PZC Gerrit Komrij BOEKENWEEK- GESCHENK 1990. WAT EEN VERRASSING! Eerbetoon aan Geert van Beek Teveel boeken voor één boekenweek week-uit 23 BOEKHANDEL FAN0Y ZATERDAG 10 MAART 1990 boekenweek Respect Sterremeer, een novelle van F. Springer. Van 14 t/m 24 maart gratis bij aankoop van tenminste f 19,50 aan boeken. F. SPRINGER SIGNEERT BOEKENWEEK: woensdag 14 maart van 16.00 tot 17.30 uur Van OOIT Genoeg Accenten Hoge druk Milder Loterijen Onbekend Poëtisch Met de roman Over de bergen debuteert Gerrit Komrij als romancier. Het is een boek over de realiteit achter de romantische facade van een Portugees bergdorpje. Bij De Bijenkorf verscheen ter gelegenheid van de Boekenweek van zijn hand de novelle De Pagode. Gesprek met een auteur die uitsluitend voor het geld zegt te schrijven. 'Als ik de staatsloterij win, zet ik nooit meer een pen op papier.' Gerrit Komrij (foto Jaap de Boer Romans lezen vind ik pure tijdverspilling Wanneer ik halverwege ons ge sprek opmerk dat hij een veelzijdig schrijver is, kijkt Gerrit Komrij (45) mij bestraffend aan. 'Ik ben gewoon schrijver. Van veel zijdigheid kun je pas spreken als je ook mooie muziek maakt en wel eens wat schildert. Bij mij is het al lemaal schrijven. De vorm waarin het gebeurt, is een soort ademen. Soms is iets gejaagd, soms is het gefluister. Maar met dat onder scheid in genres kan ik geen kant op. Er zijn romans die ik eerder een essay zou noemen, korte verhalen die meer weg hebben van een co lumn. Er wordt maar wat mee ge sold. Het is alleen nog maar een tijdverdrijf voor de Neerlandici om het allemaal uit elkaar te houden.' Komrij is nog nauwelijks hersteld van de slopende nazit van de Tien de Nacht voor de Poëziemaar spoelt zijn vermoeidheid weg met Portugese wijn ('een aardig tafel wijntje, kost bij ons een rijksdaal der de fles') en Nederlands bier. Hij praat zoals hij schrijft: mooie zin nen, met een ironische ondertoon. Regelmatig grinnikt hij half bin nensmonds. Sinds zes jaar woont Komrij in Portugal, waar hij (volgens de overlevering) leeft als een vorst. 'Ach ik heb het er goed, maar ik lig heus niet de hele dag in mijn hang mat. Het leven is daar minder krampachtig, de mensen zijn niet zo verzuurd. En als het dan ook nog eens droog wil blijven, is het helemaal aangenaam. Maar het is beslist niet zo dat ik Nederland verbitterd de rug heb toegekeerd.' Op bezoek in Nederland moet Komrij altijd even in een boekhan del rondsnuffelen. Hij koopt vrij wel uitsluitend non-fictie. Met een vies gezicht: 'Ik moet er niet aan denken mijn goede geld uit te ge ven aan een Nederlandse roman! Daar word ik alleen maar neer slachtig van. Veel romans bestaan alleen maar omdat er weer zo no dig een nieuwe roman moest ko men. Het lezen van romans vind ik pure tijdverspilling. Ik ben er ook niet geschikt voor. Na de eerste zin wil ik het verhaal al anders afma ken en erger ik mij mateloos aan de tweede zin.' Wat hij verder doet als hij even in Nederland is? Komrij dicteert grijnzend: 'Stiekem een vieze kro ket uit de muur eten. Drie harin gen achter elkaar naar binnen slaan. Een halve rookworst halen bij de HEMA. Dat zijn de mooie dingen die het vaderland te bieden heeft. Die worsten zijn lekker, ja. Maar ik geneer mij altijd te pletter. Ik vraag er altijd drie zakjes om en dan loop ik snel de hoek om een straat in, de Potgieterstraat ofzo. In een portiek prop ik dat ding heel snel naar binnen. Ik ben als de dood dat ik betrapt word. Want die worst vertegenwoordigt zowat al les waar ik tegen ben.' Missen doet hij niets. Een fax-ap paraat fungeert als navelstreng met Nederland. Klopt het dat hij via de fax schunnige grappen uit wisselt met Miep Brons? Komrij reageert betrapt, maar herstelt zich snel. 