PZC
Delta
archief
Graanprijs
is mondiaal
probleem
week-in
33
51TUATLL.
ZATERDAG 10 MAART 1990
Vrijgevochten
Theepot
Prijsdumping
Quota's
Peentjes
5PUIDUIKER5
Het Rijksarchief in Zeeland
wordt de centrale
bewaarplaats voor de
waterstaatsarchieven. Nu de
Deltawerken zijn afgerond,
kunnen alle dossiers van
Rijkswaterstaat, die op dat
omvangrijke project
betrekking hebben, in de
Middelburgse depots worden
ondergebracht. De
waterbouwers lieten meer dan
twee kilometer papier na.
Volgende week dinsdag wordt
de overdracht van de archieven
tijdens een bijeenkomst op het
voormalig werkeiland Neeltje
Jans met een ferme handdruk
en een handtekening
bekrachtigd.
Archief van de Deltadienst van Rijkswaterstaat, periode 1953-1989,
in totaal 2051 strekkende meter.
Deze collectie wordt volgende week dinsdag (13 maart) officieel aan
het Rijksarchief in Middelburg overgedragen. De aanwinst maakt
het Zeeuwse Rijksarchief tot de bewaarplaats met de grootste verza
meling stukken betreffende de strijd tegen het water. De verzameling
bevat naast rapporten en correspondentie bijna 10.000 tekeningen en
kaarten. Het archief is afkomstig van de vestigingen van de Delta
dienst in Den Haag, Zierikzee, Middelburg, Burghsluis en Bergen op
Zoom. In deze collecties zijn in principe de stukken betreffende alle
Deltawerken in Nederland opgenomen. De openbaarheidstermijn is
op vijf(!) jaar gesteld. Na schoning door de Centrale Archiefselectie
dienst in Winschoten zal er waarschijnlijk 1 kilometer archief over
blijven.
Archief van Rijkswaterstaat Directie Zeeland, periode 1800-1980, in
totaal 280 strekkende meter.
Deze collectie bevat de archieven van de directie en van alle arrondis
sementen en dienstkringen in Zeeland. De oorspronkelijke omvang
van de archieven bedroeg 1720 meter; de archiefselectie stopte daar
van meer dan 80 procent in de papierversnipperaar.
Archief Provinciale Waterstaat in Zeeland, 1877-1973,125 strekkende
meter.
Dit archief is niet compleet. Alleen de bestanden van de hoofd-inge-
nieur en een aantal niet geschoonde collecties van dienstkringen zijn
in het Rijksarchief ondergebracht. De archieven van de dienstkrin
gen Tholen, Zierikzee, Axel, Middelburg en Goes wachten nog op
schoning en inventarisatie.
Springtij in het Rijksarchief
Hoe zou dat gegaan zijn op het
Rijksarchief in Zeeland? Het
zal in het begin van de jaren tach
tig geweest zijn. Een telefoontje, of
een brief: geacht hoofd van de Del
tadienst, wij hebben belangstel
ling voor uw archief. Was gete
kend: de Rijksarchivaris in Zee
land. Want, dacht die Rijksarchi
varis, de Deltawerken zijn een bij
uitstek Zeeuwse aangelegenheid.
Dus waarom zouden we niet probe
ren, nu de klus bijna geklaard is,
alle stukken die betrekking heb
ben op de Deltawerken naar Mid
delburg te halen.
Hoe zou het gegaan zijn toen de
eerste oplegger met oud papier
van de Deltadienst in Middelburg
arriveerde? Het stukje archief dat
de waterbouwers sinds 1953 had
den gevormd bleek bij nader inzien
2000 strekkende meter papier te
omvatten. De depotbeheerders
van het Rijksarchief Zeeland ver
blikten of verbloosden niet. Komt
u maar, de kans om de complete
geschiedenis van de Deltawerken
in Nederland binnen te halen
mocht men niet laten schieten.
Het Rijksarchief heeft de papieren
stormvloed overleefd. Voor een ar
chiefdepot, dat maximaal tien ki
lometer papier kan herbergen, is
een aanwinst van twee kilometer
gigantisch. Binnen afzienbare tijd
hoopt het archief een nooddepot in
Oost-Souburg in gebruik te kun
nen nemen. Want, en dat is het
rechtstreeks gevolg van de verwer
ving van de delta-archieven, de op
slagruimten van het archief aan de
St. Pieterstraat in Middelburg pui
len uit. Nieuwbouw staat al heel
lang als nummer één op de priori
teitenlijst genoteerd. Het ziet er
echter naar uit dat de rijksbouw
meesters niet voor 1997 geld be
schikbaar zullen stellen.
