
Maij dat heel fijntjes kan, meld
de Patten zijn Nederlandsse col
lega 'formidabel' te vinden. En
in dezelfde adem veegde hij i
vloer met haar aan. Overigens
net als Maij dat zo goed kan -
weer met een grote smile op zijn
gezicht. Hij prees haar, om met
Wim Sonneveld te spreken, re
gelrecht het graf in.
In deze Chris Patten moet Maij
haar gelijke hebben gevonden.
Ze zei eerder al de debattechnie
ken van de Engelsen te bewon
deren. Wellicht dat ze ook be
wondering heeft voor de wijze
waarop de Britten hun stand
punten in de media verkondi
gen. Het devies is dus klaarblij
kelijk: met gelijke munt betalen,
(Advertentie)