'Het is mij een eer een open lijn te hebben met Neerlands grootste pornokoningin. Maar schunnige dingen? Dat valt wel mee. Die grapjes zijn heel onschuldig. Af en toe een viezigheidje.' Advertentie zijn boeken op de 1e dag van de bij Nieuwe Burg 22-28, Middelburg. oeken Krijg Je Voor zijn werk is hij niet aan Ne derland gebonden, zegt hij. Via de kranten blijft hij voldoende op de hoogte. 'Ik ben ook geen columnist die aan de actualiteit is gebonden. Wat heb je dan nog in Nederland te zoe ken? Voor mij is het overal waar het dertig graden warmer is dan hier en waar het niet loodrecht uit de hemel regent, aangenaam.' Hij zegt groot respect te hebben voor de manier waarop de Portu gezen met hun taal omspringen. 'Daar herken ik iets in. Ik heb ook altijd de metriek en de muzikali teit in een zin heel belangrijk ge vonden. In Portugal gaan de men sen bij elkaar zitten om mooi te ho ren spreken. In Nederland zouden ze je voor gek verslijten. Hoe gewo ner, hoe beter. En met gewoon be doelen ze dan ordinair, simpel. Toch is Nederlands beslist geen taal van ezels die nachtegalen na- balken. Het wordt alleen zo slecht gebruikt. In Nederland kunnen schrijvers met een houten hark toch een groot publiek bereiken.' Het leven in Portugal is mooi, maar ook hard. 'Toeristen zien alleen een volks dansende buitenkant.' In zijn zojuist verschenen roman schetst Komrij dit harde bestaan in trefzekere beelden. Op mijn op merking dat alleen een buiten staander zo scherp kan observe ren, knikt Komrij instemmend. 'Portugese schrijvers en filmers leggen heel andere accenten. Een mens is nu eenmaal niet geneigd zichzelf als iets bizars te beschou wen, maar juist als de maat aller dingen.' De hoofdpersoon van Over de ber gen is een Portugese jongeman, Pedro Sousa e Silva. Moe van het society-leven in Lissabon reist hij naar de afgelegen provincie Tras- os-Montes, waar hij een verlaten landhuis betrekt dat ooit door zijn voorouders werd bewoond. 'Doordat de hoofdpersoon een Por tugees is, kon ik alle valse clichés vermijden van een confrontatie tussen een noorderling en een zuiderling. Nu kon ik het folkloris tische als het dagelijkse brengen, zonder het meteen weer door een bril te laten zien van iemand die daar ook nog een cultuurschok bij ervaart.' Komrij zegt alleen onder hoge druk te kunnen schrijven. 'Wanneer de inleverdatum voor een artikel heel dicht begint te na deren, probeer ik die eerst te over schrijden. Daar heb ik allerlei smoesjes voor. Dan ben ik weer ziek geweest of heb ik last van een loopneus. Met sterfgevallen moet ik ophouden. Mijn hele familie heb ik al wel tien keer laten overlijden. Vervolgens ga ik polsen tot hoe laat het nog kan. Een half uur voor de allerlaatste mogelijkheid begin ik te werken.' Terwijl hij een nieuwe sigaar op steekt en het café rondkijkt of hij niet wordt afgeluisterd, zegt hij schuldbewust: 'Ik ben geen regel matige werker. Ik kan heel goed suffen, voor me uit koekeloeren, uit m'n neus eten, ijsberen. En na tuurlijk moetje als schrijver vooral niet vergeten te leven.' 