Volgende week dinsdag wordt de
papieren nalatenschap van de in
1986 opgeheven Deltadienst offi
cieel aan het Rijksarchief overge
dragen. Tijdens een bijeenkomst
op Neeltje Jans zullen secretaris
generaal ir drs H. N. J. Smits van
het ministerie van Verkeer en Wa
terstaat en vertegenwoordigers
van Rijkswaterstaat, Rijksarchief
dienst en Rijksarchief Zeeland de
akte van overdracht onderteke
nen. En weer kan de vlag Zeeland
Veilig worden gehesen: de buit is
binnen.
Na lang onderhandelen en aan
dringen beschikt het Zeeuwse ar
chief over een voor Nederlandse
begrippen unieke collectie 'nat'
materiaal. Rijkswaterstaat Direc
tie Zeeland en de Provinciale Wa
terstaat hadden reeds eerder be
sloten hun dossiers aan de Middel
burgse vestiging van de Rijksar
chiefdienst over te doen. Het ar
chief van de Zeeuwse Directie is in
middels toegankelijk gemaakt; de
inventarissen worden dinsdag ge
presenteerd.
De erfenis van de Deltadienst be
vat stukken over de stormvloedke
ring in de Hollandse IJssel, de
Zandkreek- en Veerse Gatdam, de
afsluitingen van de Grevelingen,
het Volkerak en Haringvliet. Ook
de ontstaansgeschiedenis van de
Brouwersdam, de stormvloedke
ring in de Oosterschelde en de Phi
lips- en de Oesterdam is erin terug
te vinden. Middelburg jubelt.
Meestal worden archieven, die op
meer dan één provincie betrek
king hebben, in het Algemeen
Rijksarchief in Den Haag onderge
bracht. Omdat Zeeland een uit
zonderlijk belang heeft bij de Del
tawerken is besloten van die regel
af te wijken.
„Een prachtige aanwinst", zegt
Lieuwe Zoodsma, hoofd externe
dienstverlening van het Middel
burgse Rijksarchief. „Bij de mees
te instellingen en bedrijven is de
zorg voor het archief het stiefkind
je van de organisatie. Zo niet bij de
Deltadienst. Binnen Rijkswater
staat vormde die afdeling een vrij
gevochten departementje, dat zich
zeer bewust is geweest van het his
torisch belang van de Deltawer
ken. De jongens van de Delta
dienst bouwden niet alleen, ze
zorgden ook dat de papieren neer
slag van hun werk goed werd be
waard."
De verwerking van het materiaal
zal veel tijd in beslag nemen. Me
dewerkers van de Centrale Ar
chiefselectiedienst (CAS) in Win
schoten zijn al anderhalfjaar bezig
om te bekijken, wat er bewaard
kan blijven. De verwachting is dat
minstens de helft van het Delta-ar
chief aan de papierversnipperaar
zal ontsnappen. „Dat is beduidend
meer dan er bij andere selecties
overblijft", legt CAS-medewerk-
ster Stinie Francke uit. „We hante
ren in dit geval andere criteria.
Voor de afsluiting van de zee-ar-
men zijn diverse oplossingen geop
perd, die het niet hebben gehaald.
Neem de Oosterschelde: we heb
ben de brievenbus gehad, er is een
spleet-oplossing ontworpen. Al die
plannen, ook al zijn ze niet uitge
voerd, willen we in het archief be
houden."
Een ruimhartige opstelling dus.
Niet zonder reden, Rijkswater
staat houdt de vinger aan de pols,
de medewerkers hebben inspraak
bij het vaststellen van het selectie
beleid. En zij willen, als de gelegen
heid zich voordoet, niet het ver
haal te horen krijgen dat ze oude
berekeningen opnieuw zullen moe
ten maken.
Een groot deel van het Delta-ar
chief is technisch van aard. Water
en windkracht moesten in cijfers
worden gevangen, voordat er kon
worden gebouwd. Je kunt niet zo
maar een nieuw wereldwonder in
de monding van de Oosterschelde
neer zetten. De dossiers bieden
naast kille cijfers ook de neerslag
van de publieke discussie over de
afsluiting van die zee-arm. De
kwestie 'Oosterschelde open of
dicht' heeft vele pennen in bewe
ging gebracht. Wie heeft zich er ei
genlijk niet mee bemoeid? Vorig
jaar verscheen een eerste, op basis
van de waterstaatsarchieven ge
schreven proefschrift over de be
sluitvorming.