'Het lijkt misschien of ik het zo uit mijn mouw schud, maar het moet allemaal wel opgediept worden. Als ik goed op dreef ben, komt er ook wel eens iets spontaans. Ik ben een langzame schrijver. Maar je hoeft maar een pagina per dag te schrijven en je hebt driehonderd zestig pagina's per jaar. Dat zijn twee forse boeken. In Nederland noemt men iemand die een boek per jaar schrijft al een veelschrij ver. Als je goed wilt schrijven, kun je ook niet veel meer dan een pagi na per dag doen. Ik ga er altijd prat op dat nog nooit iemand mij op werken betrapt heeft, maar ik doe natuurlijk wel eens wat.' Zijn roman van 237 pagina's heeft hij in twee maanden geschreven, 'maar toen sliep ik hooguit drie, vier uur per nacht. Op een andere manier was het er niet van geko men. Zo'n korte periode garan deert voor mij ook de eenheid. Als je het te lang laat liggen, krijg je breuken in spanning en zelfs in de stijl. Ik werkte vijftien uur per dag. De galeien in, ketting aan de voet, niet drinken, tien pakjes sigaret ten per dag, deur op slot, de luiken toe.' Na die twee maanden kon Komrij het manuscript slechts met moeite afstaan. 'Ik hield mij voor dat er nog allerlei dingen veranderd moesten wor den. Hier moest nog een varken lo pen en daar een kip minder. Ter wijl je dondersgoed weet dat het onzin is. Je wilt het als een kloek onder je houden. Maar op een gege ven moment wordt het ei koud on der je kont en moet het de markt op.' In diezelfde twee maanden schreef Komrij ook nog eens de 54 pagina's tellende novelle De Pagode. 'Op een donderdag kon ik niet ver der met Over de bergen en toen heb ik dat verhaal in vier dagen ge schreven. Het was mijn bedoeling precies hetzelfde te vertellen in een onherkenbare, artificiële vorm. Het gaat ook om het thema van aanpassing. Pas na afloop zag ik met hoeveel duizenden, sorry, tien tallen draden die verhalen aan el kaar vast zitten. De Pagode was een soort slak die aan het huisje kleefde.' Komrij heeft een scherpe pen. In zijn polemische stukken laat hij van de tegenpartij geen spaan heel. Begint hij met de jaren ook milder te worden? Zijn gezicht be trekt. 'Nee! Ik mag tenminste hopen van niet. We zullen naar de dokter moe ten gaan om te kijken of ik sporen van seniliteit begin te vertonen, maar ik neem aan van niet. Mis schien is mijn toon wat elegischer geworden, maar ik ben niet van plan op enig punt van mijn leven mild te worden. Aan de andere kant: ik ben altijd al mild geweest. Ik heb in stoffige kelders gezeten om mooie bloemlezingen te ma ken. Ik ben de Florence Nightinga le van de Nederlandse literatuur.' Nooit heeft hij gekwetst om het kwetsen, benadrukt Komrij. 'Het gaat om wat iemand verte genwoordigt. Ik vind het onzin dat je alleen op de bal zou mogen spe len. De man hanteert de bal. Dat heeft ook met mijn manier van schrijven te maken. Ik wil mij niet verliezen in abstracties en genera lisaties, maar duidelijke voorbeel den noemen. Anders krijg je die dorre essayisten-stijl die aan de Nederlandse universiteiten ge bruikelijk is. Je moet gewoon zeg gen wie niet deugt.' De zeventigste verjaardag van Geert van Beek, auteur van verhalen, novellen en romans, werd gisteren gevierd in het Provinciehuis te 's- Hertogenbosch. Van Beek kreeg een uitgebreide receptie aangeboden en onder anderen K. Fens, hoogleraar moderne letterkunde van de Katholieke Universiteit Nijmegen en Urias Nooteboom van het Comité Geert van Beek 70 voerden het woord. De dichter Wiel Kusters bood hem het boek Een hemd met paardjes - over het werk. van Geert van Beek aan. Van Beek heeft dit eerbetoon ongetwijfeld verdiend. Enkele hoogtepunten uit zijn werk: de on vergetelijke novelle Blazen tot honderd, de subtiele roman Dia's voor Andrea en zijn laatste boek Gezichten binnen handbereik. Geert van Beek is ondanks zijn langzamerhand omvangrijke oeu vre geen bekende schrijver. De ge noemde novelle Blazen tot hon derd mag dan wel vele boekenlij sten van middelbare scholieren sieren, toch is zijn werk heel wat le zers nauwelijks vertrouwd. Als voor één auteur geldt, dat onbe kend onbemind maakt, dan wel voor Van Beek. De literaire kritiek heeft daar in de loop der jaren aan bijgedragen. Ik wil het woord 'doodzwijgen' in dit verband niet gebruiken/maar toch... Hoe valt het te verklaren, dat van zijn laat ste boek (1987) slechts enkele re- In zijn stukken laat Komrij regel matig doorschemeren dat hij uit sluitend en alleen voor het geld werkt. 'Absoluut! Het is mijn allergroot ste wens om te stoppen met schrij ven. Als ik de staatsloterij win, zet ik nooit meer een pen op papier. Dan schreef ik nog wel wat op, maar hoefde ik daar niet mee langs de straat te leuren. Maakte ik al leen nog mooie, dunne boekjes in kleine oplagen. Ik doe aan alle lo terijen mee: de voetbaltoto, de lot to, de Duitse en de Portugese toto, de voetbaltotalisator, alles. Daar besteed ik toch zeker tien procent van mijn inkomen aan.' Inmiddels werkt Komrij al weer aan een volgende roman. 'Natuurlijk heb ik voldoende stof voor nog eens zes lijvige romans over Portugal. Maar je moet in Ne derland ontzettend uitkijken. Vijf jaar ben ik Piet Paaltjens geweest, daarna vijf jaar Lodewijk van Deyssel en toen weer vijf jaar Os car Wilde. De laatste tijd was ik iets tussen Schopenhauer en Spengler. Over een paar maanden verschijnt mijn toneelstuk De ko ning van Portugal. Voor ik het weet ben ik leverancier van Portu gese boeken geworden. Vandaar dat mijn nieuwe roman gaat over een kunsthandelaar in Amster dam. Ik zit te broeden, maar het zal uiteindelijk ook wel weer in een korte periode op papier moeten komen. Mits God ons de kracht geeft.' Gerlof Leistra Gerrit Komrij, Over de bergen, De Ar beiderspers/Amsterdam, J29,90 Gerrit Komrij, De Pagode, De Bijenkorf, f4,95 Komrij signeert, voor wie dat wil, beide boeken in de vestigingen van De Bijen korf in Utrecht (15 maart), Rotterdam (16), Amsterdam (17), Arnhem (22), Eindhoven (23) en Den Haag (24 maart). censies verschenen zijn, terwijl het een juweeltje is? Wellicht vond het Noordbrabants Genootschap het mede daarom wenselijk een boekje over het werk van de al jaren in Brabant woon achtige schrijver uit te geven. Het bevat een essay van Wiel Kusters, Een hemd met paardjes. en een bi bliografie door Birgit van Beek. De dichter-essayist Kusters heeft een indringende beschouwing af geleverd. Hij licht uit Van Beeks werk een aantal constanten: de oorlog, de dood, gemis en leegte, de kunst als een 'vluchtheuvel' in het leven en als creatieve opvulling van de leegte. Uitgebreid belicht hij de rol van het paard in Van Beeks werk. Het is het symbool van het zuivere, eerlijke, krachtige en vooral ook het schone in de schepping. Wiel Kusters zou geen dichter zijn als hij niet op een poëtische wijze zijn lezers had ingeleid in het werk van Geert van Beek. Ik vermoed, dat de schrijver bij zijn zeventigste verjaardag met Wiel Kusters' es say nog meer ingenomen is dan met de feestelijke bijeenkomst. Michel de Koning Een hemd met paardjes -Over het werk van Geert van Beek', bevattend een es say van Wiel Kusters en bibliografie door Birgit van Beek. Uitgave van het Noordbrabants Genootschap, 's-Herto- genbosch. Prijs f 19,50. Ter gelegenheid van de boe kenweek worden naast het traditionele geschenk steeds vaker speciale uitgaven op de markt gebracht. Die boeken en boekjes krijgt men weliswaar niet cadeau, maar zijn voor een vriendenprijs verkrijgbaar. Zo als bekend is dit jaar de novelle Sterremeer van F. Springer