Uit het archief blijkt, dat het naar
aanleiding van de ramp in 1953 op
gestelde Deltaplan van meet af
aan in de publieke belangstelling
heeft gestaan. Zomaar een brief,
Haarlem, 7 februari 1953: „Aan Zij
ne Koninklijke Hoogheid, Prins
der Nederlanden. Hoogheid, de
grote ramp die ons land momen
teel teistert heeft mij aan het den
ken gebracht omtrent het pro
bleem waterkering... Nu ga ik even
een simpel verhaaltje vertellen. Ik
ben werkzaam als opzichter bij het
waterbedrijf te Haarlem en zet in
de middagpauze wel eens thee. Bij
het omspoelen van de theepot liet
ik een krachtige straal water op de
bodem spuiten, doch het water
kwam niet over de rand, stroomde
tegen de wanden op en stortte
weer terug op de bodem van de
pot. Dit deed mij denken aan de
waterkering van ons land en ik
stelde mij de situatie als volgt
voor: Basaltblokken gelegd in
gladde opgaande glooiing, daarna
normale dijkbouw, doch niet vlak
maar uitgehold. Daarmede geven
wij het aanstormende water de
vrije loop, zal dit water onbelem
merd de dijk opstromen en door
haar eigen kracht zich weer in zee
terugwerpen, terwijl het terugge
worpen water als buffer dienst
doet."
De strijd tegen het water maakte
alle potentiële uitvinders, zowel in
als buiten Nederland, wakker. De
Haarlemse brief was er één van de
vele, waarin soms bizarre, soms ko
mische verbeteringen van de zee
weringen werden aangedragen.
„Tot wie moet ik mij wenden voor
twee grooten nieuwen gedachten",
informeerde een Amersfoortse
knutselaar in 1955. Zakkendam-
men, opblaasbare ballastballons,
golfbrekers, zinkers, waterkracht
centrales: de inventiviteit was
grenzeloos. De Deltadienst ont
popte zich als een enthousiast
brievenschrijver. „Wij stellen uw
inbreng zeer op prijs..." Dat moest
ook wel, enkele uitvinders namen
hun plannen zo serieus, dat ze al
leen al voor het indienen van hun
suggesties een rekening stuurden.
Dat was niet het geval bij dr ing
Sanders uit Rijswijk. Eind 1954
stuurde hij een omvangrijk pam
flet, waarin de aanleg van een nieu
we zeedijk voor de kust van West-
kapelle tot Rockanje werd voorge
steld. Een 58 kilometer lange zee
wering, die in één keer aan alle pro
blemen een eind moest maken.
Het project zou binnen acht jaar
kunnen worden afgerond en zelfs
over 2000 jaar, schreef Sanders, is
er nog niet de minste kans dat de
dijken te laag zijn.
Doordacht, pretentieus of waan
zinnig: de afdeling corresponden
tie van het Delta-archief biedt een
staalkaart van menselijke eigen
schappen. Het briefje van de 10-ja-
rige Baldi uit het Noordhollandse
Oostwoud moet de waterstaat
kundigen mild hebben gestemd.
„Beste Deltacommissie", schreef
hij in 1973, „ik heb plannen ge
maakt voor bij de dijk bij de Oos
terschelde. Ik kan echt niet uitre
kenen hoeveel beton en zand er no
dig is. Ik heb dit gedaan omdat de
vissers en mosselen vangers nu
toch kunnen blijven werken. Maar
ook de schippers. Ik heb ook aan
de veiligheid gedacht. Als plan 3
klaar is, moeten er eerst planken
over voor u de snelweg maakt."
Jan van Damme
Het probleem van de actievoerende
boeren in ons land gaat verder dan
de grenzen van Zeeland, Groningen of
Friesland. Het is een mondiaal
probleem, dat naast Europa en de
Verenigde Staten ook bijna alle
ontwikkelingslanden raakt. „Als je je
zorgen maakt om de armoede in
ontwikkelingslanden, dan pleit je voor
lage voedselprijzen. Voor 80 procent
van de mensen in Derde-Wereldlanden,
is dat voordeliger. De EG doet er vanuit
haar oogpunt gezien dus goed aan de
graanoverschotten op te kopen en op de
markt te dumpen. Als de Nederlandse
boeren slim zouden zijn, kwamen ze met
dat argument."