het officiële boekenweekge schenk. Er zijn echter ver schillende alternatieven. Vooral De Bijenkorf zorgt ieder jaar voor serieus tegenspel. Het warenhuis gaf de afgelopen ja ren novellen uit van W. F. Her mans, Adriaan van Dis, Hugo Brandt Corstius en Harry Mu- lisch. Deze keer vroeg men Ger rit Komrij, die als dichter en es sayist een grote naam heeft op gebouwd. Proza heeft men nog niet dikwijls van hem kunnen lezen. Daar komt nu verande ring in, want ongeveer gelijktij dig met het in opdracht van De Bijenkorf geschreven De pago de (56 pag./ 4,95) zal ook een roman Over de bergen verschij nen. Hoofdpersoon van De Pa gode is Thomas, een plichtsge trouwe bediende in een verval len landhuis. Hij denkt dikwijls terug aan betere tijden, nu om hem heen zulke gruwelijke din gen lijken te gebeuren. Het sfeervolle verhaal kent een ver rassende ontknoping. Bij de Hema viert men de boe kenweek met een novelle van Boudewijn Büch. De Hel (80 pag./ 5,75) heet het charman te boek over het schoolleven van Winkler Brockhaus. Alle vertrouwde bestanddelen van Büchs proza zijn weer aanwe zig. Dat wil zeggen dat autobio grafische gegevens tot een tra gikomedie worden versmolten. De hel is voor de hoofdpersoon het gymnasium waar een bar regime heerst. Hij heeft het moeilijk tot zijn vader ingrijpt, twee leraren worden wegens antisemitisme ontslagen. Op een dag wordt Winkler toch van school gestuurd. Deson danks wordt hij een succesvol man. Jaren later krijgt hij be grip voor de gehate leraren. Vroom Dreesman verrast zijn klanten met Pure Luxe (72 pag./ 5,90), een bundel met acht columns van Jan Kuiten brouwer. Als weinig anderen heeft hij oog voor modieuze dwaasheden. Deze maal be richt hij over gevallen van 'weeldepijn', dat hij omschrijft als 'een zeurend kloppen in de koopklier, gecombineerd met een hinderlijk trekken van de betaalspier'. In zijn beschou wingen over onder meer dieet- bier, campeerartikelen, de tele fax, afstandsbediening toont hij dat het ook voor koopkrach- tigen steeds moeilijker wordt om niet achter te lopen. Veel van de exclusieve uitga ven voor de boekenweek zijn het gevolg van een aardige in val. In het verleden had men bij De Bijenkorf soms vruchtbare ideeën, dit jaar bleef het bij en kele flauwe ideetjes. Zo heeft de bloemlezing Het Literair Leesboek (192 pag./ 12,50) een nogal geforceerd thema. De op genomen literaire fragmenten hebben de literatuur tot onder werp. Ook De Ideale Biblio theek (136 pag./ 9,90) is geen uitgave die enthousiasme kan wekken. Het werk heeft als on dertitel '100 boeken die ieder een gelezen moet hebben'. In werkelijkheid worden dertig boeken samengevat die dik wijls op leeslijsten van scholie ren voorkomen. Een gelukkiger greep deed men dit jaar bij de Libris-boek- handels. In hun exclusieve bundel Een Uitgelezen Harts tocht 220 pag./ 19,90) wordt de geschiedenis van vijftig 'cult boeken' uit deze eeuw op een aantrekkelijke manier behan deld door Jaap Goedegebuure en Arnold Heumakers. Het gaat over voordehandliggende werken als Le grand Meaulnes van Alain-Fournier, Der Step- penwolf van Hesse, De avond en van Reve. Behalve de be schouwingen over deze boeken zijn uitvoerige fragmenten, il lustraties van Siegfried Wold- hek en vraaggesprekken met li teratoren opgenomen. Het heeft vele voordelen dat het officiële boekenweekge schenk geen alleenvertonings recht meer heeft. Alleen is één boekenweek te kort om alle boekenweekboeken te lezen. Hans Warren Boudewijn Büch (foto Tom Schutz

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1990 | | pagina 23