Aan het woord is dr. Wouter
Tims, econoom en directeur
van de Stichting Onderzoek We
reldvoedselvoorziening van de
Vrije Universiteit in Amsterdam.
De traditionele gedachte dat boe
ren in Derde-Wereldlanden een
goede prijs voor hun graanproduk-
ten moeten krijgen, omdat ze an
ders niet gestimuleerd worden zelf
te produceren, beschouwt hij als
minder dan een halve waarheid.
„Dat hoor je in Brussel, bij het
Landbouwschap en ook bij de ac
tiegroepen." Volgens Tims is juist
het tegenovergestelde meer waar.
„Men vergeet dat je allereerst
moet kijken naar de positie van de
consumenten in zo'n land. Voor
hen is een lage prijs een voordeel.
Tachtig procent van de boeren
produceert alleen voedsel om zich
zelf en zijn familie te kunnen on
derhouden. Voor zover ze daar niet
toe in staat zijn, moeten ze naar de
markt. Daar kopen ze voedsel van
geld dat ze op een andere manier
hebben verdiend. De meeste boe
ren van China tot Nigeria werken
nog ergens anders voor hun 'kas
geld'. Dus hoe lager de graanprijs
op de markt, hoe beter."
Alleen de overige twintig procent
heeft baat bij een hoge prijs, maar
Tims is er optimistisch over dat de
ze boeren beter het hoofd boven
water weten te houden dan de ar
men. „We moeten ons niet in de
eerste plaats veel zorgen maken
over de grote boeren. Maar het is
hun stem die we overal horen. Als
je in een ontwikkelingsland loopt,
kom je ook eerst een grootgrond
bezitter tegen, niet de kleinere
boer. De grotere boer heeft tijd
voor een gesprek en heeft een stoel
voor je om op te zitten."
Om de boeren hier en het meren
deel daar tevreden te houden, zou
de EG dus door moeten gaan met
het opkopen van de overschotten
van Europese boeren en met het
dumpen van het graan op de we
reldmarkt, waardoor de prijs laag
blijft. Maar dat is absoluut onmo
gelijk. Allereerst omdat de EG no
dig moet bezuinigen op de land
bouwuitgaven (75 tot 80 procent
van de begroting gaat naar de
landbouw) en daarnaast omdat
andere graanproducerende landen
zoals de VS, Australië en Argenti
nië dan moeilijk gaan doen. „Die
zijn die oneerlijke prijsdumping,
die mogelijk wordt gemaakt door
subsidies, zat. De concurrenten
willen een hoge prijs voor hun
graan. Verandert Europa niets,
dan zullen ze overgaan op harde
maatregelen, zoals het boycotten
van Heineken of Edammerkaas."
Er moet dus wat gebeuren, maar
wat de oplossing ook wordt, het
pakt altijd nadelig uit voor ontwik
kelingslanden. De prijs op de we
reldmarkt voor graan zal omhoog
gaan. Tims: „Dat is onvermijde
lijk, de ontwikkelingslanden moe
ten daarop rekenen. Rijke landen
zullen maatregelen nemen uit ei
gen belang, waarmee ze schade
aanbrengen aan minder ontwik
kelde landen. Ik vind dat het dan
ook mogelijk moet zijn compensa
tie te geven aan sommige landen.
Zij kunnen zeggen 'Jullie hebben
ons altijd misleid, bepalen altijd de
prijs, geef ons nu meer hulp voor de
schade die je ons daardoor toe
brengt'. Dat vind ik een redelijke
gedachte."
Tims legt uit waarom volgens hem
iedere oplossing leidt tot hogere
prijzen. Zelf is hij een voorstander
van liberalisatie, iets waar de boe
ren en de regeringen in de EG mor
dicus tegen zijn. „Gooi de markt
maar open en kijk wat er gebeurt.
Dat kun je natuurlijk wel voorspel
len. De Europese boeren komen
dan op de wereldmarkt, zonder be
schermende maatregelen. Door al
die overschotten aan graan, zullen
de binnenprijzen gaan dalen en
vervolgens ook de produktie. De
meeste boeren zullen failliet gaan.
Als gevolg daarvan daalt het tota
le aanbod, en dat heeft weer een
stijging van de wereldmarktprijs
tot gevolg."
Koude sanering van de boerenbe
drijven dus. Hard, maar bijna on
vermijdelijk. „De protesten van de
boeren voor hogere prijzen zijn
weinig zinvol, dat is irreëel. Maar
ze kunnen wel actie voeren voor so
ciale begeleidende maatregelen.
Lubbers heeft gezegd dat 'het niet
zo mag zijn dat het bestaan van
boeren onmogelijk wordt ge
maakt'. Daar ben ik het wel mee
eens. Maar deze kreet heeft nog
geen concrete inhoud."
Een andere oplossing om de graan-
produktie aan banden te leggen, is
het instellen van quota's. Het be
perken van de produktie door voor
iedere kilo graan die boven een be
paalde hoeveelheid verbouwd
wordt, een lagere prijs te betalen.
„Maar per boer is dat niet te regi
streren, zoals in de melkveehoude
rij is gebeurd. Voor graanboeren is
een organisatie hiervoor ondoen
lijk. Dus worden er per land quota
ingesteld. Dan kun je je als boer
net zo keurig houden aan de maxi
male produktie, er hoeft maar een
collega te zijn die dat niet doet en
ook jij krijgt minder geld voor je
graan. Daarom is het moeilijk de
produktie terug te dringen. Toch
blijft de EG de voorkeur geven aan
quota's."
Hoewel de VS altijd de mond vol
heeft van liberalisatie en een open
markt, hoort Tims tijdens onder
handelingen 'in van die merkwaar
dige bijzinnetjes' dat ook Amerika
de mogelijkheid van quota's over
weegt. In dat geval dreigen we af te
glijden naar een situatie waarin al
le grote exporteurs bij elkaar gaan
zitten om een prijs vast te stellen
en de afzetmarkt te verdelen. Een
soort kartelvorming dus. „Niets is
gevaarlijker voor derde landen
dan dit systeem", meent Tims
„Want de prijs die men vaststelt,
zal altijd hoog zijn."
Beide systemen, kartelvorming en
liberalisatie, leiden tot hogere prij
zen ten koste van consumenten in
de Derde Wereld, maar geven de
westerse landen ruimte om wat
van hun winst af te staan aan ont
wikkelingslanden. „Extra hulp als
compensatie voor de armsten is ei
genlijk te vergelijken met compen
satie aan onze eigen boeren, die
ook schadeloos worden gesteld. In
het ene geval heet het ontwikke
lingshulp, in het andere subsidie."
Stapje voor stapje moeten de Eu
ropese boeren terug. Volgens Tims
is het het beste als de EG de be
schermende maatregelen (grens-
heffingen en quota's) omzet in ta
rieven. Die tarieven kunnen gelei
delijk worden verlaagd met com
pensatie aan de boeren. Een vaste
toeslag is altijd goedkoper dan de
subsidies die nu gegeven worden.
Zo'n toeslag zou wel aan een maxi
mum per bedrijf gebonden moeten
worden.
Het stimuleren van andere teelten
heeft volgens Tims ook weinig zin.
„Nu heb je een graanoverschot
maar dat krijg je op den duur ook
met witlof of peentjes."
„Het lijkt mij het beste als we die
prijs vrij laten en er tegelijk voor
zorgen dat de boeren een goede in
komenssteun krijgen." Tims ziet
daarvoor nog een belangrijk reden.
„We moeten niet de hele boerenbe
volking van hun land verdrijven.
De akkerbouwers hebben een be
langrijke functie voor het in stand
houden van de natuurlijke omge
ving. Daar mogen ze best voor be
taald worden. We moeten ons land
schap mooi en schoon zien te hou
den. Zonder de hulp van de boeren
zou ons dat gigantisch veel geld
kosten. Daar mogen ze voor be
loond worden."
Anje Romein
Wouter Tims: derde wereld altijd de dupe (foto Cees Zorn
MA ASMtlND
EREI
OVER
FLAKKEE
5CHDUW
OUIVELA
TH0LEI
>ALIWEREN
2 UID
7 BEVELA
WESTER
r i31', f rKM
70 KM /yfj?
TOTAAL
VDORMf
5LHELDE
ZEEÜW5CH VLAANDEREN
bestaand
5/ste
CS> - -1
3cd 1.2,2 o.PJ'AA -S» ALWLb.LGH-
Ontwerp voor nieuwe dijkaanleg volgens het principe van de theepot Ontwerp voor een zeedijk van Westkapelle tot Rockanje
ACtfrA
Italiaans ontwerp voor een golfbreker.